Gehoord

Frank van der Horst

In het najaar van 2023 vroeg de Tweede Kamer het ministerie van Justitie en Veiligheid om ambitieuzere plannen om femicide – dat is het doden van vrouwen omdat zij vrouw zijn – in Nederland gerichter tegen te gaan. Toenmalig demissionair minister Weerwind van Rechtsbescherming gaf aan dat het kabinet zich “voornamelijk wil[de] richten op preventie, zoals het overdragen van kennis binnen politieopleidingen en het vroegtijdig signaleren en ingrijpen bij minder ernstige vormen van huiselijk geweld” (Seine, 2023). De minister ging niet in op het verzoek tot strafbaarstelling van femicide en waarschuwde voor de mogelijke consequenties (ook voor slachtoffers).

Femicide krijgt in toenemende mate aandacht in de landelijke media, zeker na de moord op het pas 16-jarige Rotterdamse meisje Humeyra in 2018 en de geruchtmakende schietpartij op een parkeerplaats in Zwijndrecht in januari 2023, waarbij de verdachte zijn 38-jarige ex-vriendin zwaar verwondde en haar moeder doodde. Dat juist in Rotterdam een van de eerste initiatieven is genomen om kennis over huiselijk geweld, kindermishandeling, seksueel misbruik en femicide te bundelen, is geen toeval. De stad kampt al jaren met hoge cijfers van huiselijk geweld en kindermishandeling en was in 2009 een van de eerste gemeenten die gebruik ging maken van de mogelijkheden die de Wet tijdelijk huisverbod bood. De intensieve samenwerking in de ‘keten van zorg en veiligheid’ heeft in Rotterdam recent geleid tot de start van Filomena: “een bundeling van krachten en specialisaties onder één dak om geweldsituaties te doorbreken en duurzame veiligheid te verbeteren.” Vanuit deze samenwerking werd de masterclass ‘Zorg & Veiligheid verbinden om geweld te voorkomen’ georganiseerd, onder de bezielende leiding van dagvoorzitter Marianne van den Anker (Ombudsman van Rotterdam, voormalig wethouder en gemeenteraadslid in Rotterdam).

De masterclass startte met een indrukwekkende getuigenis van Suraya, moeder van een dochtertje en slachtoffer van coercive control of ‘dwingende controle’, die door haar partner werd neergeschoten en daarbij “een oog verloor, maar uiteindelijk haar leven terugkreeg”. Haar boodschap voor de toehoorders was dat het belangrijk is dat er iemand is die geluisterd heeft, want in de relatie met haar ex-partner zat ze volledig vast. Ze zocht ondanks haar radeloosheid geen hulp, omdat de consequenties daarvan steeds heftiger en ernstiger werden. “Daarom ga je steeds terug naar de dader, er is geen andere uitweg.”

Hierna nam Richard Korver (strafrechtadvocaat en voorzitter van het Landelijk Advocaten Netwerk voor Gewelds- en Zedenslachtoffers) het woord in een lezing waarin hij benadrukte dat er bij een effectieve aanpak van femicide drie wezenlijke veranderingen nodig zijn. Ten eerste moet er anders naar femicide gekeken worden. Te vaak wordt er in verhulde termen over het onderwerp gesproken, terwijl de cijfers duidelijk maken dat het een ernstig probleem betreft. Korver noemde nadrukkelijk het opgroeien in een situatie met huiselijk geweld of kindermishandeling als een van de ACE’s. Een tweede belangrijke en noodzakelijke verandering is de prioritering van de aanpak van huiselijk geweld. Cijfers laten zien dat het ministerie van Justitie en Veiligheid vele malen meer budget vrijmaakt voor de aanpak van zware criminaliteit of ‘ondermijning’ dan er beschikbaar is voor een effectieve aanpak van huiselijk geweld. Tot slot benadrukte Korver dat het nodig is anders te gaan handelen in deze zaken. Er moet niet langer weggekeken worden, maar er is doortastendheid nodig. Vaak is er niemand die ‘alles’ over een zaak weet, dus het uitwisselen van informatie tussen hulpverleners en veiligheidsfunctionarissen bij politie en justitie is essentieel.

Voor en na de lunch kreeg internationaal expert op het gebied van huiselijk geweld en femicide Jane Monckton-Smith (hoogleraar Criminologie aan de Universiteit van Gloucestershire, UK) uitvoerig de tijd om haar kennis over de verschillende fasen van stalking, coercive control en femicide te delen. Coercive control is, aldus Monckton-Smith, “a pattern of behaviour designed to trap people in a relationship”. Als jonge agent kreeg de spreekster te maken met partnergeweld tegen vrouwen; veel collega’s vonden deze vrouwen irrationeel, omdat ze ondanks het geweld bij hun partner bleven, maar Monckton-Smith ging op zoek naar een betere verklaring voor hun gedrag. Vervolgens raakte haar eigen dochter verstrikt in een relatie met ‘dwingende controle’ en merkte ze hoe weinig hulp haar geboden werd. Deze achtergrond en persoonlijke betrokkenheid bij het onderwerp maakt begrijpelijk waarom Monckton-Smith zo’n fel pleitbezorger is van een stevige en gecoördineerde aanpak van femicide. In de lezing werden verschillende risicofactoren geïdentificeerd, namelijk controlerend gedrag van de partner, geweld tegen een partner, separatie en niet-fatale verwurging. Daarna werd een overzicht gegeven van de acht fasen in een relatie waarin sprake is van coercive control, die helpend kunnen zijn bij het identificeren van problematische partnerrelaties. Het gaat achtereenvolgens om (1) een geschiedenis van geweld in eerdere relaties, (2) snelle en vroege commitment aan de relatie, (3) dominantie in de relatie (controlerend gedrag, stalking, geweld, dreigementen, jaloezie, isolatie), (4) ontlokkende factoren, meestal een (dreigende) relatiebreuk, (5) escalatie in ernstig geweld en dreigementen, toename van controlerend gedrag, (6) fantasieën over homicide, (7) plannen van homicide, door het zoeken op internet en creëren van mogelijkheden, (8) feitelijke doding van slachtoffer en eventueel zelfdoding. Monckton-Smith benadrukte dat niet elke relatie eindigt in femicide; in veel relaties komt het niet verder dan fase 5, waarna er sprake is van (tijdelijk) herstel. Het werk van Monckton-Smith (2021) heeft in de afgelopen jaren veel inzicht gegeven in de dynamiek van relaties waarin er sprake is van dwingende controle. Met die belangrijke inzichten kunnen hulpverleners in het brede veld van de (forensische) keten zeker hun voordeel doen.

In twee paneldiscussies werd vervolgens gekeken naar de praktische uitwerking van samenwerking tussen verschillende disciplines die bij de slachtoffers van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel misbruik betrokken zijn; en naar de bestuurlijke, juridische en financiële maatregelen die nodig zijn bij het voorkomen van geweld tegen vrouwen. De dag werd afgesloten door Bert Groen (voorzitter van de European Family Justice Centers Alliance, EFJCA). Onder leiding van de dagvoorzitter deden de aanwezigen bij de masterclass een oproep aan de politiek om enkele hoognodige stappen te zetten in de effectieve aanpak van femicide in Nederland. Er moet niet alleen meer aandacht komen voor het onderwerp, er is ook financiering van zorg, kennis en onderzoek nodig. Het opzetten van supraregionale kennis- en expertisecentra kan helpen kennis te bundelen. Ook zou er meer wetgeving moeten komen die strafbaarstelling van coercive control regelt en waarmee passende preventieve, bestuursrechtelijke interventies mogelijk worden.

De belangrijkste boodschap van de masterclass was ten eerste dat het van groot belang is dat kennis over femicide wordt gedeeld, zodat professionals de signalen eerder herkennen. Ten tweede werd het belang van het delen van informatie tussen verschillende instanties benadrukt, zodat eerder een compleet beeld ontstaat van de situatie. Het is in dat verband dan ook een gemiste kans dat er bij samenwerking tussen zorg en veiligheid doorgaans weinig ruimte is voor vertegenwoordigers van de ‘daderhulpverlening’. Zo blijft er belangrijke informatie en specialistische kennis onbenut en blijft de traditionele dichotomie tussen dader en slachtoffer in stand. Het is te hopen dat er in de beloofde ambitieuze plannen van het demissionaire kabinet ook aandacht zal zijn voor het parallelproces van slachtoffer- en daderhulpverlening. Ook hier kan men leren van het Rotterdamse voorbeeld, waarbij Filomena ook nadrukkelijk de samenwerking met de forensische zorg zoekt.

Literatuur

Smith, J.M. (2021). In control: Dangerous relationships and how they end in murder. Bloomsbury Publishing.

Seine, F. (2023, 27 september). Tweede Kamer verlangt ambitieuzer plan van minister Weerwind tegen femicide. De Volkskrant.

Frank van der Horst is als psychotherapeut werkzaam bij de Waag Nederland, centrum voor ambulante forensische psychiatrie. Daarnaast is hij als Universitair Hoofddocent verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
vanderhorst@essb.eur.nl

Naar boven