Kees Hordijk
Beeldend Gesproken (BG) is een galerie en kunstuitleen in Amsterdam. Vlakbij de Kinkerstraat en de Ten Kate markt. Ze heeft daar een prachtige plek in De Hallen. Een gerestaureerde tramremise die plaats biedt aan tal van winkels en projecten. Waaronder dus ook kunstgalerie BG. Maar BG is geen gewone galerie. De kunstenaars die er deel van uitmaken hebben in hun leven last van psychische problemen. Sommigen ernstig, anderen in lichte mate. Bij verschillende kunstenaars leidde dat tot een opname in een psychiatrische kliniek, bij anderen tot een psychotherapie. Allen zijn ze opgeleid aan een kunstacademie. Professionele kunstenaars dus. Maar het liep in hun leven anders dan gepland. Psychische problematiek kan de kunstbeoefening beïnvloeden en het ermee naar buiten treden bemoeilijken. Dat beïnvloeden is op zich genomen niet slecht. Integendeel. Vaak leidt de problematiek waar deze kunstenaars mee te maken krijgen tot bijzondere kunst. Maar het vermogen om hun kunst naar buiten te brengen en te verkopen is verzwakt. Om hen daarbij te helpen is BG opgericht.
Een galerie die hun kunst aan liefhebbers verkoopt of verhuurt. Een galerie waar kunst bewaard en tentoongesteld wordt. De kunstenaar maakt de kunst en de galerie zorgt dat de kunst onder de mensen komt. Ook begeleiden ze de kunstenaar wanneer die even niet meer weet hoe verder te gaan met zijn kunst. De galerie draait dankzij vrijwilligers die met hart en ziel dit werk doen: het begeleiden van de kunstenaars en het verkopen van hun werk. Dat ze dit op zo’n mooie plek in De Hallen kunnen doen, helpt bij het naar buiten brengen van de kunst.
Maar wat voor kunst is het eigenlijk die ze bij BG tonen? Hoe onderscheidt die zich van de kunst die in andere galeries wordt gebracht? Kun je zien welke kunst er uit galerie BG komt en welke elders vandaan komt? Nee, zo eenvoudig is het niet. Zoals gezegd, de kunstenaars van BG zijn gewoon aan de kunstacademie opgeleid en zijn in eerste instantie niet anders in hun kunstbeoefening dan hun studiegenoten. Maar gaande hun loopbaan als kunstenaar verloopt dat proces van kunstbeoefening in hun geval toch anders dan bij andere kunstenaars.
Om te begrijpen hoe de kunst die bij BG hangt verschilt van die in de andere galeries, is het goed om meer te vertellen over de kunstenaars bij BG. Mensen die met psychische problemen te maken hebben, trekken zich vaak terug uit het sociale leven. Ze voelen zich minder op hun gemak onder mensen, zijn minder in staat gezellig te praten en voelen zich daarom al gauw tekortschieten. Een gevoel van minderwaardigheid ligt dan snel op de loer. En daardoor zoeken ze eerder het isolement. Sluiten zich op in hun atelier. De wereld waarin ze leven wordt kleiner en beperkter. De wereld buiten is al gauw bedreigend en wordt vermeden. Als gevolg daarvan leeft zo iemand in een privéwereld. Daarin ligt al voldoende reden om hen te helpen hun werk op de markt te brengen. Maar ook is het goed om te zien hoe hun kunst door dit isolement gaat veranderen en een bijzonder karakter krijgt. Hun kunst wordt gaandeweg minder beïnvloed door invloeden uit de buitenwereld. De kunstenaar schept in zekere zin zijn eigen wereld. De fantasie zal stilaan een groter deel van de geschilderde voorstellingen gaan bepalen. De fantasie, maar ook angsten en wanen wanneer die er zijn. De beeldtaal wordt steeds subjectiever. Het isolement waarin de kunstenaar leeft, maakt zijn kunst als het ware persoonlijk. Meer eigen. De kunstenaar die volop in het leven staat, gaat naar buiten en vult zich met beelden die in de wereld om ons heen alom tegenwoordig zijn. Zijn beeldtaal zal veel algemener en bekender zijn. Voor iedereen herkenbaar die op straat komt. Hoe minder je naar buiten gaat, hoe meer je in een eigen binnenwereld gaat leven.
Zij die met psychische problemen worstelen, zijn geneigd het grootste deel van de tijd met die innerlijke belevingen bezig te zijn, met hun angsten en obsessies. Het neemt hun aandacht in beslag.
J.T.: In vrijheid
De buitenwereld is hoogstens nog aanwezig als aanleiding tot die angsten en zorgen. De aandacht gaat bij hen uit naar de innerlijke beroering die erdoor veroorzaakt wordt.
Iemand met een fobie zit, temidden van een talrijk publiek, verstijfd in zijn stoel. Hij wordt in beslag genomen door zijn angsten. Daarover piekert hij. Er is nauwelijks aandacht voor de werkelijkheid om hem heen. Eenzelfde verhaal kun je houden over een depressief iemand. Die ziet de werkelijkheid om zich heen niet zoals die is, maar zoals hij die inkleurt. Hij neemt een andere werkelijkheid waar dan iemand die innerlijk vrij is en met echte aandacht naar zijn omgeving kan kijken. Hoe onbevangener we zijn, hoe beter we kunnen waarnemen. Hoe meer belast met psychische problemen, hoe slechter we de werkelijkheid om ons heen zien.
Maar wat betekent dit nu voor de kunst die uit handen van deze kwetsbare kunstenaars komt? Die zal niet beter, maar ook niet slechter zijn. Maar eigener, specialer. Want voortgekomen uit een veel specifieker idioom. De afgesloten wereld van een allerindividueelste ziel. En daar ligt dan ook de kracht van kunst uit handen van kunstenaars met psychische problemen. Niet dat ze het om die reden bewust zo regisseren. Nee, ze kunnen niet anders dan zo hun kunst maken. Er zitten minder vrijheidsgraden in. Ze kunnen eigenlijk niet anders dan het zo doen. Dat is hun beeldtaal. Een kunstenaar zonder problematiek bezit een veel grotere vrijheid om zijn stijl te kiezen. Maar dat leidt niet per se tot een beter kunstwerk. Juist die oprechtheid waarmee de geplaagde kunstenaar zijn werk maakt, geeft het meer overtuigingskracht. Het is van een existentieel gehalte. “Hier sta ik, ik kan niet anders”, zegt hij met zoveel woorden. En daar ligt de meerwaarde van kunst die mede door psychische nood is bepaald. De heftigheid van waaruit die kunst wordt gemaakt, is vaak kenmerkend. Je zou kunnen zeggen dat de moeite waarmee de kunstenaar leeft gelukkig ook iets oplevert. Vanuit een psychisch onwel bevinden is er meer gevoel waarmee de verf op het doek wordt gebracht. De frustratie, het ongeluk komen er zo uit. Het betekent dat het schilderen vaak opluchting geeft, voldoening en bevrediging. De kunstenaar voelt zich gedurende het schilderen meestal in harmonie met zichzelf.
C.v.S: Wat draag ik? Mijn gedachten of mijn hoofd
Cliëntverhalen
C.v.S. is aan de academie opgeleid en heeft vele jaren ‘academisch’ gewerkt. Maar dat ligt inmiddels ver achter haar. Nu gaat ze veel meer intuïtief te werk. Ze tekent voorstellingen waarin wonderlijke figuren elkaar innig omstrengelen en elkaar koesteren. Preoccupatie met onvoorwaardelijke universele liefde is de rode draad in haar werk. Een onuitputtelijke bron. Liefdevolle voorstellingen, maar soms ook beangstigend. Vaak schrijft ze er teksten bij die haar gevoelens verwoorden. Als je haar huidige werk met het eerder gemaakte vergelijkt, kun je haast niet geloven dat het uit dezelfde hand komt. Zo groot is het verschil. Het huidige werk getuigt van haar geloof en is met een veel grotere overtuigingskracht getekend. Ze schetst haar eigen leven, haar gevoelens, haar verlangens. Maar ook de dreigingen in het leven van alledag.
J.T. woont in het oosten van het land. Zij is nog degene die het meest over haar psychose naar buiten wil treden. Ze komt op voor haar lotgenoten en zichzelf. Ze laat zien wat gekte met haar heeft gedaan en tot welk een bijzondere kunst die kan leiden. Ze heeft een strijdlustige instelling van waaruit ze zich niet schaamt voor haar gekte en in woord en schrift uitlegt wat het betekent om psychotisch te zijn. In de expositie van haar recente werk zie je grote doeken met daarop geborduurde voorstellingen. Meestal dieren, soms ook mensen. Opvallend is hoe de meeste doeken een scheur vertonen die door een grove borduursteek weer is dichtgenaaid. Soms is de dichtgenaaide scheur onderdeel geworden van de voorstelling. In de toelichting lezen we de geschiedenis van deze werken. J.T. heeft de doeken in een vlaag van waanzin met een schroevendraaier kapotgescheurd. Soms in één haal, dan weer in vele stukken uiteen gereten.
Wanneer we zulke verhalen horen, valt op hoe in zo’n levensverhaal de kunst een reddende rol speelt. Via de kunst overleven de kunstenaars. In hun kunst compenseren ze de psychische schade die ze in hun leven hebben opgelopen. Veelal in een onbewust proces. Maar vaak genoeg hebben ze er ook weet van. Voor even wordt het zich rot voelen weggenomen als ze aan het schilderen of tekenen zijn. Kunst heelt hun ziel op die manier. Als je dat bedenkt, is het niet verwonderlijk dat hun kunst van een bijzondere aard is en in onderwerp en werkwijze een eigen karakter laat zien.
C.v.S. heeft zichzelf herschapen. Of misschien moet je zeggen: zichzelf ontdekt. Haar ware aard. Ze begint te tekenen vanuit haar hart. En dan verschijnen er heel andere onderwerpen op papier. Vooral mensen, veel mensen. Mensen waaraan je hun zielenleven kunt aflezen. De worsteling die ze doormaken. De verleiding waar ze weerstand aan moeten bieden. Het mislukken daarvan en de angsten die je dan bespringen. C.v.S. schildert een wereld waarin zij zelf kan leven en gelukkig kan zijn. Maar waar ook bedreigingen aanwezig zijn. Opletten dus waar je gaat en wat je doet. Zij zoekt de veiligheid van innerlijke beschermengelen die om haar heen zijn. Door ze te tekenen. Dat geeft haar rust en harmonie. Ze creëert een eigen wereld met haar tekeningen. Een wereld waarin zijzelf kan schuilen en zich veilig voelen.
J.T. hervindt zich na de psychose en treft het vernielde werk aan. Met bewonderenswaardige moed heeft ze het kunstwerk weer tot een geheel genaaid met behulp van een rode draad die het herstel markeert. En het geheel is er mooier op geworden. Ze ogen als nieuwe werken.
Het herstel is zichtbaar, maar de kunstwerken dragen de sporen van de vernieling nog in zich. Gekte en kunst, hoe ingewikkeld en ontroerend kan de relatie zijn.
We kunnen vaststellen dat de geplaagde kunstenaar veel heil vindt in het maken van kunst. Het maakt hem of haar voor even heel. Het is om deze reden dat creatieve therapie al reeds lang in de psychiatrie wordt toegepast. Men kende de helende werking ervan goed.
Naast deze helende werking heb ik vooral de aandacht willen vestigen op de inhoud van het werk wat door psychisch kwetsbare kunstenaars wordt gemaakt. Hoe dit afwijkt van het werk wat uit handen van zogenaamd ‘gezonde’ kunstenaars komt.
De kunst van een kunstenaar die met zichzelf in de knoei zit, zal intensiever zijn. Met meer inzet en emotie tot stand gebracht. Ook zal het aandeel van de fantasie of de vertekening van de werkelijkheid groter zijn. Een gevolg van het feit dat de kunstenaar veel meer in een eigen wereld leeft. De realiteitstoetsing is immers minder aanwezig. Maar dat leidt niet tot minder goed werk. Integendeel. De eigen wereld waarin deze kunst ontstaat, levert een bijzonder universum op waaruit kunst van bijzondere kwaliteit ontstaat. Een kunst die de eigenheid van de primitieve kunst heeft en tegelijk de techniek en vaardigheid van de beroepskunstenaar.
Een eigen wereld van kunst en kunstenaars die het verdient erkend en gewaardeerd te worden in haar speciale karakter en bijzondere kwaliteit.
Galerie en kunstuitleen Beeldend Gesproken: Hannie Dankbaarpassage 23, 1053 RT Amsterdam
Drs. C. Hordijk, psycholoog, psychotherapeut, psychoanalyticus in ruste.