Als lezer van dit tijdschrift bent u gewend dat de onderwerpen waarover wordt geschreven, steeds de ‘zaak’ psychotherapie betreffen. Verdieping, verrijking en verbreding van de kennis en kunde die het beoefenen van het vak psychotherapie aantrekkelijk maken en houden, staan centraal. In deze editie is dat niet anders: aan bod komen training en supervisie in het hanteren van de therapeutische relatie, de reis van een patiënt binnen Mentalization-Based Treatment en variaties in de mannelijke identiteitsontwikkeling.
Deze keer voegt de redactie iets uitzonderlijks toe, door de aandacht te richten op één bepaalde psychotherapeut. Anton Hafkenscheid viel in 2013 de eer te beurt om als eerste de Wim Trijsburgprijs, ingesteld door de Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie, in ontvangst te mogen nemen. De collega-redacteuren van dit tijdschrift - Anton Hafkenscheid heeft al lange tijd zitting in de redactie - nodigden hem uit om deze mijlpaal niet ongemerkt voorbij te laten gaan. Het idee werd geopperd om een artikel aan hem te wijden. Op die manier zou de lezer kennis kunnen nemen van zijn ontwikkeling als psychotherapeut (en als theoreticus en onderzoeker), van zijn inspiratoren en leermeesters en van zijn visie op en invulling van psychotherapie in de eigen dagelijkse praktijk. Dit idee wist hij keurig om te buigen en zich handig toe te eigenen, zodat, zo bleek, hij zijn bescheidenheid vorm kon geven in een artikel over een onderwerp dat hem zeer na aan het hart ligt: opleiding en therapeutische relatie.
Eerst iets over de persoon. De voorzitter van de jury van de Wim Trijsburgprijs, Cor de Haan, is gevraagd een relevante selectie te maken van de lovende woorden, uitgesproken tijdens de prijsuitreiking. Lees dit en u zult begrijpen hoe breed het interessegebied van Anton Hafkenscheid is en hoe groot zijn bijdrage aan het huidige psychotherapiedebat. Dit eerbetoon is in feite niet alleen gericht op de ontvanger, maar evenzeer op de naamgever van de prijs, de te jong overleden Wim Trijsburg, die zich in zijn werk en publicaties altijd heeft ingezet voor de ontwikkeling van een integratieve psychotherapie.
In de artikelen is verder het volgende te lezen. Er is steeds meer empirische evidentie dat de persoon van de therapeut en diens relationele vaardigheden bepalend zijn voor het welslagen van psychotherapeutische behandelingen. Anton Hafkenscheid gaat na wat bekend en vooral wat onderzocht is over de optimale ontwikkeling van deze vaardigheden. Hij staat met name stil bij de rol en betekenis van supervisie hierbij. Hij weet enkele verrassende onderzoeksresultaten te presenteren, onder andere over te strak uitgevoerde behandelprotocollen. Onderzoek over dit onderwerp blijkt beperkt te zijn en Hafkenscheid vraagt zich af of in het huidig tijdsgewricht nog geld beschikbaar kan komen voor dergelijk onderzoek.
Het tweede artikel brengt de lezer naar de ervaringen van een patiënt in de behandelkamer, vastgelegd vanuit de opvattingen van de hulpverleners. De reis van een patiënt binnen Mentalization-Based Treatment, die Maaike Smits, Patrick Luyten en Dawn Bales beschrijven, laat zien hoe actueel het onderwerp van de therapeutische relatie is. In het reguleren van het spanningsniveau van de patiënt staat voorop dat de therapeut zo goed mogelijk afstemt op de ander: het is zoeken naar een evenwicht in de relatie om voldoende spanning te creëren en te verdragen om werkzaam te zijn. Verschillende technieken en interventies die de therapeut binnen het geschetste kader ter beschikking staan, worden gepresenteerd en besproken. Enige steekwoorden die in het artikel nader worden toegelicht en die u alvast kunt onthouden: het belang van het hier en nu en de focus vooral op affect en mentale toestanden, niet zozeer op concreet gedrag.
Frans Stortelder presenteert een gedegen overzicht van de laatste ontwikkelingen in het neuro-psychoanalytisch denken over de mannelijke identiteitsontwikkeling, gespecificeerd naar de seksuele identiteit. De integratie van verschillende visies en uitgangspunten wordt gezocht en gevonden. Na een theoretische beschouwing volgen enkele aansprekende vignetten, waarin vragen rond homoseksuele geaardheid naar voren komen. Ook in dit artikel wordt het belang van de therapeutische (hier: de psychoanalytische) relatie benadrukt.
Na het lezen van deze bijdragen - of vooraf, de volgorde bepaalt u uiteraard zelf - leest u hoe door anderen recente boeken zijn gelezen. Deze keer komen onder meer twee boeken aan bod die betrekking hebben op het domein jeugdzorg. Dat is een goede zaak; de redactie hoopt in de nabije toekomst meer vanuit dit werkveld te kunnen publiceren. De overheid mag dan wel een organisatorische knip in het werkveld ggz hebben gemaakt, door een strenge scheiding tussen volwassenen- en jeugdzorg te creëren, theoretisch gezien is een dergelijke splitsing niet te billijken. De psychologie (en daarmee de psychotherapie) is slechts te begrijpen en te kaderen vanuit een ontwikkelings- en contextueel perspectief dat geen scheidslijnen kent. De andere boekbesprekingen hebben betrekking op behandeling van oorlogstraumata en op functiegerichte diagnostiek en de mythe van wetenschappelijkheid.
Met het congresverslag en de prikkelende column van Danielle Oprel is dit nummer weer rijk gevuld, met hopelijk ‘voor elk wat wils’.
Cor de Haan
De Wim Trijsburgprijs is door het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie ingesteld om de wetenschappelijke ontwikkeling van de psychotherapie te stimuleren. Het bestuur heeft de prijs vernoemd naar professor Wim Trijsburg, de in 2007 helaas veel te jong overleden collega, vanwege zijn grote verdiensten voor de integratie van theorievorming op gebied van de psychotherapie, het wetenschappelijke onderzoek daarnaar en de klinische praktijk. In zijn werk heeft het verbinden en integreren van de psychotherapeutische methoden en referentiekaders, de invloed van therapeutische relatie en met name ook de bijdrage van de non-specifieke factoren steeds centraal gestaan.
Bij het beoordelen van de voorgedragen kandidaten heeft de jury zich laten leiden door vier criteria: het hebben van een brede generalistische kijk op psychotherapie, het verbindend werken tussen richtingen en scholen (waarbij expliciet aandacht voor de invloed van non-specifieke factoren), de goede kwaliteit van zowel Nederlands- als Engelstalige publicaties en een hoog niveau van wetenschappelijk onderzoek en/of theorievorming, waarin diverse doelgroepen zijn betrokken. De resultaten dienen te zijn uitgedragen op congressen in binnen- en buitenland.
De Wim Trijsburgprijs werd op 13 december 2013 tijdens het jaarlijkse NVP-congres voor de eerste maal uitgereikt aan Anton Hafkenscheid. Ik geef een samenvatting van het juryrapport. ‘Anton Hafkenscheid heeft een groot aantal publicaties op zijn naam staan op het gebied van diagnostiek en behandeling en doet veel onderzoek naar de kwaliteit van de therapeutische relatie en de non-specifieke factoren in psychotherapie. Hij heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt voor de klinische praktijk, door het ontwikkelen van eenvoudig te hanteren instrumenten om de kwaliteit van de relatie en het therapeutisch proces te meten. Hij toont aan dat de goede therapeutische relatie hierdoor wordt bevorderd en impassen in het therapeutisch proces kunnen worden doorbroken en opgeheven. Hij verbindt meerdere therapeutische stromingen met elkaar, waarbij steeds de kwaliteit en effectiviteit van de therapeutische relatie voorop staat. Daarnaast is hij zeer actief in het uitdragen van het vakgebied van de psychotherapie, als docent in diverse postdoctorale opleidingen, door het geven van lezingen en door zijn vele publicaties.’
In aansluiting op de prijs - een glassculptuur die ‘verbinding’ uitbeeldt en een geldbedrag (te besteden aan een studiereis) - heeft de redactie van het Tijdschrift voor Psychotherapie de winnaar uitgenodigd een publicatie over zijn wetenschappelijk werk in het tijdschrift te publiceren. Wij danken Anton Hafkenscheid voor zijn bereidheid aan deze uitnodiging te voldoen en feliciteren hem nogmaals met de Wim Trijsburgprijs.