Column

Maud Molhoek-Hoeks

‘Waar moet ik nou over schrijven?’ Vroeg ik mij hardop af.

‘Dat hoef je nu toch nog niet te weten? Dat komt vanzelf tot je, dat heb je altijd.’ Woorden van mijn over het algemeen zorgeloze en wijze man.

Ik verwijt hem op andere momenten weleens zijn benijdenswaardige lichtvoetigheid, waar hij mij zwaar op de hand kan vinden. Een kwestie van perspectief zullen we maar zeggen.

Nu hadden zijn woorden een verzachtende uitwerking. Een fijn bijeffect was dat ik gelijk een onderwerp te pakken had.

‘Zelfvertrouwen is op de eerste plaats een verhaal van liefde en vriendschap.’ Een zin uit het boek van filosoof Charles Pépin (Zelfvertrouwen – een filosofie), die ik gisteravond tijdens het lezen heb onderstreept. Zinnen die raken onderstrepen, een van mijn vader overgenomen gewoonte. Dient geen doel behoudens mogelijk de woorden, de vervoering, nog iets indringender te willen beleven of langer vast te willen houden. Je zou het ook neurotisch kunnen noemen. Of gewoon een pleziergevende bezigheid.

Volgens Pépin wordt zelfvertrouwen ontwikkeld in de relatie met de ander. Een kind moet eerst vertrouwen zien en voelen in de ogen van de ander, alvorens zelf vertrouwen te kunnen ervaren (in zelf, de ander, de wereld), aldus Pépin. Dit raakt aan theorieën uit de psychotherapie, verpakt in een andere terminologie.

Het doet mij denken aan de ‘sorry dat ik besta’-houding, die mij is bijgebleven van een cliënte ten tijde van mijn stage. Hoewel meer dan tien jaar geleden, herinner ik het mij nog goed hoe ze mij vertelde dat ze een grote angst had om haar yogamatje neer te leggen in de zaal voordat de les begon. Bang om letterlijk haar eigen ruimte in te nemen. Toen het beter ging met de dwanggerelateerde klachten waarvoor ze zich had aangemeld, ontstond paniek over de vraag hoe ze haar leven nu moest inrichten. Wel of niet bij huidige partner blijven, wel of geen kinderen proberen te krijgen? Het echte leven vol verantwoordelijkheden en keuzemogelijkheden diende zich aan als een grote intimiderende berg, waar ze zich (in eerste instantie) geen raad mee wist.

Helaas heb ik jaren later gehoord dat ze zichzelf lang na behandeling heeft gesuïcideerd. Geen verhaal met een happy ending. Kahlil Gibran schrijft in De profeet:

‘Je hebt gehoord dat je, evenals een keten, even zwak bent als je zwakste schakel. Maar dit is slechts een halve waarheid. Je bent ook even sterk als je allersterkste schakel.

Jezelf afmeten naar je geringste daad is de kracht van de oceaan bepalen naar de luchtigheid van haar schuim. Jezelf oordelen naar je mislukkingen is de seizoenen een verwijt maken dat ze niet blijvend zijn.’


Hadden we dit destijds maar in haar hart kunnen tatoeëren. Hoewel dit mogelijkerwijs helemaal niets had kunnen veranderen aan haar beslissing.

Op dit moment zie ik een cliënte die de neiging heeft zichzelf naar beneden te halen, elke keer als ze voor zichzelf gaat staan. Dit is een van de redenen dat ze dit lange tijd überhaupt niet heeft gedaan, totdat haar lijf, in de vorm van een burn-out, haar toeschreeuwde dat ze geen andere keuze meer had. Zou ze zichzelf zelfvertrouwen kunnen geven ondanks dat dit haar in haar vroege jaren niet afdoende is gegeven door haar belangrijke anderen? Zal het haar lukken om in een liefdevolle relatie met zichzelf te staan, waarbij ze zichzelf permissie kan geven om er te mogen zijn? En welke weg naar Rome kunnen we dan samen het beste bewandelen? In de therapie lopen we op het pad van traumaverwerking en schematherapie. Of deze technieken effectief zijn, of dat meer het feit dat we dit samen doen – onze therapeutische relatie – voor haar werkt, daar zullen de meningen over verdeeld zijn. Wat haar in ieder geval ook helpt is dat ze een lieve vriend heeft, die haar veel corrigerende ervaringen geeft in haar dagelijks leven. Pépin schrijft:

‘We kunnen vertrouwen krijgen in onszelf en vertrouwen geven aan anderen: door naar buiten te gaan, relaties aan te knopen met mensen die anders zijn en ons inspireren, leermeesters en vrienden te kiezen die ons doen groeien, ons aanwakkeren en ons laten zien wie we zijn. Laten we op zoek gaan naar relaties die ons goed doen, waarin we ons veilig voelen en die ons vrij laten.’


Zijn boodschap is er een van hoop, ook voor beschadigde volwassenen. Zelfvertrouwen kun je leren. Deze conclusie kunnen we terugvinden in hechtings- en ontwikkelingstheorieën. Ook vanuit de biologische hoek wordt het steeds breder gedragen dat ons plastische brein veranderingen kan ondergaan door in het latere leven opgedane ervaringen (facilitating environments, waar ook psychotherapie onder kan vallen), tot op epigenetisch niveau aan toe. Tijdens het mind & brain-blok van de pt-opleiding werd een review van Hunter en McEwen (2013) aangehaald. Hier kwam naar voren dat good enough mothering van ratten positieve effecten heeft op de stressregulatie van de pups. Door deze moederband wordt de hpa-as zo afgesteld dat deze goed in staat is om stress te reguleren. De op deze manier afgestelde hpa-as bleek later ook aanwezig te zijn bij de pups van deze pups. Omgekeerd, pups waarvan de moeder verwijderd werd, hebben een verminderd vermogen tot het reguleren van stress, en hún pups ook weer. Met de noot erbij dat niet alles onomkeerbaar is (extreme verwaarlozing in de vroege kinderjaren leidt tot celdood en een krimping van het brein, blijkt onder andere uit onderzoeken onder weeskinderen), zouden we met deze bril op de mogelijkheid kunnen zien dat niet alleen secundair verworven veilige hechting (en hiermee dus ook een zekere mate van vertrouwen in zelf, ander, en de wereld) mogelijk is voor het individu, maar dat deze ook via de epigenetica overdraagbaar zou kunnen zijn aan de volgende generatie(s).

Hoop op een happy ending mét littekens dus. Littekens sieren, letterlijk en figuurlijk, al onze lijven in meer of mindere mate, ze vertellen ons verhalen, kunnen subtiel veranderen over tijd, en het is goed mogelijk er een vervullend leven mee te leiden. Deze hoop maakt onder andere voor mij dat het werk (meestal) als zinvol voelt, en helpt mee om het lijden wat me ter ore komt te verdragen. Het sterkt bovendien (om het onderwerp van deze column nog maar eens bij de horens te vatten) mijn eigen (zelf)vertrouwen.

Literatuur

Gibran, K. (1927/1978). De profeet. Den Haag: Mirananda uitgevers B.V.

Hunter, R,G., & McEwen, B.S. (2013). Stress and anxiety across the lifespan: structural
plasticity and epigenetic regulation. Epigenomics, 5, 1-18.

Pépin, C. (2021). Zelfvertrouwen – een filosofie. Leeuwarden: Uitgeverij Noordboek.

Maud Molhoeks-Hoeks is psycholoog in eigen praktijk: Psychologiepraktijk M, in opleiding tot psychotherapeut.
E-mail n psychologiepraktijkm@protonmail.com

Onze vaste columnist Danielle Oprel kan wegens omstandigheden tijdelijk niet de column schrijven. De redactie is blij dat we Maud Molhoek-Hoeks, de schrijver van
blogs op de NVP-website (www.psychotherapie.nl/actueel/blog) bereid gevonden
hebben deze keer in te springen.

Naar boven