Symposium ‘Schaamte en geweld’. Georganiseerd door Stichting Breukvlakken. Online, 7 april 2021

Marte Kaan

‘Veilig Thuis’ is een misleidende naam. Geweld hangt samen met schaamte en lust. Bijna niemand wil een ander pijn doen, toch gebeurt het. Iemand voelt zich onveilig veilig. Het geweld in de samenleving verplaatst zich van het publieke domein naar achter de voordeur. De-escaleren zou je op de lagere school moeten leren. Hulpverleners schrikken van de term huiselijk geweld en neigen te snel naar doorverwijzen. Kinderen gebruiken liever het woord ruziescheiding dan vechtscheiding.

Zomaar een greep uit de talloze onderwerpen, stellingen en ideeën die de revue passeerden tijdens het symposium ‘Schaamte en geweld’, georganiseerd door de Stichting Breukvlakken die opereert op het snijvlak van psychoanalyse en maatschappelijke kwesties.

Vijf experts op het gebied van geweld in relaties en gezinnen gingen met elkaar in gesprek ter gelegenheid van de achtste druk van Intieme oorlog, het standaardwerk over huiselijk geweld van Martine Groen (vrijgevestigd klinisch psycholoog, psychotherapeut en systeemtherapeut) en Justine van Lawick (klinisch psycholoog, psychotherapeut en systeemtherapeut bij het Lorentzhuis). Bij hen aan tafel zaten Hans Bom (klinisch psycholoog en systeemtherapeut bij het Lorentzhuis) en Jessica Lohrmann (systeemtherapeut bij Expat Counseling Center). De middag werd voorgezeten door Nelleke Nicolai (vrijgevestigd psychiater en psychoanalytica).

De eerste druk van Intieme oorlog komt uit 1998 en is verschillende malen herzien. In de nieuwe editie wordt ook aandacht besteed aan de maatschappelijke omwentelingen als gevolg van covid-19, die het werken met cliënten bij wie sprake is van conflicten ernstig bemoeilijken, daar zijn alle sprekers het over eens.

Van Lawick vertelde hoe Groen en zij zich aanvankelijk richtten op de vrouwen die slachtoffer waren van huiselijk geweld, tot ze merkten dat met het sterker worden van de vrouw, het geweld juist toenam. Dat was het punt waarop ze zich meer op de relationele dynamiek gingen richten en uiteindelijk op de samenleving, omdat daar bepaald wordt hoe er wordt omgegaan met macht en onmacht.

Schaamte speelt een centrale rol in deze maatschappelijke codes, aldus Groen. Schaamte reguleert ons gedrag: wat kan, wat niet en hoe beschamen we elkaar om dit in banen te leiden. Antwoorden op deze vragen zijn afhankelijk van tijd, taal, plaats, cultuur; via een antropologische manier van kijken dus. Groen noemde ook het belang van schaamte: het maakt dat we ons leren gedragen.

Groen differentieerde de drie soorten schaamte die Antoine Mooij beschrijft: faalschaamte, zijnschaamte en relationele schaamte. De eerste en laatste vorm liggen dichtbij schuld, dit maakt ons ‘opvoedbaar’. De tweede vorm is vernietigend: toxische schaamte noemt Nicolai dit. Deze valt nauwelijks meer te repareren.

Een van de stellingen van Groen is dat schaamte is ingebed in een cultuur en dat het ‘de codes vormt waarlangs schaamte gevoeld of niet gevoeld hoeft te worden’. Ze gaf een voorbeeld uit haar traumawerk tijdens de oorlog in Kosovo: een moeder die haar vertelde dat ze liever een dode zoon had dan een verkrachte dochter. De dochter moest gewroken worden om de schaamte het hoofd te bieden. Dichter bij huis: een vrouw die twintig jaar is mishandeld door haar man. Groen: “Al bij de eerste klap schaamde ze zich zo dat ze haar mond hield.” Een belangrijke angst is vaak dat een familie uit elkaar valt zodra geweld aan het licht komt. Schaamte legt een slachtoffer het zwijgen op.

Van Lawick noemde de schaamte van ouders van kinderen die ontsporen. ‘Wat doe ik verkeerd?’ vragen deze ouders zich schaamtevol af, wat ertoe kan leiden dat ze boos worden op het kind. Nicolai had het over het kompas van de schaamte van Nathanson (1992): schaamte leidt tot een aanval op de ander of jezelf. Óf het resulteert in vermijding, uiteenlopend van loochening tot dissociatie. Van Lawick beschrijft het fenomeen waarbij de kans op suïcide na geweldpleging toeneemt, een voorbeeld van de wijze waarop schaamte over het geweld resulteert in een aanval op het zelf.

Volgens Bom is schaamte de ingang tot contact, bijvoorbeeld met ouders die door hun kind geslagen worden. Empathie kan de schaamte minder maken. De rest van de sprekers was het hiermee eens, en zij zien dat het werk van een hulpverlener begint bij het meevoelen van de schaamte en de machteloosheid van mensen die te maken hebben met geweld binnen hun gezin of relatie. Samen op het schaamtebankje zitten, noemen ze het.

Ontschuldigen is hierbij van groot belang, benadrukte Groen. Pas dan kun je samen uitpluizen hoe de escalaties tot stand komen en zoeken naar manieren om ermee om te gaan. Belangrijke vragen zijn steeds: wat zijn jullie triggers, wanneer kunnen jullie jezelf nog kalmeren, wanneer niet meer? Wanneer zitten jullie nog binnen je window of tolerance? Circulaire vragen helpen om het interactionele karakter van de escalaties te benadrukken.

In hun boek gaan Groen en Van Lawick voorbij aan de standaarddichotomie van dader en slachtoffer. Mensen kunnen verschillende escalatiepatronen hebben en kunnen ook van rol wisselen: van dader naar slachtoffer en andersom. Geweld vindt plaats in een context, mensen bestaan nooit op zichzelf. In Nederland lopen we met dit systemisch perspectief voorop, aldus Lohrmann, die ervaring heeft met werken in verschillende culturen.

Toch is er ook kritiek op de werkwijze binnen Nederland. Teveel van de zorg wordt gestandaardiseerd, behandelingen worden gezien als producten. Dat kan psychotherapie bemoeilijken, meent Van Lawick. In therapie gaat het om contact maken om ervoor te zorgen dat mensen zich durven openen en na kunnen gaan denken over alternatief gedrag. Dat is geen product.

Van Lawick noemt de naam ‘Veilig Thuis’ (een organisatie die ingeschakeld wordt wanneer er sprake lijkt te zijn van huiselijk geweld) als voorbeeld van dit fenomeen waarin de realiteit wordt versimpeld. De naam Veilig Thuis veronderstelt dat wij als hulpverleners ervoor kunnen zorgen dat het veilig wordt bij mensen thuis. En dat is natuurlijk niet zo.

Maar, werpt Nicolai op: onderzoek laat zien dat de mens door de jaren heen minder gewelddadig wordt. Ze noemt het werk van Steven Pinker. Hoe moeten we daarnaar kijken als het gaat om huiselijk geweld? Van Lawick en Groen menen dat dit geweld zich steeds meer naar achter de voordeur verplaatst. Een gedachte die ze overigens al hadden in 1998, bij de eerste druk van Intieme Oorlog.

Een belangrijke methode in de behandeling van geweld binnen gezinnen is ‘Geweldloos Verzet’ van de Israëlische Haim Omer. Volgens Bom worstelen veel ouders tegenwoordig met het vinden van een passende houding richting hun kind, uit angst hun kind teveel te frustreren. Er wordt vaak vergeten hoe belangrijk grenzen zijn voor de psychische gezondheid en als het uit de hand loopt, moeten ouders opeens streng worden. Bom: “We willen een mens niet overheersen, maar ook niet alles goedvinden.”

Geweldloos verzet is een methode die ouders helpt zonder straffen of dreigen hun kinderen te begrenzen, waarbij ze op een positieve manier aanwezig blijven, zonder toe te geven. Het is een nieuwe manier van denken over gezag, waarbij liefde en begrenzen gecombineerd worden.

Van Lawick benadrukt hierbij ook hoe belangrijk het is dat ouders zichzelf leren kalmeren. Anders verliezen ze aan gezag. Bovendien geef je je kind het goede voorbeeld wanneer je leert hoe je je eigen emoties reguleert.

Lohrmann vindt het een zeer belangrijke vaardigheid voor een hulpverlener om mensen te leren hoe ze de-escaleren. Niet alleen voor hulpverleners die werken met geweld. Ze pleit ervoor het kinderen op lagere scholen al te leren: hoe voel je wanneer je boos wordt? Wat maakt je boos? Wat doe je dan?

Ook moet een hulpverlener zijn eigen escalatiepatroon goed kennen, meent Van Lawick. Wat is er gewelddadig in jou? Wat is de dader in jou? Waardoor word je getriggerd? Die triggers zijn voor iedereen overigens verrassend gelijk, aldus Van Lawick. De kern is schaamte: dat je niet gezien bent, niet erkend wordt.

Een ander belangrijk onderwerp is de reproductie van geweld of: de transgenerationele transmissie van geweld. Ook al lopen slachtoffers van geweld meer kans zelf geweld te gebruiken, is het geen wet van Meden en Perzen dat slachtoffers daders worden. Onderzoek laat zien dat zo rond de dertig procent van de mensen die met geweld zijn opgegroeid het doorgeven. Dat wil dus zeggen dat het grootste deel dat niet doet.

Door te zien hoe het geweld zich door generaties verplaatst, bijvoorbeeld middels een genogram, krijgen mensen inzicht en meer mogelijkheden om hun gedrag te veranderen. Nicolai vertelt over een vrouw die haar kinderen sloeg en daarmee kon stoppen toen ze inzag dat ze het geweld dat haar was aangedaan herhaalde. De schaamte over haar eigen gedrag had haar tot dit inzicht en besluit gebracht, aldus Nicolai, waarmee ze illustreert hoe zinvol schaamte kan zijn, mits deze niet te diep ingrijpt.

Groen besteedt altijd veel aandacht aan veerkracht om mensen te helpen uit de cirkel van geweld te geraken. Wat heb je geleerd in eerdere moeilijke situaties? Welke patronen van veerkracht zie je terug in je familie? Wat kan je daarvan leren? Wat moet je nog ontwikkelen?

Bom voegde toe dat het al kan helpen wanneer mensen inzien dat er twee mensen voor nodig zijn om een cirkel van gedrag in stand te houden, en dat er maar één nodig is deze te doorbreken.

Tot besluit vroeg Nicolai hoe de sprekers hun werk volhouden. Groen is schilder, Van Lawick noemt zichzelf hoopverslaafd. Lohrmann vindt het geen kwestie van volhouden, werken met het escalatiemodel geeft haar hoop. Bom ziet het als een soort sport onmacht te leren verdragen, hij ervaart het als iets plezierigs wanneer hem dat lukt. Het helpt hem zijn eigen betrekkelijkheid te ervaren, de gedachte een stofje in het geheel te zijn relativeert. Negative capability heet dat, aldus Nicolai, een term uit de psychoanalyse die het vermogen beschrijft om onmacht en onzekerheid te verdragen.

Het was een mooi besluit van een rijk gesprek waarin zeer complexe onderwerpen genuanceerd zijn besproken. Hierdoor kon het abstractieniveau bij vlagen flink toenemen, je zou het ‘vaag’ kunnen noemen, maar, zoals Bom opmerkte: zonder vaagheid wordt het niet zacht, en zonder zachtheid wordt het niet veilig. En dat is een gedachte die misschien wel de kern vormt van menselijke interacties waarin weinig simpel of eenduidig is en waardoor er zoveel mis kan gaan.

Marte Kaan is als psychotherapeut werkzaam bij het NPI in Amsterdam. Marte is redactielid van dit tijdschrift. E-mail n martekaan@gmail.com

Naar boven