Inleiding

Sjoerd Colijn

Het Tijdschrift voor Psychotherapie richt zich niet op een beroepsgroep, maar op een vakgebied. Het vakgebied ‘psychotherapie’ is het domein van meerdere beroepsgroepen, met de psychotherapeut als de breedst opgeleide professional op dit gebied. Psychotherapeuten, klinisch psychologen, psychiaters, gezondheidszorgpsychologen, al die verschillende beroepsgroepen praktiseren psychotherapie of een onderdeel daarvan (zie ook https://psychotherapie-generiekemodule.nl/).

Dit tijdschrift doet sinds jaar en dag verslag van de breedte en de diepte waarmee het vakgebied psychotherapie zich steeds verder ontwikkelt – en dat is indrukwekkend. In oktober 2021 is de nieuwe versie (50th anniversary edition!, de zevende editie sinds 1971) van de gezaghebbende researchbijbel van de psychotherapie, Bergin and Garfield’s Handbook of Psychotherapy and Behavior Change uitgekomen (Barkham, Lutz & Castonguay, 2021). Deze editie geeft wederom een positief beeld van de algemene werkzaamheid van psychotherapie, maar tegelijkertijd een steeds genuanceerder beeld van de diversiteit, de reikwijdte, de specifieke beperkingen, en de mogelijke werkingsmechanismen van verschillende vormen van psychotherapie. Het steekt een hart onder de riem van de beoefenaars van psychotherapie, maar wijst hen er ook op dat zij oog moeten houden voor de beperkingen. Zowel dat enthousiasme voor de psychotherapie, als die nuance vindt zijn weerslag in het Tijdschrift.

Andere belangrijke ontwikkelingen zijn echter minder zichtbaar in de tijdschriftkolommen: in het beroepenveld van de zogeheten big-beroepen en de opleidingen waarin psychotherapie onderwezen wordt, zijn er op ditzelfde moment in Nederland grote veranderingen op til. Als die veranderingen doorzetten, en die kans is redelijk groot, dan zal in 2030 zowel het beroepenveld als de opleidingen er heel anders uitzien. Er zijn op dit moment twee belangrijke trajecten van beleidsontwikkeling aan de gang, beide financieel gesteund door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De overheid hecht er belang aan dat beroepenveld en opleidingen overzichtelijker worden en zich richten op de maatschappelijke eisen die in de toekomst aan hen gesteld worden.

Het eerste traject is de verandering van de beroepenstructuur van psychologische big-beroepen (zie ook https://www.psychotherapie.nl/dossiers). De gezondheidszorgpsycholoog zal in de toekomst zeer waarschijnlijk het enige psychologische big-beroep op generalistisch niveau zijn. De huidige psychotherapeut zal samen met de huidige klinisch psycholoog aan het nieuwe specialisme klinisch psycholoog-psychotherapeut invulling geven, naast het andere specialisme klinisch neuropsycholoog. Zodra de nieuwe minister van vws aangetreden is, kan zij/hij deze verandering bekrachtigen en de verdere uitwerking en invoering in gang zetten. Dan zullen de nieuwe beroepsprofielen gedetailleerd uitgewerkt moeten worden, en zullen overgangsregelingen ontworpen moeten worden die de huidige beroepsbeoefenaren naar de nieuwe beroepstitels voeren. Van alle big-professionals zal verwacht worden dat ze zich zullen bijscholen en al hun registraties gaan bijhouden in een toekomstig landelijk register.

Het tweede traject is het veranderen van de big-opleidingen (https://progapv.nl/): die ontwikkelen zich verder met nieuwe thema’s zoals aandacht voor levensloop en e-learning, met nieuwe leerlijnen zoals persoonlijke ontwikkeling en professionaliteit, en natuurlijk ook met het verwerken van alle veranderingen in de empirisch ondersteunde psychotherapie. Er wordt in de vele werkgroepen binnen dit project gesproken over een veelheid aan onderwerpen, zoals het korter maken en beter laten aansluiten van de masteropleidingen op de gezondheidszorgpsycholoog, het beter opleiden van de docenten en de begeleiders in de praktijk, en betere samenwerking tussen de universiteiten en big-opleidingen. Dit alles gaat betekenen dat in 2030 de inhoud, de structuur en de context van de postmasteropleidingen er wezenlijk anders uit gaat zien.

In beide trajecten wordt keihard gewerkt door onder meer opleiders en beroepsverenigingen om consensus te vinden binnen de diversiteit van professionele meningen en belangen teneinde zo eindelijk een helder, betrouwbaar en professioneel beeld van ons beroepenveld aan de buitenwacht te laten zien. Tot op heden verdwaalt de patiënt te vaak in zijn zoektocht naar een voor hem of haar passende behandeling door een deskundige big-psycholoog. Het is zaak dat vooral de jonge collega’s hun stem laten horen in het op dit moment gevoerde gesprek over de nieuwe beroepen en opleidingen. Naast de patiënten zullen zij vooral de vruchten kunnen plukken.

Al deze ontwikkelingen halen niet vaak de kolommen van het Tijdschrift – het gaat in het Tijdschrift tenslotte om de inhoud van het vak! En dat is ook in dit nummer niet anders: een variëteit aan onderwerpen passeert de revue. In het eerste artikel laat Thijs Vanhie zien dat de empirische onderbouwing van emotion-focused therapy (eft) steeds groeiende is. In effectonderzoek doorstaat eft de vergelijking met andere therapiemethoden voor de behandeling van zeer diverse problematiek heel goed. De persoonsgerichte-experiëntiële stroming, waar eft zijn oorsprong heeft, was altijd sterk in procesonderzoek, en dat is ook te zien in het verdere overzicht. Belangrijke proceselementen van eft, zoals empathie en emotionele productiviteit zijn voorspellend voor positief behandelresultaat. Al met al is de gepresenteerde evidentie een goede ondersteuning van het sequentiële model van emotieverwerking van Pascual-Leone en Greenberg.

Het tweede artikel komt direct uit de klinische praktijk. Chris Noorduin, Redouane Ben Driss, Heveen Mohammad Ali en Haroon Niazi reflecteren op hun ervaringen in het vluchtelingenteam van het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Vlaams-Brabant Oost in Leuven. Zij beschrijven algemene thema’s bij vluchtelingen, en strooien rijkelijk met casusmateriaal uit hun eigen praktijk. Zo is het belangrijk dat de hulpverlener zich realiseert dat vluchten kenmerken van migratie heeft, maar dan wel een migratie onder zeer bepalende, bijzondere omstandigheden. Belangrijk is het hechtingstrauma dat de vlucht met zich meebrengt te begrijpen, en vervolgens ook oog te hebben voor het daardoor gekleurde hechtingsproces dat vervlochten is in de opbouw van een therapeutische relatie.

In het derde artikel bekijken Frank Gerritse en Robbert Duvivier 282 tuchtklachten en 44 beroepszaken van de laatste vijf jaar die betrekking hadden op schending van het medische beroepsgeheim. Dit levert een interessant beeld op wie het betreft en hoe het gaat in dergelijke tuchtzaken. De auteurs bespreken een aantal dilemma’s rond het beroepsgeheim; waardevol voor collega’s die in zo’n situatie terecht komen.

Columnist Peter Daansen kijkt kritisch naar de praktijk in veel behandelinstellingen om patiënten met complexe problematiek op papier te beoordelen en vervolgens af te wijzen. Hij houdt een pleidooi voor het altijd spreken van zo’n patiënt en in de intake dan de ruimte te nemen om gezamenlijk tot een casusconceptualisatie te komen dat zal leiden tot een vaak complex behandeltraject.

In de rubriek ‘Gehoord’ wordt verslag gedaan van twee zeer verschillende studiebijeenkomsten. Marte Kaan verhaalt over het online symposium ‘Schaamte en geweld’, gehouden naar aanleiding van een nieuwe, bewerkte, druk van de klassieker Intieme oorlog van de hand van Groen en Van Lawick. Presentaties van de auteurs en een aantal deskundige collega’s leidden tot een veelstemmig gesprek, waarin veel ervaringskennis gedeeld werd. Susanne Hagelstein beschrijft de vele pitches, workshops, speeddates en presentaties die zij tijdens het hybride emdr-congres ‘In verbinding’ kon bijwonen. Een leerzaam congres op hoog niveau, is haar slotsom.

De boekbesprekingen gaan over twee verwante boeken. Yvonne Bol is enthousiast over Trauma en verwerkingstechnieken van Stöfsel. Dit boek biedt een prachtige dwarsdoorsnede van de actuele kennis over trauma, en richt zich op de praktische toepassing daarvan. Anne-Marie Claassen heeft zich gebogen over het nieuwste boek van Nicolai, In levende lijve: het lichaam in de psychotherapie. Claassen beschrijft hoe zijzelf in de afgelopen tien jaar het gedachtegoed van de psychoanalyse, en alle moderne ontwikkelingen daarin, meer is beginnen te waarderen, en hoe dat bevestigd wordt in dit boek. Nicolai weet in haar boek de belangrijkste theorieën ‘gecondenseerd’ te behandelen, een lans te breken voor de eenheid van lichaam en geest, en weer te geven hoe onbewuste processen zich in de therapiekamer lichamelijk vertalen.

Dit nummer biedt een veelkleurig palet van de vele ontwikkelingen in de psychotherapie. Fascinerend, enthousiasmerend. En ondertussen worden op de achtergrond de nieuwe structuren gesmeed waarbinnen de psychotherapie in Nederland zich zal manifesteren. Let op, en laat uw stem horen!

literatuur

Barkham, M., Lutz, W., & Castonguay, L.G. (Eds.) (2021). Bergin and Garfield’s Handbook of Psychotherapy and Behavior Change. New York: Wiley.

Sjoerd Colijn is als psychotherapeut en klinisch psycholoog werkzaam bij GGZ Delfland. Hij is daarnaast hoofdopleider van de opleiding tot psychotherapeut bij PDO-GGZ Leiden/Rotterdam en Utrecht. Hij is hoofdredacteur van dit tijdschrift.

De nieuwste e-learningmodule van het Tijdschrift voor Psychotherapie hoort bij het artikel ‘Emotion-focused therapy: een literatuuroverzicht van de wetenschappelijke evidentie’
van Thijs Vanhie uit nummer 6, 2021.

Naast deze module zijn er nog 11 andere e-learningmodules beschikbaar.

Ga naar www.psychotherapie-nascholing.nl voor meer informatie en om een
plusabonnement af te sluiten waarmee u jaarlijks 10 nascholingspunten kunt behalen.

Naar boven