Kent u iemand die een belangrijke rol speelt voor de psychotherapie in Nederland? Dan vragen we u die persoon voor te dragen voor de Wim Trijsburgprijs.
De Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie (NVP) looft deze prijs dit jaar voor de derde keer uit. Elke twee jaar gaat de prijs naar iemand die zich (in Nederland) bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en psychotherapie, en daarbij het perspectief van de cliënt centraal heeft gesteld. We richten ons afwisselend op junior en senior onderzoekers. Dit jaar wordt de prijs weer uitgereikt aan een senior onderzoeker.
• |
heeft een verdienstelijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de psychotherapie in Nederland;
|
• |
geeft blijkt van een brede, generalistische kijk op de psychotherapie;
|
• |
werkt verbindend tussen richtingen en scholen;
|
• |
is gekwalificeerd wat betreft hoeveelheid publicaties, kwaliteit van cv buiten publicaties, publicaties in Nederlands en Engels,
uitstraling en bekendheid in Nederland;
|
• |
is gekwalificeerd met betrekking tot goed opgezet wetenschappelijk onderzoek, onderzoek bij diverse doelgroepen en originaliteit
van onderzoeksvragen;
|
• |
is senior onderzoeker (45 jaar of ouder).
|
Wilt u iemand voordragen? Dat kan vóór 1 juni 2017 via de website van de NVP (www.psychotherapie.nl). De prijs wordt uitgereikt tijdens de Dag van de Psychotherapie 2017 en bestaat uit een kunstwerk, een oorkonde en een geldbedrag.
De Trijsburgjury bestaat uit vier vooraanstaande wetenschappers: dr. Anna Bartak, dr. Han Berghuis, dr. Theo Ingenhoven en dr. Rien Van.
Wim Trijsburg was hoogleraar psychotherapie aan de afdeling Medische Psychologie en Psychotherapie van de Erasmus Universiteit te Rotterdam, deel uitmakend van de onderzoeksschool Netherlands Institute of Health Sciences (NIHES). Daarnaast was hij bijzonder hoogleraar vernieuwing van de theoretische grondslagen van de psychotherapie aan de Universiteit van Amsterdam.
Trijsburg was een enthousiasmerende wetenschapper en psychotherapeut, bij wie integratie centraal stond: hij wist klinische praktijkervaring, theorievorming en resultaten van wetenschappelijk onderzoek met elkaar te verbinden en diepgang te geven.