Onbewust maakt onbemind. Summer University Psychoanalyse 2016 (inleidend deel), Amsterdam, 4–8 juli 2016

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Stichting Tijdschrift voor Psychotherapie 2016
10.1007/s12485-016-0145-9

Gehoord

Onbewust maakt onbemind. Summer University Psychoanalyse 2016 (inleidend deel), Amsterdam, 4–8 juli 2016

Annelie HooijerContact Information

(1)  Zwolle, Nederland

Contact Information Annelie Hooijer
Email: a.hooijer@dimence.nl

: 18  2016


A. Hooijer  
is als gz-psycholoog in opleiding tot specialist werkzaam bij Dimence.

‘Het psychoanalytisch gedachtegoed staat onder druk. Er bestaat een lacune op universiteiten, wanneer het gaat over de psychoanalyse.’ Met deze boodschap ging de Summer University Psychoanalyse van start, die afgelopen juli georganiseerd werd aan de Universiteit van Amsterdam. Voor het derde jaar op rij gaven gerenommeerde psychiaters en psychotherapeuten, allen werkzaam als analyticus, een week lang lezingen over een breed scala aan psychoanalytische onderwerpen.

Organisatoren Marc Hebbrecht, Sylvia Janson, Hansa van Ramshorst en Sacha de Reuver hopen middels de Summer University de psychoanalyse onder de aandacht te brengen bij een breed publiek. Ze constateren dat het onderwijs in de psychoanalyse verdwijnt aan universiteiten en zien een afname van psychoanalyse in de therapeutische praktijk. Hoewel er nog wel veel wordt geanalyseerd in Nederland, is de indicatiestelling binnen de ggz de laatste jaren sterk afgenomen.

De Summer University Psychoanalyse is ontstaan bij onze oosterburen, en werd vanwege groot succes door de European Psychoanalytic Federation overgenomen en gestimuleerd binnen heel Europa. In het afgelopen jaar werd er reeds in dertien landen een Summer University Psychoanalyse aangeboden en inmiddels zijn er plannen om deze succesformule mondiaal in te voeren. De Summer University is zowel toegankelijk voor studenten, voor clinici (psychologen, psychiaters en psychotherapeuten), als voor andere geïnteresseerden. De week is opgesplitst in twee delen, te weten een inleidend en een verdiepend deel. Tijdens de week worden verschillende lezingen afgewisseld met toneel, dans en film. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid om een bezoek te brengen aan een analyticus in zijn of haar spreekkamer.

De nadruk ligt in de psychoanalyse nog altijd op onbewuste processen. Hoe graag we ook willen geloven dat we regie hebben over ons doen en laten, we worden toch vooral bepaald door onbewuste motieven. Zonder het door te hebben, vervallen we steeds in dezelfde valkuilen. ‘Onbewust maakt onbemind’ – de sprekende titel van de Summer University – geeft symbolisch weer hoe er vanuit de praktijk mogelijk kan worden gedacht over de psychoanalyse. Sinds het ontstaan van de psychoanalyse (met Freud) heeft de psychoanalyse namelijk altijd veel weerstand opgeroepen. Middels deze week hopen de organisatoren enthousiasme en nieuwsgierigheid te kweken voor de psychoanalyse: ‘Onbewust maakt nieuwsgierig.’ Dit verslag gaat over het eerste deel van de week, te weten de maandag en de dinsdag.

De eerste dag van de Summer University was vooral een inleidende dag. Sasha de Reuver en Marc Hamburger vingen aan met lezingen waarin zij op een heldere manier een uiteenzetting gaven over de ontwikkeling van de psychoanalyse; van Freud tot de hedendaagse psychoanalyse. Hierbij werd stilgestaan bij de definitie van psychoanalyse en de verschillende psychoanalytische behandelvormen.

De psychoanalyse heeft sinds het werk van Freud een grote ontwikkeling doorlopen. Hoewel Freuds werk revolutionair en innovatief was voor zijn tijd en heeft geleid tot een ander (negatief) mensbeeld, zijn veel van zijn beweringen niet langer houdbaar. De psychoanalyse is dan ook in vorm en uitvoering veranderd. Anno 2016 staat het onbewuste nog steeds centraal in de psychoanalyse en richten analytici zich nog steeds op het ontwikkelingsperspectief. Ook worden termen als weerstand en repressie nog altijd veelvuldig toegepast. Bij de meer moderne psychoanalyse zijn daarnaast meer theorieën toegevoegd, zoals de hechtingstheorie van Bowlby. Tevens wordt meer aandacht besteed aan het ontwikkelen van de emotieregulatie tussen ouder en kind. De laatste jaren onstond er ook een bevruchting van en met kennis uit andere werkterreinen, waardoor onder andere de neuropsychoanalyse is ontstaan.

Waar de klassieke analyticus als blanco projectiescherm diende en eigen innerlijke processen moest ‘uitschakelen’, is de moderne analyticus een cocreator van het proces. Analyticus en patiënt hebben elkaar nodig. Het is de taak van de analyticus om sensitief te zijn voor eigen gevoelens. Hierbij is het belangrijk om onderscheid te maken tussen wat eigen is en wat overdracht is, en is het interpreteren van tegenoverdracht een belangrijk onderdeel van de therapie.

Ter afwisseling werd na de lunch, tussen de lezingen door, een aantal stukken van de vermakelijke film ‘Intimate strangers?’ (van Patrice Lecompte) getoond, waarna hierop door Merle Heinemeijer en Sacha Marlisa een psychoanalytische blik werd geworpen. In het middagprogramma werd voorts door Simone Logtenberg uitvoerig ingegaan op het complexe thema overdracht en tegenoverdracht. Zij vertelde over het ontstaan van overdracht en waarom overdracht bestaat. Hierbij noemde zij dat overdracht problematisch wordt, wanneer deze verder van de realiteit staat en rigide is.

Een ander complex onderwerp werd in het middagprogramma besproken door Hansa van Ramshorst. Zij sprak over het onbewuste en de rol van het geheugen. Hierbij maakte ze het onderscheid tussen het expliciete (bewuste) en impliciete (onbewuste) geheugen en de rol van het impliciete geheugen bij de psychoanalyse. Zij stelde dat informatie uit het impliciete geheugen zichtbaar wordt in hoe iemand zich gedraagt. Psychoanalyse ziet zij als een (langzame) weg naar het ‘bewustzijn’.

Tijdens de tweede dag werd gefocust op toepassing van de psychoanalyse bij verschillende problematieken en leeftijdsfasen. Hierbij was er veel aandacht voor het ontwikkelingsperspectief. In het ochtendprogramma ging Frans Schalkwijk van start met het onderwerp narcisme en schaamte. Waar Freud narcisme in 1917 vanuit zijn driftmodel verklaarde, is het denken over narcisme – mede onder invloed van Kernberg en Kohut – in de loop van de tijd veranderd. Momenteel ligt de theorie van het narcisme op de schop. Volgens Schalkwijk is schaamte de vijand van narcisme. Schaamte betekent immers reflecteren; iets wat mensen met narcisme vermijden te doen. Zodra de schaamte bereikbaar is tijdens de psychoanalyse, start pas de ‘echte’ therapie.

Jos van Mosel sloot het ochtendprogramma af met het onderwerp psychoanalyse of psychotherapie bij de borderlinestructuur (zoals gedefinieerd door Kernberg). Vanuit de theorie van de objectrelaties werd uitleg gegeven over het ontstaan van de borderlinestructuur en werd vervolgens uitgelegd wat belangrijke elementen zijn in de therapie. Zo werd helder waarom ‘face to face’-contact wordt geprefereerd boven de bankanalyse.

Op de tweede dag werd (na de lunch) een prachtig toneelstuk opgevoerd: ‘Ik en mijn broer’, gespeeld door Barbara Gozens. In dit stuk vertelt een vrouw over de relatie met haar broer met schizofrenie. Dit stuk leidde tot de nodige vragen rondom schizofrenie en psychoanalyse. Helaas bleven de antwoorden uit.

In het middagprogramma stond verder de kinder-, puber- en adolescentenontwikkeling centraal. De psychoseksuele ontwikkeling volgens Freud werd door Eva Prinsen besproken en werd vertaald naar de hedendaagse kijk op de ontwikkeling. Aan de hand van een praktijkvoorbeeld liet zij ons een kijkje zien in de kinderpsychoanalyse. Willem Heuves sloot de dag af met de fasen van pubers en adolescenten. Deze groepen kwamen relatief laat in beeld bij de psychoanalyse, aangezien de overgang van de kindertijd naar de volwassenheid veel korter was tijdens de vorige eeuw. Naast verschillen tussen jongens en meisjes, de lichamelijke veranderingen en de cognitieve ontwikkeling, kwam ‘de crisis van het narcisme’ tijdens deze levensfase aan bod.

Over het geheel heb ik de Summer University Psychoanalyse als inspirerend en informatief ervaren. Het programma was zeer afwisselend door de diversiteit aan sprekers, waarbij de een wel meer inspirerend was dan de ander. De dagen waren goed georganiseerd en hebben mijn nieuwsgierigheid naar de psychoanalyse in ieder geval verder opgewekt. Als therapeut werkend in de ggz moet ik namelijk toegeven onvoldoende kennis te hebben van het psychoanalytisch gedachtegoed. Ook merk ik in de praktijk dat de kennis, dan wel belangstelling voor de psychoanalyse afneemt. Ik realiseer mij na deze dagen des te meer wat voor verarming dit is voor de psychotherapie en voor onze behandelpraktijk. Ik zou dan ook een vervolg van de Summer University toejuichen en raad een ieder die geïnteresseerd is in de psychoanalyse aan om deel te nemen. Tot volgend jaar!

Naar boven