Welkom!
De redactie van het Tijdschrift voor Psychotherapie verwelkomt met veel plezier zo’n dertienhonderd nieuwe abonnees. Met ingang van dit eerste nummer van 2016 krijgen alle leden van de Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie (NVP) elektronisch toegang tot de nieuwe afleveringen van het tijdschrift. Dat niet alleen, hun wordt de mogelijkheid geboden om interessante thema’s na te slaan in negentien eerdere jaargangen, ofwel in 1.069 artikelen.
Voor deze nieuwe meelezers een korte introductie: het tijdschrift is van middelbare leeftijd, 42 jaar oud. Vanaf het prille begin is het de spiegel van de psychotherapiewereld geweest: van de alomtegenwoordigheid van de psychoanalyse, de flitsende opkomst van de gezins- en systeemtherapie, de wisselende aanwezigheid van cliëntgerichte en groepstherapeutische visies naar de gestage stijging van het aantal (cognitief) gedragstherapeutische artikelen; van het verdwijnen van de IMP’s en de opkomst en ondergang van de RIAGG’s naar de groei van de grote ggz-instellingen; van de veelheid van klinisch-theoretische beschouwingen naar de grotere aandacht voor verslaglegging van wetenschappelijk onderzoek. Van de artikelen die slechts een korte rimpeling te zien hebben gegeven, tot aan de publicaties waarvan de vloedgolf nog steeds haar effecten laat merken – het is allemaal terug te vinden in het grote reservoir van het elektronisch archief.
In die lange jaren hebben vele collega’s hun expertise en inzet geleverd in het noeste redactiewerk. De huidige redactie staat op de ‘schouders van reuzen’, om het motto te lenen dat Google Scholar op haar beurt weer geleend heeft van Bernard van Chartres en Isaac Newton. En op het fundament van die traditie is de redactie het tijdschrift verder aan het uitbouwen tot hét platform voor reflectie op trends en ontwikkelingen in de psychotherapie in Nederland en België; een mengeling van wetenschappelijke degelijkheid en klinische relevantie, van ernst en speelsheid, van tastend verstehen en toetsend erklären, van rijp en groen. In het besef dat de psychotherapie een breed beroepsveld heeft, waar theoretische stromingen elkaar ontmoeten, waar aanpalende wetenschapsgebieden graag komen buurten, waar vele werkwijzen, interventies, methoden en technieken hun kunsten laten zien. De ambitie is verbindend en toonaangevend te zijn én te blijven voor de beroepsgroep van psychotherapeuten en een wijde kring van in psychotherapie geïnteresseerden.
Niet alleen de nieuwe abonnees krijgen een nieuw blad onder ogen. Ook de ‘oude getrouwen’, de al bestaande lezerskring, ziet met dit nummer een vernieuwde omslag en (in het vorig nummer al voorzichtig aanwezig) vormgeving. Daar zal het de komende tijd niet bij blijven. De redactie stond al lang te popelen om nieuwe ontwikkelingen een kans te geven; nu het tijdschrift dan onder de vleugels van de NVP is gekomen, kunnen we beginnen veranderingen door te voeren. Het elektronisch publiceren was al in de loop van dit jaar ingevoerd, komend jaar zal een themanummer de mogelijkheid van e-learning en bijbehorende certificatie bieden. Het is de ambitie om in de index van PubMed opgenomen te worden – daar moeten we nog wel het een en ander voor doen – maar het maakt het tijdschrift aantrekkelijker voor onze academische collega’s om te publiceren.
Maar in ultimo gaat het bij een wetenschappelijk tijdschrift natuurlijk niet om de verpakking, verkoopcijfers of nieuwe verspreidingsstrategieën – het gaat om de inhoud. Dit nummer biedt een mooie staalkaart van artikelen, zoals die de laatste jaren gepubliceerd zijn. De rode draad is het verder ontwikkelen van bestaande werkwijzen en instrumenten. In elk artikel denken ervaren clinici verder over obstakels en remmingen in de huidige praktijk en worden stappen gezet in nog onbetreden gebied.
Martine van der Laan en Hinke Hiemstra gingen in een orthopsychiatrisch centrum voor adolescenten met gedragsproblematiek aan de slag met de hypothese dat ‘daderbehandelingen zich dienen te richten op het verminderen van schuldgevoelens ten aanzien van traumatische ervaringen, op het doorbreken van de ontkenning ervan en op het vergroten van het inzicht dat de ouders of verzorgers het recht niet hadden om het kind slecht te behandelen’. Zij passen een variant van schematherapie toe die gemodificeerd is voor hun specifieke populatie en maken aannemelijk dat deze werkwijze de vicieuze cirkel van een slachtofferschap dat tot nieuwe daders leidt kan doorbreken.
Monique Veerkamp, Rinske Gotink en Maartje Schoorl investeerden veel energie en inventiviteit in het ontwikkelen van Mindfulness Based Emotion Regulation Training voor patiënten met ernstige borderlinepersoonlijkheidsproblematiek. Alhoewel het voor de hand leek te liggen om mindfulnesstechnieken toe te passen bij deze doelgroep, was maar al te vaak in de praktijk gebleken dat het gebruik van de geijkte methodieken hier geen, of in een aantal gevallen een averechtse, uitwerking had. Om dit laatste te voorkomen combineerden zij elementen uit verschillende trainingen voor emotieregulatie met een aangepaste opbouw van mindfulnessvaardigheden. In hun artikel laten zij de eerste (gemengd positieve) resultaten zien van een pilotstudie bij een kleine groep borderlinepatiënten in klinische psychotherapie; bemoedigend genoeg om verder onderzoek naar de door hen ontwikkelde werkwijze te gaan doen.
In het laatste artikel verdiepen Jos Dirkx en Jolien Zevalkink zich in objectrepresentaties, de ‘bewuste en onbewuste schemata van relaties met belangrijke anderen’, die hun stempel drukken op de belangrijke relaties in latere levensfasen. In veel vormen van langerdurende psychotherapie bestaat het streven en soms de pretentie dat geschade objectrepresentaties geheeld kunnen worden – die veronderstelling vraagt er natuurlijk om ook in onderzoek getoetst te worden. De auteurs laten de ontwikkeling zien van een veelbelovend meetinstrument: de Object Relation Inventory als interview, met de daarop volgende beoordeling van in dit interview opgeroepen objectrepresentaties met behulp van de Differentiation Relatedness Scale. In een opslag is te zien dat het ontwikkelen hiervan specialistenwerk is, met grote klinische relevantie; eerste analyse van de onderzoeksresultaten levert al interessante bevindingen op.
Na lezing van deze artikelen blijft wellicht bij u hangen dat er in de psychotherapie in Nederland en België inhoudelijk meer gebeurt dan we ons realiseren, in onze dagelijkse praktijk met haar soms stresserende veranderingen. De redactie is er trots op deze ontwikkelingen te kunnen presenteren. Wij willen blijvend en in brede kring senior-collega’s stimuleren om hun klinische reflecties of onderzoeksresultaten op te schrijven en aan ons voor te leggen, en we willen graag junior-collega’s helpen de eerste stappen te zetten op het soms moeilijk begaanbare pad van publiceren in een wetenschappelijk tijdschrift. In een tijdschrift met een groter lezerspubliek, met een ander uiterlijk, maar hopelijk nog lang met een boeiende inhoud.