Terug naar jezelf

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Bohn, Stafleu van Loghum 2014
10.1007/s12485-014-0043-y

Forum

Terug naar jezelf
Column

Marjorie DijkstalContact Information

(1) 

: 9  2014

Samenvatting  
Eindelijk is het dan zover. Na een flinke omweg als arbeids- en organisatiepsycholoog in het bedrijfsleven ben ik begonnen aan de opleiding psychotherapie in Utrecht.
m. dijkstal is psychotherapeut in opleiding.

Eindelijk is het dan zover. Na een flinke omweg als arbeids- en organisatiepsycholoog in het bedrijfsleven ben ik begonnen aan de opleiding psychotherapie in Utrecht. Terug naar mijn oorspronkelijke plan. Voor mij betekende dat ook letterlijk terug: terug naar de collegebanken om de master klinische psychologie te halen en terug in rang en stand om werkervaring op te doen binnen de ggz. Eind jaren tachtig koos ik dit pad niet, omdat het economisch tij er niet naar was en de toekomst voor een psycholoog in de gezondheidszorg bijzonder onduidelijk was. Iedereen mocht in die tijd ‘psycholoog’ op z’n deur zetten. Als afgestudeerd psycholoog was je tegelijk alles en niets. Ruim twintig jaar later wacht een psycholoog in de gezondheidszorg nog steeds geen gespreid bedje, maar de wens om psychotherapeut te worden is gebleven.

Toegeven aan die innerlijke roeping betekent voor mij een nogal bruuske omslag in mijn carrière. Niet rusten op de lauweren van het seniorschap, geen comfortabele plek in het pluche, maar opnieuw junior zijn en nieuwe kennis en ervaring opbouwen. Inhoudelijk is er gelukkig wel een rode draad te bespeuren. Net als in mijn voormalige organisatiewerk gaat het over mensen en verandering, maar in plaats van cultuurveranderingen en bedrijfsprocessen bevind ik mij nu in de wereld van intrapersoonlijke veranderingen en microprocessen.

Bij de introductie van de opleiding is verteld dat het eerste blok veel los kan maken. De spanning wordt meteen al opgebouwd. Kijkend naar het eerste programmaonderdeel ‘Fundamenten van de psychotherapie’ kan ik me daar nog niet zoveel bij voorstellen. De focus ligt op de basisvaardigheden van de psychotherapeut, het ervaren van de basisattitude en het in contact komen met de cliënt. In de begeleidende literatuur wordt over de professionele identiteit van binnenuit gesproken. Aha, dat klinkt als bekend terrein voor een voormalig A&O-psycholoog! Binnen organisaties is het bepalen en uitdragen van de bedrijfsidentiteit de afgelopen jaren uitgegroeid tot een waar evangelie. Een opgepoetst bedrijfsimago is passé. ‘De meest succesvolle bedrijven zijn trouw aan zichzelf, authentiek in alles wat ze doen’, roepen de al even succesvolle bedrijfsgoeroes. Als psychotherapeut moet je ook je eigenheid ontwikkelen en laten weerspiegelen in je werkwijze en het therapeutische contact. In alles wat je doet dus eigenlijk. Logisch dat je jezelf daarom goed moet kennen.

Al snel wordt echter duidelijk dat het in je ontwikkeling tot psychotherapeut om meer gaat dan jezelf zo’n beetje kennen. Vragen als: ‘Waarom wil ik therapeut worden?’, en: ‘Wat neem ik van mezelf mee in de therapie?’, komen telkens terug bij het reflecteren op je rol als therapeut. Ik heb leren ervaren dat authenticiteit en transparantie in de therapeutisch relatie zowel van binnen als van buiten een rol spelen: in het opmerken en erkennen van mijn eigen gevoel in de interactie en het naar buiten brengen van mezelf in relevante zelfonthullingen. Dat is wel even wennen. De psychotherapeut is geen neutrale partij, muurbloem of onbeschreven blad, maar brengt zichzelf nadrukkelijk mee als hulpmiddel in het therapieproces. De vraag dringt zich op hoe goed ik mezelf dan eigenlijk ken en meebreng. Het refrein uit een bekend nummer van Acda en De Munnik zingt opeens zachtjes door mijn hoofd: ‘Ik ben mezelf niet of al die jaren nooit geweest.’ Is dit nou wat de opleider bedoelt met ‘veel losmaken’?

Hoewel het logisch klinkt, voelt het onwennig om koersend op dat eigen interne kompas de behandeling in te gaan. In het begin mogen we in de oefeningen slechts minimale contact- en relatiebevorderende interventies doen. Dat roept bij mij al snel een oncomfortabel gevoel van niets doen op. Verrassend genoeg kunnen mijn cliëntspelende medecursisten zich al gesterkt voelen door zo’n actief luisterende houding; er gebeurt dus wel degelijk iets. Naarmate de interventies meer de vorm van een dialoog krijgen, wordt mijn gevoel van niets doen vervangen door een zeker zo ongemakkelijk niet weten. Nu de vertrouwde, cognitief en gedragsmatig sturende instrumenten mij even ontnomen zijn, moet ik het doen met mijzelf, mijn houding en een paar exploratiebevorderende interventies. Toen ik met de opleiding begon, had ik meer zelfvertrouwen dan nu, een half jaar verder. Het voelt alsof ik als consultant onvoorbereid, zonder theorie, modellen en strategische aanpak naar een klant gestuurd wordt, alleen met mijzelf om op terug te vallen. Daar heb ik vroeger wel eens een nachtmerrie over gehad.

Natuurlijk merk ik wel dat ik als therapeut met inlevingsvermogen, onbevangenheid en de wens om die ander te helpen, al veel kan betekenen. Het zijn de basisvaardigheden van zowel iedere adviseur als hulpverlener. In de opleiding leren we vooral ook te letten op de kleine visjes, kleine aangrijpingspunten voor verandering in de steeds wisselende beleving. Het wordt me duidelijk dat wanneer je vooraf al precies weet waar je heen wil, je onderweg makkelijk iets kan missen. Er zit dus maar één ding op: terug naar mezelf en leren vertrouwen op mijn innerlijk kompas.

Naar boven