Oude helden

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Bohn, Stafleu van Loghum 2014
10.1007/s12485-014-0026-z

Forum

Oude helden
Column

Danielle OprelContact Information

(1) 

Contact Information Danielle Oprel

URL: http://www.praktijkoprel.nl

: 28  2014

Samenvatting  
Haren verven: check. Paar kilo afvallen: check. Oordoppen kopen: check. Het is bijna Pinksteren en samen met half middelbaar Nederland ga ik naar Pinkpop. Natuurlijk in de eerste plaats voor de Rolling Stones. Als de bejaarde rockhelden hun heup niet breken, dompelen we ons aanstaand pinksterweekend voor het eerst sinds vele jaren weer eens onder in de heilige festivaldrie-eenheid: muziek, tentje, biertje. Heerlijk buiten de eigen comfortzone. Jazeker, helden halen het beste in ons naar boven; zelfs als ze bejaard zijn. Ook in de psychotherapie kunnen we ons laven aan oud werk van een bejaarde held: Irvin Yalom. Op het moment dat de Stones begin jaren zeventig hun onvolprezen albums Sticky Fingers en Exile on Main St. uitbrachten, schreef Yalom zijn boek ’Every day gets a little closer. A twice-told therapy’. Begin 2014, veertig jaar na publicatie, verscheen de Nederlandse vertaling van dit werk: 'In therapie'.
d. oprel is klinisch psycholoog en psychotherapeut. Website: www.praktijkoprel.nl.

Haren verven: check. Paar kilo afvallen: check. Oordoppen kopen: check. Het is bijna Pinksteren en samen met half middelbaar Nederland ga ik naar Pinkpop. Natuurlijk in de eerste plaats voor de Rolling Stones. Als de bejaarde rockhelden hun heup niet breken, dompelen we ons aanstaand pinksterweekend voor het eerst sinds vele jaren weer eens onder in de heilige festivaldrie-eenheid: muziek, tentje, biertje. Heerlijk buiten de eigen comfortzone. Jazeker, helden halen het beste in ons naar boven; zelfs als ze bejaard zijn. Ook in de psychotherapie kunnen we ons laven aan oud werk van een bejaarde held: Irvin Yalom. Op het moment dat de Stones begin jaren zeventig hun onvolprezen albums Sticky Fingers en Exile on Main St. uitbrachten, schreef Yalom zijn boek ’Every day gets a little closer. A twice-told therapy’. Begin 2014, veertig jaar na publicatie, verscheen de Nederlandse vertaling van dit werk: 'In therapie'.

Yalom schreef het boek samen met Ginny Elkin (een pseudoniem), een jonge schrijfster die bij hem in therapie was. Bij aanvang van haar individuele therapie vroeg hij haar ‘in plaats van een financiële vergoeding (…) een eerlijke samenvatting te schrijven van elke sessie, met daarin niet alleen haar reacties op wat zich afspeelde, maar ook een beschrijving van het onderaardse leven van dat uur, een aantekening uit het ondergrondse - alle gedachten en fantasieën die nooit het daglicht zagen van de verbale omgang’. Yaloms vrouw suggereerde hem om zelf ook na iedere zitting ‘subjectieve, niet-klinische aantekeningen’ te maken. Het boek bestaat uit de bundeling van deze zittingsverslagen van therapeut en patiënt.

Meekijken met een collega. Kom er maar eens om in ons vak. Een docent cognitieve gedragstherapie die laat zien hoe je een gedragsexperiment opzet en uitvoert. Een internationaal gelauwerde psychotherapeut die op video demonstreert hoe zij omgaat met een suïcidale patiënt. Een systeemtherapeut bij wie je als opleideling van achter een one-way screen mag meekijken bij een gezinsbehandeling. Dat is al heel wat. Het zijn vaak mooie en leerzame momenten. De vraag is alleen: wat leer je precies? Oké, je ziet hoe de techniek werkt. Maar leer je ook iets over de relatie tussen de persoon van de therapeut en de (timing) van de interventies? Hoe beïnvloedt de binnenwereld van de behandelaar de manier waarop hij contact maakt met de patiënt en intervenieert? Ik zie dat niet in een technische demonstratie en lees dat ook niet in een wetenschappelijk artikel.

'In therapie' biedt een inkijkje in het hoofd en het hart van meestertherapeut Irvin Yalom. Yalom schrijft uitgebreid over elke zitting. Zijn interventies en technieken staan na veertig jaar niet allemaal meer als een huis. Maar zijn blik gericht op zijn eigen binnenwereld wel: ‘Dat ik probeer Ginny te helpen manieren te bedenken om over haar vooruitgang te spreken is, denk ik, meer in mijn eigen belang dan in dat van haar.’ Of bijvoorbeeld: ‘Een tamelijk ontevreden gevoel over dit uur. Ik denk dat ik te opdringerig ben geweest door mijn waarden aan Ginny op te dringen. Ik deed veel te autoritair vandaag, veel te dwingend, en heb me aan te veel aansporingen en gepreek overgegeven.’ De ene keer Yaloms twijfels, de andere keer juist zijn opwinding: ‘Ik doe dit werk al heel lang, maar het gesprek van vandaag was een van mijn topervaringen als therapeut. Ik was zo blij dat ik een paar keer op het punt stond in tranen uit te barsten (…). Misschien overdrijf ik in een geest van zelfverheffing, maar ik denk het niet.’

Yalom laat de zittingsverslagen ongecensureerd lezen aan zijn patiënte en hij betrekt hun beider aantekeningen bij haar therapie. Hiermee treedt hij buiten de gebaande paden. Net als met veel van zijn andere boeken inspireert Yalom door zijn creativiteit en lef.

Waarom is dit zo belangrijk in 2014? Niet om de precieze technieken te leren - waarschijnlijk hebben we daarover nu betere ideeën dan in 1974. Maar wat vormt dit werk een tegenwicht tegen de actualiteit van de ggz! Instellingen sluiten afdelingen. Personeel blijkt boventallig. Behandelaren die hun werk houden, bezwijken onder de druk van productie, benchmark en andere marktwerking in de zorg.

Wanneer kunnen we de bevlogenheid, de creativiteit en het lef van Yalom gebruiken? De volgende keer als de praktijkondersteuner van een huisarts een vroeg getraumatiseerde patiënt ‘gezond’ verklaart, omdat deze niet voldoet aan de DSM-IV-criteria van een posttraumatische stressstoornis. Of als we in de loop van het jaar patiënten moeten weigeren, omdat we het plafond van hun zorgverzekeraar bereikt hebben. Of als we zitten uit te rekenen of we wel voldoen aan de exacte verdeling van onze caseload in b-ggz en g-ggz.

Psychotherapeuten streven vanzelfsprekend naar het beste voor hun patiënt. Om dat anno 2014 te bieden, is het nodig om ook buiten de eigen spreekkamer te kijken. Psychotherapeut zijn betekent nu meer dan ooit: blijven aantonen dat wat we doen, werkt. Dat laten horen bij politici, beleidsmakers en zorgverzekeraars. Holle marktretoriek tegenspreken. Voor mij is dat ver buiten mijn comfortzone. Maar hé, dat is op middelbare leeftijd in een tentje kruipen op een popfestival ook.

Naar boven