Mentaal kapitaal. NVP-congres. Amsterdam, 19 december 2008

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Bohn Stafleu van Loghum 2009
10.1007/BF03080488

Gehoord

Mentaal kapitaal. NVP-congres. Amsterdam, 19 december 2008

Femke KamphuisContact Information

(1) 

Samenvatting  
Nooit zo bij stilgestaan, maar psychotherapeuten doen aan productie van ‘Mentaal kapitaal’. De NVP organiseerde de ‘Dag van de psychotherapie’ dit jaar rond dit thema, met als doel een discussie over de maatschappelijke en economische waarde van psychotherapie op gang te brengen. De GGZ en geld – het leek soms wel of er de afgelopen tijd over weinig anders gepraat werd. De waarde van DBC’s, kosten van zorgpaden en opleidingen, alles moet berekend en verantwoord worden aan de buitenwacht. Als we er dan toch niet onderuitkomen dat er telkens over geld gepraat wordt, dan is een dag over dit thema organiseren niet zo’n slecht idee.
femke kamphuis is arts in opleiding tot psychiater bij Arkin, Centrum voor psychotherapie, Amstelveen.

Wealth is the product of man's capacity to think.

Ayn Rand

Nooit zo bij stilgestaan, maar psychotherapeuten doen aan productie van ‘Mentaal kapitaal’. De NVP organiseerde de ‘Dag van de psychotherapie’ dit jaar rond dit thema, met als doel een discussie over de maatschappelijke en economische waarde van psychotherapie op gang te brengen. De GGZ en geld – het leek soms wel of er de afgelopen tijd over weinig anders gepraat werd. De waarde van DBC’s, kosten van zorgpaden en opleidingen, alles moet berekend en verantwoord worden aan de buitenwacht. Als we er dan toch niet onderuitkomen dat er telkens over geld gepraat wordt, dan is een dag over dit thema organiseren niet zo’n slecht idee.

Omdat een collega mij vooraf had gewaarschuwd dat het NVP-congres leed aan vergrijzing was ik aangenaam verrast toen het plenaire gedeelte startte met twee jonge onderzoeksters, die met verve een presentatie gaven van hun werk. Rifka Weehuizen vertelde dat de maatschappij baat heeft bij een goed functionerend brein van de burger. Dit geldt eens te meer omdat iedereen tegenwoordig een ‘denkend’ beroep heeft. De maatschappij, en misschien de beroepsgroep zelf ook wel, realiseert zich onvoldoende dat psychotherapeuten werk doen dat goed is voor de economie. Want een gelukkig mens werkt, en ongeveer 1/3 van de mensen in de ziektewet zit daar vanwege psychische problemen.

Weehuizen legde uit dat zowel absenteïsme als presenteïsme de maatschappij geld kost. Presenteïsme is een oorspronkelijk Engelse term voor aanwezig-zijn maar niet productief-zijn. Een voorbeeld hiervan is dat men uit het raam of naar een computerscherm aan het staren is. Men kan zich voorstellen dat dit verschijnsel zich veel voordoet bij mensen die lijden aan slapeloosheid of depressies. In welke mate het verlies van productiviteit het gevolg van presenteïsme is, blijft onduidelijk, maar wel bekend is bijvoorbeeld dat werkende mensen met een persoonlijkheidsstoornis per jaar gemiddeld 48 dagen van het werk missen. In het bedrijfsleven bestaan plannen om werknemers met voorrang in aanmerking voor behandeling te laten komen door afspraken te maken met verzekeraars.

Terecht wees Weehuizen erop dat mensen ongelukkiger kunnen worden als ze het idee hebben als een denkmachine te worden gezien. En omdat geen geld meestal ongelukkig, maar veel geld niet gelukkiger maakt, is het de vraag of de maatschappij wel moet streven naar voortdurende economische groei. Met al hun welvaart zijn bijvoorbeeld Nederlanders minder gelukkig dan Sri-Lankanen. Toch leuk dat mensen uit de geestelijke gezondheidszorg van een promovenda in de economie te horen krijgen dat ‘economische’ belangen ook niet alles zijn.

Djøra Soeteman legde uit dat 13,5% van de algemene bevolking voldoet aan de criteria voor een persoonlijkheidsstoornis. Ze heeft de ziektelast vergeleken met een aantal andere chronische ziekten: persoonlijkheidsstoornissen geven net wat meer ziektelast dan longkanker, maar minder last dan dialysepatiënten, ook al ontloopt de last van patiënten elkaar niet veel. Hieruit blijkt de noodzaak van behandeling. Soeteman heeft berekend dat intensieve psychotherapie bij persoonlijkheidsstoornissen kostenefficiënt is. Bij kosteneffectieve zorg moet worden gelet op noodzaak, werkzaamheid en doelmatigheid. In het SCEPTRE-onderzoek is deze effectiviteit van de verschillende vormen van behandeling in Nederland met elkaar vergeleken. In vergelijking met andere vormen van psychotherapie leek klinisch kortdurende behandeling het kosteneffectiefst voor mensen met een cluster-C-persoonlijkheidsstoornis: kortdurend klinisch zorgde voor de meeste winst in quality adjusted life years per euro. De behandeling is dus, naast noodzakelijk, ook werkzaam: het aantal QALY’s stijgt. En bovendien doelmatig, want niet al te duur. Maar ik vroeg me wel af of deze conclusie wel getrokken kan worden als cliënten niet at random in een interventie zijn geplaatst.

De Duitse onderzoeker Karl Heinz Brisch heeft twee goedkope kostenbesparende behandelmethoden (SAFE en BASE) ontwikkeld voor jonge of toekomstige gezinnen. De Secure attachment formation for educators is eigenlijk meer een preventieve behandeling, waarin ouders door een soort cursus worden gestimuleerd de ontwikkeling van een veilige gehechtheid met hun kind te bevorderen en, zo nodig, aan de ouders psychotherapie wordt geboden wanneer een trauma goede hechting in de weg staat. Voor een paar honderd euro wordt de maatschappij uiteindelijk de last van veel psychiatrische stoornissen en delinquentie bespaard, beweert Brisch. Een goed voorbeeld van een duurzaam zorgproduct.

Justine van Lawick 1 verwees naar Bart Nooteboom, hoogleraar innovatiebeleid, die drie soorten producten onderscheid: een zoekproduct, waarvan men van tevoren weet wat voor kwaliteit gekocht wordt, een ervaringsproduct, waarbij men tijdens de consumptie merkt of men tevreden is over de kwaliteit, en een geloofsproduct, waarvan de kwaliteit van het product zelfs achteraf niet volledig bepaald kan worden. Omdat psychotherapie een geloofs- en ervaringsproduct is, komt zij mogelijk in de knel te zitten. Psychotherapie zal, hoe groot de honger naar transparantie en voorspelbaarheid in de zorg ook is, waarschijnlijk nooit veranderen in een zoekproduct. Van Lawick deed een oproep om uit de Calimero-positie te stappen en gewoon trots op het product psychotherapie uit te stralen. Ik ben benieuwd of haar grappige idee om de partij ‘Trots op Psychotherapie' op te richten verder onderzocht zal worden.

De workshop over het opleiden van systeemtherapeuten in Roemenië was erg interessant en de ervaringen daarmee van Anneke Stenbergen-Postma werkten relativerend. Roemenië behoort tot de Europese landen waar slechts een zeer laag percentage van het BNP wordt uitgegeven aan gezondheidszorg. De studie psychologie is er onder dictator Ceauçescu zelfs verboden geweest. Met behulp van fondsen kon aan de vraag van Roemeense huisartsen om meer te leren over gezins- en relatietherapie worden voldaan. Ondanks beperkte middelen en het taboe dat lang op psychotherapie rustte, lukte het niet alleen om veel systeemtherapeuten op te leiden, maar ook om een redelijk zelfstandig functionerend opleidingsinstituut te helpen opzetten.

Na de workshoppresentaties volgde een plenair debat en de lezing van Ad Verbrugge. Voorafgaand aan het debat werd aan de hand van interviewtjes van passanten op straat de mening van de doorsnee burger geïllustreerd over wat een psychotherapeut doet en kan. Een quote over psychotherapeuten: ‘Veel denken dat ze alles weten.’ Het begrip ‘psychotherapeut’ bleek bekend te zijn bij onder anderen pubers en Marokkaanse grijsaards. Over het algemeen leek de mening wel genuanceerd en positief.

Dit bleek ook op te gaan voor de zorgverzekeraar in het debat, Jaap de Boer. Hem werd gevraagd waarom je je als psychotherapeut altijd zo moet verantwoorden voor wat je doet. De afgevaardigde verkondigde geen twijfel te hebben over effectiviteit van psychotherapie, en had ook niet het idee dat anderen hierbij zulke vraagtekens plaatsten. De psychotherapie heeft de afgelopen tijd flink aan de weg getimmerd om duidelijk te maken dat psychotherapie helpt, waardoor het geloof in het product is gestegen. Goed onderzoek doen naar psychotherapie bleek een haalbare kaart. Wel blijven er nog vragen liggen zoals bij wie, in welke setting, hoe en hoe lang psychotherapie moet worden gegeven, maar ook hier zal de toekomst waarschijnlijk meer duidelijkheid brengen.

Al met al is er weinig reden voor psychotherapeuten om te denken dat de psychotherapie meer dan andere behandelingen in de zorg onder druk komt te staan. Met alle effect studies die nu beschikbaar zijn en de toenemende mate waarin cliënten psychotherapie als een acceptabele behandelvorm zijn gaan zien, lijkt me dat de psychotherapeuten in de toekomst op rozen zitten. Ze zullen het waarschijnlijk drukker krijgen – hopelijk kunnen ze de toenemende vraag naar productie van Mentaal kapitaal een beetje aan.


1 De lezing van Justine van Lawick is integraal afgedrukt in het vorige nummer van dit tijdschrift (nummer 1/2009). Een aantal van de overige lezingen is na te lezen op de website van de NVP: http://www.psychotherapie.nl http://www.psychotherapie.nl http://www.psychotherapie.nl http://www.psychotherapie.nl http://www.psychotherapie.nl
Naar boven

Nieuwe locatie

Vanaf nu zijn alle artikelen via het platform van Boom op www.boomportaal.nl/tijdschrift/TVPT te raadplegen. Op de nieuwe omgeving is het tijdschrift te raadplegen via een Boom-account. Instructies hiervoor zijn begin september per e-mail verstuurd. Voor vragen kunt u contact opnemen met abonnementen@boom.nl.