Persbericht 12 januari 2009

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Bohn Stafleu van Loghum 2009
10.1007/BF03080478

Artikelen

Persbericht 12 januari 2009

   Contact Information

(1) 

Samenvatting  
Op donderdag 29 januari 2009 worden de eerste resultaten bekendgemaakt van het grootschalige SCEPTRE-onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van psychotherapeutische behandelingen bij patiënten met persoonlijkheidssstoornissen. In de SCEPTRE-studie, waarvan de afkorting staat voor Study on Cost-Effectiveness of Personality Disorder Treatment, zijn meer dan 800 patiënten uit zes verschillende GGZ-instellingen in Nederland gevolgd. Het is voor het eerst dat op een dergelijke grote schaal behandelresultaten bij persoonlijkheidsstoornissen met elkaar vergeleken zijn.

Gunstige (kosten)effectiviteit psychotherapie bij persoonlijkheidsstoornissen

Op donderdag 29 januari 2009 worden de eerste resultaten bekendgemaakt van het grootschalige SCEPTRE-onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van psychotherapeutische behandelingen bij patiënten met persoonlijkheidssstoornissen. In de SCEPTRE-studie, waarvan de afkorting staat voor Study on Cost-Effectiveness of Personality Disorder Treatment, zijn meer dan 800 patiënten uit zes verschillende GGZ-instellingen in Nederland gevolgd. Het is voor het eerst dat op een dergelijke grote schaal behandelresultaten bij persoonlijkheidsstoornissen met elkaar vergeleken zijn.

Bij patiënten met een afhankelijke, ontwijkende of obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis worden de grootste effecten geboekt met kortdurende klinische psychotherapie. Ook bij andere persoonlijkheidsstoornissen en andere behandeldoseringen, zoals dagklinische psychotherapie bij borderline patiënten, worden gunstige effecten gevonden. Het effect is een jaar na start behandeling gemeten.

De DSM-IV verdeelt persoonlijkheidsstoornissen in verschillende categorieën, waaronder de clusters A, B en C. Onder cluster C vallen de afhankelijke-, ontwijkende- en obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornissen. Onder cluster A en B vallen onder andere de schizoïde en borderline persoonlijkheidsstoornissen. Een tweede belangrijke conclusie uit het onderzoek is dat psychotherapie positieve effecten lijkt te hebben op al deze clusters van persoonlijkheidsstoornissen. Projectcoördinator Helene Andrea geeft aan dat al langer bekend is dat psychotherapie een positief effect heeft, ‘maar in dit onderzoek is dit voor het eerst op grote schaal in Nederland aangetoond.’

Bijzonder aan de SCEPTRE-studie is dat ook gekeken wordt naar de kosteneffectiviteit van de behandelingen. Daardoor hebben de uitkomsten van het SCEPTRE-onderzoek niet alleen betekenis voor de klinische praktijk, maar sluit het onderzoek ook aan bij besluitvorming rond vergoedingen. Zo blijkt de eerder genoemde kortdurende klinische psychotherapie niet alleen effectiever, maar ook kosteneffectiever dan andere behandelvormen bij cluster-C-patiënten. In 2008 is de multidisciplinaire richtlijn persoonlijkheidsstoornissen verschenen. In het verlengde hiervan wordt binnen de SCEPTRE-studie tevens onderzocht aan welke factoren tijdens de intake van een patiënt aandacht besteed dient te worden om te komen tot de best passende behandeling. Ook de behandeluitkomsten op langere termijn (drie tot vijf jaar na start behandeling) worden momenteel nog onderzocht.

Het SCEPTRE-onderzoek vindt plaats bij Altrecht (Utrecht-Zeist), de Gelderse Roos (Lunteren), Mentrum (Amsterdam), Zaans Medisch Centrum (Zaandam), GGZ Westelijk Noord-Brabant (Bergen op Zoom-Roosendaal) en De Viersprong (Halsteren).


 

Kijk voor uitgebreide informatie over de SCEPTRE-resultaten op http://www.viersprongacademy.nl Meer informatie over het SCEPTRE-onderzoek vindt u op de website www.vispd.nl in de rubriek ‘projects’. Ook kunt u contact opnemen met Helene Andrea, projectcoördinator SCEPTRE (http://www.helene.andrea@deviersprong.nl; 0164-632200) of 0164-632 753 / 06-4617 4115 (Marike van der Veeken, communicatieadviseur).

Naar boven