Inleiding

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Bohn Stafleu van Loghum 2007
10.1007/BF03062295

Inleiding

Inleiding

Ariëtte van ReekumContact Information

(1) 

Samenvatting  In tegenstelling tot hulpverleners, die vooral binnenskamers praten, zijn politici over het algemeen zeer goed toegerust voor het gesprek buitenskamers, voor het debat dus. Mijn eerste ervaring met het politieke debat was in de periode waarin de ‘pakketmaatregel psychotherapie’ bijna geruisloos werd afgekondigd. Het is bekend dat de verschillende beroepsgroepen pas na enige tijd tot actie overgingen.

In tegenstelling tot hulpverleners, die vooral binnenskamers praten, zijn politici over het algemeen zeer goed toegerust voor het gesprek buitenskamers, voor het debat dus. Mijn eerste ervaring met het politieke debat was in de periode waarin de ‘pakketmaatregel psychotherapie’ bijna geruisloos werd afgekondigd. Het is bekend dat de verschillende beroepsgroepen pas na enige tijd tot actie overgingen. In de eerste fase werd vooral met ongeloof gereageerd. Ongeloof over de durf en de brutaliteit om zo hard en meedogenloos in de spreekkamer van de therapeut in te breken. Terwijl de beroepsgroepen nog over referentiekaders en onderlinge visieverschillen met elkaar in gesprek waren, bleek dat de politiek zich al enige jaren aan het warmlopen was om het aantal psychotherapiesessies in te perken. Momenteel is de rust weer neergedaald, de maatregel is enigszins verzacht en we wachten met enige gelatenheid af wat de stelselwijziging voor ons, en vooral voor onze patiënten, vanaf 2008 zal gaan betekenen. Ik raad u aan uw patiënten hierop voor te bereiden en hun te adviseren zich goed te verzekeren voor gezondheidsrisico’s en psychisch ongemak. Dat scheelt ook in de toekomst een hoop geld en persoonlijk leed.

Dat de psychotherapie in 2004 zo gemakkelijk doelwit kon worden van een brute bezuinigingsmaatregel hangt ook samen met haar kwetsbare imago. Dat imago staat, ondanks wetenschappelijke successen en tevreden patiënten, ook anno 2007 nog altijd onder druk en zal dat, gezien de aard en inhoud van het vak, de komende jaren blijven, vrees ik. Een openlijk debat over de zin van en mythes over de psychotherapie kan daarom zeker bijdragen tot een verschuiving van dat imago in positieve richting. Maar debatteren is een vak op zichzelf. De ervaring heeft geleerd dat de gemiddelde psychotherapeut niet erg bekwaam is in het debat. Vaak raken we vanuit onze inhoudelijke betrokkenheid te persoonlijk verwikkeld. Loslaten van (vastgeroeste) overtuigingen en interne werkmodellen gaat immers niet vanzelf. Dat wil niet zeggen dat debatteren niet valt (aan) te leren (zie bijvoorbeeld Van der Geer & Rosing, 2006). Voor degenen onder u die zich ook buiten de spreekkamer willen doen gelden, kan het zeker geen kwaad zich te bekwamen in de techniek van deze specifieke vorm van praten.

Op 13 juni van dit jaar was een groot(s) psychotherapiedebat georganiseerd. Met aansprekende mailings werden psychotherapeuten en andere belangstellenden naar het Utrechtse Beatrix-theater gelokt. Bijna 500 mensen kwamen uiteindelijk opdagen in afwachting van spetterende debatten en vloeiende dialogen. Snijders en Takens doen in ‘Forum’ uitgebreid verslag van deze wat hen betreft zeer geslaagde dag. Het verloop van het debat geeft aan dat de psychotherapie springlevend en zeker toekomstbestendig is, mits zij open blijft staan voor nieuwe inzichten en inspeelt op veranderende omstandigheden. Dit impliceert dus toch het kunnen loslaten van verouderde werkmodellen en het kunnen integreren van andere zienswijzen.

In het openingsartikel van dit nummer gaat het ook over het (niet) kunnen loslaten van wat verloren is gegaan. Ten Cate en Muller houden in hun artikel ‘Mentaliseren om te kunnen rouwen’ een pleidooi voor een alternatieve behandeling bij bepaalde vormen van gecompliceerde rouw. Hoewel een cognitief-gedragstherapeutische behandeling meestal voldoet bij patiënten met een veilige gehechtheidsstijl kan een mentalisering bevorderende psychotherapie (MBT) volgens de auteurs een waardevolle ingang bieden voor patiënten wier hechtingsgeschiedenis niet zo succesvol verlopen is.

Het thema ‘verlies’ staat ook centraal in de bijdrage van Hafkenscheid ter nagedachtenis van Donald Kiesler, een van de voorlopers en vernieuwers op het gebied van de interpersoonlijke psychotherapie. Zijn te vroege dood op 16 mei van dit jaar betekent ook een wetenschappelijke aderlating voor de psychotherapie. Al in de jaren ’60 hield Kiesler een pleidooi voor het belang van het procesonderzoek, naast het effectonderzoek. Hafkenscheid laat zien dat Kiesler op het gebied van het psychotherapieonderzoek zijn tijd ver vooruit was. Zijn gedachten over het belang van persoonlijkheidskenmerken van zowel patiënt als therapeut voor de uitkomst van behandeling doen modern aan. Zijn beroemde artikel uit 1966, waarin hij opponeert tegen de zogenaamde ‘uniformiteitsmythe’ van die tijd, werd in 1992 door de Clinician’s Research Digest uitgeroepen tot een van de invloedrijkste artikelen uit de geschiedenis van de klinische psychologie.

En dan hebben we tot slot nog de recensies (twee stuks) en verslagen (drie) in respectievelijk ‘Gelezen’ en ‘Gehoord’. Al met al een divers aanbod aan bijdragen. We zijn natuurlijk weer benieuwd naar uw mening en nodigen u uit om ons van uw gedachten op de hoogte te stellen, in het bijzonder over het psychotherapiedebat.


Literatuur

Geer, P. van der, & Rosing, J.R. (2006). De debatwijzer. Overtuigend in debat en dialoog. Den Haag: SDU.
 
Naar boven