Als dit nummer bij u in de brievenbus valt, staan uw activiteiten waarschijnlijk in het teken van de vakantie. U bent helaas net terug, u staat op het punt om te vertrekken…. of u moet er nog een tijdje tegenaan voordat u eindelijk weg kunt.
Vakantietijd is in dit nummer geen synoniem voor komkommertijd. Dit nummer opent met het eerste artikel in de serie ‘Een Bijzondere Casus’. Enkele maanden geleden riep de redactie clinici op om een casus uit de eigen praktijk te beschrijven die op de een of andere manier voldeed aan het criterium ‘Bijzonder’. Het kon daarbij gaan om de problematiek, de aanpak, het verloop van de behandeling, de afloop of het type patiënt. Gerjan ten Klooster opent de serie met zijn verslag van een behandeling van een moeilijke patiënt, van de machteloosheid die hij ervoer en van de steun die hij bij zijn strijd ondervond van inzichten in de vakliteratuur.
Het artikel dat hierop volgt, is zeker ook bijzonder te noemen. Dieter Hendrickx en Germain Lietaer beschrijven in ‘Affirmatieve hulpverlening aan homoseksuele mannen. Enkele thema's’ hoe de inzichten over homoseksualiteit, de homoseksuele patiënt, zijn klachten en de visie op de wijze van behandelen in ons vak ingrijpend zijn veranderd. Zij ontwaren in de afgelopen decennia een kentering van een sterk op pathologie georiënteerde visie op homoseksualiteit naar een visie op homoseksualiteit als een normale variatie van de natuur. Ondanks deze ‘normalisatie’ blijven er risicofactoren aanwezig. De auteurs wijzen daarom op de noodzaak van een specifieke, ‘affirmatieve’ attitude bij de behandeling.
Dekker, Molenaar en De Jonghe doen in ‘Langetermijneffectiviteit van gecombineerde behandeling bij ambulante depressieve patiënten’ verslag van hun langlopende onderzoek naar de beste behandeling of combinatie van behandelingen bij depressie. De resultaten van de gecombineerde behandeling (in dit geval farmacotherapie en kortdurende psychoanalytische steungevende psychotherapie) zijn echter niet eenduidig. In vergelijking met ander onderzoek is de terugval in de continuatiefase hoog, terwijl die in de follow-upfase juist laag is. Ook het geslacht van de patiënt lijkt een belangrijkere rol te spelen dan tot nu toe werd gedacht.
In de rubriek ‘Gelezen’ wordt uw aandacht gevraagd voor kritische besprekingen van boeken over diverse onderwerpen. Ed Berretty bespreekt ‘Kortdurend behandelen in de GGZ. De praktijk’ van Rijnders, De Jong, Isebaert, Van Tilburg en Van den Ameele. Hij wijst hierbij op de ondergeschoven rol die klachtgerichte protocollen in deze vorm van kortdurende behandeling krijgen toebedeeld. Moniek Thunnissen bespreekt ‘Transactional analysis. A relational perspective’ van de hand van Hargaden en Sills, een praktisch en leerzaam boek waarin volgens Thunnissen een goed begaanbare brug wordt geslagen tussen transactionele analyse en de psychoanalytische theorie. Eliane Wiebenga las ‘Samen in therapie. Gezinstherapie als dialoog’ van de Antwerpse gezinstherapeut Peter Rober en constateert dat het een praktisch boek is dat veel bruikbare casuïstiek bevat.
In de rubriek ‘Gehoord’ doet Tom Brinckmann verslag van de conferentie van de Nederlandse Vereniging voor Relatie- en Gezinstherapie. De studiedag laat naar zijn mening zien dat systeemtherapie anno 2002 complexe persoonlijkheidsproblematiek niet schuwt en voor de behandeling daarvan over eigen kaders beschikt. Olaf de Haas vraagt terecht onze aandacht voor het debat over het rapport ‘Zorg van Velen’, waarin de contouren van het toekomstige zorgstelsel worden geschetst. Henk Weerheijm ten slotte kijkt met gemengde gevoelens terug op het PAOG-symposium ‘Stemmingsstoornis en/of persoonlijkheidsstoornis. Handreikingen voor de praktijk’, waarin men naar zijn mening te veel vragen over de ingewikkelde materie van de comorbiditeit van de depressie en de persoonlijkheidsstoornis tegelijkertijd wilde behandelen.