Giorgio Mauro, Renske Blom
We hebben met openheid en belangstelling het commentaar van Alleman (2023) op ons artikel gelezen. We willen hem bedanken voor het starten van deze relevante discussie en grijpen deze gelegenheid aan om op enkele kritische aspecten van zijn betoog in te gaan.
Ten eerste willen we ingaan op het punt dat we geen helderheid hebben gegeven over eventuele conflicterende belangen. Een punt dat ook door de redactie van het Tijdschrift wordt onderschreven. We geven graag meteen de transparantie en duidelijkheid waar Alleman om vraagt:
■ Mauro heeft geen belangenconflicten te vermelden.
■ Blom werd van 2018 tot 2021 door haar werkgever GGZ Centraal gedetacheerd naar het UMC Utrecht als behandelaar in de fase II-studie over de behandeleffectiviteit van psilocybine voor therapieresistente depressie. De gemaakte uren voor de psilocybinestudie werden door het UMC Utrecht vergoed aan GGZ Centraal.
De sponsor van de studie is COMPASS Pathways. Dit bedrijf financiert de studie, maar heeft geen zeggenschap over de uitvoering.
Tijdens het schrijven van ons artikel was Blom niet langer gedetacheerd naar het UMC Utrecht. Blom vermeldt dat COMPASS Pathways geen invloed heeft gehad op haar wetenschappelijke onafhankelijkheid.
Ten tweede zijn we ons ervan bewust, net als Alleman, dat het medisch biologische en psychotherapeutische veld er niet voldoende in slaagt om cliënten te helpen; er wordt in behandelingen inderdaad niet altijd vooruitgang geboekt. Juist daarom vinden we het belangrijk dat er gedegen onderzoek wordt gedaan naar manieren om de werking van psychotherapie te versterken. De therapeutische toepassing van psychedelica is er daar één van.
Ook al zijn we ons, net als Alleman, bewust van de beperkingen van onze interventies, we denken niet dat therapeutisch nihilisme hier het antwoord op is. We delen niet de visie van Alleman op psychotherapie, namelijk dat de kern van psychotherapie (slechts) het bijstaan van patiënten in hun lijden is en het samen onderzoeken hoe het leven zin en betekenis kan hebben. Zeker, het bijstaan van patiënten in hun lijden is een basaal kenmerk van elke vorm van therapie, maar deze ‘basale aanwezigheid’ is het ‘huis’ waarin verandering kan plaatsvinden. En dit is het doel van psychotherapie, onzes inziens. Psychedelica lijken, wanneer gebruikt in een therapeutische context, dit proces te ondersteunen, mogelijk precies voor die patiënten bij wie andere vormen van therapie er niet in slaagden om voldoende verbetering te bereiken.
Ten derde reageren we op het benoemen van het gebruik van psychedelica als farmacotherapie. Alleman lijkt de ervaring die door psychedelica opgewekt wordt als een farmacologische interventie te zien. Dat is volgens ons een belangrijke misvatting. Het gaat juist niet om een lineair farmacologische effect (dat mogelijk ook aanwezig is), maar vooral om het effect van bijzondere ervaringen met een intrinsieke existentiële en spirituele waarde en hoe deze ervaringen in dienst kunnen staan van een transformatief psychotherapeutisch proces. De psychedelische ervaring is geen farmacologische ervaring, maar een van betekenis verlenende aard.
Of deze bijzondere ervaringen daadwerkelijk een transformatieve waarde hebben en therapeutische processen kunnen ondersteunen bij een uiteenlopende patiëntenpopulatie, is waarop het huidige onderzoek licht probeert te werpen. De eerste resultaten zijn veelbelovend.
En dus, zoals Colijn (2023) in zijn antwoord aan Alleman al duidelijk maakt: het artikel gaat niet om farmacotherapie, maar over de mogelijke bijdrage die psychedelica zouden kunnen leveren aan psychotherapie.
Het vierde punt gaat over de kritiek dat de auteurs slechts marginaal zijn ingegaan op de methodologische pitfalls van het onderzoek naar psychedelica. De scope van ons artikel was niet de methodologie van de studies rondom psychedelica te bekritiseren. Hiervoor verwijzen we naar het excellente recent verschenen artikel van Van Elk en Fried (2023).
Hier willen we wel aan toevoegen dat de methodologische problemen van randomized controlled trials (RCT’s) over de effectiviteit van psychedelica ook bij andere RCT’s, waar psychotherapeutische behandeling de onafhankelijk variabele is, zich voordoen. Bij psychotherapeutische interventies spelen verwachtingen een belangrijke rol en is blindering problematisch.
We zijn het verder eens met Alleman dat zowel onderzoek naar psychotherapie als onderzoek naar psychedelica, naast RCT’s, andere modellen moeten vinden om hun effectiviteit te testen.
We hebben in de conclusie van ons artikel duidelijk gesteld dat het nog te vroeg is om iets te zeggen over de toepasbaarheid van deze interventies op grote schaal. Tegelijkertijd stijgt de vraag van patiënten naar toepassing van psychedelica, en vele collega-psychotherapeuten hebben te maken met vragen van patiënten hierover. Kennis over de stand van zaken hierover lijkt dus zeer dringend.
Ten slotte zouden wij graag collega Alleman uitnodigen, in de geest van de psychedelische ervaring, om meer kleur aan zijn palet van beschouwingen toe te voegen in plaats van het zwart-wit van het cynisme. Dat laatste past misschien bij zijn terechte kritiek op de methoden van de farmaceutische industrie. Helaas richt hij zijn pijlen op dezelfde manier op het opkomende veld van onderzoek naar psychedelica.
Onderzoek naar psychedelica is problematisch, vanwege methodologische uitdagingen, en omdat er weinig geld voor is. Vele van deze middelen zijn vrij van patent en dus weinig lucratief. Ze zijn ook weinig lucratief omdat het niet gaat om stoffen die cliënten jarenlang moeten blijven gebruiken, zoals antidepressiva, maar slechts om een ad-hoctoepassing.
Een kritische blik is belangrijk, cynisme en verdachtmaking helpen de ontwikkeling van het vak niet en helpen vooral onze patiënten niet.
Literatuur
Alleman, J. (2023). Een reactie op ‘Psychedelica en psychedelica-ondersteunde psychotherapie’. Tijdschr Psychother, 49, 457-460.
Colijn, S. (2023). Repliek redactie Tijdschrift voor Psychotherapie op: Een reactie op ‘Psychedelica en psychedelica-ondersteunde psychotherapie’. Tijdschr Psychother, 49, 461.
Elk, M., van & Fried, E. (2023). History repeating: guidelines to address common problems in psychedelic science. Ther Adv Psychopharmacol, 13, 20451253231198466.
Mauro, G., & Blom, R. (2023). Psychedelica en psychedelica-ondersteunde psychotherapie. Tijdschr Psychother, 49, 249-265.
Giorgio Mauro, psychiater, NPI, behandel- en expertisecentrum voor persoonlijkheidsstoornissen en Sinai Centrum, behandel- en expertisecentrum voor PTSS en traumagerelateerde stoornissen. gmauro@arkin.nl
Renske Blom, psychiater, GGZ Centraal, Rembrandthof, poli persoonlijkheidsstoornissen.