Forum

De eerste ervaringen in een groene ggz-pilot

Mignon Tekelenburg, Annemiek Melssen

Inleiding en achtergrond

In 2023 deed Schaepkens in haar forumbijdrage ‘To sit or not to sit?’ in dit tijdschrift een oproep aan collega-psychotherapeuten om ideeën te delen over het op peil houden van het welzijn van onze beroepsgroep. In deze bijdrage willen wij hier gehoor aan geven. We spitsen ons hierbij toe op het behandelen van cliënten in de natuur. Hierbij vertrekken wij vanuit de vraag: is buiten behandelen een hype, of kan het psychotherapeuten én cliënten iets opleveren naast de ons bekende methodieken en technieken?

Schaepkens beschrijft treffend het verloop van een gemiddelde werkdag van velen van ons, namelijk vooral zittend op een bureaustoel en voor de gelukkigen wellicht in een wat meer comfortabele fauteuil. Zoals dat voor ons niet gezond is, oftewel ‘zitten is het nieuwe roken’, zoals Oprel (2015) ook al aanhaalde in haar column in dit Tijdschrift, is het ook voor onze cliënten geen goed voorbeeld dan wel helpende interventie om zo snel mogelijk van een diversiteit aan mentale klachten en stoornissen af te komen.

Wij zijn als klinisch psychologen/psychotherapeuten werkzaam binnen een forensische behandelsetting bij Mondriaan te Heerlen. Onze doelgroep bestaat vooral uit cliënten die al dan niet verplicht een behandeltraject volgen met als hoofddoel het verminderen van het risico op recidivering in delictgedrag. Niet bepaald een doelgroep waarbij praten in een behandelkamer de beste resultaten geeft. Een gezonde leefstijl is deze groep vaak onbekend. Naast de inzet van verschillende vormen van vaktherapie, blijkt het naar buiten gaan met de cliënt vaak helpend in het maken van contact, het bespreken van moeilijke onderwerpen en het inzichtelijk maken van patronen die deel uitmaken van iemands zijn. Toch werd er tot enige tijd geleden weinig gebruikgemaakt van de mogelijkheid om (delen van) een behandeling buiten te laten plaatsvinden. De letterlijke en figuurlijke drempel bleek vaak hoog, zowel voor de cliënt als voor de behandelaar.

Ongeveer een jaar geleden sloot onze instelling zich aan bij het landelijke project Groene GGZ en werd Mondriaan benoemd tot een van de 18 landelijke groene voorlopers (Over Groene GGZ, 2023). Onderdeel van dit traject betrof een pilot buiten behandelen, die we besloten uit te voeren binnen de ambulante tak van onze forensische zorg. In deze bijdrage delen we de eerste bevindingen van deze nog lopende pilot en geven wij onze visie op buiten behandelen, waarbij zowel de mogelijkheden als de uitdagingen aan bod komen.

Eerst staan we stil bij de literatuur. Inmiddels is uitgebreid beschreven (Barnes e.a., 2019; Jimenez e.a., 2021) dat het gebruikmaken van de natuur een positieve werking heeft in de behandeling en in het leven van cliënten van de ggz. Het initiatief Groene GGZ is een benadering van geestelijke gezondheidszorg die de verbinding tussen natuur, milieu en geestelijke gezondheid benadrukt. Het doel van de groene ggz is om de therapeutische voordelen van de natuur en milieubetrokkenheid te benutten voor de behandeling en het welzijn voor zowel cliënten, familieleden als de zorgprofessionals (Over Groene GGZ, 2023).

Bevindingen vanuit wetenschappelijk onderzoek naar groene ggz

Er zijn verschillende manieren om gebruik te maken van groene ggz. Behandelingen en begeleidingscontacten kunnen worden aangeboden in een natuurlijke omgeving, zoals bossen, parken, tuinen of andere groene ruimtes. Men kan denken aan ‘ecotherapie’ waarbij de mentale en fysieke gezondheid in de context van de natuur wordt gezien. Ecotherapie helpt mensen om in verbinding te komen met de natuur en ondersteunt bij het hanteren van mentale en fysieke problemen (Buzzell & Chalquist, 2009). Het betreft het toepassen van therapeutische activiteiten in de natuur. Hierbij wordt er met de cliënten gewandeld, getuinierd, of er wordt door dier(en) ondersteunde therapie geboden (Summers & Vivian, 2018; Vujcic e.a., 2017). Er worden behandelcentra ontworpen met aandacht voor groene ruimtes en natuurlijke elementen om de therapeutische omgeving te verbeteren. Kleuren in een ruimte kunnen aangepast worden, er kan een plantenwand worden geïnstalleerd of meer uitkijk op de natuur vanuit het kantoor mogelijk gemaakt. Een ander voorbeeld is het bevorderen van milieubewustzijn en het vergroten van een gevoel van betrokkenheid bij de natuur.

Het idee achter de groene ggz is dat de natuur en groene omgevingen een positieve invloed kunnen hebben op de geestelijke gezondheid. Natuurlijke omgevingen kunnen stress verminderen. Het vergroten van het gevoel van verbondenheid met de natuur kan mensen motiveren om meer gebruik te maken van de natuur, het buiten zijn. Uit onderzoeken blijkt dat het werken in de natuur therapeutische effecten heeft: fysiologische relaxatie wordt teweeggebracht door (therapeutische) activiteiten in de natuur, depressieve en angstklachten verminderen, het zelfvertrouwen kan worden vergroot en het algemeen welzijn van mensen verbetert (Bratman e.a., 2019; Lõhmus e.a., 2021; Pretty e.a., 2005; Song, Ikei & Miyazaki, 2016; White e.a., 2021).

Wij ervaren dat groene ggz een aanvullende benadering kan zijn voor meer traditionele vormen van psychotherapie. Het stelt individuen in staat om de therapeutische voordelen van de natuur te ervaren en te integreren in hun behandelproces. Deze benadering kan bijdragen aan een holistische benadering van geestelijke gezondheidszorg, waarbij zowel de geestelijke als de fysieke aspecten van welzijn kunnen worden aangepakt.

Psychotherapie in het kader van groene ggz kan verschillende voordelen bieden voor het welzijn van zowel cliënten als professionals:

Stressvermindering; het gebruik van natuurlijke omgevingen in en buiten de therapie kan stress verminderen. Een natuurlijke bosrijke omgeving, het gebruik van natuurlijke materialen (bijvoorbeeld verschillende houtsoorten), de rust en de geluiden van de natuur helpen om de activiteit van het sympathische zenuwstelsel te verminderen, wat resulteert in een kalmerend en fysiologisch ontspanningseffect (Custers & Van den Berg, 2007; Song e.a., 2016; Ulrich e.a., 1991). Binnen de therapie kunnen cliënten ervaren en leren op welke manier zij de natuur kunnen gebruiken om het gewenste effect te bereiken.

Verbeterde stemming en welzijn; verschillende studies tonen aan dat tijd doorbrengen in de natuur de stemming kan verbeteren en een algemeen gevoel van welzijn kan bevorderen. Dit is van bijzonder belang voor mensen met stemmingsstoornissen, zoals depressie (Bratman e.a., 2019; Bratman e.a., 2012; Lõhmus e.a., 2021; Pretty e.a., 2005; White e.a., 2021). Psychotherapie in een natuurlijke omgeving kan een positief effect hebben op de emotionele toestand van individuen en hen helpen bij het omgaan met depressieve gevoelens.

Verhoogd cognitief functioneren; verschillende reviews laten zien dat groene omgevingen het cognitieve functioneren kunnen verbeteren, zoals geheugen en aandacht (Berman e.a., 2012; Bratman e.a., 2019; Wells, 2000). Bij mentale vermoeidheid blijkt wandelen in de buitenlucht door een park of bos een positiever effect te hebben op het werkgeheugen vergeleken met wandelen in een stedelijke setting (Berman e.a., 2008). Andere studies laten zien dat hoe meer uitzicht er is vanuit de woning op bomen, planten en/of water, dit positief bijdraagt aan een groter aandachtsvermogen en betere prestaties op cognitieve taken in vergelijking met meer stedelijke leefomstandigheden (Taylor e.a., 2002; Tennessen & Cimprich, 1995). Dit kan de effectiviteit van psychotherapie versterken.

Bevordering van mindfulness; groene omgevingen nodigen vaak uit tot mindfulness, het bewust aanwezig zijn in het moment. Dit kan worden geïntegreerd in psychotherapie om cliënten te helpen bij het ontwikkelen van mindfulness-vaardigheden, welke op hun beurt kunnen bijdragen aan het beheersen van angst, depressie of andere geestelijke gezondheidsproblemen.

Beweging en lichaamsbeweging; therapie buiten geeft ruimte om activiteiten zoals wandelen, joggen of yoga te integreren in de behandeling. Fysieke activiteit (joggen, gebruikmaken van een loopband, lichaamsbeweging) zorgt voor het verminderen van depressieve en angstklachten (Nabkasorn e.a., 2006; Pretty e.a., 2005; Shaphe & Chahal, 2020).

Verbondenheid met de natuur; de inzet van groene ggz kan vanwege de benoemde effecten het gevoel van verbondenheid met de natuur vergroten. Deze verbondenheid kan op zijn beurt een gevoel van doel en zingeving bevorderen, daar de natuur een belangrijke aanleiding of trigger blijkt te zijn voor zingevende ervaringen (Smith, 2007).

Groene ggz is een opkomend veld en er is minder literatuur over beschikbaar dan over meer traditionele benaderingen van psychotherapie. De literatuur die beschikbaar is met betrekking tot de relatie tussen blootstelling aan de natuur (verblijf in en bij de natuur, gebruikmaken van de buitenlucht) en de gezondheid, zowel geestelijk als lichamelijk, rapporteert positieve effecten. Onder de doelgroep kinderen en jongeren zijn er enkele gemengde resultaten en methodologische uitdagingen (Jimenez e.a., 2021; Tillman e.a., 2018) en bij onderzoek onder volwassenen komen er ook limitaties naar voren (White e.a., 2021) die de definitieve conclusie bemoeilijken. Zo werden in de review van Tillman en anderen (2018) 35 studies geïncludeerd waarvan de helft een positieve significante relatie tussen natuur en mentale gezondheid liet zien, en bijna de helft rapporteerde geen significante relatie. Deze review gaf weer dat er vele observationele studies zijn. Deze zijn subjectief van aard en geven moeilijk antwoord op sommige vragen voor op interventie gebaseerde studies. In deze review werden geen kwalitatieve studies geïncludeerd die mogelijk juist meer kunnen zeggen over de waarde van de relatie tussen natuur en mentale gezondheid. Tevens bevatten de verschillende onderzoeken die zijn meegenomen in de review kleine samplegroottes, is er sprake van veel heterogeniteit met betrekking tot de meetwaarden en vonden de studies in ontwikkelde landen plaats, wat generalisatie bemoeilijkt. Een andere review (Jimenez e.a., 2021) benoemt beperkingen met betrekking tot de inconsistente definiëring van de natuur, inconsistente metingen met betrekking tot de blootstelling aan de natuur, impact van het type dan wel de kwaliteit van de groene ruimte en in de gezondheidseffecten van de duur en frequentie van de blootstelling. In de volwassen populatie worden vergelijkbare resultaten gevonden (Barnes e.a., 2019) waarbij de aard van de natuur waaraan iemand wordt blootgesteld onvoldoende gedefinieerd wordt en het onderzoek onvoldoende in detail wordt beschreven. Hierdoor kunnen kenmerken en elementen niet goed worden vastgelegd om voor goede meetbare waarden te zorgen. Bij volwassenen is ook niet altijd de doelgroep representatief of is er sprake van onvoldoende objectieve metingen (White e.a., 2021). Er wordt ook aangegeven dat meer eenduidig gebruik van woorden en begrippen, en het categoriseren en kwantificeren van de elementen van de natuur van toegevoegde waarde kunnen zijn om onderzoeken te vergelijken (Bratman e.a., 2012).

Desalniettemin vormen de bovengenoemde voordelen onzes inziens reden om psychotherapie in de natuur te overwegen. Bovendien is het belangrijk, zeker gezien de hiervoor genoemde gemengde resultaten en methodologische uitdagingen, om nader onderzoek naar psychotherapie in de natuur te stimuleren.

Pilot Buiten behandelen bij de ambulante forensische zorg

In mei 2023 zijn we binnen de ambulante forensische zorg van Mondriaan gestart met de pilot Buiten behandelen. De pilot heeft als doel de beweging buiten het kantoor te maken, het actief danwel passief gebruik te maken van de natuur en de ervaringen van de medewerkers te inventariseren. We verwachten dat de pilot het buiten behandelen stimuleert en het positieve ervaringen oplevert voor zowel medewerkers als cliënten. De pilot betreft alle medewerkers van de ambulante forensische teams en daarmee alle disciplines. Er is een poliklinisch team en er zijn twee forensische FACT-teams, in totaal ongeveer 40 medewerkers. Het startschot werd gegeven middels een enthousiasmerende workshop door de Buitenpsychologen. Dit zorgde direct voor een toename aan ideeën en mogelijkheden ten aanzien van het behandelen van onze cliënten in de natuur, en met gebruikmaking van de natuur. De pilot heeft een duur van zes maanden en is nog lopende tijdens het schrijven van deze bijdrage. Op basis van deze eerste pilotfase zullen vervolgstappen ten aanzien van het implementeren van groene ggz bepaald worden. Hieronder delen wij de eerste bevindingen die we verzameld hebben door middel van twee enquêtes, verspreid onder de 40 medewerkers waarvan één in de startfase en de tweede ongeveer halverwege de pilot. De gemiddelde response rate van beide enquêtes betrof zo’n 50 procent. Daarnaast werden er inspiratiesessies met de teams gevoerd, om mogelijkheden en wensen te bespreken, en vooral met het doel om van elkaar te leren.

Binnen de pilot is iedereen vrijgelaten in hun keuze en overwegingen om al dan niet met cliënten naar buiten te gaan. We vinden het belangrijk dat iedereen zich prettig voelt in de eigen werkomgeving, of dit nu binnen of buiten is. En laten we wel wezen, niet alle fases van behandeling en niet alle onderwerpen en interventies binnen een behandeling, lenen zich even goed voor uitvoering in een buitenomgeving. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de intake- en diagnostiekfase, waarbij veiligheidsoverwegingen en praktische redenen maken dat naar buiten gaan niet de eerste optie lijkt.

Eerste bevindingen pilot

Voor aanvang van de pilot vond bij bijna 40 procent van de respondenten af en toe (dat wil zeggen minder dan één keer per maand) de behandelcontacten in de buitenlucht plaats, bijna 30 procent deed dit met enige regelmaat (één per week). Sinds de start van de pilot is bijna 80 procent van de respondenten meer naar buiten gegaan tijdens de behandelcontacten. Veelal wordt als reden aangegeven dat het weten dat het mag en kan, drempelverlagend heeft gewerkt. De behandelaren vinden het over het algemeen prettig om meer naar buiten te gaan, bijna 75 procent geeft het vier van de vijf sterren. Behandeldoelen die in de buitenlucht worden aangepakt zijn divers; genoemd worden onder andere het verbeteren van emotieregulatievaardigheden, het herkennen van spanningsopbouw en verminderen van spanning, activatie bij een sombere stemming, het verminderen van sociaal isolement en ervaren van ontspannings- en mindfulnessoefeningen. Technieken uit onder andere Cognitieve gedragstherapie (CGT), schema focused therapy (SFT) en acceptance and commitment therapy (ACT) worden buiten ingezet. Het buiten wandelen met cliënten zorgt voor een andere kijk op zichzelf in relatie tot de ander en de wereld om hen heen. Daarnaast ervaren zowel de cliënten als behandelaren een groter gevoel van gelijkwaardigheid in de contacten buiten in vergelijking met de contacten in de behandelkamer. De cliënten die tijdens de pilot naar buiten zijn gegaan, ervaren deze werkwijze over het algemeen als prettig en positief. Er zijn ook cliënten die zich niet op hun gemak voelen buiten of die verandering überhaupt als moeilijk ervaren en die zodoende een opbouw van spanning ervaren bij het idee de behandelkamer te moeten verlaten. In deze gevallen vergt het mogelijk meer voorbereiding in de kamer om uiteindelijk alsnog naar buiten te kunnen gaan. Een andere beperkende factor bleek de hoge temperatuur die we tijdens de zomer hebben gehad; zowel behandelaren als cliënten zagen nog meer zweten niet zitten. Ook gaven behandelaren die fysieke klachten ervaren aan minder naar buiten te zijn gegaan dan hun collega’s en waren er behandelaren die handvatten misten om buiten aan de slag te gaan. Dit laatste heeft met name betrekking op de vraag hoe de behandelgesprekken in de buitenlucht te voeren en vorm te geven, bijvoorbeeld betreffende het gebruik van buitenelementen als instrument in de therapie.

Naast de cliëntencontacten buiten, gaf een deel van de respondenten tevens aan meer collegiale overleggen in de buitenlucht te zijn gaan doen, en ook telefonische contacten werden meer buiten gedaan. Natuurlijk alles met inachtneming van de privacy van cliënten en collega’s.

Vitaliteit medewerkers

Niet alleen voor cliënten heeft het buiten behandelen voordelen. Ook voor medewerkers heeft het regelmatig in de buitenlucht bezig zijn voordelen met betrekking tot het algeheel welzijn, mentale gezondheid, cognitieve vermogens en mogelijk het voorkomen van of omgaan met een burn-out (Gritzka e.a., 2020; Sterckx e.a., 2021).

Binnen de pilot vragen we de behandelaren naar hun ervaringen met betrekking tot het werken in de buitenlucht. Gedurende de pilotperiode blijkt bijna 80 procent van de respondenten meer buiten te zijn gaan behandelen. Het overgrote deel geeft zijn/haar ervaringen met het buiten behandelen vier uit vijf sterren, bijna 20 procent geeft het zelfs de volle vijf sterren. Het enthousiasme bestaat deels uit de effecten die behandelaren zien bij de cliënten die mee naar buiten gaan. Daarnaast bemerken ze ook de positieve effecten voor zichzelf. Het afwisselen tussen wandelen en zitten, en de vrijheid hebben om de balans zelf te bepalen, werkt een betere vitaliteit in de hand. Behandelaren gaan, zoals eerder beschreven, niet alleen met cliënten meer naar buiten, maar ook zonder. Om de drempel om naar buiten te gaan te verlagen, zijn er vanuit de organisatie paraplu’s beschikbaar gesteld. Het is immers niet altijd goed weer in Nederland. Daarnaast zijn er buiten meer zitplekken gecreëerd en zijn wandelroutes met verschillende omgevingen en lengtes uitgestippeld. Deze routes zijn digitaal (o.a. als GPX-bestand) en offline beschikbaar.

Casus – Het openen van zijn wereld

Dhr. B. is een man van middelbare leeftijd. Hij is door de reclassering naar de ambulante forensische zorg verwezen na een veroordeling wegens het bezit van kinderporno. Dhr. B. is gediagnosticeerd met een autismespectrumstoornis (ASS). Binnen de behandelkamer wordt gezien dat cliënt zijn ogen veelal op de vloer gericht houdt. Hij is weinig opmerkzaam als het zijn omgeving betreft. Hij zit vooral in zijn hoofd, piekert zich suf, met somberheid ten gevolg. Contactname is beperkt, het is onduidelijk wat dhr. B. nu precies bezighoudt. De behandelaar besluit cliënt mee naar buiten te nemen en een wandeling door de natuurrijke omgeving van de instelling te maken. Ook buiten richt cliënt zijn blik naar de grond, zich niet bewust van het moois dat zijn omgeving hem te bieden heeft. De behandelaar maakt dit onderwerp van gesprek en oefent met hem in het kijken naar en stilstaan bij hetgeen zich om hem heen bevindt. Gedurende de daaropvolgende sessies wordt het naar buiten gaan een voor dhr. B. belangrijke en prettige interventie. De wereld ontvouwt zich voor zijn ogen. Dhr. B. geeft aan inmiddels meer in het moment te kunnen waarnemen en ervaren, met een afname van somberheid als gevolg. Daarnaast realiseert hij zich naar eigen zeggen, dat de wereld om hem heen minder beangstigend is dan hij altijd had gedacht.

Bovenstaande casus is een voorbeeld van het passief gebruiken van de natuur in een ggz-behandeling. Een andere manier om de natuur in te zetten is het actief gebruiken van de buitenomgeving. Ervaringen met deze variant, waarbij het gaat om het specifiek gebruiken van elementen uit de natuur, zoals bomen en takken in de vertaling naar eigen kracht, zijn binnen de pilot minder talrijk dan ervaringen met de passieve variant. Behandelaren zijn zoekende in het omzetten van de hun zo vertrouwde technieken in de behandelkamer naar equivalenten met gebruikmaking van de natuur.

Bij het gebruikmaken van de groene ggz buiten de kamer is veiligheid een belangrijk aspect in het werken met de forensische doelgroep. De veiligheid van medewerker en cliënt staat te allen tijde voorop, en het beperken van veiligheidsrisico’s is een belangrijke factor in het al dan niet kiezen voor het buiten behandelen. Overigens kan de veiligheid ook juist toenemen in een buitenomgeving. Denk hierbij aan cliënten die verbaal minder sterk zijn en gewend zijn om agressie in te zetten op het moment dat ze zich voor het blok gezet voelen. Het samen buiten zijn kan een gevoel van gelijkwaardigheid geven, met een afname van het risico op agressie tot gevolg. Deze afwegingen worden bij voorkeur in een multidisciplinair team gemaakt, om blinde vlekken zoveel mogelijk te voorkomen. Voor het geval er alsnog onverwachte dreigende situaties mochten ontstaan, zijn de behandelaren uitgerust met een alarmsysteem op de mobiele telefoon, daarnaast is er (als men op het terrein van de instelling blijft) de mogelijkheid tot het meenemen van een pieper.

Overwegingen

Hoewel het grootste deel van de behandelaren enthousiast is over het gebruikmaken van de natuur, zijn er ook wat hobbels en beperkingen te noemen. Zo is al eerder het Nederlandse klimaat als factor genoemd; want wat te doen als het boven de 35 graden is en er wordt geadviseerd om zoveel mogelijk uit de zon te blijven? Als het gaat om welzijn van cliënten (en behandelaren) en het aanleren van een gezonde leefstijl betekent dit dat je ervoor kiest om binnen te blijven of volledig in de schaduw, indien mogelijk. Dit geldt ook voor de andere bekende weertypen; de overweging om naar buiten te gaan wordt steeds met gezond verstand gemaakt. En is dit ook niet juist wat we onze cliënten willen meegeven?

Daarnaast zijn er ook enkele praktische struikelblokken. Het invullen van vragenlijsten is bijvoorbeeld lastig buiten. Er kan veel op een telefoon of tablet tegenwoordig, maar dan dient de technische ondersteuning op orde te zijn. Volgens ons leent de uitvoering van psychodiagnostiek zich dan ook niet voor een buitensetting. En wat te doen met systeemgesprekken? Gebruikmaken van de natuur kan zeker, maar als therapeut al wandelend met een gezin het overzicht bewaren is uitdagend.

Het is begrijpelijk dat sommige collega’s terughoudend zijn om groene ggz (therapie) te omarmen, vooral als ze niet goed weten hoe ze het concreet kunnen doen. Het is belangrijk om de behoeften van elke cliënt te overwegen en hun interesse in de natuur en buitenactiviteiten te respecteren. Niet alle cliënten en medewerkers zullen even enthousiast zijn over deze interventie, wat het essentieel maakt om hun voorkeuren te respecteren en open communicatie te bevorderen bij het plannen van sessies in de natuur.

De auteurs van deze bijdrage maken al jaren gebruik van het werken buiten de spreekkamer, al dan niet actief gebruikmakend van de buitenomgeving. Bij een bepaalde groep cliënten vindt er, zo wordt door de auteurs ervaren, buiten de spreekkamer meer diepgang in de gesprekken plaats. Zij voelen zich minder opgesloten, benauwd, beoordeeld en ‘verhoord’. Buiten de spreekkamer hoeft men elkaar niet aan te kijken, stiltes zijn beter hanteerbaar. Het leren omgaan met uitdagingen en stressoren in een natuurlijke omgeving kan individuen helpen bij het ontwikkelen van effectievere copingvaardigheden. Onder natuurlijke omgeving wordt hier verstaan: de omgeving waarin een persoon stress kan ervaren door onder andere inzet van praktische vaardigheden of waar interactie met anderen kan plaatsvinden. Het is nog niet duidelijk of de ontwikkeling van deze vaardigheden beter tot uiting komt in een groene omgeving, maar er worden op deze manier meer exposure­mogelijkheden geboden. Dit kan mensen helpen om beter om te gaan met problemen in het dagelijks leven buiten de therapeutische setting. De natuur op zich kan gebruikt worden bij ontspanning, mindfulness en bij het hanteren van emoties tijdens gesprekken. Ook biedt de natuurlijke omgeving de gelegenheid om te werken met wat je tegenkomt, zoals een trap, die fasen van iemands leven kan weergeven. Zo kan een open of beschutte ruimte, dan wel een combinatie hiervan, benut worden om gevoelens van veiligheid en ruimte naar voren te halen.

Het is altijd een afweging om al dan niet naar buiten te gaan samen met de cliënt. Er is oog voor de veiligheid, waarbij de behandelaar overweegt of een gesprek alleen aangegaan kan worden, of beter met een co-therapeut; of hij een alarm bij de hand houdt, of beveiliging inschakelt wanneer er vermoedens zijn dat het een moeilijk contact wordt. Het is van belang om, zeker in de forensische zorg, continu inschattingen te maken, net als tijdens huisbezoeken.

Deze en andere punten krijgen aandacht binnen de lopende pilot, en zullen ook na afloop ervan niet alle direct een oplossing kennen. De vraag die wij stelden in de inleiding van deze bijdrage, of buiten behandelen een hype is en of het psychotherapeuten en cliënten iets kan opleveren, kan volgens ons als volgt worden beantwoord: zowel onderzoeksresultaten als de bevindingen uit de door ons afgenomen enquête onder de pilotdeelnemers laten zien dat werken in en met de natuur van meerwaarde kan zijn, zowel ter bevordering van de gezondheid van de therapeut als van de cliënt. Buiten behandelen is volgens ons dan ook méér dan een hype. Het loont om naar buiten te gaan, de natuur te benutten en in te zetten waar dat past. Daarom, waarde collega’s, sta op en wandel!

Literatuur

Barnes, M.R., Donahue, M.L., Keeler, B.L., e.a. (2019). Characterizing nature and participant experience in studies of nature exposure for positive mental health: An integrative review. Front Psychol, 9, 2617.

Berman, M.G., Jonides, J., & Kaplan, S. (2008). The cognitive benefits of interacting with nature. Psychol Sci, 19, 1207-1212.

Berman, M.G., Kross, E., Krpan, K.M., e.a. (2012). Interacting with nature improves cognition and affect for individuals with depression. J Affect Disord, 140, 300-305.

Bratman, G.N., Anderson, C.B., Berman, M.G., e.a. (2019). Nature and mental health: An ecosystem service perspective. Sci Adv, 5, eaax0903.

Bratman, G.N., Hamilton, J.P., & Daily, G.C. (2012). The impacts of nature experience on human cognitive function and mental health. Ann N Y Acad Sci, 1249, 118-136.

Buzzell, L., & Chalquist, C. (2009). Ecotherapy: Healing with nature in mind. San Francisco, CA: Sierra Club Books.

Custers, M.H.G., & Berg, A.E. van den (2007). Natuur, stress en cortisol: experimenteel onderzoek naar de invloed van tuinieren en activiteiten in een groenkamer op het fysiologisch, affectief en cognitief herstel van stress (No. 1629). Alterra.

De Groene GGZ. (2023). Over Groene GGZ. Geraadpleegd via: ww.ivn.nl/aanbod/groene-ggz.

Gritzka, S., MacIntyre, T.E., Dörfel, D., e.a. (2020). The effects of workplace nature-based interventions on the mental health and well-being of employees: a systematic review. Front Psychiatry, 11, 323.

Jimenez, M.P., DeVille, N.V., Elliott, E.G., e.a. (2021). Associations between nature exposure and health: a review of the evidence. Int J Environ Res Public Health, 18, 4790.

Lõhmus, M., Stenfors, C.U., Lind, T., e.a. (2021). Mental health, greenness, and nature related behaviors in the adult population of Stockholm County during COVID-19-related restrictions. Int J Environ Res Public Health, 18, 3303.

Nabkasorn, C., Miyai, N., Sootmongkol, A., e.a. (2006). Effects of physical exercise on depression, neuroendocrine stress hormones and physiological fitness in adolescent females with depressive symptoms. Eur J Public Health, 16, 179-184.

Oprel, D. (2015). Zitten is het nieuwe roken. Tijdschr Psychother, 1, 58-59.

Pretty, J., Peacock, J., Sellens, M., e.a. (2005). The mental and physical health outcomes of green exercise. Int J Environ Health Res, 15, 319-337.

Schaepkens, M. (2023). To sit or not to sit? Tijdschr Psychother, 1, 49-52.

Shaphe, M.A., & Chahal, A. (2020). Relation of physical activity with the depression: A short review. J Lifestyle Med, 10, 1.

Smith, L.D.G. (2007). A qualitative analysis of profound wildlife encounters. J Dissertations, 1, i-172.

Song, C., Ikei, H., & Miyazaki, Y. (2016). Physiological effects of nature therapy: A review of the research in Japan. Int J Environ Res Public Health, 13, 781.

Sterckx, A., Van den Broeck, K., Remmen, R., e.a. (2021). Operationalization of one health burnout prevention and recovery: participatory action research-design of nature-based health promotion interventions for employees. Front Public Health, 1315.

Summers, J.K., & Vivian, D.N. (2018). Ecotherapy – A forgotten ecosystem service: A review. Front Psychol, 9, 1389.

Taylor, A.F., Kuo, F.E., & Sullivan, W.C. (2002). Views of nature and self-discipline: Evidence from inner city children. J Environ Psychol, 22, 49-63.

Tennessen, C.M., & Cimprich, B. (1995). Views to nature: Effects on attention. J Environ Psychol, 15, 77-85.

Tillmann, S., Tobin, D., Avison, W., e.a. (2018). Mental health benefits of interactions with nature in children and teenagers: A systematic review. J Epidemiol Community Health, 72, 958-966.

Ulrich, R.S., Simons, R.F., Losito, B.D., e.a. (1991). Stress recovery during exposure to natural and urban environments. J Environ Psychol, 11, 201-230.

Vujcic, M., Tomicevic-Dubljevic, J., Grbic, M., e.a. (2017). Nature based solution for improving mental health and well-being in urban areas. Environ Res, 158, 385-392.

Wells, N.M. (2000). At home with nature: Effects of “greenness” on children’s cognitive functioning. Environ Behav, 32, 775-795.

White, M.P., Elliott, L.R., Grellier, J., e.a. (2021). Associations between green/blue spaces and mental health across 18 countries. Sci Rep, 11, 8903.

Mignon Tekelenburg is als klinisch psycholoog/psychotherapeut en schematherapeut werkzaam binnen de forensische setting van Mondriaan te Heerlen.  m.tekelenburg@mondriaan.eu

Annemiek Melssen is als klinisch psycholoog/psychotherapeut, systeemtherapeut en manager zorg werkzaam binnen de forensische setting van Mondriaan te Heerlen.

Naar boven