Prof.dr. Pieter Boeke, van de jaren zestig tot midden jaren tachtig van de vorige eeuw hoogleraar klinische en medische psychologie in Groningen, was een bescheiden man die als psychoanalyticus niet alleen zijn specifieke kennis overbracht op zijn studenten, maar hen ook bekend maakte met het brede terrein van de andere psychotherapievormen. Hij stond op de bres voor deugdelijk onderwijs en onderzoek in de psychotherapie. Na zijn overlijden in 1995 is ter nagedachtenis aan hem het Pieter Boeke Fonds in het leven geroepen ter stimulering van goed wetenschappelijk onderzoek op het terrein van de psychotherapie. Het fonds wordt beheerd door het Opleidingsinstituut ppo, onderdeel van de Rijksuniversiteit Groningen.
Sinds 2012 wordt vanuit dit fonds tweejaarlijks de Pieter Boeke Prijs ten bedrage van
€ 1500,- uitgereikt voor het beste proefschrift over psychotherapie in Nederland van de afgelopen twee jaar. Deze prijs werd in 2013 uitgereikt aan dr. Marjon Nadort, in 2015 aan dr. Lotte Bamelis, in 2017 aan dr. Lotte Lemmens en in 2019 aan Suzy Matthijssen en David van den Berg.
De Pieter Boeke Prijs 2021 werd toegekend aan:
Sanne Bruijniks en Suzanne van Bronswijk
Centraal in de beide prijswinnende proefschriften staat het verbeteren van de behandeling van depressieve stoornissen door met name gepersonaliseerde behandelstrategieën. Dat er opvallende overeenkomsten zijn tussen beide proefschriften is daarom niet echt verwonderlijk. Echter, vanuit dat gemeenschappelijke startpunt hebben de laureaten op een geheel eigen manier vele extra’s ingebracht in hun onderzoeksprojecten.
Bij Sanne Bruijniks valt vooral het brede bereik van haar proefschrift op. Nagenoeg alle relevante aspecten die denkbaar zijn binnen het onderwerp ‘verbeteren van de behandeling van depressies’ worden benoemd en empirisch onderzocht. Dit resulteerde in niet minder dan veertien empirische hoofdstukken, die nagenoeg allemaal gepubliceerd zijn in gejureerde Engelstalige vaktijdschriften. Een jurylid merkte op: ze heeft in feite twee proefschriften geschreven. Veel van de uitkomsten van haar onderzoeken zijn uiterst relevant en direct toepasbaar in de psychotherapeutische praktijk. Eén sprekend voorbeeld: zou het kunnen zijn dat cgt dan wel ipt bij depressies effectiever is als die interventies tweemaal per week in plaats van eenmaal per week worden gegeven? Een van de grondleggers van cgt (namelijk de vermaarde Tim Beck) beweerde zulks al in 1979, al was ongeveer iedereen dat vergeten. Sanne heeft het onderzocht en wat bleek: tweemaal per week een sessie bleek inderdaad effectiever (al was het niet kosteneffectief).
Ook Suzanne van Bronswijk heeft meerdere onderzoeken uitgevoerd. Zij blijkt van vele markten thuis te zijn. Ze gebruikt geavanceerde methodologisch-statistische technieken (in het laatste hoofdstuk bijvoorbeeld Bayesiaanse statistiek), afgewisseld met boeiende wetenschapsfilosofische verhandelingen, zoals de mogelijkheid dat bij een strikte toepassing van gepersonaliseerde behandelstrategieën de ‘menselijkheid’ uit het zicht verdwijnt onder invloed van machine learning. Het is een kanttekening die prof. Pieter Boeke zeker gewaardeerd zou hebben. Suzanne schrijft in een voorzichtige, voorbeeldig academische stijl, vanuit de visie dat de kern van wetenschap niet is: ‘zo is het’, of: ‘zo zit het’, maar veeleer: ‘is het wel zo?’. Een visie, oftewel attitude die naar onze indruk heden ten dage weleens veronachtzaamd wordt.
Beide laureaten zijn prototypes van de in dit vakgebied zo gewenste ‘amfibische’ professionals: ze zijn zowel onderzoeker als praktiserend clinicus – en vooral dit soort ‘amfibische’ mensen brengt ons vak verder. Ondanks het gemeenschappelijke startpunt c.q. centrale onderwerp van deze ‘cum laude’ proefschriften, zijn het inhoudelijk toch heel verschillende onderzoeksprojecten geworden, met dus eigen datasets etc. Ook geografisch verschillend: Sanne opereerde vanuit de vu (Amsterdam), Suzanne vanuit de um (Maastricht). Hoe mooi is in dit verband het bijna laatste empirische hoofdstuk in de proefschriften: dat hoofdstuk is identiek. De datasets van de beide projecten zijn aldaar tezamen gebruikt om innovatieve predictiemodellen te toetsen. Dit gezamenlijke hoofdstuk kan gezien worden als het finale argument om de Pieter Boekeprijs 2021 toe te kennen aan Sanne én Suzanne.
Literatuur
Bruijniks, S.J.E. (2020). Improving outcomes in psychotherapy for depression. Amsterdam: Vrije Universiteit.
Bronswijk, S.C. (2020). Personalized treatment strategies for depression. Maastricht:
Drukkerij Walters.
De winnaars van de prijs wordt de ruimte geboden om naar aanleiding van het bekroonde proefschrift een Nederlandstalig artikel te publiceren in het Tijdschrift voor Psychotherapie. Dit heeft geresulteerd in de hierna volgende artikelen van Sanne Bruijniks en Suzanne van Bronswijk.
Jan van den Bout, juryvoorzitter Pieter Boeke Prijs, Groningen.