Inleiding

Sjoerd Colijn

Terwijl het beroep psychotherapeut binnen enkele jaren in een innig verbond met de klinisch psycholoog door zal leven, verbreedt en verdiept het vakgebied van de psychotherapie zich steeds verder. Dit nummer kenmerkt zich door een diversiteit aan ontwikkelingen: nieuwe terreinen voor onderzoek en theorievorming (psychotherapie en het lichaam), nieuwe behandelvormen (mbt-k voor ouders en kinderen), en nieuwe doelgroepen (Engelstalige expats).

Het nummer opent met een artikel van de hand van Nelleke Nicolai, die de aandacht vestigt op de ‘patiënten die hun lichaam niet voelen’. Bij veel ernstige psychische problematiek (somatoforme dissociatie, affectfobie, depersonalisatie) is dat een tot voor kort vaak onderbelicht en onbegrepen aspect. Zij bespreekt de belangrijke recente ontwikkelingen op dit terrein, en slaagt erin dit nieuwe begrip van lichaam, beleving en cognitie direct te koppelen aan hoe daarmee om te gaan bij de ontwikkeling die een patiënt met deze problematiek meemaakt in psychotherapie. Welke vragen kunnen we in welke fase van psychotherapie wel stellen, en mogelijk belangrijker: welke niet? Dit artikel is een belangrijke volgende bijdrage aan de lijn die ingezet is in het themanummer 2 van deze jaargang van het Tijdschrift: ‘Lichaam en psychotherapie’ (2023).

In het tweede artikel geven Hanneke van Aalst, Nicole Muller en Dineke Feenstra allereerst een beeld van de belangrijkste behandelprincipes en werkwijze van mentalization-based treatment bij kinderen (mbt-k), toegepast op kinderen met ernstige en complexe psychische problematiek en hun ouders. Het problematische, zorgelijke gedrag van het kind wordt in mbt-k begrepen en behandeld in de context van de interactie tussen ouders en kind. Vervolgens beschrijven zij een pilot study bij 18 kinderen en ouders die aldus behandeld werden. Gezien de kleine onderzoeksgroep kunnen er uiteraard geen conclusies worden getrokken, maar de indicaties zijn hoopvol: een lage drop-out en een duidelijk behandeleffect bij een groot deel van de onderzochte kinderen en ouders.

Madelein van Woerkom, Muriel Koch en Linda Dil doen in het laatste artikel verslag van hun eerste ervaringen met de behandeling in een schematherapiegroep van expats die in Amsterdam en omstreken wonen. Alhoewel de patiënten een qua herkomst zeer diverse achtergrond hebben, en voor het grootste deel van hen het Engels niet de moedertaal is, kunnen de auteurs positieve ervaringen rapporteren; zij ondersteunen dit met casusbeschrijvingen. De patiënten hebben ondanks hun verschillen veel gemeenschappelijk, zij beleven tekorten in de menselijke basisbehoeften ‘veiligheid’, ‘verbinding’ en ‘zelf-coherentie’ in hun ontwikkeling en nu ook in hun huidige leven.

De rubriek Forum begint met de column van Peter Daansen over zijn onverwachte ontmoeting met een oude psychotherapie-liefde, en de waardevolle reacties die dat bij hem teweegbrengt. Daarna houdt Bart Leenhouts een krachtig pleidooi om de ggz vanuit het filosofisch perspectief van de ‘enactieve psychiatrie’ te bekijken. De problematiek van een hulpvrager kunnen door verschillende hulpverleners vanuit evenzovele perspectieven bekeken worden, deze kunnen alle relevant lijken. Leenhouts onderbouwt zijn stellingname dat diagnostiek en behandeling door een en dezelfde behandelaar gedaan moet worden, en dat daarmee die hulpverleningsrelatie, en niet de diagnostiek, het ordenend principe van de behandeling moet zijn.

In haar boekbespreking van Maarten van Buurens De gek als medemens, hoe we onszelf in de waanzin leren kennen verkent en beschouwt Maud Schaepkens de voor haar (en waarschijnlijk helaas voor meer psychotherapeuten) onbekende vergezichten van de Daseinsanalyse van Binswanger, en diens visieverschillen met Freud. Af en toe duizelt het haar, af en toe doemen waardevolle perspectieven op, en ze had gehoopt op meer praktische toepassing. Frank van der Horst staat in dezelfde rubriek stil bij Emotionele erfenis. Een therapeut, haar patiënten en het doorwerken van trauma van Galit Atlas. Vanuit haar psychoanalytische therapiepraktijk vertelt Atlas de verhalen van haar patiënten, en hoe de geheimen van vorige generaties, maar ook van de persoon zelf, een centrale rol spelen in de problematiek. Een boek dat door de vertelkunst van Atlas (en haar patiënten) leest als een roman en en passant de waarde van leertherapie duidelijk maakt.

Tot slot ging Martijn Helmerhorst voor ons naar het nvgp-congres over Diversiteit. Hij woonde een grote diversiteit aan lezingen en workshops bij, om uiteindelijk toch vooral verder te mijmeren over het feit dat therapie draait om een belangrijke common factor: dat zij ons helpt onszelf en de ander te begrijpen.

En zo komen we ook bij de rode draad van dit nummer: hoe verschillend ook, alle bijdragen helpen ons een stukje verder met het begrijpen van de ander, en ook van onszelf. Alle lezers zij deze healing experience gegund!

Literatuur

Diverse auteurs (2023). Themanummer Lichaam en psychotherapie. Tijdschrift voor Psychotherapie, 49, 71-151.

Sjoerd Colijn is psychotherapeut en klinisch psycholoog, hoofdopleider Psychotherapeut bij de stichtingen BoPP West- en Midden-Nederland. Hij is hoofdredacteur van dit tijdschrift.

Naar boven