Psychedelica en psychedelica-ondersteunde psychotherapie

Giorgio Mauro, Renske Blom

Samenvatting

Er is toenemend wetenschappelijke evidentie dat psychedelica (in het specifiek mdma, psilocybine en ketamine) effectief kunnen worden ingezet bij de behandeling van verschillende therapieresistente psychiatrische aandoeningen, waaronder depressie, verslaving en ptss. Psychedelica zijn middelen die geestverruimend werken en een non-ordinary state van bewustzijn opwekken. Momenteel worden psychedelica zowel als monotherapie als in combinatie met psychotherapie onderzocht. In dit artikel wordt Psychotherapie ondersteund door Psychedelica (psychedelic assisted psychotherapy) gedefinieerd en beschreven. Het gebruik van psychedelica binnen een psychotherapeutische context wordt toegelicht vanuit een historisch en hedendaags perspectief. Daarnaast geven we een overzicht van de veronderstelde werkingsmechanismen van psychedelica. We hebben gekozen voor een narratieve review, gebaseerd op een systematische search in PubMed met de termen ‘psychedelics’ ‘psychotherapy’, ‘mdma’, ‘psilocybin’, ‘lsd’ en een crossselectie van de referenties van de gevonden literatuur. Daarnaast hebben we gebruikgemaakt van onze eigen ervaringen met de toepassingen van psychedelica in een psychotherapeutische (onderzoeks)setting.

Leerdoelen

Na het lezen van dit artikel:
  • 1. hebt u inzicht hoe psychedelica ervaringen opwekken die veranderingsprocessen kunnen ondersteunen;
  • 2. hebt u kennis van de basale kenmerken van het psychotherapeutische model dat gebruikt kan worden in combinatie met psychedelica;
  • 3. bent u op de hoogte van de stand van zaken betreffende relevant klinisch onderzoek naar therapie met ondersteuning van psychedelica;
  • 4. hebt u kennis van de geschiedenis van de toepassing van psychedelica in psychotherapie;
  • 5. kent u de mogelijke neurobiologische en psychologische mechanismen waarop de therapeutische effectiviteit van psychedelica zou kunnen berusten.

Inleiding

Het laatste decennium is er hernieuwde interesse in psychedelica, zowel binnen als buiten de ggz (Van Elk, 2023). Ketamine wordt al toegepast in de vorm van esketamine bij therapieresistente depressie. De therapeutische effectiviteit van andere psychedelica (mdma en psilocybine) wordt onderzocht middels klinische gerandomiseerde trials, en de resultaten zijn veelbelovend.

Dit artikel heeft als doel de lezer inzicht te geven in het psychotherapeutische model dat gebruikt wordt in psychedelica-ondersteunde psychotherapie. Daarnaast zal het informeren over de algemene fenomenologie van de psychische ervaringen die door de psychedelica opgewekt worden, de huidige stand van zaken aangaande de lopende onderzoeken; de werkingsmechanismen van psychedelica en de geschiedenis van de psychotherapeutische toepassing van psychedelica.

Psychedelica zijn middelen die het bewustzijn verruimen. Ze wekken ‘non-ordinary states’ van het bewustzijn op. De term psychedelica (vanuit het Grieks: ψυχή psukhḗ: ziel en δηλείν dēleín: openbaren) werd in 1957 door de Britse psychiater Osmond geïntroduceerd (Osmond, 1957). En het betekent letterlijk: zichtbaar maken van de geest. Hiermee wordt verwezen naar het intrinsieke kenmerk van deze middelen om wat er in het sub- en onbewuste aanwezig is, manifest te maken.

Greenway en anderen (2020) definiëren ‘psychedelica-ondersteunde psychotherapie’ als een specifieke vorm van psychotherapie, die tot doel heeft de buitengewone ervaringen die door een psychedelicum opgewekt worden, in genezing om te zetten.

Psychedelica

Psychedelica zijn een heterogene klasse van moleculen die vergelijkbare effecten met elkaar delen, namelijk het verruimen van de geest en het opwekken van een non-ordinary state van bewustzijn. Psychedelica delen niet dezelfde fenomenologie: er is een redelijke grote variatie in intensiteit en kenmerken van de ervaring die door verschillende stoffen worden opgewekt.

Psychedelica zijn op basis van hun farmacologisch profiel verdeeld in klassieke en atypische psychedelica.

De meest voorkomende klassieke psychedelica werken als serotonerge agonisten (moleculen die serotonine nabootsen) en zijn (Kerssemakers, 2015):

Psilocybine, de actieve stof in circa tweehonderd verschillende paddenstoel- en truffelsoorten, met een werkingsduur van circa zes tot acht uur.

Mescaline, voorkomend in verschillende cactussen, waaronder de San Pedro-cactus en de Peyote-cactus. Mescaline kan worden gesynthetiseerd uit deze cactussen. De werkingsduur van mescaline is circa acht tot tien uur.

dmt, komt voor in verschillende planten en boomsoorten in de Amazone, dmt is onder andere de actieve stof in een plantaardig mengsel Ayahuasca. Wanneer dmt wordt geïnhaleerd is de werkingsduur circa twintig minuten en in het Ayahuasca-mengsel enkele uren.

lsd: een psychedelicum dat in 1938 is gesynthetiseerd door de Zwitserse chemicus Albert Hoffmann uit een chemische basisstructuur van moederkoren (Ergot-alkaloïde). De werkingsduur van lsd is circa tien tot twaalf uur.

Deze vier middelen werken bewustzijns- en waarnemingsveranderend.

De atypische psychedelica hebben andere farmacologisch profielen dan de klassieke:

mdma, 3-4 methyleendioxymethamfetamine, is initieel ontwikkeld door Merck (Freudenmann, Öxler & Bernschneider‐Reif, 2006) en later gesynthetiseerd door S. Shulgin (Shulgin & Shulgin, 1991) en is naast zijn licht psychedelische werking een sterke opwekker van gevoelens van empathie en heeft een complexe farmacologie. De werkingsduur van mdma is vier tot zes uur.

Het anestheticum ketamine werkt met name via het glutamaatsysteem; de werking duurt 45 minuten tot één uur. De werking van ketamine wordt omschreven als desoriënterend en in hoge doseringen dissociatief.

De West-Afrikaanse wortel Ibogaine werkt naast op serotonine ook op acetylcholine en heeft een werkingsduur van twaalf tot 24 uur. Ibogaine heeft een bewustzijns- en waarnemingsveranderend effect en lijkt in die zin op de klassieke psychedelica.

Tabel 1 Herkomst, werkingsduur en algemeen effect van klassieke en atypische (MDMA en ketamine) psychedelica

stof

herkomst

Werkingsduur

Algemeen effect*

Psilocybine

200 soorten paddenstoelen en truffels

4-7 uur

Bewustzijns- en waarnemings­veranderend

Mescaline

Verschillende cactussen, waaronder
San Pedro en Peyote

8-10 uur

Bewustzijns- en waarnemings­veranderend

DMT/

Ayahuasca

Planten- en boomschors in de
Amazone

20 minuten
4-6 uur

Bewustzijns- en waarnemings­veranderend

LSD

Gesynthetiseerd uit moederkoren (Ergot-alkaloide)

10-2 uur

Bewustzijns- en waarnemings­veranderend

Ibogaine

West-Afrikaanse wortel

12-24 uur

Bewustzijns- en waarnemingsveranderen

MDMA

Gesynthetiseerd

4-6 uur

Stimulerend en empathogeen

Ketamine

Synthetisch anestheticum

1 uur

dissociatief

* Dit betreft een algemeen effect, er is veel variatie in het effect van psychedelica, dit effect kan variëren per individu en wordt beïnvloed door de omgeving waarin het psychedelicum wordt gegeven.

Fenomenologie van de psychedelische ervaring

De effecten van psychedelica op het bewustzijn zijn toe te schrijven aan drie factoren: de drug; de set en de setting (Leary, Alpert & Metzner, 1964). Met drug bedoelt men de intrinsieke farmacologische en neurofysiologische effecten die de stof, afhankelijk van de dosering, kan veroorzaken. Met set bedoelt men de verwachtingen rondom het effect en, in bredere zin, de persoonsgebonden factoren, zoals de affectieve staat bij het innemen van een psychedelicum en persoonlijkheidskenmerken. Setting refereert aan zowel de fysieke context waarin de ervaring plaatsvindt, zoals de omgeving waarin de sessie plaatsvindt en de afgespeelde muziek, als, in bredere zin, hoe er in de culturele en sociale context betekenis wordt gegeven aan de psychedelische ervaring. Zowel de fenomenologische als de neurofysiologische effecten kunnen beschouwd worden als het product van een feedback loop tussen de farmacologische eigenschappen van het middel en de bredere kenmerken van de context (Hartogsohn, 2020). In ieder geval speelt de context, het innerlijke, het externe en het narratief-symbolische landschap een belangrijk rol, zowel tijdens het optreden van de acute effecten van de psychedelica als bij de duiding en waardering van deze effecten (Breeksema e.a., 2020).

De non-ordinary states opgewekt door psychedelica zijn op waarnemingsniveau gekenmerkt door een scala aan fenomenen, van een versterking van de zintuigen tot illusies en hallucinaties, vooral visueel, maar ook akoestisch en somatisch. Er kunnen synesthesieën optreden, een samensmelting van zintuigen, zoals kleur horen of muziek zien. Op het bewustzijnsniveau kunnen gevoelens optreden van een verruimd bewustzijn (bewustzijn dat zich uitstrekt buiten de normale grenzen van het Ik) en, vooral bij hoge doseringen, een gevoel dat het Ego verdwijnt met het behoud van het bewustzijn. Dit fenomeen wordt Ego-
dissolutie benoemd (Letheby & Gerrans, 2017).

Tijdens dit proces, waarbij rationele cognities en afweren minder prominent worden, ontstaat er ruimte voor non-verbale, emotionele of sensomotorische ervaringen. Frequent komen er biografische herinneringen naar boven, die rijk beleefd worden. Ego-dissolutie kan ook gepaard gaan met het optreden van fenomenen die het biografische zelf, tijd en ruimte overstijgen; ervaringen die kunnen worden beschreven als transcendent.

Deze intense spirituele ervaringen zijn gekenmerkt door gevoelens van diepe connectie, universele liefde en kosmische eenheid (Smigielski e.a., 2019).

Deze ervaringen kunnen ook bizarre vormen aannemen, zoals het gevoel andere dimensies te betreden of het gevoel andere vormen van organisch of anorganisch bestaan te ervaren (Grof, 2009; Strassman, 2000).

Op emotioneel-affectief niveau kan er sprake zijn van versterkte gevoelens van empathie en diepe verbondenheid, maar ook kunnen gevoelens van afsluiting, eenzaamheid en intense angst optreden. Vooral bij hoge doseringen, en in correlatie met Ego-dissolutie, kan een gevoel van awe optreden. Awe kan beschreven worden als een mengeling van angst en verwondering in aanwezigheid van een vervreemdende ervaring dat het Zelf transcendeert. Men kan het gevoel hebben dood te gaan of in een proces van wedergeboorte terecht te zijn gekomen. Dit proces van wedergeboorte kent fases van extreme angst, afgewisseld met momenten van pure extase en bevrijding. Biografische ervaringen kunnen zich hier mengen met archetypische thema’s (Grof, 2009).

Op cognitief niveau zijn deze ervaringen lastig te beschrijven. Ze gaan gepaard met het gevoel kennis te hebben ontvangen over diepe waarheden via non-rationele epistemische kanalen: bijvoorbeeld intuïtieve kennis via contact met een hogere vorm van bewustzijn, een diviniteit, voorouders of entiteiten die zich in andere dimensies bevinden.

De geschiedenis van door psychedelica-ondersteunde psychotherapie

Geestverruimende middelen worden al sinds de prehistorie gebruikt in genezing en religieuze rituelen. Nog steeds heeft het gebruik van planten en fungi met psychedelische effecten een belangrijke rol in animistische en sjamanistische culturen.

Daarnaast hebben psychedelica sinds de jaren 50 van de vorige eeuw een belangrijke rol gespeeld als katalysatoren van culturele en subculturele processen en het huidige imago van psychedelica bij het brede publiek is grotendeels nog verbonden aan de countercultuur van de jaren 60 en 70 in de westerse wereld (Hartogsohn, 2020).

Tussen de jaren 50 en de jaren 70 van vorige eeuw werd zowel in de vs als in Europa ruim ervaring opgedaan met toepassingen van psychedelica binnen een psychotherapeutisch kader. Deze middelen werden gezien als een veelbelovend therapeutisch instrument voor de behandeling van verschillende psychiatrische stoornissen.

De eerste experimenten werden gedaan in de jaren 50 met het klassieke psychedelicum lsd. De vroege pionieren in deze fase zijn de Britse psychiater Osmond, de Amerikaanse psycholoog Eisner en de Amerikaanse psychiater Cohen. Deze toepassingen waren gekaderd in psychoanalytisch gedachtegoed.

In dezelfde jaren houden ook in Nederland verschillende psychiaters zich bezig met psychedelische psychotherapie. De meeste bekend is Bastiaans. Bastiaans begon psychedelica, vooral lsd, toe te passen bij de behandeling van patiënten met psychotrauma, met name overlevenden van concentratiekampen, die onvoldoende profiteerden van reguliere inzichtgevende therapie (Vermetten e.a., 2020). In het algemeen werd lsd gezien als een manier om rigide afweer te verminderen en toegang tot onbewust materiaal te krijgen, vooral bij therapieresistente patiënten. Naast het herbeleven van biografisch materiaal onder invloed van lsd, beschrijven Eisner en Cohen ook het optreden van transcendente en mystieke ervaringen. Ze vonden een correlatie tussen deze ervaringen en het positieve effect op psychopathologie (Eisner & Cohen, 1958). Eisner en Cohen onderstrepen het belang van diverse factoren om een positieve uitkomst te bevorderen: de motivatie van de patiënt, de non-directieve houding van de therapeut, een comfortabele en ondersteunende setting en ten slotte de integratie van deze uitdagende ervaringen binnen het psychotherapeutisch proces. Al deze elementen zijn nog steeds kernaspecten van huidige protocollen. Eisner en Cohen experimenteren zowel met lage doses als met hoge doses lsd, dat wil zeggen werkend zowel binnen een psycholytisch als een psychedelisch kader (Reiff e.a., 2020).

Met psycholytische psychotherapie bedoelt men het gebruik van lage doses van een psychedelicum om vooral de intensiteit van de defensieve mechanismen te verminderen binnen een klassiek psychodynamisch georiënteerde kader, met als doel de toegang tot beladen onbewust materiaal te faciliteren en integratie te bevorderen. Hier blijft het Ego grotendeels intact en ook de interactie met de therapeut is van belang tijdens een sessie. Psychedelische psychotherapie is het gebruik van hoge doses van een psychedelicum met als doel het opwekken van Ego-dissolutie waarbij intense catharsis met krachtige emotionele en fysieke reacties kunnen optreden. De ervaring zelf wordt binnen dit kader gezien als de belangrijkste genezende factor. De interactie met de therapeut is van minder belang tijdens de sessie, wel bij de voorbereidende en integratieve sessies. De twee paradigma’s moeten niet gezien worden als strikt gescheiden, maar als een continuüm; ze zijn vaak allebei gebruikt binnen het therapeutische traject van een patiënt. 

In de jaren 60 verplaatst zich de belangstelling voor psychedelica van het medisch gebruik naar het gebruik als katalysatoren van persoonlijk groei en maatschappelijke veranderingen. Het onderscheid tussen klinisch, recreatief en ideologisch gebruik van psychedelica wordt steeds vager (Van den Brink e.a., 2020).

Een centrale bijdrage aan het verder ontwikkelen van door psychedelica-ondersteunde psychotherapie is die van de Tsjechisch psychiater en psychoanalyticus Grof (Grof & Bennett, 1993; Grof, 2009; Grof & Grof, 2010). Hij onderstreept hoe psychedelica aspecifieke katalysatoren van non-ordinary states zijn. Volgens hem kan de geest, gebracht in een non-ordinary state en geholpen door een ondersteunende context, een zelfhelend vermogen opwekken. Grof noemt dit zelfsturend vermogen ‘inner healing intelligence. Dit proces is een ‘non-duale’ ervaring. Met ‘non-duaal’ bedoelt men: een ervaring die het subjectieve bewustzijn overstijgt en het individu verbindt met een grotere geheel.

In alle psychotherapieën gaat het vooral om bewust worden van innerlijke en interpersoonlijke patronen die de patiënt belemmeren in het leven, en deze, gebruikmakend van verschillende technieken en de therapeutische relatie, te veranderen. Grof voegt daar nog een extra dimensie aan toe: de spirituele dimensie. Spirituele ervaringen transcenderen de grens van het persoonlijke bewustzijn. Deze ruimere blik kan, volgens Grof, intense transformatie teweegbrengen. Grof noemt zulke spirituele ervaringen transpersoonlijk (Grof, 2009) om ze te differentiëren van het intrapsychische en interpersoonlijke domein.

De taak van de therapeut is, volgens Grof, die van facilitator. De therapeut helpt de patiënt om toegang te krijgen tot de diepere staat van psychische genezing die ontstaat in de wisselwerking tussen de individu en het collectieve onbewuste.

In de jaren 70 van de vorige eeuw is, door de chemicus Schulgin en de psychotherapeut Zeff, mdma voor het eerst geïntroduceerd als katalysator voor individuele, relatie- en groepstherapieën (Passie, 2018). mdma wordt omarmd door therapeuten vooral vanwege de empathie-opwekkende en angstreducerende kenmerken.

Tussen de jaren 70 en 80 kwam, op basis van politieke keuzes, en niet op basis van wetenschappelijke inzichten, een verbod op het gebruik van klassieke psychedelica en mdma. Onderzoek naar de therapeutische toepassingen van deze middelen werd grotendeels stilgelegd of zeer bemoeilijkt.

De huidige stand van zaken van toepassing en onderzoek

Op dit moment worden de veiligheid en effectiviteit van verschillende psychedelica onderzocht in verschillende trials. Deze middelen worden onderzocht zowel als monotherapie (medicatie zonder psychotherapie), als in combinatie met psychotherapie.

Op grotere schaal worden mdma, psilocybine en ketamine onderzocht voor therapeutische doeleinden. Op kleinere schaal wordt onderzoek gedaan ook naar lsd, ayahuasca, ibogaine en dmt. De onderzochte indicaties zijn verschillend, waaronder ptss, depressie, existentieel lijden bij patiënten met een terminale ziekte, angststoornissen, eetstoornissen en verslaving.

Ketamine is op dit moment het enige middel binnen de klasse van psychedelica dat geregistreerd is voor een psychiatrische indicatie. Ketamine wordt toegepast als monotherapie bij therapieresistente depressie.

De andere middelen zijn vooralsnog alleen toegediend in het kader van onderzoek. Het effect van ketamine op depressie is aangetoond (Ng e.a., 2021), maar er is discussie of de effectiviteit van ketamine verbeterd kan worden door het inbedden van de toediening in een psychotherapeutische context met aandacht voor de subjectieve betekenis van de opgewekte ervaring. Verschillende commerciële aanbieders, vooral in de vs, lopen de wetenschap voorbij en bieden al een vorm van ketamine-assisted psychotherapy.

Ten aanzien van de andere psychedelica, is onderzoek naar mdma en psilocybine op dit moment de meeste gevorderde. Beide worden onderzocht in combinatie met een vorm van (kortdurende) psychotherapie.

Uit een eerste fase 3-rct (randomised controlled trial) bij therapieresistente ptss blijkt dat psychotherapie ondersteund door mdma een significante en forse reductie in ptss-symptomen geeft (Mitchell e.a., 2021), in deze studie zijn 91 patiënten geïncludeerd. De caps-5-score nam significant af vergeleken met placebo (P < 0,0001; d = 0,91), met een remissiepercentage van 67%.

Een tweede fase 3-onderzoek is net afgerond en de resultaten zullen op korte termijn gepubliceerd worden (Doblin, 2022).

In 2022 zijn de fase 2b-resultaten van psilocybine bij therapieresistente depressie bij 233 patiënten gepubliceerd (Goodwin e.a., 2022). Hieruit blijkt dat 25 mg psilocybine, vergeleken met een actief placebo en in combinatie met psychotherapeutische voorbereidende sessies en integratieve sessies, een significante reductie geeft van depressieve symptomen drie weken na de dosering.

In 2023 zal, in verschillende academische centra in binnen en buitenland, fase 3 van dit onderzoek van start gaan. Hierdoor zal de effectiviteit van psilocybine bij therapieresistente depressie in grotere aantallen patiënten onderzocht worden.

Pas na afronding van deze onderzoeken, als de effectiviteit en veiligheid van deze middelen aangetoond zal worden, en na goedkeuring door regulerende instanties, zullen deze middelen geïmplementeerd kunnen worden in een reguliere therapeutische setting.

Werkingsmechanismen in relatie tot psychotherapie

Het is nog grotendeels onbekend hoe psychedelica therapeutische effecten kunnen hebben of psychotherapeutische processen kunnen faciliteren. We schetsen hieronder hypothesen over de werkingsmechanismen op farmacologisch, neurobiologisch en psychologisch gebied.

Farmacologisch en neurobiologisch

Klassieke psychedelica, zoals lsd, psilocybine, dmt en mescaline, stimuleren serotoninereceptoren in het brein en binden zich vooral sterk aan de serotonine 2A (5ht2a)-receptor. De serotonine 2A-receptor komt met name veel voor in het default mode network (dmn), een netwerk dat betrokken blijkt te zijn bij verschillende disfunctionele emotionele en cognitieve patronen (Carhart-Harris & Friston, 2019). 

mdma werkt, naast het faciliteren van de release van serotonine, ook via dopamine en norepinephrine en is betroken bij release van verschillende hormonen zoals oxytocine, cortisol, prolactine en vasopressine, die mogelijk correleren met het angstreducerende en empathie-opwekkende effect. Vooral oxytocine is geassocieerd met angstreductie en prosociaal gedrag (toename in interpersoonlijk vertrouwen). Daarnaast kan mdma de reactiviteit van de amygdala verminderen, terwijl de frontale cortex juist wordt geactiveerd (Vermetten e.a., 2020). Dit zou de verwerking van traumatische ervaringen ondersteunen.

Volleweider en Kometer (2010) brengen de therapeutische effectiviteit van psychedelica in verband met de eigenschap van psychedelica om neuroplasticiteit te bevorderen, via het stimuleren van glutamaat en bdnf (brain-derived neurotrophic factor). Neuroplasticiteit is het vermogen van het brein om zich aan te passen door het maken van nieuwe neuronen en nieuwe synaptische verbindingen.

Er zijn ten slotte aanwijzingen dat psychedelica een remmend effect kunnen hebben op ontstekingsstoffen (cytokines) waarvan vermoed wordt dat ze een rol hebben bij stemming en angststoornissen (Van Elk, 2020).

Neurocognitief

De afgelopen twintig jaar wordt er toenemend onderzoek gedaan, middels functionele beeldvorming (f mri), naar de hersenen onder invloed van een psychedelicum. Op basis van deze data zijn theoretische modellen voorgesteld omtrent de werking van deze middelen op hersennetwerken die met hoge cognitieve functies correleren. 

Carhart-Harris en Friston (2019) hebben een model opgesteld dat een verklaring geeft voor de therapeutische werking van psychedelica. Dit speculatieve theoretische model, rebus (relaxed belief under psychedelics), is gebaseerd op aanwijzingen dat psychedelica, via hun werking op de 5ht2a-receptoren, leiden tot afname van activatie van de Default Mode Network (dmn) en tot verhoogde connectiviteit tussen netwerken die normaal niet in sterke functionele verbinding tot elkaar staan. De dmn is een high level network dat gebieden die betrokken zijn bij zelfreflectieve functies moduleert (Van Elk, 2020). De dmn is bovendien mogelijk gecorreleerd met de Ego-functies (Carhart-Harris & Friston 2010) en met het moduleren van de voorspellende functie van het brein (Friston & Kiebel, 2009). Data suggereren dat dit netwerk te actief is bij aandoeningen die worden gekenmerkt door rigiditeit in het denken en handelen, denk bijvoorbeeld aan depressie, angststoornissen en persoonlijkheidsstoornissen. Carhart-Harris en Friston stellen voor dat deze hyperactivatie een plastische reactie is op de effecten van onzekerheid en ambiguïteit gerelateerd aan traumatische en emotioneel overspoelende ervaringen, zoals bij hechtingstraumata. Het effect van deze hyperactivatie is dat het brein te rigide en negatief gekleurde voorspellingen over de wereld eromheen maakt, en niet in staat is om de interne en externe signalen op te vangen die deze voorspellingen zouden kunnen bijstellen. Hierdoor blijft men als het ware zitten in niet-adaptieve denkbeelden, zoals een negatief zelfbeeld, hunkering, rumineren of dwanggedachten (Van Elk, 2020). Daarnaast kan men afgesplitst blijven van emoties en gevoelens die de basis vormen van een geïntegreerde sense of self (Van der Kolk, 2014). De door psychedelica veroorzaakte destabilisatie in de hiërarchie van neuronale netwerken (lees: minder actief top-downfunctie van de dmn en versterkte connectiviteit en communicatie tussen andere netwerken), zou leiden tot wat Brouwer en Carhart-Harris (2021) definiëren als een ‘pivotal mental state, een tijdelijke hyperplastische staat van het brein, die kan correleren met een verhoogde mate van associatieve leervermogens, verhoogde sensibiliteit ten aanzien van de context (suggestibiliteit), en zou een diepe psychologische transformatie mediëren.

Brouwer & Carhart-Harris (2021) speculeren dat het vermogen om pivotal mental states op te wekken inherent is aan ons brein. Het is een systeem dat zich evolutionair heeft ontwikkeld om snelle en diepe kennis, namelijk emotioneel-associatief in plaats van rationeel, te faciliteren als de context daarom vraagt.

Een interessante bevinding is dat de mate van deactivatie van de dmn met egodissolutie correleert (Carhart-Harris & Friston, 2019). Hoe meer de dmn uitgeschakeld is, hoe meer mensen mystieke en transcendente ervaringen rapporteren. Daarmee wordt een correlatie gemaakt tussen wat we definiëren als hyperplastic states en transcendente ervaringen: het brein, in een hyperplastisch functionele staat, kan worden gezien als de neurofysiologische onderbouwing van ervaringen die het normale Zelf transcenderen.

Psychologisch 

Sinds het begin van het gebruik van psychedelica in psychotherapie zijn verschillende psychologische werkingsmechanismen gepostuleerd.

De eerste modellen beschouwen psychedelica als middelen die, bij stagnatie van een psychotherapeutische behandeling, toegang tot het zowel individuele als collectieve onbewuste katalyseren (Eisner & Cohen, 1958) en pathologische stagnatie weer in beweging brengen door een innerlijk zelfhelend proces in gang te zetten (Grof, 1980). Modern onderzoek naar de veronderstelde werkingsmechanismen van deze modellen ontbreekt, maar resultaten vanuit onderzoek naar de connectiviteit tussen verschillende hersengebieden slaan interessante bruggen naar de neurobiologische validiteit van deze theorieën. Men kan een vergelijking zien tussen het concept van de pivotal mental state en de transcendente en uitdagende ervaringen die door de inner healer intelligence gestuurd worden. Er zijn ook correlaties verondersteld tussen de neurocognitieve functies van de Default Mode Network en de Ego-functies zoals die in een psychoanalytische kader beschouwd worden (Carhart-Harris & Friston, 2010).

De afgelopen jaren is er onderzoek gedaan naar de mogelijke mediatoren van effecten van de psychedelische ervaring zowel bij gezonde proefpersonen als bij patiënten die aan een psychische problematiek lijden. Deze resultaten kunnen deels inzicht geven in hoeverre psychedelica psychotherapeutische processen kunnen ondersteunen.

Roseman, Nutt en Carhart-Harris (2018) hebben een sterke correlatie gevonden tussen positieve effecten van psychedelische therapie met psilocybine, zowel kort na een sessie als op langere termijn, en de mate van gerapporteerde Ego-dissolutie, mystieke ervaring en gevoel van verbondenheid. De hypothese is dat spirituele ervaringen die door psychedelica gekatalyseerd worden, belangrijke mediatoren zijn van het therapeutische effect en hierop zou het transdiagnostische effect van psychedelica kunnen berusten (Griffiths e.a., 2008).

Deze transcendente ervaringen gaan niet alleen gepaard met een positief gevoel, maar vaak ook met een dynamische afwisseling van intense angst en extase. De gedachte is dat juist het uitdagende karakter van deze ervaringen een centrale rol in het transformatieve proces heeft (Hendricks, 2018). De rol en betekenis van deze ervaringen moeten beter begrepen worden om een potentieel centraal veranderingsmechanisme te differentiëren van schadelijke neveneffecten (Breeksema e.a., 2022).

Davis, Barrett en Griffiths (2020) zien dat het optreden van een transcendente ervaring na toedienen van psilocybine correleert met een toename in psychische flexibiliteit. Ze suggereren dat een toename in psychische flexibiliteit een ander potentieel belangrijke transdiagnostisch werkingsmechanisme kan zijn.

In een ander onderzoek, bij patiënten met depressie (Erritzoe e.a., 2018) wordt, na gebruik van psilocybine, een toename in de persoonlijkheidstrek van openheid met een afname van neuroticisme gevonden. Vergelijkbare bevindingen zijn ook gevonden in gezonde populatie, zowel bij het gebruik van psilocybine (MacLean, Johnson & Griffiths, 2011) als bij het gebruik van ayahuasca (Weiss e.a., 2021).

Watts en anderen (2017) deden kwalitatief onderzoek naar de psychotherapeutische werkingsmechanismen van psilocybine bij depressie: deelnemers aan deze studie omschrijven twee veranderingen. Ten eerste bemerken ze enkele maanden na de sessie een verandering in verbinding. Ze voelen zich na de sessie meer verbonden met zichzelf, ervaren meer diepgang in hun relaties met anderen en hebben meer aandacht voor de wereld waarin zijn leven. Het andere proces dat omschreven wordt, is een afname van vermijding. Enkele maanden na de sessie was er verhoogde mate van acceptatie van negatieve emoties. Hierdoor ging minder energie verloren in het actief weghouden van deze emoties.

Specifiek voor de behandeling van ptss met gebruik van mdma, worden door Mithoefer en anderen (2011) verschillende mogelijke werkingsmechanismen voorgesteld, zoals vergroting van de window of tolerance, verhoogde introspectie, versterkte mogelijkheden tot compassie voor zichzelf en anderen, verbeterde mogelijkheid om emotioneel geladen materiaal te herbeleven met intense gevoelens, maar ook, en vooral, vanuit nieuwe cognitieve en emotionele perspectieven. Er zijn bovendien aanwijzingen dat mdma, door het pro-sociale effect, een positieve therapeutische werkalliantie kan bevorderen.

Het basismodel voor psychedelica-ondersteunde
psychotherapie

Binnen de huidige klinische trials waar de effectiviteit van mdma voor ptss en van psilocybine bij depressie wordt onderzocht, wordt gewerkt met psychotherapeutische modellen waartussen veel overeenkomsten bestaan. Deze modellen (Mithoefer, 2017; Tai e.a., 2021) zijn gebaseerd op de ervaringen en protocollen van de jaren 60 en 70. Figuur 1 geeft een overzicht van dit basismodel.

In het onderzoek naar therapieën met zowel mdma als psilocybine wordt gewerkt met drie fasen: de voorbereidende fase; de sessie met een psychedelicum en een integratieve fase. 

Figuur 1 Gereduceerde vorm van overzicht van de basiscyclus die wordt doorlopen in psychedelische psychotherapie

De sessies vinden plaats met twee therapeuten, in een minder klinisch gedecoreerde kamer dan in de gemiddelde ggz-instelling of ziekenhuis. Er is een bed om op te liggen, sfeervolle verlichting, kussens, echte planten en dekens. Aandacht voor set en setting is van groot belang om een veilige omgeving te bieden voor het ontvouwen van een ervaring in een non-ordinary state van bewustzijn.

‘Set’ is binnen psychedelische psychotherapie geoptimaliseerd in de voorbereidende sessies door het duidelijk opzetten van een verwachtingen rondom de psychedelische sessie. De setting is geoptimaliseerd door het symbolische narratief rondom genezing (bijvoorbeeld het introduceren van het concept van een inner healing intelligence) en door het bieden van een fysiek comfortabele holding environment. De inner direct focus wordt ondersteund door de mogelijkheid om een oogmasker te dragen en specifieke muziek te luisteren via een koptelefoon. De muziek die gebruikt wordt in een sessie met een psychedelicum bevat vaak geen tekst, is atonaal en abstract om zoveel mogelijk het proces van verruiming van bewustzijn te ondersteunen zonder te veel de emoties te sturen. De basishouding van zowel de therapeuten als de patiënt is: vertrouw, laat los en wees open.

In de hierboven beschreven trials, worden de volgende protocollen gebruikt: het mdma-protocol telt elf tot vijftien sessies: drie voorbereidende sessies, één mdma-sessie en dan drie integratieve sessies, daarna weer één mdma-sessie, gevolgd door drie integratieve sessies en eventueel nog de laatste mdma-sessie, gevolgd door de laatste drie integratieve sessie.

Het psilocybine-protocol bestaat uit drie voorbereidende gesprekken, één doseringssessie en drie integratieve gesprekken.

Indicatie voor deelname aan deze trials is therapieresistente depressie en ptss.

Daarnaast geldt een aantal contra-indicaties. Patiënten met epilepsie, hoge bloeddruk en recente cardiovasculaire problemen, zoals myocardinfarct en beroerte, kunnen niet deelnemen aan een psilocybine- of mdma-sessie. In de psilocybinestudie worden patiënten met een hoog risico op dissociatie geëxcludeerd. Dit geldt niet voor deelname aan de mdma-studie waar juist het effect op ptss met dissociatieve kenmerken ook onderzocht wordt. Tevens worden mensen met een kwetsbaarheid voor psychose, bipolaire stoornis en ernstige acute suïcidaliteit geëxcludeerd van deelname in beide studies. Chronische en deels onder controle zijnde suïcidale ideatie is geen exclusiecriterium. Ten slotte bouwen patiënten voorafgaand aan de eerste sessie hun antidepressiva, stemmingsstabilisatoren en antipsychotica af, om eventuele interacties te voorkomen.

De voorbereidende sessies zijn bedoeld om een therapeutische relatie op te bouwen en set en setting te optimaliseren. Hierbij zijn veiligheid en wederzijds vertrouwen belangrijke factoren (Richards, 2017). Er wordt uitleg gegeven over het verloop van de sessie en mogelijke werking en bijwerkingen. Er wordt aandacht geschonken aan de zelfhelende potentie van het opgewekte non-ordinary state. Er wordt geoefend met de technieken die tijdens een sessie kunnen helpen om door moeilijke ervaringen te navigeren. Het gaat vooral om mindfulness, ademhalingstechnieken en het gebruik van aanraking. Met aanraking gaat het om simpele acties, zoals het vasthouden van de hand van de therapeut. Hierover wordt duidelijk van tevoren gesproken en er moet tot consensus worden gekomen. Daarnaast wordt gewerkt aan de verwachtingen. Hierbij is het van belang dat de ervaring niet wordt geïdealiseerd, maar ook niet wordt gedevalueerd.

Tijdens de sessie met een psychedelicum zijn er twee therapeuten aanwezig, waarbij de patiënt de gehele sessie niet alleen wordt gelaten. De dosering van mdma en psilocybine zijn hoog, het gaat niet om een microdosering. mdma wordt aangeboden in een dosering van 100 tot 125 mg, met de mogelijkheid om na twee uur een boost van 40 mg in te nemen om het effect verder te verlengen. Psilocybine wordt aangeboden in een dosering van 25 mg. Tijdens de sessie wordt de patiënt uitgenodigd om naar binnen te keren (inner-directed process) en zich te laten leiden door zijn zelfhelende vermogens. De therapeuten zijn niet directief in het sturen van het proces. Bij ptss houdt dit bijvoorbeeld in dat geen focus op het indextrauma wordt gelegd, maar vertrouwen uitsproken wordt in de zelfhelende vermogens van de patiënt.

Tijdens de sessie kunnen uitdagende ervaringen in verschillende gradaties optreden. Voorbeelden hiervan zijn heftig autobiografisch materiaal dat opkomt; het gevoel vast te zitten; of intense beelden, met als gevolg angst, paniek, dissociatie of achterdocht. In deze moeilijke ervaringen ligt vaak belangrijk onverwerkt en transformatief materiaal verborgen. Daarom wordt er in de voorbereiding met de patiënt geoefend om uitdagende ervaringen niet uit de weg te gaan, maar om erbij te blijven, om door de ervaring heen te gaan en te bekijken hoe deze ervaring verandert. De kernwaarden hierbij zijn: diep vertrouwen in het proces, erin en er doorheen bewegen en een open houding (Watts e.a., 2017). De therapeuten begeleiden de patiënt, zodat deze binnen zijn window of tolerance blijft, waardoor de patiënt door de ervaring heen kan ‘navigeren’. Een sessie duurt gemiddeld acht uur.

Na de sessie met een psychedelicum vinden integratieve sessies plaats om betekenis te geven aan de beleefde ervaring en deze te integreren in het dagelijks leven. Hierbij ondersteunt de therapeut de patiënt in zijn proces om contact te houden met nieuwe perspectieven, zowel op cognitief, emotioneel als somato-sensorisch niveau.

Tijdens en na de integratiesessie, kan er naast verbale technieken ook van lichaamsgericht werk gebruikgemaakt worden, zoals ademhalingstechnieken, meditatie, yoga of creatieve therapie om zo de ervaring te cultiveren en het verwerkingsproces op gang te houden.
Verschillende auteurs (Sloshower e.a., 2020; Watts, 2021) hebben modellen beschreven met elementen van acceptance and commitment therapy om het integratieproces te kaderen en het focus specifiek op psychologische flexibiliteit te houden in alle fases van de therapie; namelijk de voorbereiding, de sessie zelf en integratie.

Brennan en Belser (2022) hebben recent een poging gedaan om een transdiagnostisch model te ontwikkelen waarin de kernelementen van psychedelische therapieën geïntegreerd worden met interventies uit diverse evidence-based therapieën voor specifieke indicaties, zoals depressie en verslaving.

Samenvatting en conclusie

Er is in toenemende mate evidentie dat psychedelica, ingebed in een psychotherapeutisch kader, een rol kunnen spelen in de behandeling van psychiatrische ziektebeelden. Psychedelica zijn middelen die geestverruimend werken en een non-ordinary state van bewustzijn opwekken. Psychedelica-ondersteunde psychotherapie is een therapie die tot doel heeft deze ervaringen in genezing om te zetten.

Op basis van onze literatuurstudie concluderen we dat het model van door psychedelica-ondersteunde psychotherapie kenmerken van verschillende stromingen combineert. Het theoretische kader is gebaseerd op elementen van de client-centered psychotherapy, van de Jungiaanse dieptepsychologie, van de gestalttherapie, van de transpersoonlijke psychologie en het gebruikt elementen van mindfulness en lichaamsgerichte therapieën. Een good enough therapeutische relatie is van centraal belang om de patiënt te helpen om veilig door de heftige emoties te navigeren die een psychedelicum kan opwekken, hierbij is het innerlijke proces van de patiënt leidend. Deze kan zowel biografische, transpersoonlijke als spirituele thema’s bevatten en heeft meestal een non-lineair beloop. Dit proces wordt tijdens integratie verder geïntegreerd, in een traject gericht op een duurzame verandering. Er is consensus dat het therapeutische effect niet puur farmacologisch is, maar wordt gemedieerd door de bijzondere ervaring die het middel katalyseert. Psychedelica lijken effect te hebben op veel verschillende soorten mentale gezondheidsproblemen (transdiagnostisch effect), mogelijk omdat ze niet direct gericht zijn op een specifiek pathologisch proces, maar eerder op inzicht, groei, veerkracht en verwondering, en een diepe connectie met zichzelf, anderen en de wereld stimuleren door het opwekken van Ego-overstijgende ervaringen. Het is ook mogelijk dat het effect zich richt op een algemene factor die onderliggend aanwezig is bij verschillende psychische stoornissen en deze onderhoudt, namelijk het gebrek aan cognitieve en emotionele flexibiliteit en plasticiteit.

Alhoewel de huidige evidentie voor de werkzaamheid en veiligheid van psychedelica veelbelovend is, zijn de huidige studies te klein om conclusies over de effectiviteit van deze methodes naar de algemene psychiatrische populatie te extrapoleren. Het is nog grotendeels onduidelijk welke patiëntenkenmerken en welke specifieke psychotherapeutische interventies invloed hebben op de effectiviteit, veiligheid of juist het optreden van eventuele schadelijke psychologische effecten. Als de klinische trials met mdma en psilocybine voor ptss en depressie gerepliceerd worden op grotere schaal, zullen deze behandelmethodes toegepast kunnen worden binnen het huidige gezondheidszorgsysteem. Daarvoor is adequate coördinatie en opleiding voor de toekomstige therapeuten noodzakelijk, omdat het werken met non-ordinary states bijzondere competenties en kennis vereist.

De hype rondom psychedelica is groot (Van Elk, 2023), maar het lijkt dat de publieke opinie en de markt voorlopen op het wetenschappelijke bewijs van de werkzaamheid van psychedelica. Toekomstig onderzoek zal richting moeten geven aan de plaatsbepaling van psychedelica in de psychiatrie.

Ten slotte: psychedelica zijn geen quick fix, maar katalysatoren van een innerlijke ervaring, die begeleid, bewerkt en geïntegreerd behoeven te worden binnen een adequaat psychotherapeutisch traject.

Literatuur

Breeksema, J.J., Schoevers, R.A., Vermetten, E., Van, R., Destoop, M., Birkenhäger, T., e.a. (2020). Psychedelica en psychiatrie. Tijdschrift voor Psychiatrie, 62, 606-609.

Breeksema, J.J., Kuin, B.W., Kamphuis, J., Brink, W. van den, Vermetten, E., & Schoevers, R. A. (2022). Adverse events in clinical treatments with serotonergic psychedelics and MDMA: A mixed-methods systematic review. Journal of Psychopharmacology36, 1100-1117.

Brennan, W., & Belser, A.B. (2022). Models of psychedelic-assisted psychotherapy: A contemporary assessment and an introduction to EMBARK, a transdiagnostic, trans-drug model. Frontiers in Psychology, 1879.

Brouwer, A., & Carhart-Harris, R L. (2021). Pivotal mental states. Journal of Psychopharmacology35, 319-352.

Brink, W. van den, Schoevers, R.A., Vermetten, E., Van, R., & Breeksema, J.J. (2020). Effectiviteit van psychedelica bij de behandeling van psychiatrische aandoeningen: inleiding. Tijdschrift voor Psychiatrie62, 613-617.

Carhart-Harris, R.L., & Friston, K.J. (2010). The default-mode, ego-functions and free-energy:
a neurobiological account of Freudian ideas. Brain133, 1265-1283.

Carhart-Harris, R.L., & Friston, K.J. (2019). REBUS and the anarchic brain: toward a unified model of the brain action of psychedelics. Pharmacological Reviews71, 316-344.

Davis, A.K., Barrett, F.S., & Griffiths, R.R. (2020). Psychological flexibility mediates the relations between acute psychedelic effects and subjective decreases in depression and anxiety. Journal of Contextual Behavioral Science15, 39-45.

Doblin, R. (2022). Mondelinge communicatie tijdens presentative, ICPR 2022, international Conference on Psychedelic Research, Haarlem.

Eisner, B.G., & Cohen, S. (1958). Psychotherapy with lysergic acid diethylamide. The Journal of Nervous and Mental Disease127, 528-539.

Elk, M. van (2020). Neurowetenschappelijke en psychologische verklaringen voor de therapeutische effecten van psychedelica. Tijdschrift voor Psychiatrie, 8, 677-683.

Elk, M. van (2023). De toekomst van tripmiddelen als medicijn: Beperkingen bij geestverruimers. De Groene Amsterdammer, 10.

Erritzoe, D., Roseman, L., Nour, M.M., MacLean, K., Kaelen, M., Nutt, D.J., e.a. (2018). Effects of psilocybin therapy on personality structure. Acta Psychiatrica Scandinavica138, 368-378.

Freudenmann, R.W., Öxler, F., & Bernschneider‐Reif, S. (2006). The origin of MDMA (ecstasy) revisited: the true story reconstructed from the original documents. Addiction101, 1241-1245.

Friston, K., & Kiebel, S. (2009). Predictive coding under the free-energy principle. Philosophical Transactions of the Royal Society B: Biological Sciences364, 1211-1221.

Goodwin, G.M., Aaronson, S.T., Alvarez, O., Arden, P.C., Baker, A., Bennett, J.C., e.a. (2022). Single-dose psilocybin for a treatment-resistant episode of major depression. New England Journal of Medicine387, 1637-1648.

Greenway, K.T., Garel, N., Jerome, L., & Feduccia, A.A. (2020). Integrating psychotherapy and psychopharmacology: psychedelic-assisted psychotherapy and other combined treatments. Expert Review of Clinical Pharmacology13, 655-670.

Griffiths, R.R., Richards, W.A., Johnson, M.W., McCann, U.D., & Jesse, R. (2008). Mystical-
type experiences occasioned by psilocybin mediate the attribution of personal meaning and spiritual significance 14 months later. Journal of Psychopharmacology22, 621-632.

Grof, S. (1980). LSD psychotherapy. Alameda: Hunter House.

Grof, S., & Bennett, H.Z. (1993). The holotropic mind: The three levels of human consciousness and how they shape our lives. San Francisco: Harper.

Grof, S. (2009). LSD: Doorway to the numinous: The ground-breaking psychedelic research into realms of the human unconscious. New York: Simon and Schuster.

Grof, S., & Grof, C. (2010). Holotropic breathwork. Albany: State University of New York Press.

Hartogsohn, I. (2020). American trip: Set, setting, and the psychedelic experience in the twentieth century. Open Access. Geraadpleegd via: https://doi.org/10.7551/mitpress/11888.001.0001.

Hendricks, P.S. (2018). Awe: a putative mechanism underlying the effects of classic psychedelic-assisted psychotherapy. International Review of Psychiatry30, 331-342.

Kerssemakers, R., Meerten, R. van, Vervaeke, H., & Noorlander, E.A. (2015). Drugs en alcohol; Gebruik, misbruik en verslaving. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Kolk, B. van der (2014). The body keeps the score: Brain, mind, and body in the healing of trauma. Londen: Penguin Books Ltd. 

Leary, T., Alpert, R., & Metzner, R. (1964). The psychedelic experience: A manual based on the Tibetan book of the dead. New York: Citadel Press.

Letheby, C., & Gerrans, P. (2017). Self unbound: ego dissolution in psychedelic experience. Neuroscience of Consciousness, 1, nix016.

MacLean, K.A., Johnson, M.W., & Griffiths, R.R. (2011). Mystical experiences occasioned by the hallucinogen psilocybin lead to increases in the personality domain of openness. Journal of Psychopharmacology25, 1453-1461.

Ng, J., Rosenblat, J.D., Lui, L.M., Teopiz, K.M., Lee, Y., Lipsitz, O., e.a. (2021). Efficacy of ketamine and esketamine on functional outcomes in treatment-resistant depression: a systematic review. Journal of Affective Disorders293, 285-294.

Osmond, H. (1957). A review of the clinical effects of psychotomimetic agents. Annals of the New York Academy of Sciences66, 418-434.

Mitchell, J.M., Bogenschutz, M., Lilienstein, A., Harrison, C., Kleiman, S., Parker-Guilbert, K. e.a. (2021). MDMA-assisted therapy for severe PTSD: a randomized, double-blind, placebo-controlled phase 3 study. Nature Medicine27, 1025-1033.

Mithoefer, M.C. (2017). A manual for MDMA-assisted psychotherapy in the treatment of posttraumatic stress disorder. Geraadpleegd van https://maps.org/2014/01/27/a-manual-for-mdma-assisted-therapy-in-the-treatment-of-ptsd/

Mithoefer, M.C., Wagner, M.T., Mithoefer, A.T., Jerome, L., & Doblin, R. (2011). The safety and efficacy of 3, 4-methylenedioxymethamphetamine-assisted psychotherapy in subjects with chronic, treatment-resistant posttraumatic stress disorder: the first randomized controlled pilot study. Journal of Psychopharmacology25, 439-452.

Passie, T. (2018). The early use of MDMA (‘Ecstasy’) in psychotherapy (1977–1985). Drug Science, Policy and Law4, 2050324518767442.

Reiff, C.M., Richman, E.E., Nemeroff, C.B., Carpenter, L.L., Widge, A.S., Rodriguez, C.I., e.a. (2020). Psychedelics and psychedelic-assisted psychotherapy. American Journal of Psychiatry177, 391-410.

Richards, W.A. (2017). Psychedelic psychotherapy: Insights from 25 years of research. Journal of Humanistic Psychology57, 323-337.

Roseman, L., Nutt, D.J., & Carhart-Harris, R.L. (2018). Quality of acute psychedelic experience predicts therapeutic efficacy of psilocybin for treatment-resistant depression. Frontiers in Pharmacology8, 974.

Strassman, R. (2000). DMT: The spirit molecule: A doctor’s revolutionary research into the biology of near-death and mystical experiences. New York: Simon and Schuster.

Shulgin, A.T., & Shulgin, A. (1991). PIHKAL: a chemical love story (Vol. 963009605). Berkeley: Transform Press.

Tai, S.J., Nielson, E.M., Lennard-Jones, M., Ajantaival, R.L.J., Winzer, R., Richards, W.A., e.a. (2021). Development and evaluation of a therapist training program for psilocybin therapy for treatment-resistant depression in clinical research. Frontiers in Psychiatry, 12, 586682.

Sloshower, J., Guss, J., Krause, R., Wallace, R.M., Williams, M.T., Reed, S., e.a. (2020). Psilocybin-assisted therapy of major depressive disorder using acceptance and commitment therapy as a therapeutic frame. Journal of Contextual Behavioral Science15, 12-19.

Smigielski, L., Kometer, M., Scheidegger, M., Krähenmann, R., Huber, T., & Vollenweider, F.X. (2019). Characterization and prediction of acute and sustained response to psychedelic psilocybin in a mindfulness group retreat. Scientific Reports9, 1-13.

Vermetten, E., Krediet, E., Bostoen, T., Breeksema, J.J., Schoevers, R.A., & Brink, W. van den (2020). Psychedelica bij de behandeling van PTSS. Tijdschrift voor Psychiatrie62, 640-649.

Vollenweider, F.X., & Kometer, M. (2010). The neurobiology of psychedelic drugs: implications for the treatment of mood disorders. Nature Reviews Neuroscience, 11, 642-651.

Watts, R., Day, C., Krzanowski, J., Nutt, D., & Carhart-Harris, R. (2017). Patients’ accounts of increased “connectedness” and “acceptance” after psilocybin for treatment-resistant depression. Journal of Humanistic Psychology57, 520-564.

Watts, R. (2021). Psilocybin for depression: The ACE model manual. Londen: Imperial College.

Weiss, B., Miller, J.D., Carter, N.T., & Keith Campbell, W. (2021). Examining changes in personality following shamanic ceremonial use of ayahuasca. Scientific Reports11, 1-15.

Abstract

There is increasing evidence that psychedelics (specifically MDMA, psilocybin and ketamine) can be effective in the treatment of a variety of psychiatric disease, such as treatment resistant depression, addiction and PTSD. Psychedelics are substances that can alter states of consciousness and psychedelics can evoke non-ordinary states of the mind. Currently, psychedelics are being researched, as a monotherapy and in combination with psychotherapy. In this article, we define and describe psychotherapy supported by psychedelics (psychedelic assisted psychotherapy). The use of psychedelics within a psychotherapeutic frame will be highlighted from a historical and present view. In addition, this article presents an overview of the presumed working mechanisms of psychedelics. We chose a narrative review, based on a systematic search in Pubmed with the terms “psychedelics” “psychotherapy” “MDMA” “psilocybin” “LSD” and a cross selection of references. We supplemented the found literature with our own experience in the use of psychedelics in a clinical research setting.

Giorgio Mauro, psychiater, NPI, behandel- en expertisecentrum voor persoonlijkheidsstoornissen en Sinai Centrum, behandel- en expertisecentrum voor PTSS en traumagerelateerde stoornissen. E-mail n g

Renske Blom, psychiater, GGZ Centraal, Rembrandthof, poli persoonlijkheidsstoornissen.

Naar boven