Signalementen

Michael Elias (2020). Hanesteen. Den Haag: Uitgeverij Brooklyn, 397 p.,
€ 22,50

Marjolijn Span

Zoals velen hem daarin voorgingen, probeert Michael Elias in zijn boek een link te leggen tussen psychiatrie en geloof. Hoe verhouden psychiatrische ziektebeelden zich tot een almachtige en goede God? Wat is normaal, wat mag bestaan, wanneer ben je goed genoeg om deel te nemen aan de samenleving? Deze vragen zijn van alle tijden.

Hanesteen beschrijft hoe Chiel Hanesteen zich als dertiger staande houdt in zijn leven. Met enkele psychoses achter de rug verblijft Chiel in het psychiatrisch ziekenhuis Noorderslag. Daar worstelt hij met de vraag hoe zijn ontregeling te snappen. Het joods-christelijke geloof speelt een grote rol, tijdens zijn psychotische ontregelingen heeft Chiel waanideeën Jakob of Mozes te zijn. Dit zijn voor hem, als hij is hersteld van zijn psychoses, moeilijke zaken om zich toe te verhouden. Zijn vader heeft een concentratiekampverleden, zijn moeder was vooral bezig om alles met de mantel der liefde te bedekken. Hierbij dringt de vraag zich aan de lezer op tot hoever je mag gaan in het zoeken in je verleden naar oorzaak en/of schuld. Chiel lijkt te verdwalen in deze vraag.

Het verhaal beschrijft Chiels worsteling met zijn verleden, zijn heden en zijn toekomst. Levendig wordt beschreven hoe schreeuwtherapie wordt ingezet om niet uitgesproken gevoelens en emoties te delen met groepsgenoten en behandelaren. Dit roept de nodige vraagtekens op en nodigt mij in elk geval niet uit om deze behandeling zelf uit te voeren, maar het toont wel beeldend hoe onverwerkte, onbesproken emoties en gevoelens mensen kunnen weerhouden om zichzelf te zijn.

De chronologie in het verhaal is af en toe moeilijk te volgen, het springt in tijd heen en weer en laat de lezer soms in verwarring achter. Hierover nadenkend komt een beeld van chaos bij me naar boven, verlies van contact met de realiteit. Dit beeld legt een link naar de psychotische ontregeling. Elias weet de lezer goed mee te nemen in deze beleving, waarbij, net op het moment dat je de hoop dreigt te verliezen, het boek uitzonderlijk mooi wordt afgesloten. Staande in het Rijksmuseum voor het Joodse bruidje realiseert de hoofdpersoon zich met wijd open ogen dat hij met beide voeten op de grond staat en niet meer altijd bang is. Daar is een gelijkenis met het geloof te trekken; de liefde die bij Chiel de angst uitdrijft; Zo blijven dan: geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde” (De Bijbel;1 Korintiërs hoofdstuk13, vers13).

Marjolijn Span is als klinisch psycholoog/psychotherapeut werkzaam bij Zuyderland GGz op de gesloten opnameafdeling te Sittard-Geleen. E-mail m.oconnor@zuyderland.nl



Erwin van Meekeren e.a. (2017). Zelfonthulling, openheid van professionals in de GGZ. Amsterdam: Boom Psychologie & Psychiatrie, 140 p., €19,95

Maud Schaepkens

Zelfonthulling: geen enkele therapeut ontkomt eraan, het begint al op het moment dat de cliënt je naam googelt. Dit boek belicht alle kanten van professionele zelfonthulling. Daaronder valt elk gedrag waarmee een (zorg)professional persoonlijke informatie prijsgeeft aan de cliënt.

Was het voorheen not done om als therapeut je emoties toe te laten – tegenwoordig is er steeds meer ruimte voor (en vraag naar) de menselijke kant van de hulpverlener. Een verschuiving die interessante vragen met zich meebrengt.

Hoe ga je om met persoonlijke vragen van de cliënt, bijvoorbeeld of je een relatie of kinderen hebt, of hoe reageer je op de vraag of je buiten de gesprekken wel eens aan hem denkt? Mag je als therapeut tranen laten zien als het verhaal van de cliënt je raakt? Het boek biedt suggesties vanuit diverse oogpunten.

Waar alle auteurs het over eens zijn: zelfonthulling moet in dienst staan van de cliënt en het therapeutische proces. De meestgebruikte en waarschijnlijk minst problematische vorm van zelfonthulling is metacommunicatie. Hierbij onthult de therapeut gevoelens die bij hem worden opgeroepen in de relatie met de cliënt ‘in het hier en nu’. Hierbij heeft de therapeut een belangrijke modelfunctie: hij is bereid naar zichzelf te kijken, naar het effect dat de relatie op hem heeft, en hij onthult zijn beleving hierover.

Zelfonthulling kan een krachtige manier zijn om de cliënt te bereiken en vertrouwen te wekken. Ook kan het de cliënt contact laten maken met het ‘niet-gevoelde’.

Een relatief nieuwe vorm van zelfonthulling is die over de eigen psychische problematiek, zoals psychiater Menno Oosterhoff doet over zijn dwangstoornis (op internet, in boeken). Het kan steunend zijn en erkenning bieden voor cliënten en het is een remedie tegen stigmatisering van psychische aandoeningen. Toch pleit Oosterhoff voor terughoudendheid in het directe contact: “Iets zelf hebben ervaren kan de kwaliteit van de hulpverlening verhogen, maar dat moet meer blijken uit wát je zegt dan simpelweg dát je zegt dat je het ook kent.”

Het onderwerp zelfonthulling is nog een grote witte vlek in onderzoek, opleiding, training en supervisie. De auteurs zijn het dan ook dáárover eens: de emoties van de therapeut verdienen meer ruimte in hun opleiding, zelfonthulling verdient een prominentere rol in beroepscodes en het is belangrijk hierover met elkaar in gesprek te blijven tijdens inter- en supervisies. Alleen zo blijven we ons optimaal ontwikkelen.

Maud Schaepkens is als psychotherapeut werkzaam bij MET ggz in Hoensbroek. Daarnaast is zij als docent werkzaam bij RINO Zuid en tevens redacteur van dit tijdschrift.
E-mail mschaepkens@metggz.nl



Mark Epstein (2005). Open do desire. Embracing a lust for life.
Gotham Books. 240 p., € 14,50

Marte Kaan

Mark Epstein is schrijver en psychoanalyticus uit New York, die zijn liefde voor psychoanalyse en Boeddhisme combineert in zijn schrijven en zijn werk als psychotherapeut. Hij toont de parallellen tussen het Boeddhisme en (psychoanalytische) psychotherapie, en laat zien hoe het westerse denken kan profiteren van deze oosterse filosofie. In Open do desire. Embracing a lust for life neemt hij zowel het Boeddhistische als de psychoanalytische kijk op verlangen onder de loep: oppervlakkig gezien wordt verlangen door beide zienswijzen gezien als de bron van lijden. Dit is een groot misverstand, legt Epstein uit. Zowel in de psychoanalyse als in het Boeddhisme gaat het erom verlangen op de juiste manier te leren ervaren, er juist contact mee durven te maken in plaats van het óf blind na te jagen óf te vermijden om teleurstelling of frustratie te voorkomen. Verlangen toont ons wat we willen en wie we zijn, zonder dat we het noodzakelijkerwijs hoeven te bevredigen. Liever niet zelfs. Volgens Epstein onderschrijven beide tradities dat er een verband is tussen het sensuele en het spirituele, dat erotiek transcendent kan zijn, en spiritualiteit erotisch. Het is een boek dat mogelijk niet iedereen onmiddellijk aanspreekt, vanwege de licht esoterisch uitstraling. Maar dat is verraderlijk, Epsteins kennis is zeer gedegen en zijn voorbeelden zijn uitermate geschikt voor de dagelijkse praktijk van de psychotherapeut. Zo legt hij een logisch verband tussen een alledaags seksueel probleem van een van zijn patiënten en de Hindu-mythe over Ravana en Sita, waarbij verlangen (of een gebrek eraan) de weg vrijmaakt naar een nieuwe, evenwichtiger verhouding. Dit raakt aan de kern van een succesvolle therapie, wat uiteindelijk ook vaak neerkomt op het creëren van een nieuw, opbouwend en inspirerend verhaal.

Marte Kaan is als psychotherapeut werkzaam bij het NPI in Amsterdam, een instelling voor persoonlijkheidsproblematiek en is redacteur van dit tijdschrift.

De rubriek Signalementen is bedoeld voor korte recensies van boeken die die het denken over het vak verdiepen of de praktijk verder helpen, maar die niet direct behoren tot de psychotherapeutische vakliteratuur. Het kan ook gaan om boeken die belangrijk kunnen zijn voor onze patiënten. Ze mogen schuren langs de randen van het vak of vanuit een ander perspectief een vernieuwende kijk op het vak geven. We roepen u hierbij op om een bijdrage te leveren. Las u recent een boek dat u inspireerde of dat u aanzette om anders naar het vak te kijken? Of dat u het geschikt leek voor een patiënt? Laat het ons weten in een kort signalement (200-400 woorden).
E-mail tijdschrift@psychotherapie.nl

Naar boven