Gehoord

Dag van de Psychotherapie: Verkeerd verbonden. Amsterdam, Beurs van Berlage en online, 10 december 2021

Francisco Steenbakkers

Anno 2021; het tweede jaar van de coronapandemie. Voor een congres was het thema verbinding zelden relevanter. Voor mij, als een van de gelukkigen die live aanwezig mocht zijn, was dit direct merkbaar in een vrijwel lege Beurs van Berlage. Het was vervolgens een bijzondere gewaarwording dat ik me kennelijk toch in een groot gezelschap bevond, toen ik de teller bij het stemmen, geleid door dr. Kirsten Hauber (voorzitter nvp en als psychotherapeut werkzaam in eigen praktijk), zag oplopen tot 300+, terwijl ik mijn beroepsgenoten niet zag. Het voelde direct beter om weer een beetje meer verbinding te ervaren met mijn (online) beroepsgenoten. Vervolgens was het bevreemdend om te horen dat de verbinding was weggevallen. De verbinding was kennelijk verbroken, zonder dat ik het wist of voelde.

Nog niet zo lang geleden zou ik waarschijnlijk minder aandacht hebben besteed aan deze gevoelens. Waarschijnlijk had ik ze niet eens opgemerkt. Maar in deze tijd waarin verbondenheid minder vanzelfsprekend is en minder gemakkelijk gaat, ben ik er kennelijk sensitiever voor geworden.
De eerste spreker, dr. Peter Bos (universitair hoofddocent bij het Instituut Pedagogische Wetenschappen aan de Universiteit Leiden), nam de deelnemers als eerste mee in de biologische grondslag van verbinding. De mens is na de geboorte erg kwetsbaar en behoeft veel zorg. In de mens zijn allerhande neurologische, biologische en hormonale systemen gevonden die gericht zijn op het reguleren van verbinding en zorg voor zichzelf en anderen. Interessant is de aandacht die hij besteedde aan de zogenoemde ‘love affair with autonomy’ die de westerse wereld lijkt te hebben en die haaks staat op onze biologische aanleg. Het roept de vraag op of psychische klachten in hoge mate samenhangen met deze tegenstrijdigheid. Aan de ene kant is er de aangeboren behoefte aan verbinding, aan de andere kant het ideaalbeeld van de mens als een zoveel als mogelijk autonoom en zelfsturend wezen. Bos zette de deelnemers ertoe aan om wat meer aandacht voor de natuur van de mens te hebben en zich te realiseren dat het individu op zichzelf niet bestaat. Het individu is altijd met anderen verbonden, of bezig zich te verbinden. Zelfs in deze drukke en gedigitaliseerde wereld waarbij we vaak de ander niet kunnen zien. We kunnen de aanwezigheid, of juist de afwezigheid (eenzaamheid) wel voelen. We kunnen continenten van elkaar verwijderd zijn en via internet toch heel dichtbij, terwijl we in een miljoenenstad leven met buren op minder dan tien meter afstand en toch eenzaam zijn. Voor veel collega’s, met name de systemisch werkenden, was dit waarschijnlijk niet nieuw, en enkel een bevestiging vanuit de biologie. Toch rees bij mij de vraag in hoeverre ook psychotherapeuten in een liefdesaffaire zitten met autonomie. Wat als die affaire ten koste gaat van de systemische werkelijkheid en deze diepgewortelde behoefte in alle mensen? Het verhaal raakte aan een belangrijk punt van reflectie: hoe verhouden wij als psychotherapeuten onszelf tot autonomie? Hoe kunnen wij anders anderen helpen verbinding te vinden of te behouden, met behoud van autonomie? En dat in een tijd waarin autonomie al vanaf de geboorte wordt gestimuleerd en de wijze waarop wij verbonden zijn almaar lijkt te veranderen?

Later in het programma sloot de winnaar van de Wim Trijsburgprijs 2021, prof.dr. Greet Vanaerschot (klinisch psycholoog-psychotherapeut, professor in de psychotherapie aan de Universiteit van Antwerpen), in haar korte toespraak goed aan bij bovengenoemde vragen; zij vroeg vanuit een psychotherapeutisch perspectief expliciet aandacht voor verbinding als vereiste voor verandering. Tevens deed ze de oproep dat er in de psychotherapie voldoende aandacht moet zijn voor een juiste balans tussen autonomie en verbondenheid. De jury van de Wim Trijsburgprijs, voorgezeten door dr. Anna Bartak (psychotherapeut in eigen praktijk), benoemde dat de verbindende kwaliteiten van Vanaerschot tussen mensen, theorie, praktijk én wetenschap maken dat zij als scientist-practitioner-guide voor velen een inspiratie is.

In de tweede helft van de ochtend stond een paneldiscussie onder leiding van Coen Verbraak (journalist en programmamaker van de reeks ‘Kijken in de ziel’) op de planning. Verbraak heeft in zijn werk en de vorige editie van de Dag van de Psychotherapie laten zien een uitstekende interviewer te zijn. Hij weet als geen ander op verrassende wijze een interview te leiden in de richting van een gesprek waarbij je je als mens alleen maar kan identificeren met zijn gesprekspartner. Ook nu toonde hij zijn talent dat naast enigszins jaloersmakend vooral inspirerend was om te mogen aanschouwen. Hij wist de panelleden te verleiden om uit de wat afstandelijke rol van psychotherapeut en expert te komen en deel te nemen aan een menselijke en oprechte dialoog. Hoewel de inhoudelijke input vanuit ieder afzonderlijk panellid, vanuit zijn of haar eigen expertise, ook welkom was, was die uiteindelijk beperkt vernieuwend. Zo besprak Marc Daemen (klinisch psycholoog, p-opleider en voorzitter nvgp) vanuit zijn expertise over de rol van verbinding in groepspsychotherapie, Karin Wagenaar (klinisch psycholoog, psychotherapeut en voorzitter Stichting eft Nederland) vertelde over de rol van verbinding binnen relaties en relatietherapie en Sacha de Reuver (psychotherapeut en psychoanalytica) stond stil bij de behandelrelatie. Niet geheel toevallig en vooral ook treffend, bleek het de eft te zijn die de opening naar een verdiepend en persoonlijker gesprek bood. Wagenaar vertelde over persoonlijke relaties en hoe verbinding, of juist de absentie hiervan, haar heeft gevormd en nog altijd kan beïnvloeden. De Reuver vervolgde dat een rol als verbinder in de jeugd al aan haar was toebedeeld binnen de gezinsdynamiek. Wat zij moest ontberen aan affectieve voeding in de thuissituatie wist zij extern te halen. Terugkijkend had zij het idee dat dit haar mede op het pad van psychotherapie heeft gezet. Enerzijds sensitief voor breuken in de verbinding en die te herstellen, anderzijds de positie kennende van het soms moeten missen van een bron van emotionele voeding. Het verder uitpluizen van de eigen geschiedenis en het blootleggen van de doorlopende, niet-zichtbare, lijnen bracht meer inzicht, leidend tot mildheid over het zelf en de ander. Daemen memoreerde hierna een vergelijkbaar verhaal, waarbij problemen binnen het gezin, hoewel met een ander narratief, de interesse voor menselijke interactie en verbinding had gewekt. Hij herkende het proces van De Reuver richting mildheid, welke bij hem werd aangejaagd doordat zijn ouders bij hun kleinkinderen deels konden herstellen wat hij zelf gemist had. Een krachtig voorbeeld van hoe verbinding generatie-overstijgend blijkt te zijn, met zowel de potentie om te schaden als om te helen. Het ontsnappen aan een (boze) cyclus van wat werd gemist, lijkt een weg vrij te maken voor herstel. Hoe potent en ook kwetsbaar de kracht van verbinding kan zijn, bleek ook wel uit het feit dat de panelleden zichtbaar werden geraakt, wat vervolgens waarschijnlijk ook menig toeschouwer wist te raken (in ieder geval mij) – met name op het moment dat Wagenaar vertelde over haar band met haar gehandicapte zus, die door haar handicap voornamelijk op de beleving en fysiek contact is gericht. Juist ook de kwetsbaarheid die haar zus meebrengt, lijkt te hebben geleid tot meer verbondenheid binnen het gezin. De panelleden etaleerden hiermee op prachtige wijze de lessen die wij vaak aan cliënten mee trachten te geven, namelijk hoe boosheid lijkt te verharden, verstarren, en leidt tot verwijdering, en hoe kwetsbaarheid leidt tot mildheid en heling via verbinding. Het kan dan gaan om verbinding met delen van het zelf, of verbinding met de ander. Dit sluit aan bij het biologisch perspectief van de eerste spreker, die wees op de in alle mensen aanwezige potentie om te zorgen en te verbinden. Opvallend is dat Wagenaar, net als Bos, erop wees dat het juist de meer kwetsbaren in onze samenleving zijn die deze natuur gemakkelijker weten aan te boren bij zichzelf (geven), en ook om dit mechanisme te activeren bij de ander (ontvangen). Als toeschouwer en relatief jonge collega in het veld was het dan ook de kwetsbaarheid van deze ervaren collega’s die de meeste indruk maakte op mij. Gedurende de opleiding komt de eigen kwetsbaarheid geregeld ter sprake, maar dan gaat het vaak om die van de opleideling. Bij mij rees de vraag of het getuige zijn van de kwetsbaarheid van collega’s onder elkaar, dus juist ook die van de ervaren opleiders, niet wat hoger op de agenda zou mogen komen te staan naast het etaleren en overdragen van expertise. Zou een dergelijke gelijkwaardigheid als in het mens-zijn de opleideling niet ook beter in staat stellen de eigen kwetsbaarheid te voelen en deze te leren delen en daarmee te helpen groeien?

De middag werd voorgezeten door dr. Sjoerd Colijn (psychotherapeut-klinisch psycholoog, hoofdopleider bij de rino Groep en hoofdredacteur van dit tijdschrift). Het middagprogramma werd grotendeels gevuld met een masterclass, gevolgd door een casuïstiekbespreking met niemand minder dan dr. Bruce Perry (adjunct-professor bij de Northwestern University Chicago, Senior Fellow bij de ChildTrauma Academy en directeur van The Neurosequential Network). Hij bracht het meest technische verhaal van de dag mee over het neurosequential model of therapeutics (nmt). Hoewel technisch, wist hij dit overigens op zeer begrijpelijke en boeiende wijze te presenteren. Het nmt is in feite een wetenschappelijke benadering van klinische behandelingen waarbij de neurowetenschappen en ontwikkelingspsychologie aan de basis staan. Het betreft geen therapie op zichzelf, maar een model dat wetenschappelijke inzichten met elkaar verbindt. Op deze wijze tracht het de unieke samenstelling van kenmerken van een individu in kaart te brengen. Dat is belangrijk, omdat de pathologische expressie van verschillende samenstellingen in kenmerken hetzelfde kan zijn, terwijl de oorzaak of samenhangende elementen individueel verschillen. Het is dus een model dat pleit voor het toepassen van brede kennis, maar wel met een op de persoon aangepaste aanpak. In het bijzonder is hierbij aandacht voor hoe het brein en de samenhangende psychologische functies zich ontwikkelen. Deze kennis over diverse structuren moet vervolgens de behandelaar een indicatie geven van welke interventie aansluit bij de problematiek en het bijbehorende ontwikkelingsniveau. Zo kan een behandelaar voorkomen dat een cliënt wordt overvraagd door bijvoorbeeld te vroeg te gaan werken aan sociale vaardigheden, terwijl de spanningsregulatie nog onvoldoende is ontwikkeld, waardoor er juist meer risico ontstaat op instandhouding van de problematiek. Ook hierbij spelen relaties, of de absentie hiervan, een belangrijke rol. Hoewel het dus in oorsprong een meer technisch model is, neemt dit niet weg dat dit model het belang van de relatie met anderen onderkent. Iemand kan nog zo goed te begrijpen zijn vanuit een model of vragenlijsten, maar het zijn vooralsnog mensen, ook in de therapie, die verbinding met elkaar aangaan, wat nodig blijkt voor herstel. Bovenstaande korte samenvatting doet de rijkheid van het model tekort en het verdient zonder meer een nadere verkenning waartoe de spreker u ook in de gelegenheid stelt via www.bdperry.com. Het volgen van een masterclass of webinar door Perry is enorm de moeite waard, omdat hij met zijn ogenschijnlijk technische insteek toch een echte psychotherapeut in hart en nieren is gebleken. Dit bleek temeer tijdens de bespreking van de ingebrachte casuïstiek door Lenny Rodenburg (klinisch psycholoog en systeemtherapeut bij Molemann), Nicole van Koeveringe (gezondheidszorgpsycholoog bij Jeugdhulp Friesland) en Janneke Majoor (klinisch psycholoog en directeur behandelzaken bij Alliade). De wijze van presentatie van de casussen was aan de lange kant, maar Perry bleef geboeid luisteren en wist elk relevant detail hieruit te destilleren om hierna de collega’s van passende feedback vanuit de nmt te voorzien. Hoewel deze casusbespreking waardevol was, zou het voor een vervolg wellicht interessant zijn wanneer de casus niet enkel beschrijvend, maar ook met beeld zou kunnen worden gepresenteerd. Bij voorkeur zou dit hierna aangevuld kunnen worden met beeldmateriaal van hoe een therapeut vervolgens komt tot een interventie met de informatie uit het nmt. Voor nu bleef het bij een zeer boeiende presentatie en supervisie, waarbij de praktische invulling nog wel enige verbeeldingskracht behoefde.

De afronding van de Dag van de Psychotherapie werd opgeluisterd met een interview door Verbraak met Splinter Chabot die, net als zijn vader vorig jaar, met zijn energieke verschijning de deelnemers voorzag van een positieve impuls en hen meenam naar hoe ervaringen binnen zijn familie langs de intergenerationele verbindingen (of de afwezigheid hiervan) doorwerken.

Ik kijk terug op een geslaagde Dag van de Psychotherapie, waarbij het thema verbinding goed in beeld werd gebracht, met zowel cognitieve als affectieve voeding, en van kleur voorzien dankzij mooie ervaringsverhalen. Verbinding doet ertoe. Een tekort aan verbinding kan schadelijk zijn voor mensen. Maar verbinding heeft ook de potentie om te helen door zorg voor en bij elkaar op te roepen. Het streven naar een gezonde balans tussen verbondenheid en autonomie is bovendien essentieel in een tijdsgeest waarbij autonomie wordt beschouwd als een van de meest nastrevenswaardige eigenschappen. En dat blijkt lastig, want het was juist die balans die mij aan het einde van de dag toch met een gevoel van gemis huiswaarts deed keren. Ooit ook verknocht aan autonomie, moet ik bekennen dat de les van deze pandemie voor mij is dat er niet zoveel aan die autonomie is bij een tekort aan verbondenheid. Ik hoop van harte dat de volgende editie van het congres meer aan mijn behoefte tegemoet mag komen.

Francisco Steenbakkers is als psychotherapeut en gezondheidszorgpsycholoog in opleiding tot specialist werkzaam bij GGz Breburg en in eigen praktijk Mentaal Vooruit. Daarnaast is hij bestuurslid bij de NVP en buitenpromovendus bij Tilburg University.
E-mail n francisco@mentaalvooruit.nl

Naar boven