Gehoord

Maud Schaepkens

In hoeverre lukt het om mindful te zijn in deze bijzondere tijden; tijden van isolatie, (extra) werkdruk en minder mogelijkheden tot ontspanning? En als het dan al lukt om mindful te zijn, lukt het dan om dat ook te blijven in de communicatie met een ander?

Ik heb wel wat ervaring met mindfulness, zowel in het zelf toepassen als in het verweven ervan in behandelingen, en tevens in het verleden met het geven van enkele mindfulnessgroepen. Ik heb het idee op heel wat momenten aardig mindful te zijn, ook in deze vreemde tijden. Toch verrasten de sprekers tijdens het webinar ‘De kunst van mindful communiceren in tijden van isolatie’ mij op positieve wijze en deed ik verfrissende inspiratie op.

Frits Koster (mindfulness- en compassietrainer bij het Centrum Integrale Psychiatrie in Groningen, opleider in mindfulness en auteur) en zijn partner Jetty Heynekamp (mindfulnesstrainer, samen met Koster eigenaar van Trainingsbureau Mildheid & Mindfulness en auteur) schreven samen met enkele coauteurs het gelijknamige boek De kunst van mindful communiceren in tijden van isolatie. In het webinar lichtten zij de zes programma’s toe die in het boek aan de orde komen.

Koster opende met een korte uitleg over mindfulness: “Het is je gewaar zijn van een ervaring terwijl deze ervaren wordt en zonder te hoeven oordelen.” Koster en Heynekamp beoefenen allebei al zo’n veertig jaar mindfulness. Koster heeft zelfs gedurende enkele jaren als boeddhistisch monnik in Azië geleefd.

Rap ging Koster over op het eerste programma dat in het boek wordt beschreven: geweldloze communicatie. In een conflict, met wie of waar dan ook (zowel privé als op het werk), kun je gebruikmaken van de handvatten die dit programma aanreikt. Hierbij wordt uitgegaan van een verbinding tussen mindfulness en compassie, waarbij je eerst waarneemt wat er gebeurt.

“Stel je bijvoorbeeld voor dat je een mail krijgt over iets waar je niet bij betrokken bent geworden, maar waarvan je wel had verwacht dat je erbij betrokken zou worden. Neem dan eerst eens waar wat er gebeurt,” begon Koster. Na het waarnemen komt het voelen: ga na wat je voelt. Daarbij is het belangrijk om stil te staan bij het verschil tussen zogenaamde ‘quasigevoelens’, zoals ‘ik voel me aangevallen’, en ‘gevoelens’ als bangheid of eenzaamheid. Een quasigevoel breekt de verbinding af, omdat er interpretaties en oordelen bij zitten. Het is belangrijk om stil te staan bij de diepere gevoelens.

Vervolgens ga je na wat je behoeften zijn, om daar tot slot een actie of verzoek aan te verbinden. Dan kun je bijvoorbeeld vragen om wel ergens bij betrokken te worden, als je die behoefte hebt.

Het tweede programma betreft interpersoonlijke mindfulness. Dit stelt dat het belangrijk is om ‘samen te ontwaken, luisteren en spreken’ aan de hand van zes richtlijnen: pauzeren, ontspannen, openen, afstemmen op het opkomen, aandachtig luisteren en de waarheid spreken. Koster benadrukt hierbij het belang van pauzeren: “Laat de mail die je krijgt eerst eens binnenkomen. Om daarna vanuit rust te besluiten wat je ermee wilt doen.”

In het derde programma, greenzone communicatie, komt een stoplichtmethode aan bod, zoals ik die ook vanuit diverse andere hulpverleningsinterventies ken. Hierbij staat ‘groen’ ervoor dat de communicatie stroomt; ‘oranje’ betekent dat het spannend wordt, of zoals Koster het noemt: “We schieten in een kramp.” Bij ‘rood’ is de communicatie niet meer verbindend. In het boek komen voorbeelden aan de orde, evenals handvatten om het groene meer te voeden, hoe bij oranje meer opmerkzaamheid te realiseren en hoe je van rood kan toewerken naar herstel.

Volgens Koster moeten we hierbij ook de waarde van teleurstelling niet vergeten. Het brengt ons weer op aarde, als blijkt dat bijvoorbeeld onze verwachting niet zo reëel was.

Mindfulness en communicatie creëren samen het vierde programma. In het boek is dit hoofdstuk geschreven door coauteur Edel Maex, die daarbij ingaat op het bestaansrecht voor jezelf en de ander. Koster benoemde hierover dat we andere mensen nooit precies kunnen begrijpen. We begrijpen onszelf vaak al niet, laat staan anderen. Als we daarvan uitgaan, kunnen we veel meer ontspannen met anderen omgaan. We kunnen wel nieuwsgierig naar de ander blijven. Koster hield het kort, omdat Maex aan het eind van het webinar zelf aan het woord zou komen.

Het vijfde programma, deep listening, betekent dat je luistert met je hele ‘zijn’. Het gaat over de kunst van het luisteren, zo legde Koster uit. Als je écht leert luisteren, komt er vaak iets heel anders uit dan wanneer je dat niet doet. Of, zoals ooit een coach van Koster het zei: “Je hebt me tevoorschijn geluisterd.” Oftewel: het is mogelijk om jezelf te leren kennen en horen, door echt gehoord te worden.

Koster legde uit dat je kunt leren luisteren vanuit je lichaam, met je buik en je hoofd, en dat dit een soort basis kan zijn. Vanuit deep listening zijn er drie invalshoeken: 1) lichamelijk luisteren, oftewel leren luisteren naar fysieke signalen; 2) compassievolle verbinding maken, met zowel jezelf als luisteraar, als met de ander; 3) ondersteunend aanwezig zijn en in verbinding zijn met de ander op een manier waarop de ander zich gehoord kan voelen.

Het laatste programma betreft open dialogue, voortkomend uit de behandelmethodiek peer supported open dialogue. Via mindfulness en de dialogische praktijk ga je hierbij op weg naar inzicht. De cliënt werkt samen met zijn persoonlijke netwerk – van gezinsleden tot vrienden – en professionele hulpverleners aan eigen hulpvragen. Het stelt de omgeving van de cliënt centraal. Op een democratische manier wordt het hele systeem uitgenodigd om met elkaar in gesprek te zijn.

Binnen een half uur vloog Koster – met hier en daar een aanvulling van Heynekamp – door de zes programma’s heen. Toen vervolgens de pollvraag werd gesteld met welk programma wij als kijkers zeker zelf in de praktijk aan de slag wilden gaan, dacht ik vooral: alles werd maar zo kort aangestipt dat ik overal eerst nog wat meer over zou willen weten. Inzake een van de programma’s werd deze vraag gehonoreerd.

Coauteur Edel Maex (psychiater, grondlegger van de Mindfulness Based Stress Reduction in België, werkzaam bij het ziekenhuis zna Middelheim te Antwerpen en auteur) vulde de laatste twintig minuten van het webinar met nadere informatie over het programma mindfulness en communicatie.

Maex: “De kwaliteit van mindfulness speelt evengoed tússen mensen als in mensen zelf. Wat ons verbindt, is aandacht.” Maex’ aandachtsgebied betreft dan ook de kwaliteit van aandacht in interactie en communicatie. “Mindfulness betekent dat je de open vraag stelt: ‘wie ben jij?’ en dat je niet oordeelt. Tegelijkertijd stel je naar jezelf toe de vraag: ‘hoe gaat het met mij?’ Die twee gaan hand in hand en dat gaan eindeloos door. In die gedeelde open ruimte geef je elkaar bestaansrecht, en dat is de plaats van ontmoeting. Dit geldt voor alle soorten contact, dus ook in de therapiekamer.”

Hoe zorg je daarin voor jezelf? De meeste hulpverleners weten wel dat ze ook voor zichzelf moeten zorgen, maar volgens Maex doen zij dat vaak buiten hun werk. “Het begint echter in het gesprek zelf al!” Het voorbeeld dat hij daarop aanhaalde, kennen we allemaal wel: na een gesprek met een cliënt voel je je helemaal leeggezogen, je bent niets meer waard. “Wat gebeurt er in zo’n gesprek? En vooral: wat gebeurt er níet? Die vragen zijn belangrijk om onszelf te stellen.”

Volgens Maex verliezen we op zo’n moment het contact met onszelf. “Als de ander alleen maar ventileert en jij alleen maar ‘daar’ bent voor de ander, wordt het een monoloog waarbij de spreker geen aandacht heeft voor degene tegen wie hij spreekt.”

Om te bewaken dat je niet wordt leeggezogen, is het belangrijk om contact te houden met jezelf. “En niet alleen voor jezelf, maar ook voor de ander. Want de helende kracht van de dialoog zit erin dat je in verbinding bent met elkaar, en dat kan alleen als je goed voor jezelf zorgt.”

Toen Maex nog niet zo lang als psychiater werkzaam was en zijn cliënt tegenover hem zat te ventileren, dacht hij: laat hem maar. Uiteindelijk ontdekte hij dat het ventileren niet helend werkt – “niemand wordt er beter van” – en besefte hij dat zelfzorg en zorgen voor de ander hand in hand gaan. “In de gedeelde ruimte ben je allebei aanwezig. Er is sprake van een gedeelde gelijkwaardige relatie, weliswaar in een andere rol en functie, maar het is een gelijkwaardige ontmoeting als mensen met elkaar.”

Als tegenwoordig een van zijn cliënten neigt te ventileren, gaat Maex daar anders mee om. “Ik heb nu geleerd om contact met mezelf te houden. Als ik het opmerk, nodig ik de ander in een paar zinnen uit om tégen mij te praten: wat verwacht je nu van mij, wat kan ik voor je betekenen, wat gaan wij daarmee doen?”

In plaats van te ventileren en zichzelf te verliezen, wordt de cliënt uitgenodigd het gesprek aan te gaan. Dit gaat aldus Maex niet alleen op in de therapiekamer, maar net zo goed in andere relaties. “Al is het op familiefeestjes wel vaak wat moeilijker te hanteren,” bekende hij lachend.

“Communicatie is niet afdwingbaar. Je kunt de ander alleen maar uitnodigen om contact te maken met jou. Maak met een open blik contact met de ander, met de vragen: wie ben jij, wie ben ik? Het zijn vragen die nooit volledig beantwoord worden. Als die uitnodiging wordt aangenomen, dan ontstaat er iets heel moois.”

Een van de deelnemers stelde de vraag hoe je het precies merkt als je uit contact raakt met jezelf. “Het probleem is dat je dat niet merkt, juist omdat je uit contact bent met jezelf,” antwoordde Maex glimlachend. “Daarvoor is meditatie juist heel belangrijk. Het kan zijn dat je pas merkt dat je uit contact was met jezelf als je op je kussen gaat zitten en jezelf vraagt ‘hoe gaat het met mezelf?’. Door die vraag open te houden, cultiveer je dat. Eveneens door vaker te mediteren. Maar gegarandeerd lopen we er weer tegenaan, en dat maakt het voor velen nodig om regelmatig een moment te nemen voor ademruimte, meditatie, jezelf de vraag te stellen: wie ben ik?”

De psychiater en mindfulnessdeskundige vervolgde met een korte geleide meditatieoefening voor de deelnemers. Uitdaging hierbij was om de ogen open te houden, je blik te laten rusten waar die vanzelf uitkomt, en je vervolgens af te vragen of je jezelf blijft voelen als je dat doet – of verlies je jezelf dan in het beeld? Maex bekende dat die kans groot was, wat maakte dat hij ons uitnodigde toch de ogen even te sluiten, om contact te maken met jezelf. Om vervolgens héél voorzichtig de ogen te openen, terwijl je contact houdt met jezelf, zonder meteen te laten binnenkomen wat je ziet. “Hoe is dat, om hier te zijn, in contact met jezelf, en open te zijn voor dat wat je ziet? Om ruimte te creëren voor wie jij zelf bent, evenals voor de werkelijkheid die binnen jouw gezichtsveld is?”

Bij het afsluiten van de oefening benadrukte hij de uitnodiging open te houden om hiermee verder te experimenteren in de toekomst. “Hoe kun je níet het ene ten koste laten gaan van het ander?”

Afgerond werd met nog enkele vragen van de deelnemers, zoals: hoe kun je in tijden van isolatie (covid-19) deze theorieën gebruiken om toch in contact te blijven met anderen? Koster gaf daarop aan dat, nu het moeilijk is om live contact met anderen te onderhouden, we juist wel meer intrapersoonlijk contact kunnen maken, namelijk met onszelf. “Beeldbellen brengt vaak met zich mee dat mensen het gevoel hebben dat ze in het beeld gezogen worden en dat ze er vermoeid van raken. Probeer eens, in plaats van met gefocuste aandacht (naar buiten; maar dit kost veel energie), juist met receptieve aandacht aanwezig te zijn. Daarbij ben je gewaar van zitten, van zien, van horen. Als je op die manier contact maakt met jezelf, kun je van daaruit weer verbinding maken met de ander.”

Ook kun je mensen die je niet direct kan zien of opzoeken, wel een vriendelijke wens toesturen – zowel in gedachten als per post. Ook is het goed om regelmatig een vriendelijke wens naar jezelf te laten uitgaan. “We hebben het momenteel als mens nu eenmaal ook niet altijd even gemakkelijk.”

Maex vulde aan: “Voor mensen die nu echt alleen zijn, is het heel moeilijk. Tegelijkertijd is het fantastisch wat we allemaal voor elektronische middelen hebben. Hoe deden ze dat vroeger ten tijde van de pest? We zijn in het geïsoleerd zijn ook allemaal samen, want we zitten in dezelfde situatie. Het raakt ons als persoon én als maatschappij. We zijn verbonden in de pandemie.”

Kort werd nog aangestipt dat uit onderzoek blijkt dat mindfulnessoefeningen meer positief effect hebben op eenzaamheid dan diverse andere oefeningen. “Want open aandacht is dat wat ons verbindt. Ook al is het slechts de glimlach (met de ogen, want haar mond zit achter een mondkapje) van die vrouw in de supermarkt. Maar als die aandacht er niet is, dan ervaar je de verbinding niet.”

De auteurs besluiten: “Deze tijd nodigt juíst uit om compassie te hebben. Naar onszelf én anderen.”

Aan het begin van het webinar moest ik er even ‘inkomen’ en de tour langs de verschillende programma’s ging mij wat te vlot, maar tijdens de meditatieoefening van Maex was ik er helemaal – in contact met mezelf, en tegelijkertijd ook met de sprekers op het scherm. Zal me dat eveneens lukken tijdens het beeldbellen met mijn cliënten, en straks weer in de therapiekamer?

Ik heb in elk geval zin om aan de slag te gaan met de opgedane inspiratie, zowel in contact met mijn cliënten als in contact met mezelf.

Maud Schaepkens is als psychotherapeut werkzaam bij MET ggz in Hoensbroek. Daarnaast is is zij als gastdocent werkzaam bij RINO Zuid en is zij eigenaar van tekstbureau MaudMedia. Zij is redacteur van dit tijdschrift. E-mail mschaepkens@metggz.nl

Naar boven