De werkzaamheid van online psychotherapeutische behandeling voor diverse psychische aandoeningen en leeftijdsgroepen: een narratieve review

Viviane Thewissen, Nicole Gunther

Samenvatting

Implementatie van online psychotherapeutische behandeling in de praktijk blijft ver achter bij eerdere verwachtingen. Dit review geeft een overzicht van de huidige stand van zaken van onderzoek naar de werkzaamheid van ‘stand-alone’ online psychotherapeutische behandeling voor diverse psychische aandoeningen en leeftijdsgroepen. Naast online cognitieve gedragstherapie (cgt) komen ook andere therapeutische oriëntaties aan bod, zoals interpersoonlijke psychotherapie (ipt) en psychodynamische psychotherapie (pdt). In dit review wordt een paraplubenadering gehanteerd waarbij internationale rct’s en meta-analyses de aandacht krijgen. Hoewel rct’s veel voordelen kennen, worden ook enkele kanttekeningen geplaatst bij het gebruik van dergelijke designs om e-mental health-interventies te onderzoeken. Tot slot wordt in dit review aandacht besteed aan belangrijke uitdagingen voor toekomstig e-mental health-onderzoek. Het is te verwachten dat de covid-19-pandemie een katalysator zal zijn voor verder onderzoek en bredere implementatie van online psychotherapeutische behandeling, waarbij blended interventies het meest voor de hand liggen.

Leerdoelen

Na het lezen van dit artikel zal de lezer:

  1. de verschillen tussen efficacy-studies en effectiveness-studies kunnen aanduiden;
  2. de werkzaamheid van stand-alone online psychotherapeutische behandeling kunnen beschrijven voor diverse psychische aandoeningen, leeftijdsgroepen en psychotherapeutische benaderingen;
  3. kritisch kunnen reflecteren op de waarde van gerandomiseerde gecontroleerde trials (rct’s) bij de evaluatie van de werkzaamheid van online psychotherapeutische behandelinterventies;
  4. belangrijke uitdagingen voor toekomstig onderzoek kunnen noemen op het gebied van online psychotherapeutische behandeling.

Inleiding

De afgelopen twee decennia is er een breed aanbod van e-mental health-interventies beschikbaar gekomen, maar implementatie in de praktijk blijkt lastig en blijft ver achter bij eerdere verwachtingen (Gaebel, e.a., 2020; Vis e.a., 2018). Anno 2021 is e-mental health nog steeds onvoldoende ingebed en geïntegreerd als regulier onderdeel van routinematige klinische zorg. De covid-19-pandemie kan echter worden beschouwd als een mogelijke game changer voor e-mental health. Door deze onverwachte en onvoorziene gebeurtenis moest communicatie in onze samenleving in een rap tempo voor een groot deel online plaatsvinden. In eerste instantie is tijdens de ‘intelligente’ lockdown in het voorjaar van 2020 op grote schaal ingezet op beeldbellen en behandeling via e-mail, ter vervanging van de face-to-facecontacten, maar het is mogelijk dat covid-19 tot gevolg heeft dat e-mental health-toepassingen een structurelere plek krijgen in de klinische praktijk (Bielinski & Berger, 2020; Wind e.a., 2020).

In vervolg op het beschikbaar komen van een uitgebreider e-mental health-aanbod heeft afgelopen jaren een stevige opmars plaatsgevonden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek naar e-mental health-interventies voor diverse aandoeningen en leeftijdsgroepen. Een in dit tijdschrift eerder verschenen state-of-the art overzichtsartikel (Thewissen & Gunther, 2015) over e-mental health is inmiddels deels achterhaald en een update is dan ook gewenst. In de afgelopen jaren is een aanzienlijk aantal nieuwe publicaties verschenen op dit gebied, waaronder gerandomiseerde, gecontroleerde trials (rct’s), meta-analyses, systematische reviews, narratieve reviews, studies naar effectiviteit in klinische settings, kosteneffectiviteit en langetermijnuitkomsten, implementatiestudies en kwalitatieve studies (Andersson e.a., 2019). Omdat rct’s niet altijd voldoende statistische power hebben om betekenisvolle verschillen aan te tonen, wordt er belang gehecht aan meta-analyses waarbij de resultaten of data van individuele rct’s worden samengevoegd om tot meer betrouwbare uitspraken te komen.

In dit review zal allereest kritisch worden gereflecteerd op de waarde van een rct. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de huidige stand van zaken van onderzoek naar de werkzaamheid van ‘stand-alone’ online psychotherapeutische behandeling voor diverse psychische aandoeningen en leeftijdsgroepen. Er wordt een paraplubenadering gehanteerd, waarbij internationale rct’s en meta-analyses de aandacht krijgen. Daarbij beperken we ons tot online cognitieve gedragstherapie (cgt), online interpersoonlijke psychotherapie (ipt) en online psychodynamische psychotherapie (pdt). Bij deze psychotherapeutische benaderingen is het onderscheid tussen online begeleide zelfhulp en online psychotherapie niet eenvoudig te duiden. In de literatuur wordt dit onderscheid niet altijd gemaakt of worden begeleide zelfhulpinterventies en online psychotherapie als synoniemen gebruikt (Smoktunowicz e.a., 2020; Thewissen & Gunther, 2015). Beide vormen worden in dit review daarom beschouwd als online psychotherapeutische behandeling. Blended interventies, waarbij online psychotherapie wordt gecombineerd met face-to-facecontacten, vallen buiten de scope van dit review, omdat gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek hiernaar nog erg beperkt is. Om dezelfde reden vallen behandelingen die uitsluitend plaatsvinden via beeldbellen, e-mail of chat buiten dit review (Bielinski & Berger, 2020). De review eindigt met een blik vooruit waarbij enkele uitdagingen voor toekomstig onderzoek naar online psychotherapeutische behandeling worden beschreven.

RCT-onderzoek: een kritische noot

Een rct is de beste garantie voor de interne validiteit van een studie en wordt beschouwd als gouden standaard voor het evalueren van de werkzaamheid van klinische interventies. Door het gerandomiseerde, gecontroleerde design kunnen de waargenomen effecten causaal worden gelinkt aan de interventie en aan verschillen tussen de vergeleken subgroepen of andere factoren dan de interventie als zodanig. Zelfs bij een goed ontworpen en succesvol uitgevoerde rct blijven echter veel klinische vragen onbeantwoord, omdat de resultaten van rct’s – die betrekking hebben op groepsniveau en van algemene strekking zijn – niet passend zijn bij elke individuele patiënt (Van Poucke e.a., 2016). Een hogere interne validiteit kan tot gevolg hebben dat de generaliseerbaarheid (externe validiteit) van de resultaten naar andere personen of naar de klinische praktijk afneemt. Zo gaat het bij rct’s vaak om efficacy-studies, dat wil zeggen de werkzaamheid van behandelingen in een onderzoekssetting, en niet om effectiveness-studies, de effectiviteit en doeltreffendheid in de klinische praktijk (Emmelkamp, 2011). Deelnemers aan efficacy-studies worden vaak geworven via advertenties in een krant, ze worden gezien in andere settings, zoals een universiteit of het lab, en hun behandelaren zijn experts of studenten. Ook zijn de vergeleken groepen in rct’s vaak geselecteerd op afwezigheid van comorbiditeit of complexe problematiek en op positieve motivatie voor deelname aan de behandeling en het onderzoekskader. Daarentegen zijn deelnemers aan effectiveness-studies reguliere patiënten, die in reguliere settings worden gezien door reguliere therapeuten (Andersson, 2014). Een effectiveness-studie onderzoekt dus de effecten van een interventie in de klinische praktijk, onder pragmatische condities, en heeft daarom een hoge externe validiteit (maar vaak een lagere interne validiteit).

Hoewel in de literatuur soms wordt gesproken over ‘effectiviteit’ van interventies, gaat het hierbij strikt genomen niet altijd om de effectiviteit en doeltreffendheid van de interventie in de klinische praktijk. Hoe effectiviteit het beste is vast te stellen, is bovendien aan veel discussie onderhevig. Vanuit wetenschappelijk oogpunt is een interventie ‘bewezen effectief’ als het effect door onderzoek is aangetoond, waarbij de waargenomen effecten niet veroorzaakt kunnen zijn door invloeden van buitenaf. Vanuit een praktijkperspectief is het effect van een interventie bewezen als de gestelde doelen worden gerealiseerd en cliënten tevreden zijn (Van Yperen, Veerman, & Bijl, 2017).

Online behandelinterventies gebaseerd op CGT

In de afgelopen twee decennia is er een enorme vooruitgang geboekt in het ontwikkelen en onderzoeken van online behandelinterventies gebaseerd op cognitieve gedragstherapie (cgt). Online cgt- (in het Engels vaak afgekort als icbt-) interventies vallen onder de best onderzochte e-mental health-interventies (Aboujaoude e.a., 2020). Deze interventies worden hieronder dan ook apart besproken voor respectievelijk de leeftijdsgroepen volwassenen, kinderen en adolescenten, en ouderen. In dit overzicht worden online interventies voor verslavingen buiten beschouwing gelaten, omdat deze behandelingen zich niet specifiek richten op cgt, maar vaak een combinatie zijn van verschillende therapeutische principes. Hetzelfde geldt voor online cgt voor seksueel disfunctioneren alsook voor somatische aandoeningen, die vaak samengaan met angst en depressie, zoals tinnitus, hoofdpijn, chronische vermoeidheid, chronische pijn en prikkelbaredarmsyndroom (voor een overzicht, zie Andersson e.a., 2014; Beukes e.a, 2019).

Online CGT bij volwassenen

Op basis van een systematische review, waarin meer dan honderd rct’s werden opgenomen, concluderen Hedman en collega’s (2012) dat er aanzienlijk bewijs is voor de werkzaamheid van online cgt-behandelinterventies (begeleide zelfhulp) voor volwassenen met een depressie (zowel depressieve stoornis als depressieve symptomen), paniekstoornis of sociale fobie.1 In recente jaren zijn er veel rct’s naar online cgt voor volwassenen met angst- en stemmingsstoornissen bij gekomen. Daarnaast zijn er ook meta-analyses en reviews op basis van deze rct’s uitgevoerd. In recente overzichten van reviews en meta-analyses wordt de conclusie van Hedman en collega’s bevestigd en worden middelgrote tot grote effecten gevonden voor online cgt-behandelinterventies op het gebied van depressieve stoornissen, alsmede voor angststoornissen, zoals paniekstoornis en sociale-angststoornis/sociale fobie (Andersson, e.a., 2019; Taylor e.a., 2020). Daarnaast worden in verschillende reviews en meta-analyses ook middelgrote tot grote effecten aangegeven voor online cgt-behandel­interventies voor de gegeneraliseerde-angststoornis en posttraumatische-stressstoornis (Andersson e.a., 2019; Eilert e.a., 2020). Meta-analyses waarin online cgt werd afgezet tegen traditionele face-to-face-cgt hebben geen verschil in werkzaamheid aangetoond voor onder andere depressieve stoornissen, paniekstoornissen (met of zonder agorafobie) en sociale fobieën (Andersson e.a., 2014; Andersson e.a., 2016; Andrews e.a., 2018; Carlbring e.a., 2018; Stech e.a., 2020). Voor deze aandoeningen is online cgt dus even werkzaam als traditionele face-to-facebehandeling, met het verschil dat online behandeling over het algemeen minder tijd vraagt van de therapeut (Andrews e.a., 2018). Met enige voorzichtigheid concluderen Andersson en collega’s (2018) dat de effecten van online cgt mogelijk langdurig zijn. Zij baseerden deze conclusie op basis van meta-analytische statistieken van veertien rct’s die zich richtten op onder andere depressie, panieksymptomen en sociale fobie/sociale-angststoornissen.

Een meta-analyse naar de werkzaamheid van online cgt voor de behandeling van slaapstoornissen bij volwassenen (Zachariae e.a., 2016) liet statistisch significante grote effecten zien op de ernst van insomnia en kleine tot medium effecten op verschillende slaapgerelateerde variabelen, zoals de tijd om in slaap te vallen en het aantal nachtelijke momenten dat men wakker werd. Enkele studies lieten zien dat effecten langere tijd standhouden; bij een van de studies zelfs tot na 48 weken. De uitkomsten lieten zich vertalen in klinisch relevante veranderingen die vergelijkbaar zijn met face-to-facebehandeling en farmacotherapie. Een rct-onderzoek van Blom en collega’s (2015) toonde aan dat online cgt voor insomnia niet inferieur was aan groeps-cgt en dat deze vergelijkbare effecten behouden bleven tot na zes maanden. Een andere rct naar de werkzaamheid van online cgt voor insomnia liet zien dat online cgt weliswaar werkzamer is dan een wachtlijst, maar minder werkzaam dan face-to-facebehandeling. De auteurs raden online cgt voor insomnia aan wanneer face-to-facebehandeling niet eenvoudig beschikbaar is of als onderdeel van een ‘stepped care’-benadering (Lancee e.a., 2016).

Verschillende systematische reviews en meta-analyses concluderen dat de werkzaamheid van online cgt voor eetstoornissen (specifiek boulimia nervosa en eetbuistoornis) veelbelovend lijkt, maar nog beter moet worden onderzocht (Hedman e.a.., 20122; Linardon e.a., 2020). Op basis van een systematische review en meta-analyse, waarin naast bulimia nervosa en eetbuistoornis ook werd gekeken naar anorexia nervosa, concludeerden Loucas en collega’s (2014) dat online cgt voor de behandeling van eetstoornissen onmogelijk kan worden betiteld als ‘veelbelovend’. Zij merkten op dat het door de heterogeniteit van de studies lastig was om eenduidige en sterke conclusies te trekken. Er kan dus niet gesteld worden dat online cgt voor eetstoornissen een goed alternatief is voor face-to-facebehandeling. De auteurs concludeerden dan ook dat men voorzichtig moet zijn met het aanraden van online cgt als onderdeel van een behandelprogramma voor eetstoornissen.

De werkzaamheid van online cgt is slechts beperkt onderzocht voor overige psychische aandoeningen. Het online aanbod voor volwassenen met een specifieke fobie is zeer beperkt, waardoor er maar weinig beschikbare onderzoeken zijn en reviews of meta-analyses met eenduidige resultaten zijn nog niet voorhanden (Andersson e.a., 2019; Hedman e.a., 2012). Ook onderzoek naar de werkzaamheid van online cgt voor volwassenen met obsessief-compulsieve stoornissen is nog vrij beperkt: in een recent systematisch review wordt, op basis van vier rct’s, geconcludeerd dat online cgt mogelijk werkzaam is voor deze doelgroep (Millar e.a., 2020).

Samengevat kan geconcludeerd worden dat er toenemend bewijs is voor de werkzaamheid van online cgt voor diverse psychische aandoeningen bij volwassenen.

Online CGT bij kinderen en adolescenten

Er zijn verschillende rct’s uitgevoerd naar de werkzaamheid van begeleide online cgt-behandeling voor kinderen en adolescenten (tot en met 18 jaar) met een psychische stoornis, zoals blijkt uit diverse recente reviews en meta-analyses (Grist e.a., 2019; Vigerland e.a., 2016a). De meeste rct’s richtten zich op angststoornissen in het algemeen en sociale angst in het bijzonder (Donovan & March, 2014; March, Spence, & Donovan, 2009; Spence e.a., 2011; Spence e.a., 2017; Tillfors e.a., 2011; Vigerland e.a., 2016b; Stjerneklar e.a., 2019). Maar er zijn ook rct’s uitgevoerd naar de werkzaamheid van online cgt voor diverse andere psychische klachten of stoornissen, waaronder insomnia, overgewicht, eetbuien en eetproblemen en obsessief-compulsieve stoornis (De Bruin e.a., 2015; Doyle e.a., 2008; Heinicke e.a., 2007; Lenhard e.a., 2017). Al deze studies concluderen dat begeleide online cgt-interventies, vergeleken met een wachtlijstconditie, een significant groter effect hebben; het gaat hierbij over het algemeen om een middelgroot effect op klachtenreductie (Grist e.a., 2019; Vigerland e.a., 2016a). Wat betreft angststoornissen zijn de middelgrote effecten vergelijkbaar met de gevonden effecten die in meta-analyses over traditionele face-to-face-cgt bij adolescenten naar voren komen (Reynolds e.a., 2012). In slechts een klein aantal rct-studies, namelijk naar angststoornissen en slapeloosheid onder adolescenten, wordt online cgt direct vergeleken met face-to-face-cgt: effecten verschillen niet significant tussen beide groepen (De Bruin e.a., 2015; Spence e.a., 2011). Deze resultaten zijn consistent met een vergelijkbare studie onder volwassenen (Andersson e.a., 2014). Een recente rct naar de werkzaamheid van online cgt bij adolescenten met depressieve symptomen laat zien dat online cgt werkzamer was dan een controleconditie waarin er monitoring en niet-specifieke begeleiding plaatsvond (Topooco e.a., 2018).

Concluderend: genoemde reviews en meta-analyses suggereren dat online cgt in vergelijking met wachtlijstcontroles en treatment as usual een geschikte manier is om kinderen en adolescenten met verschillende psychische stoornissen te behandelen en de bereikbaarheid van deze doelgroep te verbeteren (Grist e.a., 2019; Vigerland e.a., 2016a).

Online CGT bij ouderen

Het aanbod van online behandelinterventies voor de doelgroep ouderen (50+) is zeer schaars. Uit een recente review en meta-analyse (Xiang e.a., 2020) komt naar voren dat er drie rct’s zijn uitgevoerd naar de werkzaamheid van begeleide online cgt bij depressie onder oudere volwassenen (50 jaar en ouder). Genoemde rct’s concluderen dat online cgt werkzaam is voor oudere volwassenen met milde tot matige depressieve symptomen (O’Moore e.a., 2018; Titov e.a., 2015; Titov e.a., 2016). De studie van Titov en collega’s (2015) laat zien dat bovengenoemde effecten ook aanwezig zijn op de langere termijn (drie en twaalf maanden na de online cgt-behandeling). Verder blijkt online cgt bij gegeneraliseerde angst (Dear e.a., 2015; Jones, Hadjistavropoulos, & Soucy, 2016) veelbelovend te zijn.

Transdiagnostische online CGT-interventies

In de geestelijke gezondheidszorg is er een ontwikkeling gaande waarbij steeds meer aandacht uitgaat naar factoren die een rol spelen bij verschillende psychiatrische stoornissen. Deze zogenaamde transdiagnostische factoren kunnen verwijzen naar bijvoorbeeld gelijke symptomen, gedragingen, copingstrategieën en emotionele factoren bij verschillende stoornissen (Van Heijcop ten Ham, Hulsbergen, & Bohlmeijer, 2014). Transdiagnostische behandelinterventies worden ingezet om comorbiditeit geïntegreerd aan te pakken, maar kunnen ook worden toegepast binnen een ‘stepped care’-benadering als eerste-stap-interventie (preventie) voor diverse enkelvoudige problemen. Dit kan wanneer uitgebreide diagnostiek nog niet noodzakelijk wordt geacht en het nog niet duidelijk is om welke specifieke problematiek het gaat. Op deze manier kunnen transdiagnostische interventies bijdragen aan het vergroten van het bereik van preventie vanwege hun laagdrempeligheid tot deelname en efficiëntie (Riper e.a., 2013).

In een meta-analyse van negentien rct’s met in totaal bijna drieduizend volwassen deelnemers in de leeftijd van 18 tot 93 jaar, werden de effecten onderzocht van trans­diagnostische online cgt-interventies gericht op de behandeling van depressie en angst.
Er werden middelgrote tot grote effecten gevonden met betrekking tot de afname van depressieve en angstklachten en middelgrote effecten met betrekking tot kwaliteit van leven. In vergelijking met stoornisspecifieke behandelingen werden er geen verschillen gevonden met betrekking tot de uitkomstmaten van angst. Er werden wel verschillen gevonden in uitkomstmaten van depressie en kwaliteit van leven, waarbij de resultaten gunstiger uitvielen voor de online transdiagnostische interventies. De ervaring van de therapeut (ervaren klinisch psychologen, studenten onder supervisie of onbegeleide interventies) bleek niet van invloed op de uitkomstmaten gerelateerd aan depressie, angst en kwaliteit van leven (Păsărelu e.a., 2017). Uit een andere meta-analyse blijkt dat transdiagnostische begeleide online (en ook individuele face-to-face-) cgt-interventies werkzamer zijn dan groepsgebaseerde face-to-face-transdiagnostische cgt-interventies voor angst en depressie onder volwassenen (Newby e.a., 2015).

Transdiagnostische cgt-interventies voor depressie en angst onder volwassenen kunnen dus werkzaam zijn als ze worden aangeboden via het internet. Naast het aanbieden van transdiagnostische interventies is er nog een andere benadering om comorbiditeit en overlap tussen stoornissen aan te pakken: het ‘op maat’ aanbieden van een behandeling. In face-to-face-cgt is dit al gebruikelijk, maar bij online cgt-interventies is deze manier van behandelen minder gangbaar. Online cgt-interventies ‘op maat’ vereisen enige structuur aan het begin en aan het einde van de behandeling. Tussen de eerste module (psycho-educatie) en laatste module (terugvalpreventie) kunnen dan modules naar keuze van cliënt of behandelaar worden aangeboden (Andersson, 2014).

Online behandelinterventies gebaseerd op IPT

Naast onder andere cgt wordt voor de behandeling van lichte tot matige depressie bij volwassenen en adolescenten ook interpersoonlijke psychotherapie (ipt) aanbevolen (Zorgstandaard depressieve stoornissen, 2020). Deze vorm van psychotherapie is gebaseerd op de interpersoonlijke theorie, waarbij wordt nagegaan in hoeverre stressvolle life events en onvoldoende sociale steun bijdragen aan de ontwikkeling en in het stand houden van depressieve symptomen (Weissman, Markowitz, & Klerman, 2000). Uit verschillende meta-analyses is gebleken dat ipt even werkzaam is als cgt in het reduceren van depressieve symptomen bij volwassenen (Cuijpers e.a., 2011; Jacobsen e.a., 2012). Ook bij adolescenten met een depressieve stoornis lijkt ipt even werkzaam te zijn als cgt, zoals op basis van een recente review en meta-analyse voorzichtig wordt geconcludeerd (Duffy, Sharpe, & Schwannauer, 2019).

Evenals cgt is ipt kortdurend en zeer gestructureerd, waardoor ook deze vorm van psychotherapie geschikt is om online aan te bieden. In tegenstelling tot online cgt worden online behandelinterventies gebaseerd op ipt (vooralsnog) op veel kleinere schaal aangeboden en zijn deze nauwelijks onderzocht. Een rct van Donker en collega’s (2013) toont aan dat online ipt als onbegeleide zelfhulpbehandeling in vergelijking met een actieve controlegroep (deze personen volgden het op cgt gebaseerde online programma Moodgym) even werkzaam is in het reduceren van depressieve symptomen bij volwassenen, meteen na de interventie en na zes maanden.

Omdat ipt focust op interpersoonlijke gedragspatronen, is het plausibel om te veronderstellen dat deze therapievorm ook geschikt is voor personen met een sociale angststoornis. Dagöö en collega’s (2014) voerden een rct uit waarin online ipt werd vergeleken met online cgt bij volwassenen met een sociale-angststoornis. Beide therapievormen werden als begeleide zelfhulp via een smartphone aangeboden. De studie liet zien dat online ipt significant minder werkzaam was dan online cgt. Uitgebreider onderzoek naar de werkzaamheid van online ipt voor depressie en andere psychische aandoeningen, zoals sociale fobie of paniekstoornis, is zeer gewenst (Donker e.a., 2013). Ook is het belangrijk dat er nader onderzoek wordt verricht naar online ipt bij adolescenten en ouderen.

Online behandelinterventies gebaseerd op PDT

Psychodynamische psychotherapie (pdt) is een therapievorm waarbij ervaringen en onbewuste patronen uit het verleden worden gebruikt als middel om actuele problemen beter te begrijpen. Het doel van pdt is niet in eerste instantie symptoomreductie, maar eerder het kunnen opgeven van irreële verwachtingen en het accepteren en aanvaarden van beperkingen en tekortkomingen (Dirkx, 2017). Hoewel rct-onderzoek naar pdt lange tijd is genegeerd door onderzoekers, is er inmiddels aanzienlijk bewijs voor de werkzaamheid van deze therapievorm bij depressieve stoornissen, angststoornissen, somatoforme stoornissen, eetstoornissen, aan middelen gerelateerde stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen (Leichsenring e.a., 2015). Kortdurende pdt is, naast gedragstherapie, cgt en ipt, een psychotherapeutische behandeling van eerste keuze bij volwassenen met een depressie (Zorgstandaard depressieve stoornissen, 2020).

pdt, aangeboden via het internet, is gestoeld op de psychodynamische theorie en principes (Andersson, 2018). Tot nu zijn slechts enkele online behandelinterventies gebaseerd op pdt onderzocht. Resultaten van vier Zweedse rct’s (Andersson e.a., 2012; Johansson e.a., 2012; Johansson e.a., 2013, Johansson e.a., 2017) tonen gunstige resultaten voor pdt, aangeboden in de vorm van begeleide zelfhulp via het internet, voor volwassenen met een depressie en/of angststoornis, zowel op korte als op langere termijn variërend van zeven tot 24 maanden follow-up (Johansson, 2019). Ook een rct en haalbaarheidsstudie, uitgevoerd door een Duitse onderzoeksgroep (Zwerenz e.a., 2017), toont bemoedigende resultaten voor online pdt. Deze studie richtte zich op een transdiagnostische psychodynamisch online begeleide zelfhulpbehandeling voor volwassen patiënten met uiteenlopende psychische aandoeningen die met ontslag gingen na een opname.

In een recent systematisch review en meta-analyse (Lindegaard, Berg, & Andersson, 2020), waarin voorgenoemde studies zijn meegenomen, worden gunstige, maar kleine effecten gevonden met betrekking tot de uitkomstmaten depressie, angst en kwaliteit van leven. Rekening houdend met het beperkte aantal studies en de grote heterogeniteit tussen deze onderzoeken kan slechts voorzichtig worden geconcludeerd dat online pdt een veelbelovend behandelingsformat is, vooral voor volwassenen met depressie. De onderzoekers wezen er daarbij op dat effectgroottes voor online pdt (Hedge’s g variërend van 0,20 tot 0,46, afhankelijk van de uitkomstmaat) lager zijn dan die van online cgt voor angst en depressie (waar een eerdere meta-analyse een Hedge’s g rapporteerde van 0,80; Andrews e.a.., 2018). Er is slechts één rct uitgevoerd naar online pdt bij adolescenten (Lindqvist e.a., 2020). Ook hier waren de resultaten enigszins bemoedigend: de onderzoekers concluderen dat pdt, aangeboden in de vorm van begeleide zelfhulp via het internet, mogelijk werkzaam is bij depressie onder adolescenten. Voor verderstrekkende conclusies is uitgebreider onderzoek onder verschillende leeftijdsgroepen noodzakelijk.

Een blik vooruit: uitdagingen voor de toekomst

Voor toekomstig onderzoek naar online psychotherapeutische behandeling zijn er nog diverse uitdagingen. De meeste uitdagingen die reeds genoemd werden in een eerder verschenen state-of-the-art artikel (Thewissen & Gunther, 2015) zijn nog altijd van toepassing. Zo blijft het aanbod van online behandelinterventies voor de doelgroep ouderen nog erg schaars, waardoor deze groep ondervertegenwoordigd is in onderzoek. Hoewel het aantal studies naar de werkzaamheid van online cgt onder kinderen en adolescenten de laatste jaren toeneemt, blijft deze groei achter ten opzichte van de studies onder volwassenen. Het onderzoek van de afgelopen jaren heeft nog onvoldoende inzicht gegeven in de factoren (predictoren, mediatoren, moderatoren) die van invloed zijn op het effect van online psychotherapeutische behandeling. Factoren die in de literatuur worden genoemd, zijn cliëntfactoren (bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, rol van genetica en het functioneren van het brein), evenals factoren met betrekking tot het probleem (bijvoorbeeld aard en ernst van het probleem, chroniciteit), factoren aangaande het behandelprogramma (bijvoorbeeld factoren met betrekking tot inhoud en proces, veranderings- of werkingsmechanismen waarop een interventie kan ingrijpen) en factoren aangaande de therapeut (bijvoorbeeld attitude over online therapie, mate van verleende steun, training in online vaardigheden en toepassing van online gesprekstechnieken) (o.a. Andersson e.a., 2019; Cavanagh & Millings, 2012; Waringa & Ribbers, 2018). Daarnaast blijft er onverminderd vraag naar systematisch onderzoek naar effecten van online interventies op langere termijn, wat ook geldt voor nieuwe technologieën zoals smartphonegebaseerde behandelingen (Andersson e.a., 2018).

Zoals eerder vermeld, heeft een rct-design voordelen, maar ook nadelen. Een voordeel is de hoge interne validiteit. Een uitdaging hierbij is echter om meer rct’s op te zetten waarbij een online interventie ook wordt afgezet tegen een actieve controlegroep (behandelgroep), in plaats van uitsluitend tegen een wachtlijst-controlegroep. Bij een wachtlijst-controlegroep kan namelijk een potentieel ‘nocebo-effect’ (negatief verwachtingseffect) ontstaan, waardoor het effect van de interventiegroep overschat wordt (Cuijpers e.a., 2016). Een nadeel van rct’s is de lage generaliseerbaarheid; behandelingen die zijn geëvalueerd door middel van rct’s dienen daarom nog nader onderzocht te worden op hun effectiviteit in de dagelijkse klinische praktijk (Leichsenring e.a., 2015). Hiertoe is reeds een eerste aanzet gemaakt. Begeleide online cgt-interventies voor de behandeling van depressie en angst, waarvan de werkzaamheid eerder middels efficacy-studies is aangetoond, zijn reeds succesvol geïmplementeerd in klinische settings (Titov e.a., 2018). Een recente meta-analyse van begeleide online cgt-interventies voor de behandeling van depressie en angst heeft inmiddels de effectiviteit alsook de aanvaardbaarheid (waaronder begeleidingstijd en aantal afgeronde sessies) in routinematige klinische zorg aangetoond (Etzelmueller e.a., 2020). Ook als onderdeel van een stepped-carebenadering lijkt online cgt in de klinische praktijk te werken (Nordgreen e.a., 2016). Momenteel wordt een inhaalslag gemaakt met het onderzoeken van de effecten van online cgt-interventies in reguliere klinische settings (Andersson, 2018).

Naast de beperking van een lage generaliseerbaarheid zijn er ook praktische nadelen verbonden aan rct-designs in het algemeen, maar zeker ook op het gebied van e-mental health-interventies. Het uitvoeren van een rct-onderzoek duurt gemiddeld 5,5 jaar vanaf de werving van deelnemers voor de studie tot aan de publicatie van de eerste resultaten. Daardoor bestaat het risico dat de e-mental health-interventie inmiddels verouderd is, voornamelijk in het geval van apps, die zich in snel tempo ontwikkelen. rct-designs zijn bovendien zeer rigide en het is niet de bedoeling om tussentijds veranderingen aan te brengen aan een interventie, terwijl software juist bedoeld is om iteratief aan te passen en te evolueren (Pham, Wiljer, & Cafazzo, 2016).

Het is noodzakelijk dat er meer studies komen waarbij alternatieve onderzoeksdesigns worden gebruikt en methodologische kaders worden ontwikkeld waarmee e-mental health-interventies zo adequaat mogelijk kunnen worden geëvalueerd (Ben-Zeev e.a., 2015; Pham, Wiljer, & Cafazzo, 2016). Meta-analyses op basis van individuele patiëntdata (ipd-meta-analyses) zijn een voorbeeld van een relatief nieuwe methodologische benadering. Met ipd-meta-analyses is het mogelijk om verder te kijken dan het ‘grote gemiddelde’, zoals bij traditionele meta-analyses het geval is. Naast het onderzoeken van variabiliteit tussen studies kunnen subgroepanalyses van variabelen op patiëntniveau worden uitgevoerd (Bekkering e.a., 2009). Dat levert waardevolle informatie op, aangezien statistische vergelijkingen gebaseerd op groepsgemiddelden beperkte informatie verschaffen over klinische significantie. Karyotaki en collega’s (2018) hebben bijvoorbeeld aangetoond dat een ipd-meta-analyse geschikt is om moderatoren van verslechtering (verergering van klachten of symptomen) op individueel en studieniveau te onderzoeken. Deze auteurs keken specifiek naar onbegeleide online cgt-interventies. Rozental en collega’s (2019) onderzochten middels een ipd-meta-analyse de predictoren van non-respons met betrekking tot begeleide en onbegeleide cgt voor onder andere angststoornissen en depressie. Non-respons kan worden opgevat als een gebrek aan verbetering van klachten, ondanks behandeling. Het fenomeen komt voor bij ongeveer een kwart van de deelnemers aan online cgt-interventies. Onder andere een hoge ernst van klachten voor aanvang van de behandeling en mannelijk geslacht bleken belangrijke predictoren voor non-respons. Uitgebreider onderzoek naar non-respons of potentieel onbedoelde negatieve effecten, zoals een toename in klachten of nieuwe symptomen, van online psychotherapie is zeer gewenst (Carlbring e.a., 2018; Etzelmueller e.a., 2020). Ook is er nog onvoldoende kennis over potentiële verschillen hierin tussen de diverse therapeutische oriëntaties (Rozental e.a., 2014).

Naast het verwerven van een beter inzicht in potentieel negatieve effecten of non-respons van online interventies, is het ook essentieel om therapietrouw beter te onderzoeken. Een lage therapietrouw is een veelvoorkomend probleem bij interventies die worden aangeboden via het internet. Voor online cgt-interventies voor depressie wordt een gemiddelde uitval gerapporteerd van 32 procent (Schmidt, Forand, & Strunk, 2019). Therapietrouw is mogelijk van invloed op het effect van een online interventie. Dit effect is echter nog niet duidelijk. Ook is er nog steeds onduidelijkheid over de factoren die van invloed zijn op therapietrouw, deels doordat het concept op verschillende manieren wordt geoperationaliseerd (Achilles e.a., 2020).

Zoals eerder besproken is het belangrijk om een eenduidige visie te ontwikkelen op hoe de werkzaamheid en klinische effectiviteit van e-mental health bewezen moet worden. Een kanttekening die tot slot hierbij moet worden geplaatst, is dat bij veel onderzoeken symptoomreductie vaak de belangrijkste uitkomstmaat betreft. In de klinische praktijk gaat het echter niet altijd om symptoomreductie, maar vaak ook om acceptatie van klachten en symptomen. Zo zal na behandeling een fobische angst niet altijd verdwenen zijn, maar laat de persoon zich er minder door beïnvloeden (Van Os e.a., 2012). Daansen (2012) daagde ontwikkelaars van online interventies al een aantal jaar geleden uit om nieuwe vormen van online behandelinterventies te maken waarbij niet alleen klachtreductie het voornaamste behandeldoel moet zijn, maar waarbij ook aandacht is voor kwaliteit van leven en welbevinden. Het is vanzelfsprekend dat toekomstig onderzoek ook dergelijke cliëntgeoriënteerde uitkomstmaten mee dient te nemen.

Er liggen dus nog belangrijke uitdagingen voor toekomstig onderzoek op het gebied van online psychotherapeutische behandeling. Daarbij zal wetenschappelijk onderzoek moeten aansluiten op veranderingen in de praktijk. De covid-19 pandemie kan worden beschouwd als een cruciaal moment voor de adoptie van e-mental health. Het is te verwachten dat de reactie op deze bepalende gebeurtenis blijvend zal zijn, waarbij blended interventies, afgestemd op de individuele behoeften van de cliënt, het meest voor de hand liggen in het ‘nieuwe normaal’ (Bierbooms e.a., 2020). Behandelaren lijken een voorkeur te hebben voor blended ten opzichte van online behandelen (Bielinski & Berger, 2020). Ook biedt blended behandelen mogelijkheden voor cliënten met complexe klinische problemen die meer intensieve begeleiding nodig hebben dan volledig onlinebehandelingen kunnen bieden (Kleiboer e.a., 2016). Onderzoek zal zich dus niet louter moeten richten op ‘stand-alone’ online psychotherapeutische behandeling; de focus van dit review. covid-19 zal ongetwijfeld een katalysator zijn voor nader onderzoek naar blended psychotherapeutische behandelvormen.

Noten

1. Online cgt voor deze aandoeningen voldoet aan de apa-criteria (American Psychologist Association) voor een ‘well-established treatment’.

2. Online cgt voor deze aandoeningen voldoet aan de apa-criteria (American Psychologist Association) voor een ‘probably efficacious treatment’.

Literatuur

Aboujaoude, E., Gega, L., Parish, M.B., & Hilty, D.M. (2020). Digital interventions in mental health: Current status and future directions. Frontiers in Psychiatry, 11.

Achilles, M.R., Anderson, M., Li, S.H., Subotic-Kerry, M., Parker, B., & O’Dea, B. (2020). Adherence to e-mental health among youth: Considerations for intervention development and research design. Digital Health, 6, 2055207620926064.

Andersson, G. (2014). The Internet and CBT: A clinical guide. Boca Raton, Florida: CRC Press.

Andersson, G. (2018). Internet interventions: past, present and future. Internet interventions, 12, 181-188.

Andersson, G., Carlbring, P., Titov, N., & Lindefors, N. (2019). Internet interventions for adults with anxiety and mood disorders: A narrative umbrella review of recent meta-analyses. The Canadian Journal of Psychiatry, 64, 465-470.

Andersson, G., Cuijpers, P., Carlbring, P., Riper, H., & Hedman, E. (2014). Internet-based vs. face-to-face cognitive behaviour therapy for psychiatric and somatic disorders: a systematic review and meta-analysis. World Psychiatry, 13, 288-295.

Andersson, G., Paxling, B., Roch-Norlund, P., Östman, G., Norgren, A., Almlöv, J., e.a. (2012). Internet-based psychodynamic vs. cognitive behavioural guided self-help for generalized anxiety disorder: a randomized controlled trial. Psychotherapy and Psychosomatics, 81, 344-355.

Andersson, G., Rozental, A., Shafran, R., & Carlbring, P. (2018). Long-term effects of internet-supported cognitive behaviour therapy. Expert review of neurotherapeutics, 18, 21-28.

Andersson, G., Topooco, N., Havik, O., & Nordgreen, T. (2016). Internet-supported versus face-to-face cognitive behavior therapy for depression. Expert Review of Neurotherapeutics16, 55-60.

Andrews, G., Basu, A., Cuijpers, P., Craske, M.G., McEvoy, P., English, C.L., e.a. (2018). Computer therapy for the anxiety and depression disorders is effective, acceptable and practical health care: an updated meta-analysis. Journal of Anxiety Disorders, 55, 70-78.

Bekkering, T., Cools, F., Aertgeerts, B., Backer, T.L. de, Kellen, E., Vander Stichele, R., e.a. (2009). Meta-analyse van individuele patiëntengegevens. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde153, 402-406.

Ben-Zeev, D., Schueller, S.M., Begale, M., Duffecy, J., Kane, J.M., & Mohr, D.C. (2015). Strategies for mHealth research: lessons from 3 mobile intervention studies. Administration and Policy in Mental Health and Mental Health Services Research, 42, 157-167.

Beukes, E.W., Manchaiah, V., Allen, P.M., Baguley, D.M., & Andersson, G. (2019). Internet-based interventions for adults with hearing loss, tinnitus, and vestibular disorders: A systematic review and meta-analysis. Trends in Hearing, 23, 2331216519851749.

Blom, K., Tillgren, H.T., Wiklund, T., Danlycke, E., Forssén, M., Söderström, A., e.a. (2015). Internet-vs. group-delivered cognitive behavior therapy for insomnia: a randomized controlled non-inferiority trial. Behaviour Research and Therapy70, 47-55.

Bielinski, L.L., & Berger, T. (2020). Internet interventions for mental health: Current state of research, lessons learned and future directions. Counseling Psychology and Psychotherapy, 28, 65-83.

Bierbooms, J.J., Haaren, M. van, IJsselsteijn, W.A., Kort, Y. A. de, Feijt, M., & Bongers, I.M. (2020). Integration of online treatment into the ‘new normal’ in mental health care in post–COVID-19 times: Exploratory qualitative study. JMIR Formative Research4, e21344.

Bruin, E. J. de, Bögels, S.M., Oort, F.J., & Meijer, A.M. (2015). Efficacy of cognitive behavioral therapy for insomnia in adolescents: a randomized controlled trial with internet therapy, group therapy and a waiting list condition. Sleep38, 1913-1926.

Carlbring, P., Andersson, G., Cuijpers, P., Riper, H., & Hedman-Lagerlöf, E. (2018). Internet-based vs. face-to-face cognitive behavior therapy for psychiatric and somatic disorders: an updated systematic review and meta-analysis. Cognitive Behaviour Therapy47, 1-18.

Cavanagh, K., & Millings, A. (2012). Increasing engagement with computerised cognitive behavioural therapies. EAI Endorsed Transactions on Ambient Systems, 1, 1-11.

Cuijpers, P., Cristea, I.A., Karyotaki, E., Reijnders, M., & Huibers, M.J. (2016). How effective are cognitive behavior therapies for major depression and anxiety disorders? A meta‐analytic update of the evidence. World Psychiatry, 15, 245-258.

Cuijpers, P., Geraedts, A.S., Oppen, P. van, Andersson, G., Markowitz, J.C., & Straten, A. van (2011). Interpersonal psychotherapy for depression: a meta-analysis. American Journal of Psychiatry, 168, 581-592.

Daansen, P.J. (2012). Van couch naar computer: Een (psychotherapeutische) marketingvisie voor een succesvolle disseminatie van e-mental health in de ggz. Tijdschrift voor Psychotherapie, 38, 442-462.

Dagöö, J., Asplund, R.P., Bsenko, H.A., Hjerling, S., Holmberg, A., Westh, S., e.a. (2014). Cognitive behavior therapy versus interpersonal psychotherapy for social anxiety disorder delivered via smartphone and computer: a randomized controlled trial. Journal of Anxiety Disorders, 28, 410-417.

Dear, B.F., Zou, J.B., Ali, S., Lorian, C.N., Johnston, L., Sheehan, J., e.a. (2015). Clinical and cost-effectiveness of therapist-guided internet-delivered cognitive behavior therapy for older adults with symptoms of anxiety: a randomized controlled trial. Behavior Therapy46, 206-217.

Dirkx, J. (2017). Psychodynamische therapievormen. In M. Bak, P. Domen, & J. van Os (red.), Innovatief leerboek persoonlijke psychiatrie: terug naar de essentie (pp. 220-225). Leusden: Diagnosis uitgevers.

Donker, T., Bennett, K., Bennett, A., Mackinnon, A., Straten, A. van, Cuijpers, P., e.a. (2013). Internet-delivered interpersonal psychotherapy versus internet-delivered cognitive behavioral therapy for adults with depressive symptoms: randomized controlled noninferiority trial. Journal of Medical Internet Research, 15, e82.

Donovan, C.L., & March, S. (2014). Online CBT for preschool anxiety disorders: a randomised control trial. Behaviour Research and Therapy58, 24-35.

Doyle, A.C., Goldschmidt, A., Huang, C., Winzelberg, A.J., Taylor, C.B., & Wilfley, D.E. (2008). Reduction of overweight and eating disorder symptoms via the Internet in adolescents: a randomized controlled trial. Journal of Adolescent Health43, 172-179.

Duffy, F., Sharpe, H., & Schwannauer, M. (2019). The effectiveness of interpersonal psychotherapy for adolescents with depression–a systematic review and meta‐analysis. Child and Adolescent Mental Health24, 307-317.

Eilert, N., Enrique, A., Wogan, R., Mooney, O., Timulak, L., & Richards, D. (2020). The effectiveness of Internet‐delivered treatment for generalized anxiety disorder: An updated systematic review and meta‐analysis. Depression and Anxiety. Online voorpublicatie. doi: 10.1002/da.23115

Emmelkamp, P. (2011). Zijn de resultaten van randomized clinical trials (RCT’s) generaliseerbaar naar de klinische praktijk? Gedragstherapie44, 263.

Etzelmueller, A., Vis, C., Karyotaki, E., Baumeister, H., Titov, N., Berking, M., e.a. (2020). Effects of internet-based cognitive behavioral therapy in routine care for adults in treatment for depression and anxiety: Systematic review and meta-analysis. Journal of Medical Internet research22, e18100.

Gaebel, W., Trost, N., Diekmann, S., Lukies, R., & Zielasek, J. (2020). Transnational policy for e-mental health: A guidance document for European policymakers and stakeholders. Geraadpleegd van https://www.nweurope.eu/projects/project-search/e-mental-health-innovation-and-transnational-implementation-platform-north-west-europe-emen/news-blogs/transnational-policy-for-e-mental-health-a-guidance-document-for-european-policymakers-and-stakeholders/

Grist, R., Croker, A., Denne, M., & Stallard, P. (2019). Technology delivered interventions for depression and anxiety in children and adolescents: A systematic review and meta-analysis. Clinical Child and Family Psychology Review22, 147-171.

Hedman, E., Ljótsson B., & Lindefors, N. (2012). Cognitive behavior therapy via the internet: a systematic review of applications, clinical efficacy and cost-effectiveness. Expert Review of Pharmacoeconomics and Outcomes Research, 12, 745-764.

Heinicke, B.E., Paxton, S.J., McLean, S.A., & Wertheim, E.H. (2007). Internet-delivered targeted group intervention for body dissatisfaction and disordered eating in adolescent girls: a randomized controlled trial. Journal of Abnormal Child Psychology, 35, 379-391.

Heycop ten Ham, B. van, Hulsbergen, M., & Bohlmeijer, E. (2014). Transdiagnostische factoren: Theorie en praktijk. Amsterdam: Uitgeverij Boom.

Jacobsen, J.C., Hansen, J.L., Simonsen, S., Simonsen, E., & Gluud, C. (2012). Effects of cognitive therapy versus interpersonal psychotherapy in patients with major depressive disorder: a systematic review of randomized clinical trials with meta-analyses and trial sequential analyses. Psychological Medicine, 42, 1343-1357.

Johansson, R. (2019). Internet-based psychodynamic psychotherapy. In D. Kealy, J. S. Ogrodniczuk (Red.), Contemporary psychodynamic psychotherapy: Evolving clinical practice (pp. 337-347). Londen, UK: Academic Press.

Johansson, R., Björklund, M., Hornborg, C., Karlsson, S., Hesser, H., Ljótsson, B., e.a. (2013). Affect-focused psychodynamic psychotherapy for depression and anxiety through the Internet: A randomized controlled trial. PeerJ, e102.

Johansson, R., Ekbladh, S., Hebert, A., Lindström, M., Möller, S., Petitt, e.a. (2012). Psychodynamic guided self-help for adult depression through the internet: a randomized controlled trial. PLoS ONE, 7, e38021.

Johansson, R., Hesslow, T., Ljótsson, B., Jansson, A., Jonsson, L., Färdig, S., e.a.(2017). Internet-based affect-focused psychodynamic therapy for social anxiety disorder: A randomized controlled trial with 2-year follow-up. Psychotherapy, 54, 351.

Jones, S.L., Hadjistavropoulos, H.D., & Soucy, J.N. (2016). A randomized controlled trial of guided internet-delivered cognitive behaviour therapy for older adults with generalized anxiety. Journal of Anxiety Disorders37, 1-9.

Karyotaki, E., Kemmeren, L., Riper, H., Twisk, J., Hoogendoorn, A., Kleiboer, A., e.a. (2018). Is self-guided internet-based cognitive behavioural therapy (iCBT) harmful? An individual participant data meta-analysis. Psychological Medicine, 48, 2456-2466.

Kleiboer, A., Smit, J., Bosmans, J., Ruwaard, J., Andersson, G., Topooco, N., e.a. (2016). European COMPARative effectiveness research on blended depression treatment versus treatment-as-usual (E-COMPARED): study protocol for a randomized controlled, non-inferiority trial in eight European countries. Trials17, 1-10.

Lancee, J., Straten, A. van, Morina, N., Kaldo, V., & Kamphuis, J.H. (2016). Guided online or face-to-face cognitive behavioral treatment for insomnia: a randomized wait-list controlled trial. Sleep39, 183-191.

Leichsenring, F., Luyten, P., Hilsenroth, M.J., Abbass, A., Barber, J.P., Keefe, J.R., e.a. (2015). Psychodynamic therapy meets evidence-based medicine: a systematic review using updated criteria. The Lancet Psychiatry, 2, 648-660.

Lenhard, F., Andersson, E., Mataix-Cols, D., Rück, C., Vigerland, S., Högström, J., e.a. (2017). Therapist-guided, internet-delivered cognitive-behavioral therapy for adolescents with obsessive-compulsive disorder: a randomized controlled trial. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry56, 10-19.

Linardon, J., Shatte, A., Messer, M., Firth, J., & Fuller-Tyszkiewicz, M. (2020). E-mental health interventions for the treatment and prevention of eating disorders: An updated systematic review and meta-analysis. Journal of Consulting and Clinical Psychology88, 994.

Lindegaard, T., Berg, M., & Andersson, G. (2020). Efficacy of internet-Delivered Psychodynamic Therapy: Systematic Review and Meta-Analysis. Psychodynamic Psychiatry, 48, 437-454.

Lindqvist, K., Mechler, J., Carlbring, P., Lilliengren, P., Falkenstöm, F., Andersson, G., & Björn, P. (2020). Affectfocused psychodynamic internet-based therapy for adolescent depression: A randomized controlled trial. Journal of Medical Internet Research, 22, 1-15.

Loucas, C.E., Fairburn, C.G., Whittington, C., Pennant, M.E., Stockton, S., & Kendall, T. (2014). E-therapy in the treatment and prevention of eating disorders: A systematic review and meta-analysis. Behaviour Research and Therapy, 63, 122-131.

March, S., Spence, S.H., & Donovan, C.L. (2009). The efficacy of an internet-based cognitive-behavioral therapy intervention for child anxiety disorders. Journal of Pediatric Psychology, 34, 474-487.

Millar, J., Bauer, A., Halligan, S., Purnell, S.A., Taylor, G., & Salkovskis, P.M. (2020). Is intensive cognitive behavioural therapy an efficacious and acceptable treatment format for adults with obsessive compulsive disorder? A systematic review of randomised controlled trials. PsyArXiv. https://doi.org/10.31234/osf.io/rndcu

Newby, J.M., McKinnon, A., Kuyken, W., Gilbody, S., & Dalgleish, T. (2015). Systematic review and meta-analysis of transdiagnostic psychological treatments for anxiety and depressive disorders in adulthood. Clinical Psychology Review, 40, 91-110.

Nordgreen, T., Haug, T., Öst, L.G., Andersson, G., Carlbring, P., Kvale, G., e.a. (2016). Stepped care versus direct face-to-face cognitive behavior therapy for social anxiety disorder and panic disorder: a randomized effectiveness trial. Behavior Therapy, 47, 166-183.

O’Moore, K.A., Newby, J.M., Andrews, G., Hunter, D.J., Bennell, K., Smith, J., e.a. (2018). Internet cognitive-behavioral therapy for depression in older adults with knee osteoarthritis: A randomized controlled trial. Arthritis Care & Research70, 61-70.

Os, J. van, Kahn, R., Denys, D., Schoevers, R.A., Beekman, A.T.F., & Hoogendijk, A.M. (2012). ROM: gedragsnorm of dwangmaatregel? Overwegingen bij het themanummer over routine outcome monitoring. Tijdschrift voor Psychiatrie, 54, 245-253.

Păsărelu, C.R., Andersson, G., Bergman Nordgren, L., & Dobrean, A. (2017). Internet-delivered transdiagnostic and tailored cognitive behavioral therapy for anxiety and depression: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. Cognitive Behaviour Therapy, 46, 1-28.

Pham, Q., Wiljer, D., & Cafazzo, J.A. (2016). Beyond the randomized controlled trial: a review of alternatives in mHealth clinical trial methods. JMIR mHealth and uHealth4, e107.

Reynolds, S., Wilson, C., Austin, J., & Hooper, L. (2012). Effects of psychotherapy for anxiety in children and adolescents: A meta-analytic review. Clinical Psychology Review, 32, 251-262.

Riper, H., Ballegooijen, W. van, Kooistra, L., Wit, J. de, & Donker, T. (2013). Preventie & eMental-health: onderzoek dat leidt, technologie die verleidt, preventie die bereikt en beklijft. Kennissynthese 2013 in opdracht van ZonMw Preventieprogramma IV Den Haag. Amsterdam: Vrije Universiteit.

Rozental, A., Andersson, G., Boettcher, J., Ebert, D.D., Cuijpers, P., Knaevelsrud, C., e.a. (2014). Consensus statement on defining and measuring negative effects of Internet interventions. Internet Interventions, 1, 12-19.

Rozental, A., Andersson, G., & Carlbring, P. (2019). In the absence of effects: An individual patient data meta-analysis of non-response and its predictors in internet-based cognitive behavior therapy. Frontiers in Psychology10, 589.

Schmidt, I.D., Forand, N.R., & Strunk, D.R. (2019). Predictors of dropout in internet-based cognitive behavioral therapy for depression. Cognitive Therapy and Research, 43, 620-630.

Smoktunowicz, E., Barak, A., Andersson, G., Banos, R.M., Berger, T., Botella, C., e.a. (2020). Consensus statement on the problem of terminology in psychological interventions using the internet or digital components. Internet Interventions, 100331.

Spence, S.H., Donovan, C.L., & March, S., Gamble, A., Anderson, R.E., & Kenardy, J. (2011). A randomized controlled trial of online versus clinic-based CBT for adolescent anxiety. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 79, 629-642.

Spence, S.H., Donovan, C.L., March, S., Kenardy, J.A., & Hearn, C.S. (2017). Generic versus disorder specific cognitive behavior therapy for social anxiety disorder in youth: A randomized controlled trial using internet delivery. Behaviour Research and Therapy90, 41-57.

Stech, E.P., Lim, J., Upton, E.L., & Newby, J.M. (2020). Internet-delivered cognitive behavioral therapy for panic disorder with or without agoraphobia: a systematic review and meta-analysis. Cognitive Behaviour Therapy49, 270-293.

Stjerneklar, S., Hougaard, E., McLellan, L.F., & Thastum, M. (2019). A randomized controlled trial examining the efficacy of an internet-based cognitive behavioral therapy program for adolescents with anxiety disorders. PloS One14, e0222485.

Taylor, C., Graham, A.K., Flatt, R.E., Waldherr, K., & Fitzsimmons-Craft, E.E. (2020). Current state of scientific evidence on Internet-based interventions for the treatment of depression, anxiety, eating disorders and substance abuse: an overview of systematic reviews and meta-analyses. European Journal of Public Health. Online voorpublicatie. doi:10.1093/eurpub/ckz208

Thewissen, V., & Gunther, N. (2015). E-mental health: state of the art. Tijdschrift voor Psychotherapie, 41, 374-392.

Tillfors, M., Andersson, G., Ekselius, L., Furmark, T., Lewenhaupt, S., Karlsson, A., e.a. (2011). A randomized trial of internet-delivered treatment for social anxiety disorder in high school students. Cognitive Behaviour Therapy40, 147-157.

Titov, N., Dear, B.F., Ali, S., Zou, J.B., Lorian, C.N., Johnston, L., e.a. (2015). Clinical and cost-effectiveness of therapist-guided internet-delivered cognitive behavior therapy for older adults with symptoms of depression: a randomized controlled trial. Behavior Therapy46, 193-205.

Titov, N., Dear, B., Nielssen, O., Staples, L., Hadjistavropoulos, H., Nugent, M., e.a. (2018). ICBT in routine care: a descriptive analysis of successful clinics in five countries. Internet Interventions, 13, 108-115.

Titov, N., Fogliati, V.J., Staples, L.G., Gandy, M., Johnston, L., Wootton, B, e.a. (2016). Treating anxiety and depression in older adults: randomised controlled trial comparing guided v. self-guided internet-delivered cognitive-behavioural therapy. BJPsych Open2, 50-58.

Topooco, N., Berg, M., Johansson, S., Liljethörn, L., Radvogin, E., Vlaescu, G., e.a. (2018). Chat-and internet-based cognitive–behavioural therapy in treatment of adolescent depression: randomised controlled trial. BJPsych Open4, 199-207.

Van Poucke, S., Thomeer, M., Heath, J., & Vukicevic, M. (2016). Are randomized controlled trials the (g)old standard? From clinical intelligence to prescriptive analytics. Journal of Medical Internet Research18, e185.

Vigerland, S., Lenhard, F., Bonnert, M., Lalouni, M., Hedman, E., Ahlen, J., e.a. (2016a). Internet-delivered cognitive behavior therapy for children and adolescents: a systematic review and meta-analysis. Clinical Psychology Review50, 1-10.

Vigerland, S., Ljótsson, B., Thulin, U., Öst, L.G., Andersson, G., & Serlachius, E. (2016b). Internet-delivered cognitive behavioural therapy for children with anxiety disorders: A randomised controlled trial. Behaviour Research and Therapy76, 47-56.

Vis, C., Mol, M., Kleiboer, A., Bührmann, L., Finch, T., Smit, J., & Riper, H. (2018). Improving implementation of eMental health for mood disorders in routine practice: systematic review of barriers and facilitating factors. JMIR Mental Health5, e20.

Waringa, A., & Ribbers, A. (2018). E-health: handboek voor zorg- en hulpverleners. Amsterdam: Boom uitgevers.

Weissman, M.M., Markowitz, J.C., & Klerman, J.L. (2000). Comprehensive guide to interpersonal psychotherapy. New York: Basic Books.

Wind, T.R., Rijkeboer, M., Andersson, G., & Riper, H. (2020). The COVID-19 pandemic: The ‘black swan’ for mental health care and a turning point for e-health. Internet Interventions20, 100317. doi: 10.1016/j.invent.2020.100317

Xiang, X., Wu, S., Zuverink, A., Tomasino, K.N., An, R., & Himle, J.A. (2020). Internet-delivered cognitive behavioral therapies for late-life depressive symptoms: a systematic review and meta-analysis. Aging & Mental Health, 24, 1196-1206.

Yperen, T.A. van, Veerman, J.W., & Bijl, B. (2017). Zicht op effectiviteit: Handboek voor resultaatgerichte ontwikkeling van interventies in de jeugdsector (2e druk). Rotterdam: Lemniscaat.

Zachariae, R., Lyby, M.S., Ritterband, L.M., & O’Toole, M.S. (2016). Efficacy of internet-delivered cognitive-behavioral therapy for insomnia–a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. Sleep Medicine Reviews30, 1-10.

AKWA GGZ (2020). Zorgstandaard depressieve stoornissen. Utrecht: Alliantie kwaliteit in de GGZ (AKWA GGZ).

Zwerenz, R., Becker, J., Johansson, R., Frederick, R.J., Andersson, G., & Beutel, M.E. (2017). Transdiagnostic, psychodynamic web-based self-help intervention following inpatient psychotherapy: results of a feasibility study and randomized controlled trial. JMIR Mental Health, 4, e41.

Abstract

The efficacy of online psychotherapeutic
treatment for different types of mental
disorders and age groups: a narrative review

Implementation of psychotherapeutic treatment in clinical practice lags behind earlier expectations. This review presents a state-of-the-art overview of research on efficacy of stand-alone psychotherapeutic treatment for various mental disorders and age groups. The review focuses on cognitive behavioural therapy, as well as on other therapeutic orientations including interpersonal psychotherapy and psychodynamic psychotherapy. An umbrella review approach is applied focusing on international rct’s and meta-analyses. rct’s have many advantages, but a number of comments can be made concerning the use of these kind of methodological designs for studying e-mental health interventions. Finally, the review defines important challenges for future e-mental health research. The covid-19 pandemic may act as a catalyst for further research and implementation of online therapeutic treatment, which will most likely result in blended care interventions.

Viviane Thewissen is universitair hoofddocent klinische psychologie bij de faculteit Psychologie van de Open Universiteit te Heerlen. Ze is tevens als postdoc-onderzoeker, verbonden aan de vakgroep Psychiatrie en Neuropsychologie, School for Mental Health and Neuroscience, Maastricht University Medical Centre+. E-mail viviane.thewissen@ou.nl

Nicole Gunther is universitair docent klinische psychologie bij de faculteit Psychologie van de Open Universiteit te Heerlen. Ze is tevens als postdoc-onderzoeker verbonden aan de vakgroep Psychiatrie en Neuropsychologie, School for Mental Health and Neuroscience, Maastricht University Medical Centre+

Naar boven