Column
Danielle Oprel
‘Wat kan ik voor u doen?’, lispelt een jongen in stijlvol kostuum met een nonchalant knotje boven op zijn hoofd.
‘Ik wacht nog even op mijn tafelgenoot’, fluistert Joyce terug, terwijl ze probeert niet te kijken naar de grote lichtgroene pluk haar die uit het knotje tevoorschijn springt.
‘Alvast iets te drinken misschien?’
Joyce pakt de menukaart, waar ze geen dranken op heeft kunnen vinden.
De jongen met de knot draait de achterkant van de kaart naar haar toe. ‘Ik kom zo wel terug.’
Over de rand van haar leesbril gluurt Joyce het restaurant rond. Tussen de hangende planten, minikassen en lage bamboetafels duikt eindelijk Birgit op.
‘Hoei boei, sorry sorry, weer te laat, altijd hetzelfde, ik weet het, maar man man het is toch niet te doen ons werk? Ik krijg het nooit af, maar vrijdag is het het ergst.’ Ze ploft neer.
‘Wauw, wat heb ik weer een toffe tent uitgezocht’, jubelt ze, terwijl ze naar de ober zwaait. ‘Oké, wat wil je horen – wat er vandaag misging of gewoon hoe de planning van mijn werk helemaal in de soep loopt?’
De Knot beweegt zich schuifelend naar Birgit. ‘Wij serveren uitsluitend groenten en werken voor toute la carte streekgebonden, ambachtelijk en slow. U kunt kiezen uit drie menu’s: Zacht, Beet of Rauw. Alle drie de menu’s komen met een kleuraccent.’
‘We kiezen voor Beet, want daar las ik een goede recensie over en doet u er maar het wijnarrangement bij’, beslist Birgit met een kort vragend knikje naar Joyce. Maar voor die kan antwoorden, is de Knot al tussen de hangplanten verdwenen.
‘Wat gaat er nou zo mis op je werk?’, pakt Joyce de draad van het gesprek op.
‘Nou, de bottomline: ik werk zo hard mogelijk, maak lange dagen, en toch loop ik voortdurend achter. Intakes uitwerken? Behandelplannen maken? Uitschrijfbrieven schrijven? Ik kom er nauwelijks aan toe. Soms ren ik als een kip zonder kop over de afdeling. Het ergste: ik ben bang dat mijn behandelingen daar ook onder gaan leiden.’
‘Toevallig las ik laatst een boek over slim werken met adviezen over productivi….’, start Joyce.
Maar Birgit onderbreekt haar. ‘Alsjeblieft – géén boek over productiviteit. Dat heb ik echt allang geprobeerd. Sinds The 7 habits of highly effective people probeer ik me minder druk te maken over wat buiten mijn circle of influence ligt, maar doe dat maar eens met alle ontwikkelingen in de geestelijke gezondheidszorg. “Getting things done”, “Deep work”, “Atomic habits” – echt Joyce, been there done that.’
Joyce knaagt aan haar light green voorgerecht van komkommer met gembermelange, terwijl Birgit doorratelt over haar mislukte nieuwjaarsvoornemen om in 2020 tussen elke twee therapiesessies te mediteren met een meditatieapp. Hoe zouden de tips uit het slimmerwerkenboek Birgit kunnen helpen, zoals ze ook Joyce hebben geholpen? Want hoewel ze de druk die Birgit beheerst maar al te goed herkent, heeft ze er nu veel minder last van.
De ober serveert een limoen-courgettesalade met venkel. Tot Joyces opluchting eten de vrouwen even in stilte.
‘Weet je’, zucht Birgit. ‘Ik geloof niet dat het anders kán. Als senior psychotherapeut behandel ik op onze afdeling de patiënten met de ernstigste problemen. En dat wíl ik ook graag. Maar daardoor heb ik ook meer te maken met crisiscontacten tussendoor, overleggen met collegae, huisartsen aan de telefoon. Dat is allemaal niet zo planbaar als de productiviteitsgoeroes ons voorschotelen. Verder heb ik een te grote caseload. We hebben als geestelijke gezondheidszorg een enorme wachtlijst; aan het terugdringen daarvan wil ik mijn steentje bijdragen. Dus kom ik wekelijks niet uit met mijn patiëntenuren.’
‘En hoeveel tijd heb je voor niet-declarabel werk? Misschien kun je daar nog meer sturing aan geven?’
Birgit verslikt zich. ‘Au contraire! Ik ga altijd naar onze behandelplanbesprekingen, afdelingsoverleggen en intervisies. De inbreng van de psychotherapeut is daar belangrijk, dat is nou net die circle of influence. Daarnaast was ik afgelopen jaar aandachtsfunctionaris opleidelingen. O ja, ik zit ook nog in een groepje dat nadenkt over preventie. Inspirerend om eens heel anders met ons vak bezig te zijn. Maar ja, het past natuurlijk niet allemaal in die 12 procent niet-declarabele uren die ik heb.’
‘Eh Birgit, hebben andere psychotherapeuten op jouw afdeling dit probleem ook?’
Birgit legt haar bestek neer. ‘Jij lijkt te denken dat ik hier zelf wat aan kan doen. Daar ben ik het niet mee eens. Ik vind dat productiviteitsboek een slecht idee van je. Om te beginnen vind ik het heel vervelend om over mijn patiëntenwerk te praten als “productie”. Je lijkt onze directeur Bedrijfsvoering wel. Die was laaiend enthousiast over lean werken. Dat komt van Toyota. Een aanpak voor de productiviteit van een autofabriek! Van een directeur Bedrijfsvoering kun je misschien niet veel anders verwachten, maar van jou als psychotherapeut valt me dit enorm tegen. Zie jij onze patiënten ook als auto’s op de lopende band? En daarnaast: zo’n boek hitst mij op om nóg meer werk in nog minder tijd te proppen. Ik krijg nog een burn-out van zulke adviezen. Terwijl de veranderingen die nodig zijn niet vanuit de werkvloer moeten komen, maar vanuit management en directie. Of zelfs verzekeraars en overheid.’
Joyce knikt. ‘Natuurlijk, jij kan niet zelf bepalen dat je productiviteit lager mag liggen. Of, sorry, dat je minder behandeluren hoeft te doen op een dag. Maar je managers hebben wel jouw informatie nodig om over verandering na te denken.’
‘Alsof we niet al genoeg klagen’, schampert Birgit.
Joyce legt even haar hand op Birgits arm. ‘Misschien klagen jullie wel genoeg, maar niet specifiek genoeg. Als jij weet wat er misgaat in je werkweek, dan kun je met je management kijken of er een aanpak voor jou persoonlijk nodig is of dat er een afdelingsprobleem is. Laat me nu toch even vertellen over dat boek.’
Mokkend hapt Birgit van haar prikker met druiven en bolletjes pistache-ijs. ‘Nou, vooruit. Ga je gang.’
‘Het boek heet Grip, het geheim van slim werken. De auteur, Rick Pastoor, zet inderdaad aan tot jezelf uitdagen. Dus het advies “doe rustiger aan” zul je in dit boek niet vinden. Hij heeft ideeën uit veel van die productiviteitsboeken gehaald, overbodige theorie en nutteloze details eruit gegooid en voor je uitgespeld hoe je je werkweken het beste kan inrichten. Bij mij staat nu bijvoorbeeld alles wat ik moet doen óf in mijn agenda óf op mijn to-dolijst. Nooit meer ergens een los draadje; een rúst dat dat geeft. Het werk dat mijn functieomschrijving dicteert krijgt altijd voorrang boven aanvullende projecten, en dat betekent niet alleen mijn patiënten eerst, maar ook de bijhorende behandelplanevaluaties en huisartsenbrieven, en dán pas dat werkgroepje. Toen mijn baas mij laatst vroeg om vlogs op te nemen voor de website, heb ik eerst met haar gekeken in welke tijd dat moest. Ik kreeg daardoor tijdelijk een productieverlaging. Mijn mail checkte ik altijd tussen zittingen door; nu doe ik dat nog maar drie keer per dag, op vaste tijden. Iedere dag plan ik ’s middags tijd in voor onvoorziene zaken. De patiënten waar vaak nog wat extra werkzaamheden voor nodig zijn, zoals overleggen met anderen, spreek ik altijd ’s morgens, waardoor ik nooit meer om vijf uur met onaffe werkzaamheden zit. En dit zijn nog maar de grote lijnen. De details van slimmer werken zijn nóg mooier.’
‘Heb je aandelen in dat boek of zo?’, murmelt Birgit, terwijl ze de laatste kruimels van de pistachenootjes stukbijt tussen haar voortanden.
‘Geen aandelen. Sterker nog, er is een gratis digitale editie voor mensen die non-profit werken. En al lijkt het soms anders, de zorg is nog altijd geen markt. Dus je kunt het boek gratis bij de schrijver aanvragen. Zelf heb ik natuurlijk de hardcovereditie met handtekening van de auteur, maar zover hoef je niet te gaan.’
Birgit kijkt haar weifelend aan.
‘Jij wilt toch graag je expertise gebruiken om patiënten met complexe problemen te behandelen?’ vervolgt Joyce. ‘Dan moet je binnen je instelling laten zien wat daarvoor nodig is. Hoe zorg je ervoor dat je werk niet alleen uitdagend en bevredigend is, maar ook haalbaar? Met slim werken! Dat is net als het eten hier: een goeie bite, én voldoende grip.’
Danielle Oprel is klinisch psycholoog en psychotherapeut. E-mail ■ doprel@gmail.com.
Vanaf nu zijn alle artikelen via het platform van Boom op www.boomportaal.nl/tijdschrift/TVPT te raadplegen. Op de nieuwe omgeving is het tijdschrift te raadplegen via een Boom-account. Instructies hiervoor zijn begin september per e-mail verstuurd. Voor vragen kunt u contact opnemen met abonnementen@boom.nl.