Moraima G. García Mantilla, Caspar C. Berghout, Anna Bartak,
Dan Pokorny†
Samenvatting
De Core Conflictual Relationship Theme-lu (ccrt-lu) is een coderingssysteem waarmee aspecten in interpersoonlijke relaties van mensen kunnen worden geanalyseerd en gesystematiseerd. Dit artikel geeft een beschrijving van het hiërarchisch ingedeelde ccrt-lu-coderingssysteem; tevens wordt beschreven hoe de Nederlandse vertaling van de ccrt-lu tot stand is gekomen. Met deze vertaling kan de ccrt-lu nu ook in Nederland gebruikt worden als coderingssysteem in wetenschappelijk onderzoek en als diagnostisch instrument in de klinische praktijk om iemands relationele kernconflicten te identificeren.
Introduction of the Core Conflictual Relationship Theme-LU (CCRT-LU) in Dutch
Abstract
The Core Conflictual Relationship Theme-lu (ccrt-lu) is regarded as an established technique for assessing central relationship patterns. The ccrt-lu aims to identify recurrent aspects of interactions. This article describes the hierarchical coding system of the ccrt-lu and also the translation process of the ccrt-lu into the Dutch language. With this translation the ccrt-lu can now be used in the Netherlands as a coding system in psychotherapy research as well as a diagnostic instrument in clinical practice to identify someone’s core conflictual relationship themes.
Inleiding
In dit artikel introduceren we de Nederlandse vertaling van de Core Conflictual Relationship Theme-Leipzig-Ulm/ Logically-Unified (ccrt-lu). Met deze vertaling kan de ccrt-lu ook in Nederland gebruikt worden als coderingssysteem in wetenschappelijk onderzoek en als diagnostisch instrument in de klinische praktijk om iemands relationele kernconflicten te identificeren. We beginnen met een beschrijving van de oorspronkelijke Core Conflictual Relationship Theme (ccrt). Vervolgens gaan we in op de herziene versie van het instrument, namelijk de ccrt-lu. Hierna beschrijven we de vertaalprocedure van het coderingssysteem naar het Nederlands. Vervolgens geven we enkele voorbeelden van de scoring volgens het coderingssysteem en ten slotte gaan we in op de wetenschappelijke en praktische toepassingen van de ccrt-lu.
De CCRT
De oorspronkelijke Core Conflictual Relationship Theme (ccrt) is ontwikkeld door Luborsky van de University of Pennsylvania in de Verenigde Staten (Luborsky, 1976, 1977). Hij hield zich bezig met systematisch onderzoek van relationele patronen van cliënten in psychotherapie. In feite heeft Luborsky daarmee ook het begrip overdracht geoperationaliseerd. Overdracht kan worden omschreven als alle gevoelens, wensen, ervaringen en houdingen tegenover een actueel persoon die niet in overeenstemming zijn met de realiteit van deze persoon (Greenson, 1967). Deze verlangens en houdingen zijn een herhaling van reacties op belangrijke personen uit het verleden. Zo’n centraal relatiepatroon zal vaak herhaald (overgedragen) worden en functioneert dus als een soort prototype voor iedere relatie. Met de ccrt heeft Luborsky een systeem ontwikkeld dat overdracht een empirische basis kan geven. Voor de duidelijkheid, dit gaat niet per definitie om overdracht richting de therapeut; de overdracht van gevoelens, wensen, ervaringen en houdingen kan elk ander persoon in iemands huidige leven betreffen.
Luborsky ontwikkelde de ccrt toen hij transcripten van psychotherapiesessies bestudeerde en het hem opviel dat veel fragmenten in de transcripten over (sociale) relaties gingen. Deze fragmenten noemde hij relatie-episode (re). Hier volgt een voorbeeld van een re.
‘Gisteren was ik de notulen van de vergadering aan het uitwerken, maar ik had een aantal zaken niet heel duidelijk opgeschreven. Ik vroeg daarom aan een collega of ze me er even mee wilde helpen. Maar ze reageerde op een hele vervelende en kritische manier door te zeggen dat ik niet thuis hoor in het bedrijf als ik dit niet eens zelf kan. Ik kon niet geloven dat ze zoiets onaardigs kon zeggen en ik werd toen heel boos op haar. Vervolgens ging ik naar het toilet om mijn tranen weg te vegen en mezelf weer moed in te spreken.’
Luborsky concentreerde zich op de terugkerende aspecten van deze interacties. Hij identificeerde drie componenten die daarbij van belang zijn:
1 de expressie van een Wens (W; Wish): wat verlangt de cliënt van de ander, wat zijn de belangrijkste behoeften, wensen en intenties ten opzichte van een andere persoon?;
2 een verwachte of daadwerkelijke Reactie van de Andere persoon (ro; Reaction of the Other) op de wens van de cliënt;
3 en een daaropvolgende Reactie van het Zelf (rs; Reaction of the Self).
Door het systematisch coderen van meerdere re’s van een verhaal of therapiesessie kan men komen tot een samenvatting, wat Luborsky het Core Conflictual Relationship Theme (ccrt) voor een bepaald individu noemde, oftewel het thema van het relationele kernconflict (Luborsky & Crits-Christoph, 1990, 1998).
De procedure die Luborsky ontwikkelde om op een systematische manier tot een ccrt-classificatie te komen ziet er als volgt uit: als eerste moeten er tien re’s worden geïdentificeerd in het transcript van een therapiesessie (of meerdere sessies). Een re betreft een (deel van een) verhaal dat gaat over het beloop van een relatie die hij/zij heeft met een ander. Elk van deze tien re’s worden onderverdeeld in gedachte-eenheden of -zinnen, en elke zin wordt vervolgens gescoord of het een uitdrukking is van een Wens, een Reactie van de ander, of een Reactie van het zelf. Luborsky’s onderzoeksgroep ontwikkelde standaardcategorieën om de drie componenten (W, ro en rs) van een betrouwbare classificatie te voorzien (Zie tabel 1). Het relationele kernconflict (de ccrt) van de persoon wordt gedefinieerd als de som van de meestvoorkomende classificaties van de componenten W, ro en rs binnen de tien re’s. Een voorbeeld van een relationeel kernconflict zou kunnen zijn: ‘Ik wil begrepen en geliefd worden (W), maar de ander wijst me telkens af (ro), hierdoor ben ik teleurgesteld en verdrietig (rs)’.
Tabel 1 Componenten van de CCRT
Wensen (W) |
Reactie van de ander (RO) |
Reactie van het zelf (RS) |
Ik wil … doen |
De ander doet ... |
Ik doe ... |
De CCRT-LU-methode
Ook al hebben talrijke studies bewijs geleverd voor de validiteit van de ccrt-methode (zie Luborsky & Crits-Christoph, 1998 voor de samenvatting van ccrt-onderzoek), er zijn toch ook veel discussies geweest over de betrouwbaarheid van de standaardcategorieën van de ccrt (Albani e.a., 1994; Albani e.a., 1999; Wilczek e.a., 2000). Vanwege de beperkingen van de oorspronkelijke ccrt-methode (te veel overlap tussen categorieën, te grote diversiteit binnen categorieën) hebben onderzoekers en clinici in 2002 een nieuwe ccrt-methode voorgesteld: de Core Conflictual Relationship Theme-Leipzig-Ulm/ Logically-Unified (ccrt-lu; Albani e.a., 2002). Vergeleken met de ccrt blijkt de ccrt-lu een aanzienlijk hogere mate van interbeoordelaarsbetrouwbaarheid op te leveren bij het scoren van re’s; bovendien is het ccrt-lu-coderingssysteem makkelijker om te leren en efficiënter in het gebruik (Albani e.a., 2002).
De ccrt-lu is een coderingssysteem met een aantal hiërarchisch ingedeelde categorieën. De herziene versie van het categoriesysteem bestaat uit 119 subcategorieën die zijn geclusterd onder dertig middenniveaucategorieën, die op hun beurt weer zijn gebundeld onder dertien clustercategorieën (zie figuur 1). Net als bij de oorspronkelijke ccrt-methode, wordt het ccrt-lu-coderingssysteem toegepast op de re’s in het verhaal van de persoon. In tegenstelling tot de oorspronkelijke ccrt-methode, worden de re’s in de ccrt-lu beoordeeld op basis van vier componenten: Wens van het zelf (ws: “Ik wil ...”), Wens over de ander (wo: “De andere moet ...”), Reactie van het zelf (rs: “Ik doe ...”), en de Reactie van de ander (ro: “Hij doet ...”). Deze clasificatie bevat vier componenten (ws, wo, rs, ro), die weer kunnen worden onderverdeeld in acht subcomponenten op basis van de richting: naar zichzelf gericht of naar de ander gericht (wso, wss, woo, wos, rso, rss, roo, ros; zie tabel 2). Bij alle reacties van de ander of van het zelf (roo, ros, rso, rss) wordt ook aangegeven of het een positieve reactie of een negatieve reactie betreft. Vervolgens wordt het categoriesysteem gebruikt, waarbij eerst een keuze wordt gemaakt in welke clustercategorie de wens of reactie het beste past, vervolgens wordt het best passende middenniveaucluster geselecteerd, om als laatste de subcategorie te selecteren.
Om uiteindelijk tot een formulering van het relationele kernconflict te komen, dienen minimaal tien re’s gescoord te worden volgens het ccrt-lu-classificatiesysteem (dat kan vanuit één therapiesessie, maar kan ook uit meerdere sessies), om vervolgens de meest voorkomende classificaties van de componenten woo, wos, wso, wss, roo, ros, rso en rss te identificeren.
Tabel 2 Componenten van de CCRT-LU
Wensen |
Reacties |
||||||
Wens van het zelf (WS) |
Wens over de ander (WO) |
Reactie van het zelf (RS) |
Reactie van de ander (RO) |
||||
WSO |
WSS |
WOO |
WOS |
RSO |
RSS |
ROO |
ROS |
Ik wil … doen richting de ander |
Ik wil … doen richting mezelf |
De ander moet ... doen richting zichzelf of een ander |
De ander moet ... doen richting mij |
Ik doe ... richting de ander |
Ik doe ... richting mezelf |
De ander doet ... richting zichzelf of een ander |
De ander doet ... richting mij |
Vertaalprocedure
De oorspronkelijke ccrt is ontwikkeld in het Engels (Verenigde Staten) en de ccrt-lu in het Duits (Duitsland). Inmiddels is de ccrt-lu al vertaald naar het Engels, Spaans, Italiaans, Tsjechisch, Slovaaks en Chinees. Aan dit rijtje willen wij de Nederlandse vertaling toevoegen. De vertaling van de ccrt-lu vanuit het Duits naar het Nederlands ging als volgt.
1 Als eerste werd de ccrt-lu vertaald vanuit het Duits naar het Nederlands door een Duitse psycholoog (native speaker) met volledige Nederlandse taalbeheersing, Europees Referentiekader Talen niveau C2 (an).
2 Deze vertaling werd vervolgens terugvertaald vanuit het Nederlands naar Duits door een andere Duitse psycholoog (native speaker) met volledige Nederlandse taalbeheersing, Europees Referentiekader Talen niveau C2 (ab).
3 Verschillen tussen het origineel en de terugvertaling werden besproken en in een consensusbijeenkomst van drie psychologen (cb, mgm, ab) werden de uiteindelijke Nederlandse vertalingen vastgesteld. Een laatste controle werd gedaan door zowel de bestaande Duitse, Engelse en Spaanse versies naast elkaar te leggen en discrepanties na te gaan (zo kwam vanuit de eerste vertaalronde bijvoorbeeld de vertaling van B22 uit op ’Prefereren’. In het Engels, Duits en Spaans is B22 respectievelijk: ’Bevorzugen’, ’Favoring’, ’Preferir’. Uiteindelijk is in de consensusbijeenkomst gekozen voor de vertaling ’Voortrekken’ en niet voor de vertaling ’Prefereren’).
De uiteindelijke vertaling van de ccrt-lu in het Nederlands is in figuur 1 op pagina 220-221 te zien.
Voorbeelden codering
In het hierboven genoemde voorbeeld kunnen we het ccrt-lu-coderingssysteem toepassen op de verschillende zinnen van deze re:
‘Ik vroeg daarom aan een collega of ze me er even mee wilde helpen.’ Als eerste moeten we nagaan of het een Wens, Reactie van de ander of Reactie van het zelf betreft. In dit geval betreft het een Wens (W). Vervolgens bepalen we de richting, in dit geval is de wens gericht van het subject (S) richting het object (O). Dan komen we voor het eerste gedeelte van de codering uit op wso. Inhoudelijk moeten we dan bepalen binnen welk hoofdcluster deze wens valt. In dit geval valt de wens binnen het hoofdcluster B (Ondersteunen). Vervolgens kunnen we bepalen binnen welk middencluster de wens valt, in dit geval is dat B2 (Helpen). Als laatste bepalen we het uiteindelijke subcluster, in dit geval is dat B23 (Helpen, Zich inzetten voor iemand, Bijstaan). De volledige classificatie voor deze zin luidt dan: wso-b23.
‘Maar ze reageerde op een hele vervelende en kritische manier door te zeggen dat ik niet thuis hoor in het bedrijf als ik dit niet eens zelf kan.’ Dit betreft een Reactie van de ander (ro) gericht naar de cliënt zelf (S). Het gaat hier om een negatieve respons van de ander, die haar wens frustreert. Het eerste gedeelte van de codering luidt dan N-ros. Vervolgens kunnen we bepalen in welk hoofdcluster deze reactie valt, in dit geval J (Afwijzen). Dan het middencluster bepalen: J2 (Zich verzetten tegen, Bekritiseren), en tot slot kunnen we het subcluster bepalen, dat is in dit geval J22 (Afwijzen, Buitensluiten, Bekritiseren, Aanmanen, Verwerpen, Veroordelen, Berispen). De uiteindelijke classificatie van deze zin luidt dan: n-ros-j22.
‘Ik kon niet geloven dat ze zoiets onaardigs kon zeggen en ik werd toen heel boos op haar.’ Het betreft hier een Reactie van het zelf (rs) richting de ander (O) en de gevoelslading is negatief (N). Het eerste gedeelte van de codering kunnen we dus samenvatten als: N-rso. Inhoudelijk valt deze reactie binnen het hoofdcluster H (Boos zijn, Onsympathiek zijn), middencluster H1 (Walgen van, Boos zijn), en subcluster H16 (Boos zijn, Kwaad zijn, Gefrustreerd zijn door iets). We komen dan op de volgende classificatie: N-rso-h16.
‘Vervolgens ging ik naar het toilet om mijn tranen weg te vegen en mezelf weer moed in te spreken.’ Hier betreft het een positieve (P) Reactie van het zelf (rs) gericht op zichzelf (S). Het eerste gedeelte kan daarom samengevat worden als: P-rss. Inhoudelijk kunnen we deze zelfaanmoediging classificeren binnen het hoofdcluster D (Zelfbeschikking hebben), middencluster D2 (Trots zijn, Autonoom zijn), en subcluster D21 (Sterk zijn, Superieur zijn, Belangrijk zijn, Moedig zijn, Beslissen). De gehele classificatie luidt dan: P-rss-d21.
Het is overigens belangrijk dat elke wens of reactie niet per se gezien wordt volgens de letterlijke betekenis, maar dat degene die codeert de context ook meeneemt om een bepaalde categorie toe te wijzen. Bijvoorbeeld, de wens of reactie om ‘gelaten en geduldig te zijn’ kan als een zwakte worden gezien binnen een bepaalde context (bijvoorbeeld ‘anderen over je heen laten lopen’ of ‘jezelf niet verdedigen’), terwijl het in een andere context een expressie van kracht kan zijn (bijvoorbeeld: ‘je niet gek laten maken’). In het ccrt-lu-categoriesysteem wordt ‘Gelaten zijn, geduldig zijn’ geassocieerd met kracht en is het te vinden onder de categorie D1 (Innerlijk sterk zijn) en cluster D (Zelfbeschikking hebben), terwijl dezelfde wens of reactie in een negatieve context kan vallen in categorie G2 (Zwak zijn) en cluster G (Door anderen bepaald zijn).
Figuur 1 • CCRT-LU
Toepassingen
Iemands capaciteit om op een flexibele manier gebruik te maken van een breed scala aan (positieve) interacties met anderen wordt vaak gezien als een indicatie van mentale gezondheid. Psychopathologie wordt daarentegen geassocieerd met een beperkter repertiore en een meer rigide stijl van interpersoonlijke relaties (Cierpka e.a., 1998). Het onderzoeken van iemands relationele functioneren en het identificeren van diens relationele kernconflict is dan ook klinisch en wetenschappelijk zeer relevant.
De ccrt-lu-methode is een manier om terugkerende aspecten in interpersoonlijke relaties van cliënten te analyseren en systematiseren. Zo kan de methode gebruikt worden als diagnostisch instrument om het thema van iemands relationele kernconflict op een gestructureerde manier te identificeren. Ook kan de ccrt-lu gebruikt worden als instrument om de uitkomst van een psychotherapeutische behandeling te evalueren. Door middel van dit instrument kunnen zowel veranderingen in de aard van iemands relationele kernconflict als veranderingen in diens bewustzijn van deze interpersoonlijke patronen aangetoond worden (García Mantilla, 2012).
Luborsky maakt een onderscheid tussen positieve en negatieve responsen wat betreft de Reacties van de ander (ro) en de Reacties van het zelf (rs). Dit sluit aan bij de klinische blik van veel psychotherapeuten: een conflict zal vaak ontstaan als bepaalde wensen van een persoon een negatieve reactie van de ander of van het zelf uitlokt. Daarnaast weerspiegelt de mate waarin iemand in staat is te zorgen voor positieve reacties op zijn wensen diens vaardigheid in het omgaan met conflicten. Met behulp van dit coderingssysteem kunnen de positieve en negatieve ervaringen van cliënten systematisch bekeken worden, en zo ook veranderingen daarin gedurende de therapeutische behandeling. Luborsky en Crits-Christoph (1998) deden onderzoek naar het effect van een psychotherapeutische behandeling op het relationele kernconflict. Ze analyseerden transcripties van sessies in het begin en eind van de psychotherapie. Ze vonden dat aan het begin van de behandeling in het verhaal van de cliënt de negatieve responsen van anderen en van de cliënt zelf (ro en rs) veel frequenter werden genoemd dan de positieve responsen. Gedurende de behandeling verminderde het aantal negatieve reacties in wat de cliënt zei, terwijl het aantal positieve interpersoonlijke responsen substantieel toenam. Opvallend was ook dat er geen significante veranderingen te zien waren in het patroon van de wensen en verlangens van de persoon (W) gedurende de behandeling. Dit zou kunnen betekenen dat de behoeften en wensen van een cliënt ten aanzien van anderen zeer stabiel zijn, maar dat de wijze waarop daarmee wordt omgegaan in de interactie met anderen of met zichzelf wel degelijk kan veranderen naar meer adaptief functioneren.
Het ccrt-lu-systeem kan niet alleen worden gebruikt als onderzoeksinstrument, maar ook in de klinische praktijk. De psychotherapeut zou bijvoorbeeld een willekeurige sessie kunnen opnemen, om deze vervolgens terug te luisteren en die fragmenten te transcriberen die gaan over interpersoonlijke relaties. Op die manier kunnen de re’s gescoord worden volgens het ccrt-lu-coderingssysteem, om uiteindelijk tot een formulering te komen van iemands relationele kernconflict. Het coderen van tien re’s vergt circa een uur, en kan onder andere gedaan worden door basispsychologen, gz-psychologen en psychotherapeuten. Het geïdentificeerde thema van het kernconflict kan vervolgens een belangrijke leidraad worden tijdens de therapiegesprekken (Van Dam, 2003). Bij het relationele kernconflict gaat het om de wens van de cliënt, de (verwachte) reactie van de ander en de reactie van de cliënt daarop. Door deze wensen, verlangens, reacties van anderen en reacties van de cliënt inzichtelijk te maken voor de cliënt zelf en voor de behandelaar kunnen ze ook op een adaptieve wijze bewerkt worden.
Literatuur
Albani, C., Pokorny, D., Blaser, G., Grüninger ,S., Köning, S., Marschke, F., e.a. (2002). Reformulation of the Core Conflictual Relationship Theme (CCRT) categories: The CCRT-LU category system. Psychotherapy Research, 12, 319-338.
Albani, C., Pokorny, D., Dahlbender, R. W., & Kächele, H. (1994). Vom Zentralen-Beziehungskonflikt-Thema (ZBKT) zu Zentralen Beziehungsmustern (ZBM). Eine methodenkritische Weiterentwicklung der Methode des “Zentralen Beziehungs-Konflict-Themas”. Psychotherapy, Psychosomatik, Medizinische Psychologie, 44, 89-98.
Albani, C., Villmann, T., Villmann, B., Körner, A., Geyer, M., Pokorny, D., e.a. (1999). Kritik der Kategorialen Strukturen der Methode des Zentralen Beziehungs-Konflikt Themas (ZBKT). Psychotherapy, Psychosomatik, Medizinische Psychologie, 11, 408-421.
Cierpka, M., Strack, M., Benninghoven, D., Staats, H., Dahlbender, R., Pokorny, D., e.a. (1998). Stereotypical relationship patterns and psychopathology. Psychotherapy and Psychosomatics, 67, 241-248.
Dam, Q.D. van (2003). De pracht van de overdracht. In: A. De Bruyne & W. Heuves (red). De ezel en de steen. Amsterdam: Boom.
García Mantilla, M.G. (2012). El proceso de duelo en psicoterapia de tiempo limitado, evaluado mediante el método del tema central de conflicto relacional (CCRT). Proefschrift, Universidad Complutense de Madrid, Spanje.
Greenson, R.R. (1967). The technique and practice of psychoanalysis. (Vol.1). New York: International Universities Press.
Luborsky, L. (1976). Helping alliances in psychotherapy: The ground work for a study of their relationship to its outcome. In: J. Claghorn (Ed.), Successful psychotherapy (pp. 92-116). New York: Brunner/Mazel.
Luborsky, L. (1977). Measuring a pervasive psychic structure in psychotherapy: The Core Conflictual Relationship Theme. In: N. Freedman & S. Grand (Eds). Communicative structures and psychic structures (pp. 367-395). New York: Plenum Press.
Luborsky, L., & Crits-Christoph, P. (1990). Understanding transference: The Core Conflictual Relationship Theme method. New York, NY: Basic Books.
Luborsky, L., & Crits-Christoph, P. (1998). Understanding transference: The Core Conflictual Relationship Theme method (2nd ed.). Washington, DC, US: American Psychological Association.
Wilczek, A., Weinryb, R.M., Barber, J.P., Gustavsson, J.P., & Åsberg, M. (2000). The Core Conflictual Relationship Theme (CCRT) and psychopathology in patients selected for dynamic psychotherapy. Psychotherapy Research, 10, 100-113.
Mw.dr. Moraima G. García Mantilla, Universidad Complutense de Madrid, Spanje, Psychologie Praktijk García Mantilla, Amsterdam, gz-psycholoog, universitair docent.
Dr. Caspar C. Berghout, Psychologie Praktijk Berghout, Amsterdam, gz-psycholoog.
E-mail berghout@psychologiepraktijkberghout.nl
Mw.dr. Anna Bartak, Universiteit van Amsterdam, NPI-specialist in persoonlijkheidsproblematiek, Amsterdam, Psychotherapeut i.o., universitair docent.
Dr. Dan Pokorny†, Universität Ulm, Duitsland, methodoloog, universitair docent.