Maud Schaepkens
Vorig jaar is de website van het Tijdschrift voor Psychotherapie compleet vernieuwd. Naast het archief met alle artikelen uit de voorbije jaargangen, vindt u er een agenda met de komende congressen en andere interessante bijeenkomsten, informatie over het tijdschrift en daarbij, sinds kort, ook korte tekstjes ter kennismaking met onze redactieleden. Met het tijdschrift beogen wij u op de hoogte te houden van nieuwe bevindingen en inzichten, standpunten en methoden binnen het vakgebied en om de discussie tussen psychotherapeuten te stimuleren. Dit alles mede met als doel dat wij allen kwalitatief goede behandelingen bieden aan onze patiënten. In de hoop dat zij op hun beurt weer meer van het leven kunnen genieten.
Om een behandeling te ontvangen en er effectief gebruik van te kunnen maken, is het onder andere van belang dat de patiënt (intern) gemotiveerd is om te veranderen en aan de slag te gaan. Daarop wees onder andere Appelo ons al in zijn boek 47 redenen om niet in therapie te gaan … en één om het wel te doen, waarover Rianne Kloppenburg in het vijfde nummer van jaargang 2017 een boekrecensie schreef. Welke factoren hangen samen met de behandelmotivatie van patiënten? De auteurs van het eerste artikel deden daar onderzoek naar. Specifiek onderzochten Marielle van Oppen, Eline Jochems en Arno van Dam of juist state- dan wel trait-factoren meer samenhangen met de behandelmotivatie van patiënten met een psychotische stoornis. Behandelmotivatie, oftewel de bereidheid van de patiënt om zich in te (blijven) zetten voor de behandeling van zijn psychiatrische klachten, bepaalt mede het volbrengen van en het succes van de behandeling. Aan de hand van twee theoretische kaders, de Zelf Determinatie Theorie en het psychobiologisch model, beantwoorden de auteurs de onderzoeksvraag. En, wat denkt u, zijn vooral trait-factoren zoals temperament kenmerken, of juist dynamische, aan behandeling gerelateerde state-factoren meer van invloed op de kwaliteit van de motivatie voor behandeling?
Een heel ander soort onderzoek deden Sarah Verheul, Froukje de Vries en Han Samwel, namelijk naar de mogelijke effecten van acceptance and commitment therapy (act) bij borstkankerpatiënten met verhoogde distress. Daarbij keken zij naar de resultaten na inzet van act als blended care (onlinebehandeling gecombineerd met persoonlijke gesprekken) en of deze vorm van behandeling aansluit bij de behoeften van deze doelgroep. De resultaten zijn overwegend positief. In het artikel leest u welke effecten patiënten zoal ervoeren na het doorlopen van de act-behandeling en welke specifieke factoren daaraan bijdroegen.
Psychotherapeuten werken met veel verschillende doelgroepen. Niet patiënten met een psychotische stoornis of borstkanker betreffen de doelgroep waar het derde artikel in dit tijdschrift zich op richt, maar patiënten met een trauma. Wat voor soort behandeling hebben zij nodig om toe te werken naar een leven waarin ze niet meer dagelijks worden geconfronteerd met hun verleden? In antwoord op deze vraag neemt Joeri Calsius ons mee naar de praktijk van de lichaamsgerichte psychotherapeut. Velen van ons werken in meer of mindere mate met getraumatiseerde patiënten, maar in hoeverre zijn we op de hoogte van de complexe rollen van en wisselwerking tussen lichaam en geest? Ik leerde diverse nieuwe termen dankzij dit artikel – zo had ik nog nooit gehoord over de myofasciale middenkoker – en ik leerde ook op een andere manier naar trauma te kijken. Degenen voor wie de materie die in dit artikel aan bod komt, net als voor mij, nog geen ‘gesneden koek’ is, worden geholpen in hun visualisatie door de levendige casus, waar de theorieën en termen aan worden gekoppeld.
Gesproken over het (blijven) verbeteren van de kwaliteit van de behandelingen die wij psychotherapeuten aanbieden: een boek dat de lezer hierbij beoogt te helpen, is Schematherapie: werken met fases in de klinische praktijk van Reubsaet. In mijn boekrecensie leest u dat het boek voor de doorgewinterde schematherapeut wellicht niet zoveel nieuws biedt, maar dat de auteur voor iedere andere psychotherapeut die met momenten de weg dreigt kwijt te raken in het moeras aan schematermen, heldere handvatten aanreikt. Het werken met fases draagt bij aan het creëren van structuur in de behandeling. Daarbij helpen de beschreven oefeningen en voorbeelden bij het geven van richting en bij het ervaren van meer vertrouwen in het geven van schematherapie.
Wij behandelen vooral mensen die graag meer van het leven willen kunnen genieten. Er zijn ook mensen die niet (meer) als doel hebben een zo goed mogelijk leven te leiden. Zij zijn ‘klaar’ met het leven. Voor degenen die hen beter willen leren begrijpen, schreef Van Wijngaarden het boek Voltooid leven, over leven en willen sterven. Quin van Dam deelt zijn blik op het boek, dat volgens hem een aanrader is voor elke psychotherapeut. Diverse ouderen komen aan het woord over hun verlangen naar de dood. Wat zijn het voor mensen, hoe ziet en zag tot dan toe hun leven eruit en hoe valt voor ons als buitenstaanders te begrijpen dat zij er ‘klaar mee zijn’? Een boek over de regie voeren over eigen leven, over de confrontaties die iedere oudere aan moet gaan en over de moeite die sommigen ervaren in het toeleven naar het einde.
In dit tijdschrift hebben wij deze keer geen column en ook geen congresverslag voor u, maar wel een extra boekbespreking. Peter Daansen werpt zijn licht op de derde druk van Handboek eetstoornissen dat onder redactie van Noordenbos en Van Elburg werd geschreven. Als ervaren therapeut in het werken met deze, weer heel andere doelgroep (eetstoornispatiënten), miste hij verschillende onderwerpen die volgens hem wel in het boek thuishoren. Zo wordt in het boek niet gerept over obesitas en mist hij een hoofdstuk over de specifiekere doelgroepen kinderen en adolescenten, evenals mannen met eetstoornisproblematiek. Wel is hij te spreken over hoofdstukken die er voor hem in positieve zin uitspringen, zoals die over wilsbekwaamheid, zelfverwonding, genetica, somatische diagnostiek en behandeling en farmacologie. Ondanks de verbeterpunten die Daansen aandraagt, verdient het boek volgens hem een plekje op de boekenplank van hulpverleners die met deze doelgroep werken.
En zo blijven we lezen, bijleren en onszelf ontwikkelen. Opdat we kwalitatief zo goed mogelijke behandelingen mogen bieden aan onze patiënten. En waar we iedere werkdag zo ‘daar’ zijn voor onze patiënten, wens ik u niet alleen veel behandelsuccessen toe, maar eens te meer dat u vooral ook zelf mag genieten – van dit nieuwe tijdschrift, van uw werk en bovenal van het leven.
Publiceren in het tijdschrift?
Op onze website vindt u ook de richtlijnen voor auteurs. De redactie nodigt u uit om uw artikel of forumbijdrage bij ons in te dienen. Wij begeleiden u graag in het proces naar publicatie toe.
Maud Schaepkens is als psycholoog in opleiding tot psychotherapeut werkzaam bij Pec ggz in Eindhoven en bij PGZ in Heerlen. Daarnaast is zij eigenaar van tekstbureau MaudMedia. Zij is redacteur van dit tijdschrift.
Rectificatie
In het artikel De kwaliteit van de therapeutische relatie voorspelt uitkomst van psychotherapie bij depressie van Elise R. Reefhuis, Maarten K. van Dijk, Maartje F. Miggiels, Peter M. ten Klooster, Marcus J.H. Huibers, Jack J.M. Dekker in nummer 1 van 2019, is figuur 2 niet juist weergegeven. Enkele significanties zijn niet als zodanig geduid. Wij hebben de figuur aangepast in de online omgeving van het tijdschrift. U kunt de juiste figuur daar raadplegen. https://www.tijdschriftvoorpsychotherapie.nl/archief/jaargang-2019-uitgave-1/11593/