December 2017: de dagen zijn kort, buiten doet de winter zijn best. Sleutelwoorden in het laatste nummer van 2017 zijn melancholie, doodsangst, afscheid …
Het jaar van de ‘honderd jaar psychoanalyse in Nederland’ wordt afgesloten. Een aantal actieve psychoanalytici en hun verenigingen hebben van alles georganiseerd om de psychoanalyse honderd jaar nadat zij vaste voet aan de grond kreeg in Nederland, in de schijnwerpers te zetten: studiedagen, evenementen, artikelen in kranten en tijdschriften. Het eerste nummer van deze jaargang bood een staalkaart van artikelen die demonstreerden hoe zowel het psychoanalytische gedachtegoed als de psychoanalytische praktijk zich aan het vernieuwen is. Het was een prachtig nummer, geredigeerd door gastredacteur Frans Schalkwijk. En nu nemen we afscheid van het voor de Nederlandse psychoanalyse zo belangrijke jaar.
In dit laatste nummer van 2017 kijkt Marc Hebbrecht terug op een van de vele klassieke artikelen die Freud schreef, ‘Trauer und Melancholia’ ofwel ‘Rouw en melancholie’. In dit artikel, dat precies honderd jaar geleden verscheen, besprak Freud de overeenkomsten tussen deze twee begrippen, maar vooral de verschillen. Hebbrecht leidt ons door het originele artikel heen en gaat in op de ontwikkelingen in het psychoanalytische denken van de afgelopen eeuw. De toename aan kennis over rouw is geïncorporeerd in het psychoanalytische denken, maar in de afgelopen honderd jaar is ook de psychoanalyse relationeler en interactiever geworden, met een groot effect op de therapeutische praktijk rond belangrijke klinische thema’s als verlies, verdriet, rouw en stagnatie.
Later in dit nummer is te lezen hoe na honderd jaar de ontwikkelingen in de psychoanalyse nog immer nieuwe collega’s weten te boeien. In een mooi verslag van de jaarlijkse Summer University Psychoanalyse laat masterstudente Marit van Dijk zien hoe een met gedrevenheid en deskundigheid gebracht programma van klassieke en moderne psychoanalytische denkbeelden nieuwe generaties enthousiasmeert.
Weer terug naar de artikelen. In het tweede artikel onderbouwt Quin van Dam hoe belangrijk het is dat een psychotherapeut vertrouwd is met de verschillende gedaanten van doodsangst, bij zijn cliënt en ook bij haar- of hemzelf. Als de therapeut openstaat voor signalen, de gedaanten van doodsangst herkent en heel praktisch weet wat te vragen – het hoort bij de dood dat we dan gewoonlijk moeilijk woorden vinden – dan kan het lukken om verbonden te blijven op momenten dat cliënten zich alleen voelen met hun angst.
Het derde artikel is van heel andere aard. Frieda Aelen, John Bernard en Anton Hafkenscheid bespreken het klinische fenomeen ‘goedpraters’. Bij het lezen wordt deze vreemde term snel vertrouwd: in de dagelijkse conversatie, maar zeker ook in psychotherapie, doen gesprekspartners vaak uitspraken ‘die iets wegverklaren’, die het met de logica, de waarheid of de realiteit niet zo nauw nemen, maar vooral de functie hebben om een goed gevoel te hebben bij wat de spreker ‘gedaan heeft, wat hij of zij gelooft, wie hij of zij is’. De auteurs betogen dat in psychotherapie, met name systeemtherapie, het de taak is van de therapeut om zulke redeneringen snel aan het licht te brengen, omdat ze de mogelijkheid tot therapeutische verandering stagneren.
In de rubriek Gelezen worden twee zeer verschillende boeken besproken, die beide ontwikkelingen beschrijven in een specifiek vakgebied, respectievelijk de culturele diagnostiek en de diagnostiek en behandeling van borderlineadolescenten. Laurence Claes besluit haar recensie van ‘Cultuur en psychodiagnostiek’ (van Borra, Van Dijk en Verboom) met een warme aanbeveling, Lidwien Geertjens benadrukt de grote behoefte die al lang bestond aan een boek zoals ‘Geen gewone puber’ (van Tromp).
En dan zijn we weer terug bij de thema’s melancholie en afscheid. Danielle Oprel mijmert in haar column over het gesprek dat zij ooit had met haar hoofdopleider over het nut van leertherapie, en dan in het bijzonder over de waarde van meerdere verschillende leertherapieën. Ze maakt ons deelgenoot van haar innerlijke discussie over dit onderwerp sinds dat moment. Onze andere columnist, Majorie Dijkstal, neemt afscheid van de lezers die ze op verschillende momenten tijdens haar vierjarige opleiding tot psychotherapeut meenam in haar verwarring, blijheid, verbazing, vertwijfeling en enthousiasme. De redactie dankt Majorie voor de veelkleurige manier waarop ze wist te reflecteren op haar Bildungsgeschichte. Adieu, Majorie, de psychotherapie heeft er weer een deskundige en gedreven vakgenoot bij.
Bij dit laatste nummer van 2017 past een kleine vooruitblik. Het volgende nummer zal een themanummer zijn, over positieve psychotherapie – een spraakmakende recente ontwikkeling in de psychotherapie. Dat nummer zal het eerste bij de nieuwe uitgever de Tijdstroom zijn, in een nieuw jasje. Maar alvorens deze stap naar een onbekende maar veelbelovende toekomst te zetten, lichten wij nog de hoed voor de uitgever met wie de opeenvolgende redacties gedurende ruim veertig jaar vele mooie afleveringen van het tijdschrift gemaakt hebben. Adieu, Bohn Stafleu van Loghum, het ga je goed!