Visie op ethische en juridische gezondheidsvraagstukken

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Stichting Tijdschrift voor Psychotherapie 2017
10.1007/s12485-017-0189-5

Gelezen

Visie op ethische en juridische gezondheidsvraagstukken

Lidwien J. J. M. GeertjensContact Information

(1)  Haarlem, Nederland

Contact Information Lidwien J. J. M. Geertjens
Email: l.geertjens@wxs.nl

: 10  2017


L.J.J.M. Geertjens  
is klinisch psycholoog-psychotherapeut en P‑opleider bij Kenter Jeugdhulp, docent beroepsethiek bij diverse postmasteropleidingen en lid-beroepsgenoot bij het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam.

Johan Legemaate en Guy Widdershoven (red.) (2016). Basisboek ethiek en recht in de gezondheidszorg . Amsterdam: Boom. 341 p., € 32,50

Twee hoogleraren – beiden toonaangevend in hun vakgebied – sloegen de handen ineen, kozen zorgvuldig hun coauteurs en maakten een leerboek over een in de gezondheidszorg actueel onderwerp. Johan Legemaate, hoogleraar gezondheidsrecht bij AMC/Universiteit van Amsterdam en Guy Widdershoven, hoogleraar medische filosofie en ethiek bij de afdeling Metamedica van VUmc, brengen in dit boek twee invalshoeken samen die in de dagelijkse praktijk van de gezondheidszorg bij het nemen van grote en kleine besluiten veelvuldig een rol spelen; de ethische en de juridische.

Elk hoofdstuk in dit boek werd geschreven door een ethicus en een jurist en heeft een bepaalde problematiek als thema: bijvoorbeeld de arts-patiëntrelatie, de wilsonbekwame patiënt, zorgverlening aan kinderen en jongeren, dwang in de psychiatrie, begin en einde van het leven. Ook bredere thema’s als organisatie en kwaliteit van de zorg, omgaan met incidenten en klachten, en medisch-wetenschappelijk onderzoek passeren de revue.

Begonnen wordt steeds met een korte, herkenbare casus, waarop zowel wet- en regelgeving als ethische uitgangspunten worden toegepast. Daardoor wordt helder welke ethische principes – ‘waarden en normen’ – ten grondslag liggen aan de hedendaagse wet- en regelgeving. De integratie van beide invalshoeken is helpend bij het nemen van beslissingen in de dagelijkse praktijk. Daarbij is een weging van belangen (bijvoorbeeld die van de patiënt versus die van andere betrokkenen, zoals medepatiënten, gezinsleden en professionals) nodig, naast de interpretatie van en discussie over juridische regels.

Zo wordt in het hoofdstuk over zorgverlening aan kinderen en jeugdigen besproken dat het leidende principe hier is dat gehandeld wordt ‘in het belang van het kind’. Maar wat is dat precies? Afgezien van het gegeven dat de visie hierop historisch en cultureel bepaald en daarmee veranderlijk is, zijn er ook verschillende perspectieven mogelijk; vaak zijn twee ouders het al niet eens over wat in het belang van hun kind is. Daarbij komt dat ‘in het belang van het kind’ niet hetzelfde is als ‘volgens de wens van het kind’. Het ethische principe dat een kind recht heeft op een open toekomst – dat wil zeggen dat het optimaal de mogelijkheden moet hebben om de eigen toekomst te bepalen – kan het gesprek over het belang van het kind en vervolgens de te maken keuzes, met de wetgeving in de hand, richting geven.

In het hoofdstuk over organisatie in de zorg leggen de samenstellers uit dat de ethische uitgangspunten daarin solidariteit en rechtvaardigheid zijn. Wie ziek wordt heeft zorg nodig en de kosten daarvoor worden niet door het individu maar door de samenleving als geheel opgebracht. Stijging van de zorgkosten heeft een eigen risico nodig gemaakt. Maar is dan het principe van solidariteit nog voldoende leidend? Mensen met een lager inkomen betalen dan immers relatief meer dan anderen en kiezen noodgedwongen een beperkter verzekeringspakket, waardoor ze minder zorg krijgen. En ondergraaft de marktwerking in de zorg niet de genoemde principes, wanneer de vooronderstelling daarvan – namelijk dat iedere patiënt bewust en zelfstandig kan kiezen uit het zorgaanbod – geen werkelijkheid blijkt? Wanneer bijvoorbeeld ouderdom of laaggeletterdheid of een andere vorm van onmacht en onvermogen dat kiezen onhaalbaar maakt?

Elk hoofdstuk wordt afgesloten met literatuurverwijzingen, websites, richtlijnen en enkele toetsvragen. Het boek wordt gepresenteerd als leerboek voor studenten geneeskunde en voor andere opleidingen, maar biedt ook voor ervaren professionals veel lezenwaardigs.

De tekst is (uiteraard) actueel wat betreft de huidige wetgeving. De recente Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) wordt uitgebreid besproken. Tegelijkertijd blijkt dat wet- en regelgeving, net als het ethisch discours, aan voortdurende ontwikkeling onderhevig is. Na jarenlange discussie over de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (Bopz) is recentelijk de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) in de Tweede Kamer aangenomen. De behandeling in de Eerste Kamer volgt nog, maar de discussie over de nieuwe wet wordt door de auteurs al aangezwengeld met de vraag of vanuit de ethiek dwang in de thuissituatie, die mogelijk wordt door de nieuwe wet, wel echt (zoals beoogd) minder ingrijpend is dan die in een instelling.

Jammer is dat de Jeugdwet nauwelijks aandacht krijgt. Hoewel in de geestelijke gezondheidszorg aan kinderen en jeugdigen de WGBO leidend is gebleven, heeft deze wet voor artsen en andere hulpverleners de nodige gevolgen. Denk bijvoorbeeld aan de informatieplicht aan gezinsvoogden, desnoods tegen de wil van ouders in.

Een gemiste kans is dat dit boek vooral voor medici in de somatische zorg geschreven lijkt te zijn. Een enkele keer wordt gerefereerd aan psychiaters, maar tot de toch niet geringe doelgroep van psychologische beroepen in de wet BIG (gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten) richten de auteurs zich nauwelijks. Wellicht kan een volgende druk van dit boek hierop explicieter en uitgebreider ingaan. De momentane verhouding tussen de aantallen hulpverleners met een BIG-registratie in de psychologische beroepen versus de artsen van ongeveer één op drie (25.000:85.000) zou dit rechtvaardigen. Desalniettemin is de fraaie integratie van ethiek en recht, in ons land niet eerder zo zorgvuldig en systematisch en gelieerd aan de praktijk beschreven, ook voor psychologen en psychotherapeuten de moeite van het lezen waard.

Tot slot een positief woord voor de prachtige vormgeving van dit boek door René van der Vooren. Het doet verlangen naar meer boeiende boeken die er ook nog eens zo mooi uitzien in dit format.

Naar boven