Karel Soudijn (2015). Ethische codes voor psychologen. Amsterdam: Nieuwezijds. 254 p., € 24,95
‘Ethische codes voor psychologen’ van Karel Soudijn beleefde vorig jaar, na de eerste verschijning in 2004, zijn derde herdruk. Directe aanleiding was de herziening van de beroepscode van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) per 1 maart 2015. Hoewel deze herziening geen ingrijpende veranderingen met zich meebracht, was actualisatie en een correcte verwijzing naar de artikelen van de nieuwe beroepscode noodzakelijk. Met dit boek toont Soudijn aan dat beroepsethiek zeker geen saai onderwerp is en bovendien een aspect van het vak waarmee professionals iedere dag meer of minder expliciet van doen hebben. De auteur heeft een vlotte pen en door de vele voorbeelden leest het boek gemakkelijk. Ook psychotherapeuten die geen psycholoog zijn, zouden dit boek moeten lezen. Waarom?
Allereerst maakt Soudijn duidelijk waarom er een beroepscode is: het is een visitekaartje waaraan anderen kunnen zien wat ze van psychologische professionals wel en niet mogen verwachten. Daarnaast is het een hulp om op individueel niveau overwegingen en beslissingen te toetsen. In de dagelijkse praktijk maar ook binnen het verenigingstuchtrecht van het NIP wordt in de colleges van toezicht en beroep de eigen beroepscode gehanteerd. Tevens is het gebruikelijk dat de tuchtcolleges voor de gezondheidszorg zoals die onder de Wet BIG functioneren, naast de wetgeving, de beroepscodes van de diverse beroepsgroepen als leidraad hanteren. Zo zal bij een klacht tegen een psychotherapeut de beroepscode voor psychotherapeuten zoals die door de NVP is uitgegeven (2007) worden geraadpleegd en bij een klacht tegen een gezondheidszorgpsycholoog of klinisch (neuro)psycholoog die van het NIP.
Voordat Soudijn ingaat op de beroepscode zelf, geeft hij een heldere uitleg over begrippen die veel gebruikt worden in het beroepsethisch denken en in de uitspraken van tuchtcolleges, zoals ontvankelijkheid, gegrondheid en verschoningsrecht. Daarna neemt hij de lezer mee door het verloop van een klachtenprocedure en de manier waarop een klacht bekeken en beoordeeld kan worden. Aan de hand van de vier basisprincipes waarop de beroepscode voor psychologen gebaseerd is – verantwoordelijkheid, integriteit, respect en deskundigheid – bespreekt hij klachten. Deze formuleert hij kernachtig, ontdaan van de gram en de voor de beoordeling van het beroepsmatig functioneren weinig relevante details, zoals die vaak in klachtschriften te vinden zijn.
Boeiend is dat hij zijn voorbeelden zo kiest, dat de afgelopen decennia van de psychologie in Nederland de revue passeren, waarmee duidelijk wordt dat tijdsperiode en cultuur de formulering van beroepsethische principes beïnvloeden. In de jaren zestig van de vorige eeuw was het bijvoorbeeld geaccepteerd dat patiënten binnen het Amsterdamse fobieënproject gratis behandeld werden, mits ze proefpersoon in een wetenschappelijk onderzoek waren, waarin studenten de rol van onderzoeker en die van therapeut combineerden. Onervaren hulpverleners experimentele behandelingen laten uitvoeren of het combineren van rollen wordt heden ten dage niet meer verantwoord geacht. Ook de recente affaire-Stapel neemt Soudijn onder de loep.
Bij iedere besproken klacht legt hij zorgvuldig uit hoe een klacht gewogen wordt en op grond van welke principes, maar ook hoe diverse principes kunnen gelden en zelfs met elkaar op gespannen voet kunnen staan. De lezer wordt zo meegenomen in beroepsethisch redeneren en scherpt onderwijl zijn kennis aan over wat mag en moet. Waar in de vaak overvolle praktijkvoering van de professional de tijd voor beroepsethische reflectie wel eens te lijden heeft, biedt dit boek de gelegenheid om op een prettige manier stil te staan bij zaken als: het zich rekenschap geven van eigen beperkingen (en dus geen ‘halfbakken kennis’ gebruiken), het volledig verantwoordelijk zijn voor het beroepsmatig handelen (ongeacht verplichtingen jegens eventuele leidinggevenden of ongeacht het gebruik van protocollen) en medeverantwoordelijkheid dragen voor de kwaliteit van het team waarvan men deel uitmaakt.
Met de NIP-beroepscode als bijlage en een handig trefwoordenregister is dit boek van een goede didacticus een aanrader.