Psychotherapie bij ouderen verdient, door de toenemende vergrijzing, de aandacht van hulpverleners binnen de ggz. Literatuur specifiek gericht op deze doelgroep is altijd welkom. Hoewel het aanbod groeit, is dat nog steeds schaars. Dit handboek is op een toegankelijke manier geschreven en kent een heldere opbouw. In de eerste hoofdstukken wordt aandacht besteed aan algemene informatie rondom de doelgroep ouderen en de ontwikkeling en visie van de oplossingsgerichte gespreksvoering. Vervolgens wordt ingegaan op specifieke oplossingsgerichte (gespreks)vaardigheden, die voor de lezer helder worden geïllustreerd met casusbeschrijvingen en korte oefeningen in positief en oplossingsgericht werken.
Een mooie metafoor die weergeeft wat de essentie is van oplossingsgerichte gespreksvoering, is die van de taxichauffeur. Een taxichauffeur vraagt aan zijn klant niet waar hij vandaan komt, maar waar hij naartoe wil. De chauffeur zoekt dan de kortste route naar die bestemming. Als de klant niet weet waar hij naartoe wil, probeert de chauffeur er door vragen te stellen achter te komen wat zijn bestemming zou kunnen zijn. Hij gaat niet doelloos rondrijden, in de hoop dat de klant op die manier bij toeval op zijn bestemming aankomt. Vergelijk dit met bijvoorbeeld een angstige cliënt die aangeeft niet meer angstig te willen zijn. In de oplossingsgerichte gespreksvoering wordt die cliënt gevraagd wat hij voor die angst in de plaats wil hebben: waar wil hij naartoe? Net als de taxichauffeur is de oplossingsgerichte hulpverlener toekomst- en doelgericht. Als een cliënt aangeeft ergens vanaf te willen, gaat de oplossingsgerichte hulpverlener niet meteen vertrekken in de hoop dat hij in de loop van de behandeling wel ergens op zijn plek terechtkomt. Hij vraagt direct naar richting, doel en toekomstvisie van de cliënt en vaart dan een gerichte koers.
Na deze opening zijn enkele hoofdstukken gewijd aan oplossingsgerichte gespreksvoering bij specifieke problemen van ouderen (zoals cognitieve beperkingen en crisissituaties). Wanneer een cliënt cognitief beperkt is, kan dit de behandeling op verschillende fronten bemoeilijken. Een cliënt kan bijvoorbeeld niet goed terugkijken en aangeven hoe zijn klachten zich hebben ontwikkeld in de loop der tijd. Bovendien zijn cliënten niet altijd in staat hun gedrag aan te passen. Bij oplossingsgerichte gespreksvoering wordt juist naar de toekomst gevraagd en wordt, samen met de cliënt, stilgestaan bij wat al wel goed gaat (en dus niet veranderd hoeft te worden). Op welke momenten is het probleem er niet of minder? Door dit te bevragen en stil te staan bij het doel van de behandeling, worden hoop en een positieve verwachting van verandering gegenereerd, wat de veranderingsbereidheid zal doen toenemen.
Tot slot komt aan bod hoe deze gesprekstechniek ingezet kan worden bij het (mediatief) werken met zorgteams, en wordt een aantal veelgestelde vragen en antwoorden besproken. Eigenlijk wordt steeds teruggegrepen op dezelfde principes: ook als het gaat om mediatieve gespreksvoering - waarbij verandering van het gedrag van het team een positieve invloed kan hebben op verandering van het gedrag van de cliënt - wordt aan teams gevraagd wat ze willen bereiken met een cliënt, hoe ver ze daar al in zijn gevorderd (aan de hand van de schaalvragen), hoe hen dat is gelukt en hoe ze een punt hoger kunnen bereiken. Er wordt veel aandacht besteed aan eerdere successen en competenties. Bij het werken met teams is het belangrijk te vragen hoe de teamleden elkaar kunnen helpen bij het bereiken van het gestelde doel.
Samenvattend: het boek geeft op een leesbare wijze de mogelijkheden van oplossingsgerichte gespreksvoering bij ouderen weer. Het biedt een handreiking om op een andere manier in contact te staan met ouderen in de zorg: niet met de doorgaans gehanteerde probleemgerichte benadering, maar met een oplossingsgerichte aanpak. Er wordt daarbij rekening gehouden met de levensfase, de mogelijkheden en de beperkingen van deze specifieke doelgroep. Ouderen hebben veel levenservaring waaruit zij kunnen putten. Zagen zij zich eerder met een vergelijkbaar probleem geconfronteerd? Hoe hebben ze dat toen opgelost? Dit zijn eigenlijk heel logische vragen, die aansluiten bij hoe mensen voortdurend met alledaagse problemen omgaan. Op de een of andere manier lijken dit soort oplossingsvaardigheden snel uit beeld te raken, wanneer professionele hulp wordt ingezet. Dan is men vaak alleen nog gericht op de ‘stoornis’, het ‘probleem’ of de ‘klacht’. Met name in het werkveld met ouderen wordt er vaak vanuit gegaan dat de cliënt - om wat voor reden dan ook - onvoldoende capabel is om zelf iets aan zijn problemen te doen. Op oudere leeftijd kan men natuurlijk geconfronteerd worden met bepaalde beperkingen waarvoor ondersteuning noodzakelijk is, maar in mijn eigen ervaring in het werken met ouderen zie ik te vaak dat er met goede bedoelingen onnodig veel uit handen van de cliënt wordt genomen. Dit bevordert lang niet altijd het herstel.
Wat mij aanspreekt aan de oplossingsgerichte visie is dat zij uitgaat van de cliënt als co-expert; op die manier wordt de cliënt hoofdverantwoordelijk gemaakt voor het eigen herstel. De professional kan gebruik maken van een aantal oplossingsgerichte vaardigheden, die in dit handboek goed worden uitgewerkt: oplossingsgerichte vragen stellen (vragen naar doelformuleringen en uitzonderingen op de klacht, competentievragen), complimenten geven, positief heretiketteren, erkenning geven, normaliseren en neutraliseren. Het gebruik van ‘schaalvragen’ komt herhaaldelijk terug in het boek. Hierbij wordt de cliënt gevraagd om op een schaal (bijvoorbeeld van 1-10) aan te geven in hoeverre zijn doel bereikt is. Vervolgens kan, aan de hand van het gegeven cijfer, uitgevraagd worden hoe het lukt om op dat cijfer te zitten en hoe cliënt op een hoger punt zou kunnen komen. Dit maakt deze techniek tot een gestructureerde en doelgerichte manier van gespreksvoering die, denk ik, zowel voor cliënten als voor hulpverleners heel prettig kan zijn. Bijkomend voordeel - zeker in de huidige tijd van efficiënt werken - is dat een korter behandeltraject beoogd wordt.
De werkwijze die in dit handboek wordt gehanteerd, kan een eenvoudige, zinvolle toevoeging zijn voor iedere professional die met ouderen werkt: niet slechts voor psychologen en psychotherapeuten, maar ook voor ander disciplines (zoals verpleegkundigen). Zoals de titel al duidelijk maakt, is dit geen boek over oplossingsgerichte therapie maar over gespreksvoering in het algemeen. Het boek is bovendien eenvoudig geschreven en daarmee laagdrempelig. De keerzijde is dat informatie wel erg vaak wordt herhaald; al helpt dit natuurlijk wel weer om de besproken stof beter te laten beklijven. Hoewel er nog weinig onderzoek gedaan is naar de toepassing en het effect van oplossingsgerichte gespreksvoering bij ouderen, kan men op deze manier relatief eenvoudig en positief met hen in gesprek gaan. Ik vind het boek dan ook een aanrader voor collega’s van alle disciplines, die zich in hun dagelijks werk bezighouden met de psychische hulp aan ouderen.