Michael F. Hoyt (2013). Therapist stories of inspiration, passion and renewal. What’s love got to do with it? New York/Londen: Taylor & Francis. 295 p., $ 44,95

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Bohn, Stafleu van Loghum 2014
10.1007/s12485-014-0017-0

Gelezen

Michael F. Hoyt (2013). Therapist stories of inspiration, passion and renewal. What’s love got to do with it? New York/Londen: Taylor & Francis. 295 p., $ 44,95

Caroline MolContact Information

(1)  Cognitief-gedragstherapeut, Amsterdam, The Netherlands

: 27  2014

Samenvatting  
Michael Hoyt stelde ‘Therapist stories of inspiration, passion and renewal’ samen om bezinning uit te dagen op de vraag: waarom ben je psychotherapeut? Hoyt is een internationaal gewaardeerde psychotherapeut, docent en schrijver van diverse boeken over kortdurende behandelingen. Hij heeft diverse prijzen op zijn naam staan, als erkenning voor zijn bijdrage aan de psychotherapie.
C. MOL is vrijgevestigd gz-psycholoog-psychotherapeut en werkzaam als cognitief-gedragstherapeut in eigen praktijk te Amsterdam.

Michael Hoyt stelde ‘Therapist stories of inspiration, passion and renewal’ samen om bezinning uit te dagen op de vraag: waarom ben je psychotherapeut? Hoyt is een internationaal gewaardeerde psychotherapeut, docent en schrijver van diverse boeken over kortdurende behandelingen. Hij heeft diverse prijzen op zijn naam staan, als erkenning voor zijn bijdrage aan de psychotherapie.

Dit boek bestaat uit 28 door hem verzamelde verhalen van hedendaagse invloedrijke Noord-Amerikaanse psychotherapeuten. De lezer wordt meegenomen in een golfbeweging van persoonlijke ervaringen en voorbeelden uit de praktijk die inspirerend zijn geweest voor de diverse schrijvers. Veel van de bijeengebrachte gerenommeerde auteurs zijn direct opgeleid door en/of bevriend geraakt met wereldbekende therapeuten als Jay Haley, Carl Whitaker, Irwin Shapiro, PaulWatzlawick en Milton Erickson. Vrijwel elk verhaal geeft een helder beeld van de therapeut als persoon en geeft een goede indruk van diens levensloop en de invloed daarvan op de ontwikkeling tot psychotherapeut. Aan het einde van het boek – op het moment dat er bij de lezer behoefte ontstaat aan een rode draad in de diversiteit aan persoonlijke ervaringen – geeft Hoyt een overzicht van dimensies en kenmerken die een rol spelen bij psychotherapie.

Het boek nodigt uit bij jezelf op zoek te gaan naar waar de passie in je werk ligt. Wat maakt het waardevol? En hoe vernieuw je op tijd je motivatie en energie? Hoyt beoogt met het boek plezier en voldoening te beschrijven die therapeuten uit hun werk halen en daarmee te stimuleren dat de lezer inspiratie, passie en vernieuwing voor het bedrijven van psychotherapie weet te behouden of terug kan vinden. In de op elkaar volgende verhalen krijgt de lezer een chicken soup for the therapist soul gepresenteerd; een gevarieerde kijk op de bijzondere kanten van psychotherapie.

Het boek opent met een serieus onderwerp: Rubin Battino schrijft over zijn ervaring als begeleider van ondersteunende groepen voor ernstig zieke en terminale patiënten. Hij beschrijft wat voor hem echt belangrijk is in het leven en stelt dat het erom gaat dat de patiënt het gevoel heeft echt gehoord te worden; minder therapeuten dan men zou verwachten beschikken over die vaardigheid. In zijn ogen is de centrale vaardigheid van een goede therapeut te luisteren zonder ‘agenda’ en er te zijn voor de patiënt, zonder deze te onderbreken of opmerkingen te maken. Battino geeft verder mee dat er aan het eind van een leven met naasten het volgende gedeeld zou moeten worden: ‘Ik hou van jou. Vergeef me, alsjeblieft. Ik vergeef jou, ik vergeef mezelf. Dank je en tot ziens!’ Hoewel de mening van Battino gekleurd lijkt te zijn door de groep patiënten met wie hij werkt, is het goed om weer eens na te denken over in hoeverre je zelf als therapeut echt luistert naar cliënten.

De volgende schrijver, Arthur Bohart, formuleert een krachtig en eenvoudig antwoord op de vraag wat hem het meest inspireert in zijn werk: de moed en creativiteit van zijn cliënten om emoties en herinneringen te verdragen en hun gebroken hart te helen. In het daarop volgende hoofdstuk beschrijft Laura Brown hoe zij door persoonlijke omstandigheden jarenlang de passie voor haar werk kwijt was. Het is inspirerend om te lezen wat haar praktisch heeft geholpen in haar vak te blijven. Het bijbrengen van vaardigheden voor psychotherapie aan beginnende therapeuten betekende dat zij zich weer ging verdiepen in basiswerken en dat ze werd uitgedaagd transparant te zijn over hoe zij zich steeds meer afsloot voor haar cliënten. Het beoefenen van aikido gaf haar moed en kracht, waardoor zij ook de moed van haar cliënten weer kon zien. Als lezer raak je onder de indruk van de openheid waarmee zij haar kwetsbaarheid beschrijft. Hier deelgenoot van zijn kun je ervaren als een eer, net zoals dat in het contact met cliënten gebeurt.

Er wordt ook een uitstapje gemaakt naar methoden uit andere culturen. Jon Carlson beschrijft hoe metta (een vorm van meditatie uit Thailand) hem helpt keuzen te blijven maken, ondanks zijn ernstige ziekte: ‘Ik kies ervoor de pijn te accepteren.’ Door zijn ziek zijn moet hij anderen toestaan voor hem te zorgen: ‘Het is zoveel makkelijker voor mij om te geven dan om te ontvangen.’ In het volgende hoofdstuk beschrijft Lilian Comas-Diaz de rol die duende in haar leven speelt. Duende wordt door haar beschreven als een mysterieuze kracht, die nodig is om het leven te intensiveren. Comas-Diaz werd geboren in de Verenigde Staten, maar woonde van haar zesde tot haar twintigste levensjaar in Puerto Rico. Toen zij terugging naar Amerika ondervond zij onderdrukking en racisme; het ervaren van duende hielp haar te overleven.

De invloed van relaties met belangrijke mentoren zien we in twee andere hoofdstukken. Carol Erickson (de oudste dochter van Milton Erickson) schrijft hoe zij al jong een open geest en flexibiliteit meekreeg van haar vader. Haar opvoeding inspireerde haar om in de voetsporen van haar vader te treden. John Frykman, die behalve psychotherapeut ook dominee is, laat zien hoe hij van jongs af aan geleerd heeft om pech te zien als geluk – hetgeen hij zelf manipuleren noemt, maar wat je ook cognitief heretiketteren zou kunnen noemen – waardoor hij zo te lezen steeds meer geluk om zich heen verzamelt, gedurende zijn leven. Goede relaties lijken deuren voor je te openen en Frykman had deze, met wereldberoemde mentoren. ‘Het heeft met liefde te maken’, heeft Frykman veelvuldig in zijn leven ervaren en dat vormde hem.

Een zeer verfrissende oplossingsgerichte therapie wordt beschreven door Joseph Goldfield. Hij werkt met jongeren in New York City en is creatief in zijn methoden om bij een moeilijke doelgroep aan te sluiten. Sommige van zijn sessies zijn compleet in rapvorm, om de jongere te helpen zich uit te drukken. Dan volgt een indrukwekkend verhaal van Kenneth Hardy over hoe het is om te worden opgeleid tot psychotherapeut als enige ‘zwarte in een witte wereld’. Hij leerde daarbij zijn gedachten en gevoelens over rasverschillen en religie te verbergen. Zijn bijdrage is relatief lang, waarbij de toon van verbittering begrijpelijk en inzichtelijk wordt gemaakt, maar wel de boventoon blijft voeren.

Na een aantal taaie hoofdstukken weet Michael Hoyt weer een frisse wind in het boek te blazen, met een geweldige anekdote over autopech in een verlaten gebied en de daarbij ervaren goedheid van de medemens. Verfrissend is ook de voldoening die Chris Iveson haalt uit een liefdesverhaal over een echtpaar bij wie de vrouw dementerend is; door een nieuwe betekenisgeving kan er toch nog een relatief gelukkig einde van beide levens zijn. Susan Johnson laat ons een kijkje nemen in Emotion-Focused Therapy bij echtparen en gezinnen, waarbij ‘ontdekken vanuit conversatie’ de sleutel is naar een veilige hechting. Als je anderen helpt groeien, groei je zelf ook als therapeut.

Dit boek biedt voor elk wat wils. Wie behoefte heeft aan een intellectueel hoogstandje en een hersenkraker komt aan zijn trekken in het hoofdstuk van Murray Korngold, een wijze en belezen man van 92 jaar. Wie behoefte heeft aan compassie, kan het hoofdstuk van Jeffrey Kottler lezen. Hij raakte zeer geïnspireerd door Albert Ellis, een therapeut met een ongelooflijk krachtige compassie voor zijn cliënten. Kottler toont de lezer dat het de verbintenis, het zich begrepen voelen en de belangeloze en diepe zorg voor de ander is waar het om gaat in therapeutisch werk. Als therapeut erkent hij dat hij zichzelf versterkt door de aard van het werk: ‘Ik heb het nodig om nodig te zijn.’

De parel van het boek is een interview met Donald Meichenbaum (72 jaar) die helder uiteenzet wat psychotherapie werkend maakt. Welke vaardigheden heb je nodig als psychotherapeut om positieve behandelresultaten te krijgen? Meichenbaum noemt als kernvaardigheden: het onderhouden van de therapeutische alliantie, de juiste socratische vragen stellen en de cliënt een theorie geven over zijn probleem en wat er moet veranderen. Daarover overeenstemming hebben met de cliënt, vergroot de betrokkenheid van de cliënt. Verder komt het belang van hoop creëren naar voren, door middel van doelen formuleren die specifiek, meetbaar, haalbaar, realistisch en tijdsbeperkt zijn. Het meten en feedback krijgen – zelfs na elke sessie – ziet hij als bepalend voor het behandelresultaat . Ook het in kaart brengen van de sterke kanten van de cliënt en wat al heeft geholpen om in de therapie mee verder te kunnen, benoemt hij als een belangrijke kernvaardigheid. Bovendien is het met de cliënt vooraf inventariseren van eventuele barrières van invloed op het behandelresultaat. Het is verfrissend om als bekend veronderstelde zaken nog eens de revue te zien passeren. Tot slot geeft Meichenbaum aan actief te zijn met de ontwikkeling van computergestuurde trainingsprogramma’s, zowel voor cliënten als psychotherapeuten. In de toekomst zullen therapeutische vaardigheden getraind, besproken en gedeeld kunnen worden met anderen via een website.

‘Therapist stories of inspiration, passion and renewal’ is zeker de moeite waard om te lezen. De persoonlijke verhalen zijn veelal indrukwekkend en zeer openhartig. Vaak bekende zaken passeren de revue, waarbij er een duidelijk onderscheid gemaakt kan worden tussen twee benaderingen in het psychotherapeutisch veld. Aan de ene kant het belang van empathie, de alliantie en er zijn voor de cliënt. Aan de andere kant de nadruk op de toepassing van welomschreven therapeutische methoden die al dan niet creatief ingezet kunnen worden. Voor mij persoonlijk kwam het lezen van dit boek op het juiste moment. Het boek geeft de ruimte om opnieuw je eigen waarden daarin te ontdekken en te verfijnen. Het boek draait om de vraag wat je inspireert en wat je sterk houdt en is daarmee verrijkend.

Naar boven