Ad Kerkhof & Bregje van Spijker (2012). Piekeren over zelfdoding. Amsterdam: Boom. 167 p., € 26,50

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Bohn, Stafleu van Loghum 2014
10.1007/s12485-014-0018-z

Gelezen

Ad Kerkhof & Bregje van Spijker (2012). Piekeren over zelfdoding. Amsterdam: Boom. 167 p., € 26,50

Marijke BaljonContact Information

(1) 

: 27  2014

Samenvatting  
Uitgeverij Boom geeft een serie zelfhulpboeken uit onder de titel Boom hulpboek. Elk boek uit de serie geeft actuele informatie over een probleem, stoornis of ziekte en biedt een methode om hiermee te leren omgaan. Ad Kerkhof, hoogleraar klinische psychologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, is een autoriteit op het terrein van suïcide en suïcidepreventie. Samen met zijn medewerkers ontwikkelt hij zelfhulpprogramma’s die zowel op het internet als in boekvorm verschijnen. Mede-auteur Bregje van Spijker promoveerde in 2012 op de effectiviteit van de online-versie van dit boek. De boekversie is iets uitgebreider dan de online-versie. We hebben hier dus te maken met een wetenschappelijk onderbouwde zelfhulpmethode.
M. BALJON, klinisch psycholoog/psychotherapeut, is zelfstandig gevestigd te Groningen.

Uitgeverij Boom geeft een serie zelfhulpboeken uit onder de titel Boom hulpboek. Elk boek uit de serie geeft actuele informatie over een probleem, stoornis of ziekte en biedt een methode om hiermee te leren omgaan. Ad Kerkhof, hoogleraar klinische psychologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, is een autoriteit op het terrein van suïcide en suïcidepreventie. Samen met zijn medewerkers ontwikkelt hij zelfhulpprogramma’s die zowel op het internet als in boekvorm verschijnen. Mede-auteur Bregje van Spijker promoveerde in 2012 op de effectiviteit van de online-versie van dit boek. De boekversie is iets uitgebreider dan de online-versie. We hebben hier dus te maken met een wetenschappelijk onderbouwde zelfhulpmethode.

Kerkhof en Van Spijker benaderen het denken aan zelfdoding als een vorm van piekeren. Zij stellen dat je er op eigen kracht voor kunt zorgen dat je je gedachten weer de baas wordt. Nu weten we natuurlijk allemaal dat niets zo moeilijk te veranderen is als een ingeslepen gewoonte of automatische gedachte. Maar wie daartoe gemotiveerd is, kan met dit boekje direct aan de slag. Het geeft in helder geschreven korte hoofdstukjes praktische handvatten. De paragraaf over piekeren over zelfdoding begint bijvoorbeeld als volgt: ‘Bij veel mensen die aan zelfdoding denken, herhalen deze gedachten zich regelmatig. (…) Als dit soort dachten zich vaak herhalen, krijgen ze een kwellend in plaats van een zelfbeschermend karakter. Je bent aan het piekeren over zelfdoding en de aanleidingen daartoe. Je gedachten kunnen zelfs zo kwellend worden, dat je ze het liefst zou stoppen. Maar de kans is groot dat dat niet lukt. Waarschijnlijk nemen je gedachten aan zelfdoding juist toe wanneer je ze probeert te stoppen. Dit is een bekend verschijnsel.’

Controle krijgen over gedachten aan zelfdoding in zes weken: onder dit motto is een voorbeeldige cursus uitgewerkt, waarin principes uit de cognitieve gedragstherapie consequent worden uitgewerkt. Er wordt eerlijk bij gezegd dat niet iedereen baat heeft bij de oefeningen en dat je door het volgen van deze cursus niet van al je problemen afkomt. Een realistisch einddoel is het tot de helft terugdringen van de tijd die aan piekeren wordt besteed. In zes hoofdstukken komen het onderzoeken van de eigen gedachten en de functie van het piekeren, het omgaan met hevige gevoelens en crises en het omgaan met toekomstige tegenslagen aan de orde. Elk hoofdstuk begint met een inleiding van ongeveer twee bladzijden. Daarna worden concrete oefeningen beschreven. Er is een zelftest die aan het eind van elk hoofdstuk ingevuld dient te worden. Daardoor kan de betrokkene volgen in hoeverre de mate waarin hij over zelfdoding piekert verandert.

Om een indruk te geven van het soort oefeningen en opdrachten worden hier de thema’s en opdrachten per week aangegeven. Behalve de genoemde opdrachten worden er in het boek voor elke week ook keuzeoefeningen beschreven. Aldus komen achtereenvolgens aan bod:
– 
denken aan zelfdoding (turven hoe vaak je aan zelfdoding denkt, piekerkwartier, het is de bedoeling om twee keer per dag op een vaste tijd te piekeren);
– 
omgaan met hevige gevoelens en stress (positief dagboek, crisisplan maken);
– 
automatische gedachten (automatische gedachten opsporen, ik moet = ik wil, redenen van schuldgevoel opschrijven);
– 
denkgewoonten (denkgewoonten doorzien, zwart-witdenken en waardeloosheid onder de loep nemen);
– 
anders leren denken (tegenberichten gebruiken, kleine stapjes);
– 
omgaan met toekomstige tegenslagen (toekomstscenario’s, kleine stapjes).

Het boek is goed geschreven. Je merkt dat de schrijvers mensen met suïcidegedachten goed kennen en weten waar voor hen de schoen wringt. Ik stel me voor dat betrokkenen zich begrepen en erkend voelen als ze dit lezen. In mijn ervaring is dat helpend. Het bevordert dat betrokkenen wat milder naar zichzelf gaan kijken.

Kerkhof was lid van de werkgroep die de in 2012 verschenen multidisciplinaire behandelrichtlijn voor suïcidaal gedrag heeft opgesteld. In deze richtlijn wordt sterk benadrukt dat het maken van contact met de suïcidale patiënt wezenlijk is bij de preventie van suïcide. Bij het volgen van deze zelfhulpmethode is dat niet aan de orde; de suggestie om contact met anderen te zoeken komt er slechts spaarzaam in voor. Het doorwerken van dit boek of de online-versie is een eenzaam gebeuren en dat is eigenlijk een gemiste kans. Ik kan me wel voorstellen dat het helpend kan zijn om in een behandeling deze methode samen met de patiënt door te nemen.

Daarnaast is dit boekje een aanrader voor naasten en hulpverleners. Ze kunnen er veel uit leren, zowel over de belevingwereld van mensen die piekeren over zelfdoding, als over hoe je hen het beste kunt benaderen.

Naar boven