Ooit had ik een collega met een groot kaal hoofd, grijze baard, altijd geruite overhemden over zijn dikke buik en met bretels boven een oude spijkerbroek. En daaronder de onvermijdelijke geitenwollen sokken in open bruine slippers. Dit was bijna dertig jaar na 1973. Als ik hem als psychotherapeut zou treffen bij een intake, zou ik bang zijn dat zijn werkwijze net zo gedateerd zou zijn als zijn presentatie. Je krijgt maar één kans voor een eerste indruk. Als zwarte therapeut denk ik geregeld na over de invloed van kleur op het psychotherapeutisch contact. Die invloed zal er in ieder geval zijn bij de eerste ontmoeting. India Arie zingt: ‘I am not my hair.’1 Dat is een mooi liedje, maar het is natuurlijk niet waar.Want wat valt mij als eerste op als ik haar clips op YouTube bekijk? Precies.
Toen ik nog een overbewuste, kritische student was, vond ik dat mensen die geen zwarte behandelaar wilden, dan maar zonder zorg moesten blijven. Dat mijn standpunt onhoudbaar was, leerde ik door het volgende incident. Mijn vriendin B. (de b van: blank, blond en blauwe ogen) en ik meldden ons bij de thuiszorg. Naast onze studie geld verdienen door bij oude zieke mensen thuis schoon te maken: het leek ons wel wat. De intercedente vertelde dat er veel werk was. Vriendin B. kon per direct aan de bak, maar voor mij zou het langer gaan duren, want helaas wilden veel oude zieke mensen geen zwarte hulp. De intercedente checkte dat altijd van tevoren: ‘Uw nieuwe hulp is zwart, is dat een probleem voor u?’ Ik kreeg haar zover dat ze deze absurde vraag niet zou stellen. Mijn opzet was: als ze me eenmaal kennen, gaat het vast en zeker goed. Die opzet slaagde niet helemaal. Het eerste echtpaar was zo bang voor me, dat ze bij de kennismaking bijna de deur niet opendeden. Bij mijn tweede bezoek verstopten ze zich achter de bank en belden vervolgens de thuiszorg met de mededeling dat ik niet geweest was.
Ze wilden graag een nieuwe, wel betrouwbare hulp. En o ja, deze keer geen zwarte graag.
Eerlijk is eerlijk, mijn psychotherapiepatiënten zijn nog nooit achter de bank gekropen als ze me voor het eerst zagen. Hoe weet ik dan dat er iets omtrent kleur gebeurt in die eerste psychotherapieontmoeting? Soms vermoed ik het, door de verbazing als ik iemand ophaal in de wachtkamer: ‘O, eh … u bent de therapeut? Ik dacht, eh … dat u misschien de secretaresse was die mij naar de (echte) therapeut zou brengen.’ Soms blikken patiënten na een geslaagde behandeling spontaan terug naar deze eerste ontmoeting: ‘In het begin schrok ik wel even. Je bent nogal donker, als ik het zeggen mag. En dan dat haar!’ Ook vroeg iemand een keer bij de laatste zitting: ‘Mag ik misschien aan je haar voelen? Ik ken namelijk geen mensen zoals jij, dus ik dacht nu heb ik een keer de kans.’ Een andere zorg die ik pas bij een evaluatie hoorde: ‘Ik was aan het begin wel even bang dat je niet goed genoeg Nederlands zou spreken, maar dat gaat best goed.’
Inmiddels heb ik mijn bozige adolescentenmening achter me gelaten: mensen die geen zwarte psychotherapeut willen, moeten vooral verder zoeken. Maar hoe effectueer je dat in de praktijk, als patiënten er niet zo makkelijk iets over zeggen? Het voertuig van psychotherapie is het gesprek. Maar als mensen bij voorbaat al geen zwarte therapeut willen, ga ik het gesprek daarover liever uit de weg. Te gênant voor mij. Het vooraf voorleggen - ‘Uw psychotherapeut is zwart; is dat een probleem voor u?’ - gaat me ook te ver. Mijn oplossing vond ik in een onverwachte hoek: internet. Op mijn website plaatste ik een lekker donkere foto van mezelf, met coupe ‘natural black hair’. Extra wijd uitgekamd. In tegenstelling tot India Arie is míjn lijfspreuk geworden: ‘Yes, I am my hair.’ Nu maar hopen dat al mijn patiënten tegenwoordig voorafgaand aan hun intake even de naam van hun psychotherapeut googelen.
Dus collega, heeft u iets vreemds waar u uw patiënten voor wilt waarschuwen? Een groot kaal hoofd, dikke buik en bretels bijvoorbeeld? Vraagt u zich al lang af waarom nieuwe patiënten toch zo vaak achter die pilaar in de wachtkamer springen? Misschien biedt het internet ook voor u de mogelijkheid om een goede eerste indruk te maken. Maar dan wel eerlijk inzoomen op die geitenwollen sokken en slippers.
1 | Album Testimony: Vol. 1: Life & Relationship(2006). |