We leven steedsmeer in twee werelden: de werkelijke en de virtuele. Sommigen onder ons brengen zo veel tijd op het internet door, dat het erop lijkt dat de virtuele wereld voor hen belangrijker is dan de gewone. In ieder geval vinden ze demogelijkheden ervan veel groter en is er voor henmeer te halen dan in de werkelijke wereld. Je kunt bijvoorbeeld op elk moment en op elke plaatsmet iedereen communiceren en niet alleen over oppervlakkige onderwerpen, maar over je intiemste zielenroerselen. De socialemedia maken het mogelijk deel te nemen aan allerlei groepen en doen daarmee hun naam eer aan. Op het internet zijn er volop kansen om altijd in verbinding te zijn en je hoeft je niet langer alleen te voelen.Maar deze imposantemogelijkheden hebben wel een keerzijde: hoemeer we communiceren op het internet, hoe eenzamer we zullen worden.
Dat is in grote lijnen de slotsom van klinisch psychologe Sherry Turkle in haar recente boek met de intrigerende titel ‘Alone together’. Turkle is niet bang voor alles wat nieuw is en zij voert geen kruistocht tegen de sociale media als zodanig.Haar boek is de waarschuwing van een expert die al heel wat over dit onderwerp heeft geschreven en zich steeds zeer enthousiast toonde over de fascinerende ontwikkelingen op het gebied van de socialeinformatietechnologie. Maar in haar laatste boek brengt zij vooral haar bedenkingen naar voren omdat we volgens haar aan het doorschieten zijn.Die bedenkingen worden pregnant geformuleerd in de veelzeggende ondertitel: ‘Why we expect more from technology and less from each other’. Door onze verslaving aan de socialemedia lopen we het gevaar dat we het steedsminder in onze werkelijke relaties zoeken en steedsmeer in virtuele. Maar omdat die laatste ons op lange termijn teleurstellen, zullen we uiteindelijk eenzamer zijn dan ooit.We zijn samenmet iedereen,maar zijn toch alleen. Je zou kunnen zeggen dat we samen alleen zijn.
De ICT-revolutie heeft ons nog veelmeer gebracht. Behalve dat we tegen computers kunnen schaken, kunnen we er ook door onderwezen worden. Robots zullen in de toekomst steeds vaker de oppas vervangen en de zorg voor de bejaarden overnemen, niet alleen bij strikte verzorgingstaken, maar ook als gezelschap. In de neurowetenschappen wordt al vele jaren uitgebreid onderzoek gedaan naar kunstmatige intelligentie.De laatste tijd ontwikkelt zich in snel tempo een nieuw onderzoeksgebied, dat van de kunstmatige emoties en gevoelens. Het verschil tussen computers en mensen lijkt zo steeds kleiner te worden. Aan de ene kant melden steeds meer onderzoekers dat het brein op een computer lijkt, aan de andere kant krijgt de computer steeds meer menselijke trekken.We kunnen in gesprek gaanmet computers en waarom zouden we in de toekomst ook niet bij een computer in therapie kunnen gaan?
Internettherapie maakt een grote bloei door. Voor welomschreven stoornissen als angsten en depressies zijn goed ontwikkelde internettherapieën beschikbaar en er is weinig reden omte denken dat die minder effectief zijn wanneerpsychotherapeuten deze programma’s aanbieden. Bovendien zijn de grenzen van wat op dit gebied mogelijk is, waarschijnlijk nog lang niet bereikt en zullen steedsmeer psychische problemen zich blijken te lenen voor internettherapie.Misschien is het voor mensen uit het internettijdperk wel veel aantrekkelijker om op internet in therapie te gaan.Waarom zou je zoiets ouderwets als psychotherapie inschakelen als het eenvoudiger en moderner kan? Luidt dit het zoveelste einde van de psychotherapie in of blijft er nog ruimte over voor therapieën waarvan een authentieke therapeutische relatie de kern uitmaakt?
Turkle heeft het niet bij theoretische beschouwingen gelaten,maar jarenlang onderzoek gedaan naar de mogelijkheden én de grenzen van communicatie via de socialemedia, voornamelijk bij kinderen en adolescenten,maar ook bij ouderen en volwassenen. Een van de opmerkelijkste bevindingen is dat veel internetters vroeg of laat teleurgesteld raken in het soort communicatie dat het internet biedt omdat ze niet vinden wat ze zoeken: echte aandacht. Je kunt welmet iedereen overal en op elkmoment communiceren, maar je maakt deel uit van een enorm netwerk waarbinnen de aandacht verspreid is over vele anderen. Er is geenongedeelde aandacht op het internet. Daardoor lijk je toch weer veroordeeld tot het werkelijke leven en tot ‘echte relaties’. Het probleem is alleen, aldus Turkle, dat we het risico lopen niet meer te weten wat authentieke relaties zijn en hoe je diemoet ontwikkelen. Turkle maakt zich in dit opzicht ernstig zorgen over de jongere generaties diemet het internet zijn opgegroeid.
Naast alle voordelen enmogelijkheden die internettherapie biedt, heeft zij ongetwijfeld haar beperkingen. Zijn we dan toch aangewezen op een echte therapeut, iemand die ongedeelde aandacht voor ons heeft? Maar wat is echt in het virtuele tijdperk en wat houdt een authentieke therapeutische relatie in? In de bekende televisieserie ‘In therapie’ is dat een centraal thema. Therapeut Paul is zich bewust van de regels en de beroepscode en probeert daarnaar te handelen. Zijn clientèle ergert zich daaraan en verwijt hem dat hij niet echt is, geen mens van vlees en bloed zoals zijzelf. Ze storten zich ongeremd op hun therapeut en laten niets na omhem van zijn troon te sto ten. Paul wil zich aan de regels houden, maar tegelijkertijd wil hij zijn menselijke kwaliteiten laten zien.Dat loopt uit de hand als hij met een van zijn cliënten op de vuist gaat en op een andere verliefd wordt. De serie levert maar een beperkt beeld op van wat een echte therapeutische relatie inhoudt.
Echtheid heeft dan ook niets temaken met uitageren, projecteren of met grensoverschrijdend gedrag. Echtheid kan ook niet ontstaan in het contact met een computer of een robot. Echtheid betekent zoveel als je niet anders voordoen dan wat je werkelijk bent, je niet verschuilen achter een façade.De therapie is voor de cliënt succesvol als hij (of zij) contact heeftmet wat er echt in hem omgaat en dit communiceertmet de therapeut. De oude patronen, beelden en afweermechanismen verdwijnen dan naar de achtergrond. De cliënt is kwetsbaar, heeft contact met zijn innerlijke wereld en verschuilt zich niet achter een façade.Hij is zichzelf, hij is echt. En dat is ook het doel van psychotherapie.
In een authentieke therapeutische relatie is ook de therapeut echt. Ook hij kan zich gemakkelijk achter een façade verstoppen. Dat kan een professionele, technische of methodische vorm aannemen, maar ook een persoonlijke. Om van een authentieke therapeutische relatie te kunnen spreken,moeten zowel therapeut als cliënt echt zijn, anders kan het doel van psychotherapie niet gerealiseerd worden.
In een echte therapeutische relatie wordt de existentiële situatie waarin wij ons alsmens bevinden concreet voelbaar. Zoals in de worstelingmet alleen én met samen zijn en de moeite die het kost omeen harmonisch evenwicht tussen die twee te vinden. Of in het verlangen naar ongedeelde aandacht die we voor eens en voor altijd willen krijgen en onbeperkt blijven zoeken. Op het internet is er alle ruimte om aan deze existentiële dilemma’s te ontsnappen, in een goede psychotherapie niet. Daar worden deze doorgewerkt en besproken, de oude overlevingsstrategieën worden benoemd; de knop kan niet omgezet worden, er zijn geen ontsnappingsmogelijkheden.
In een echte therapeutische relatie is er ongedeelde aandacht, al is het binnen bepaalde grenzen.De cliënt kan zo ontdekken dat die echt bestaat en dat die ook voor hem is weggelegd, ook al is hetmaar af en toe. Ongedeelde aandacht helpt je om te ontdekken wat je unieke persoonlijkheid en geschiedenis is. Tegelijkertijd wordt er niet omheen gedraaid dat psychotherapie aan beperkingen onderhevig is. Uiteindelijk blijf je alleen en daar zul je het meemoeten doen. Psychotherapie is er niet omje een illusie rijker temaken.
Psychotherapeuten hoeven niet bang te zijn dat de virtuele wereld van de socialemedia hun werk overbodig maakt. Integendeel, deze stormachtige ontwikkeling scherpt juist ons inzicht in wat echt is en zal mensen het waardevolle van een psychotherapie met een echte therapeut meer dan ooit doen beseffen: zij brengt ons in contactmet wat typisch menselijk is.
Literatuur
Turkle, S. (2011).Alone together. Why we expect more from technology and less from each other.New York: Basic Books. |