Ceterum censeo (Column)

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Bohn, Stafleu van Loghum 2011
10.1007/s12485-011-0021-6

FORUM

Ceterum censeo (Column)
Psychotherapie na de dood van de vrije wil

Martin van KalmthoutContact Information

(1) 

Contact Information Martin van Kalmthout
Email: martin.vankalmthout@planet.nl

: 30  2012


vrijgevestigd psychotherapeut en schrijver

Is er nog plaats voor psychotherapie als de vrije wil niet bestaat en we gelijk zijn aan onze hersenen, zoals sommige neurowetenschappers ons willen doen geloven? Psychotherapie veronderstelt immers dat je in staat bent om je handelen bewust te sturen en genoeg vrijheid hebt om jezelf te veranderen en verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen leven. Als we geheel en al gedetermineerd zijn door de automatismen van hersenstructuren die in de loop van de evolutie zijn ontwikkeld, heeft psychotherapie geen wetenschappelijke basis meer en kan ze bijgezet worden in het rariteitenkabinet van voorwetenschappelijke en alternatieve geneeswijzen. Zo zou althans de redenering kunnen zijn.

Op ditmoment is de populariteit van het thema vrijheid en de dominante rol die neurowetenschappers daarin spelen, opmerkelijk. Zo hebben bijvoorbeeld NRC-next en Trouw lange series over de vrije wil en over vrijheid gepubliceerd. Deze hype raakt kennelijk een gevoelige snaar. Het enthousiasme geldt overigens niet zozeer de vrijheid, maar eerder het determinisme. Net als de neurowetenschappers geloven veel mensen daar meer in dan in de vrije wil. Dat geloof sluit aan bij een algemene twijfel aan de maakbaarheid van demaatschappij en de veranderingsmogelijkheden van de mens. Om dezelfde reden is er veel scepsis over psychotherapie.

Debatten over de vrije wil zijn zo oud als de mensheid en werden de laatste eeuwen vooral door theologen en filosofen gevoerd. In de afgelopen honderd jaar hebben ook psychologen zich in de discussie gemengd. Zij benadrukten de conditionering door de omgeving. De behavioristen zijn daarin voorgegaan, met Skinner als hun filosoof van het determinisme. Niet alle psychologen dachten deterministisch, de meningen waren verdeeld. Dat is nogmooi te zien in de beroemde debatten tussen Skinner en Rogers. Rogers kun je beschouwen als de voorman van de tegenpartij, die gelooft in de vrijheid van demens, zonder dat hij overigens ontkent dat we ook geconditioneerd zijn. De huidige academische psychologie heeft zich ontwikkeld tot een echte natuurwetenschap, die de mens niet alleen ziet als een product van de omgeving (zoals Skinner en zijnmedestanders), maar vooral ook als een product van het brein. Ze ismeer en meer een neurowetenschap geworden, die haar inzichten primair ontleent aan de uitkomsten van gecontroleerde laboratoriumexperimenten en de snel toenemende informatie over de werking van de hersenen. Daarin is geen plaats voor de vrije wil en, naar ik vrees, ook niet meer voor psychotherapie. Wat vaak vergeten wordt, is dat het determinisme een filosofie (of een ideologie) is en als zodanig nietsmet wetenschap te maken heeft.

De vraag naar het wel of niet bestaan van de vrije wil doet denken aan de vraag of God al dan niet bestaat. Net als de astronauten na hun rondreizen door het universummeldden dat ze God niet waren tegengekomen, laten de neurowetenschappers nu weten dat de vrije wil niet is gevonden en dat het onwaarschijnlijk is dat dit in de toekomst alsnog zal gebeuren. Het lijkt allemaal een beetje op een zoektocht naar hetmannetje van de radio. Maar als we de manmet de baard niet vinden op onze ruimtereizen, is daarmee het laatste woord over God nog niet gezegd. Hetzelfde geldt voor de vrije wil. We zijn in beide gevallen wel iets verder gekomen: het beeld van de manmet de baard kunnen we beter vergeten, evenals het kamertje in onze hersenen waar de vrije wil zetelt.

Voor ons psychotherapeuten is er weinig nieuws onder de zon als wetenschappers ons vertellen dat we geconditioneerd zijn door onze omgeving en bepaald en beperkt worden door de mechanische processen van de hersenen. Dat is voor ons dagelijkse kost. We worden in ons werk continu geconfronteerdmet de impact van wat er in iemands leven is gebeurd op hoe hij of zij later is geworden. We kennen de hardnekkigheid van oude patronen, gewoonten, verslavingen, vaste beelden en gedragspatronen. Daarover kunnen we hetmet de wetenschappers gauw eens worden. Iedereen kan dat trouwens bij zichzelf vaststellen, daar hoef je geen wetenschapper of psychotherapeut voor te zijn. Dat we gedetermineerd zijn door het verleden sluit niet uit dat er een bepaald aantal vrijheidsgraden is te behalen, voor de een wat meer dan voor de ander. Dat is zelfs de ultieme doelstelling van psychotherapie, die je zou kunnen omschrijven als een project gericht op het veroveren van enige vrijheid op onze conditionering – een veel genuanceerder uitgangspunt dan dat van het ideologisch determinisme, waar neurowetenschappers zich soms schuldig aan maken.

De definitie van vrijheid speelt hun daarbij parten; die is te simplistisch. Er bestaat niet zoiets als absolute vrijheid. Niemand kan eromheen dat we gedetermineerd zijn en het is te kort door de bocht om vrijheid te omschrijven als alles doen wat jemaar wilt. Vrijheid heeft veeleer te makenmet het vermogen om je bewust te worden van wat er in je omgaat, je vaste patronen en emoties, kortom je hele conditionering en hoe je hersenen werken. Dat is de omschrijving van vrijheid die past bij wat wij psychotherapeuten doen en nastreven: mensen helpen zich enigszins te bevrijden van de beperkingen van de conditionering die ze in hun leven hebben ondergaan en de onvrijheid van de hersenprocessen. Vrijheid en geconditioneerdheid sluiten elkaar dus niet per definitie uit, maar geven het spanningsveld aan waarin ieder mens zich bevindt en waarbinnen de psychotherapie opereert.

Een van mijn cliënten, die in haar leven zoveel gruwelijks heeftmeegemaakt dat zij er de rest van haar leven door is getekend, schreef me ooit:

Ik heb de laatste tijd veel aan de gesprekken gedacht die ikmet umocht hebben! Ik heb ze vaak gemist en soms raakte ik een beetje in paniek, als er weer eens iets gebeurd was waar ik onzeker over was. Maar hoe snel kan het gaan, het lijkt of alle gesprekken van de zeven jaren langzaam landen. Het is op het werk een grote chaos, ik ben de enige die er kalm onder blijft! Ik laat me niet meer opjagen en ik doe wat ik kan en als het niet af is, dan zien we morgen wel weer. Collega’s die uit hun dak gaan en grotemonden opzetten, daar trek ik me weinig van aan. Het is zelfs zo dat ik het niet altijd pik en ze op een nette manier laat weten dat ik hier niet van gediend ben! Leidinggevenden die proberen mij vele klussen in de schoenen te schuiven hebben nu pech. Ik ben keuzes aan hetmaken en neem niet allesmeer op mijn bord!!! Het is wel een beetje wennen voor mijn omgeving, maar ik merk dat zij nu ook rekeningmet mij gaan houden. Ik probeer mijn boosheid ook niet meer in te houden en de volgende dag kan ik toch gewoon met scheldende collega’s omgaan, zonder dat ik denk dat ik ze ook nog terugmoet betalen. Dat is toch een hele vooruitgang. Die gesprekkenmet umis ik nog steeds, maar ik kan het nu alleen en dat is ook lekker. Dank dat u zeven jaar naar mij heeft geluisterd!Het heeft geholpen.

Hoezeer je ook bent geprogrammeerd door wat er in je leven is gebeurd en hoe bepalend onze onbewuste hersenprocessen ook zijn, het blijkt toch mogelijk terrein te veroveren op het verleden. Wij psychotherapeuten helpen daarbij allereerst door goed te luisteren, wat zoveel inhoudt als een vrije ruimte creëren waarin hetmogelijk is bij de pijn, het verdriet, de woede en de wanhoop stil te staan, zonder dat er geoordeeld of veroordeeld wordt, zonder dat er gebagatelliseerd wordt of weggepraat. We helpen verder door actief te bevorderen dat de cliënt zich werkelijk bewust wordt van wat er in hem omgaat en dat hij erbij stilstaat en het doorleeft en voelt. Dat kan op veel manieren, maar het doel is steeds hetzelfde: niet vermijden, maar erbij stilstaan, niet ontsnappenmaar erin duiken, niet afsluitenmaar openen. Of er nu gewerkt wordtmet exposure in vivo of imaginair, met focusing of mindfulness, met het doorwerken van de overdracht of met confrontaties, het dient allemaal hetzelfde doel. En de cliënt vertelt ons na afloop dat het helpt: het lucht op, er is meer ruimte, er komt inzicht en gedragsverandering. Kortom: er is meer vrijheid.

Door onze biologische bepaaldheid en onze enorme conditionering is dit hele proces verre van gemakkelijk. Er is dan ook grote inzet en veel discipline voor nodig. Het is een hele kunst omjezelf, ondanks je conditionering, aandachtig te exploreren. Toch blijkt het mogelijk omdat te leren. Je kunt je conditionering onder ogen zien en ervoor kiezen nieuwe wegen te gaan óf het bij het oude te laten! Als we die vrijheid niet zouden hebben, konden we de tent inderdaad beter sluiten.

Naar boven