Het is me wat, een tijdschrift draaiende houden. Iedere keer weer een nummer van zo’n 75 pagina’s vol krijgen, van zo hoog mogelijke kwaliteit, het is geen sinecure. Het belangrijkste zijn natuurlijk de schrijvers. Wij hebben tot dusverre niet echt te klagen over het aantal auteurs dat demoeite neemt en de moed heeft omuit zichzelf een artikel naar ons tijdschrift te sturen. Van hen zijn wij afhankelijk en zij zijn onze goudmijn. Maar soms is er (hoge) nood aan kopij – om een Vlaamse uitdrukking te misbruiken.
Een van de oorzaken van kopijnood is de versplintering in psychotherapieland. Er zijn gewoon te veel tijdschriften. Elke SPV ofwel ‘Specialistische psychotherapievereniging’ (zoals de VGCt, VCgP, NVGP, VKJP enmisschien vergeet ik er nog wel een) verzamelt haar eigen pennenvruchten in een eigen blad. Dat moet natuurlijk een keer ophouden, net als de versplintering van de psychotherapie zelf. Het spreekt vanzelf dat dit geen pleidooi is om ons tijdschrift op te heffen. Integendeel: we willen het verbeteren. Eerder hopen we dat de SPV’s en hun redacties de krachten met ons willen bundelen.
Een andere basisvoorwaarde voor een goedlopend tijdschrift is een gedreven redactie en dito hoofdredacteur. Demeeste oude rotten (‘druk, druk, druk’) zijn uit tijdgebrek zelden beschikbaar voor zo’n post. Wij zijn daarom (maar natuurlijk óók omdat we zo langzamerhand graag het roer over willen doen aan jongeremensen) onze redactie flink aan het verjongen. Onze hoofdredacteur, Thijs deWolf, is zijn klus begonnenmet het idee dat hij dat hooguit twee jaar zou doen. Hij heeft inmiddels al méér dan twee jaar geïnterimd en verlangt naar zijn pensioen (en naar een voettocht richting Santiago de Compostella). Aan het einde van deze inleiding staat dan ook een oproep of zich een nieuwe hoofdredacteur bij ons wilmelden. We wensen een enthousiaste hoofdredacteur met ideeën en genoeg tijd. En niet te vergeten: iemand die kan samenwerken met een lastige, veeleisende eindredacteur. Een schaap met vijf poten dus – en dat voor een onbezoldigde functie (dat is te zeggen: zij of hij krijgt een redelijke onkostenvergoeding). Wie durft?
Terug naar onze goudmijn, de auteurs. De redactie heeft besloten een geldprijs uit te loven voor het beste artikel over twee of drie jaargangen. Als eerbetoon aan de veel te jong overledenWim Trijsburg leek het ons een goed idee de prijs naar hem te noemen. Wim heeft zich als geen ander ingezet voor de integratieve en daarmee schooloverstijgende psychotherapie. Bovendien was hij jarenlang hoofdredacteur van dit tijdschrift en ook in die hoedanigheid een meer dan warm pleitbezorger voor de psychotherapie.
De prijs is voorbehouden aan jonge en talentvolle schrijvers die nog aan het begin van hun carrière staan. Over de afgelopen twee jaar is de keus gevallen op Gabe Leigh-Valles en zijn artikel ‘Over de rol van de neurobiologie in de psychotherapie’, dat werd gepubliceerd in het themanummer ‘Nut en onnut van de cognitieve neurowetenschap voor de psychotherapie, psychiatrie en psychologie’ (Tijdschrift voor Psychotherapie, nr. 1/2009, pp. 25–34). Dat artikel is van een grote helderheid, geschreven in een kalme didactische stijl (zeer in contrast, bijvoorbeeld, met de bozige manier waarop ik zelf meestal over dat onderwerp schrijf). Ik herinnerme dat de eerste versie van Leighs artikelmeteen al helemaal goed was. Het artikel had slechts één tekortkoming: het was wat kort. De redactie suggereerde de auteur zijn betoog uit te breidenmet een commentaar op het roemruchte proefschrift van psychiater Frank Koerselman over ‘Biologische psychotherapie’. Moeiteloos slaagde Leigh erin zijn inzichten toe te lichten en te verduidelijken met kritiek op Koerselmans opvattingen. Mooi meegenomen was dat zijn artikel daardoor ongeveer twee keer zo lang werd. Zelden heb ik als eindredacteur zo weinig te doen gehad.
Namens de hele redactie feliciteer ik Gabe Leigh-Valles van harte met deze prijs. We hopen je nóg eens voor een artikel te mogen strikken!
Ook in dit nummer hebben de auteurs ons weer mooi uit de brand geholpen. Dat geldt in de eerste plaats voor het artikel van oud-redacteur Peter Daansen en medeauteurs, die een kritisch overzicht geven van de vorderingen op weg naar marktwerking in de gezondheidszorg casu quo de GGZ. Het is geen dagelijkse kost in dit tijdschrift, maar deze materie is toch, menen wij, noodzakelijke kennis voor alle psychotherapeuten, gz- en klinisch psychologen. Veel lezers zullen (net als ondergetekende) niet eerder zo gedetailleerd over deze brandende kwestie zijn geïnformeerd. Heel leerzaam.
In het tweede artikel bespreken Linda Dil en Rien Van de merites van Kortdurende psychoanalytische psychotherapie en illustreren deze behandelvormmet twee casussen. Dil en Van schrijven over een specifieke vorm van kortdurende psychoanalytische therapie, namelijk ‘Kortdurende psychodynamische steungevende psychotherapie’ (KPSP). Dit is een geprotocolleerde behandelvorm die speciaal is ontwikkeld voor depressie. De auteurs laten zien waarom KPSP bij uitstek aangewezen is voor depressie bij adolescenten.
In het derde artikel voegen Anton Hafkenscheid en Arend Veeninga de daad bij het woord – en dat woord luidt: in psychotherapie wordt te weinig rekening gehoudenmet de behoeften en wensen van de patiënt. Om de ontwikkeling van die behoeften en wensen tijdens de behandeling te kunnen volgen ontwierpen zij een eenvoudige vragenlijst, een variant van de Patiëntenbehoeftenvragenlijst (PBV). Daarmee gingen zij na in hoeverre de behoeften en wensen van 142 ambulante psychiatrische patiënten een jaar na het begin van de behandeling waren vervuld. Ik verklap niet wat daaruit kwam.
Geïnteresseerden kunnen informatie en een beschrijving van functie en taken opvragen bij Thijs de Wolf (06-5333 8476 of http://mdw@wxs.nl) of het redactiebureau (http://tvpsychotherapie@xs4all.nl of 030 251 7747).
Redactionele ervaring strekt tot aanbeveling.
Stuur uw sollicitatiebrief naar het redactiebureau van het Tijdschrift voor Psychotherapie, Maliebaan 50B, 3581 CS Utrecht.