In het gezamenlijke operaproject van Kris Defoort en Guy Cassiers ‘The house of the sleeping beauties’ bezoekt een oudere heer een kuis bordeel waar bejaarde mannen het bed kunnen delen met naakte, in slaap gebrachte, zeer jonge meisjes.1 De oude man vraagt de bordeelhoudster wat het uiterste is dat de bezoekers zich kunnen permitteren. Zij antwoordt dat hij slechts naast de slapende meisjes mag liggen. Maar tijdens zijn tweede bezoek bekruipt de oude man de neiging om de regels van het huis te overtreden. Het verlangen om iets verschrikkelijks met het meisje te doen, bekruipt hem. Hij probeert haar wakker te schudden en gaat wild met haar tekeer totdat hij op de grens van haar maagdelijkheid stuit.
Deze prachtige opera herinnert ons aan de diepste tegenstellingen en onoverkomelijke grenzen die niet uit het menselijk leven weg te denken zijn. Vooral de serene en onvervalste taal en de existentiële overpeinzingen van de oudere man over diepmenselijke verlangens, over intimiteit en oude herinneringen, over genot en pijn, over hoop en lijden, over liefde en eenzaamheid, over ouder worden en sterven blijven nazinderen en slaan pas later terug in het denken en voelen van de toeschouwer.
Mensen zijn taaie wezens en kunnen lange tijd maatschappelijke eisen en grenzen op het gebied van de psyche (het zelf), van het lichaam (gewicht) en van de strafrechtelijke wetten (criminaliteit) volgen – om dan ineens geconfronteerd worden met de pijn van de diepe frustraties die dit leven met zich meebrengt. In het kielzog van deze beweging is de opkomst van psychologische en psychiatrische probleemcategorieën, zoals de persoonlijkheidsstoornissen, de verschillende eetstoornissen en de forensische stoornissen, voor psychotherapeuten een stimulans om verder na te denken over de gevolgen van de manier waarop zij in hun therapeutische praktijk omgaan met deze diagnoses. Steeds weer zijn er menswetenschappers en hulpverleners die zich uitgedaagd voelen om creatieve zoektochten te ondernemen naar humane antwoorden op de pijn die het kost om in deze samenleving normaal te functioneren.
In dit nummer kunt u twee verschillende verhalen lezen over psychotherapeutische behandelmethoden die ontwikkeld werden voor mensen die in de huidige complexe en veeleisende samenleving verloren lopen omdat ze de vooropgestelde wegen niet kunnen volgen en die afwijken, wegkwijnen of overlopen.
In het eerste artikel benadrukken Kwee, Schaafsma en Hillebrand dat een succesvolle implementatie van de Schema-focused therapy in de forensische hulpverleningspraktijk een voldoende veilige, ondersteunende en niet-straffende instellingscultuur vereist. De verdienste van hun artikel is dat zij een aanzet geven om de risicotaxatie en de behandeling die in de praktijk nog vaak gescheiden entiteiten zijn, met elkaar te verbinden.
Er is nog veel te verbeteren aan de kwaliteit van de forensische hulpverlening. De nadruk op veiligheid en opsluiting als belangrijkste strategie voor de vaak gecompliceerde forensische problemen hebben tot op heden weinig soelaas gebracht. Het is belangrijk dat er een betere afstemming komt tussen de justitiële en de zorginterventies. In hun artikel geven Kwee cum suis aan de hand van een uitgebreide casusbeschrijving een voorbeeld van hoe een gedegen risicotaxatie kan vertaald worden naar realistische en zinvolle therapeutische behandelingsdoelstellingen.
Daansen en De Jong presenteren vervolgens een alternatieve vorm van cognitieve gedragstherapie voor eetstoornissen die volledig past in dit tijdperk van acceptatie- en emotiegerichte psychotherapeutische behandelingen maar die toch ook innovatief is omwille van de originele toepassing ervan bij eetstoornissen. Overigens is ook het onderscheid dat de auteurs aangeven tussen ‘hete’ en ‘koude’ cognities boeiende kost voor therapeuten die met eetstoornissen te maken krijgen.
In Forum willen wij de lezers van dit tijdschrift verrassen met de voorpublicatie van een boek van Paul Verhaeghe met de provocerende titel ‘Het einde van de psychotherapie’. Het zal in de eerste week van september verschijnen bij De Bezige Bij. De inhoud daagt de lezer uit om na te denken over de huidige positie van de psychotherapie, haar geschiedenis en haar toekomstige ontwikkeling. Met deze voorpublicatie wil de redactie nochtans geen standpunt innemen over de – in scherpe bewoordingen beschreven – visie van Verhaeghe op psychotherapie, maar wil zij veeleer een aanzet geven om een indringende en levendige discussie in ons tijdschrift aan te zwengelen. In latere nummers komen wij daarop terug met hopelijk veel boeiende commentaren op het boek en de conclusies van Verhaeghe.
De rubriek Gelezen bevat twee boekbesprekingen over het werk van twee spraakmakende boegbeelden uit de psychotherapie. Een eerste boekbespreking is gewijd aan het promotieonderzoek over de persoon en het fenomeen ‘Bastiaans’ en over zijn therapeutische methode voor oorlogsslachtoffers die onbewezen en door collega’s zelfs potentieel gevaarlijk werd geacht. De tweede recensie gaat over het recentste, naar het Nederlands vertaalde boek van de systeempsychotherapeut Michael White en over diens narratieve methode.
Tot slot raad ik u aan om in Gehoord de boeiende besprekingen te lezen van studiedagen over (1) de digitalisering van de wereld én de psychotherapie en (2) het autonomiebegrip in psychiatrie en psychotherapie.
1 | Deze opera is gebaseerd op een roman van de Japanse auteur en Nobelprijswinnaar Yasunari Kawabata uit 1961 (een Nederlandse vertaling verscheen in 1982). |