W. de Haas (2008). Groepsbegeleiding en groepsbehandeling in de gezondheidszorg. Soest: Uitgeverij Nelissen. 213 pp., € 34,50

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Bohn Stafleu van Loghum 2008
10.1007/BF03078460

Gelezen

W. de Haas (2008). Groepsbegeleiding en groepsbehandeling in de gezondheidszorg. Soest: Uitgeverij Nelissen. 213 pp., € 34,50

Hans SnijdersContact Information

(1) 

Samenvatting  
Willem de Haas, opleider van groepstherapeuten, groepswerkers en teamcoaches, publiceerde dit boek om de praktische toepassing van groepsdynamica te beschrijven. Het boek is onderverdeeld in twaalf hoofdstukken die elk met oefeningen worden afgerond en aan het eind van het boek worden aangevuld met een ‘troubleshooting’ gids.
hans snijders, klinisch psycholoog/psychotherapeut, is werkzaam in het Centrum voor persoonlijkheidsproblematiek (CPP) van PsyQ, locatie Stadhoudersplantsoen 2 te Den Haag.

Willem de Haas, opleider van groepstherapeuten, groepswerkers en teamcoaches, publiceerde dit boek om de praktische toepassing van groepsdynamica te beschrijven. Het boek is onderverdeeld in twaalf hoofdstukken die elk met oefeningen worden afgerond en aan het eind van het boek worden aangevuld met een ‘troubleshooting’ gids.

In deel I worden drie licht verteerbare hoofdstukken gewijd aan groepsdynamica, het in kaart brengen en het opzetten van een groep. Allereerst worden de door Yalom en anderen omschreven therapeutische factoren beknopt uitgelegd (Yalom & Leszcz, 2005) om aan de hand daarvan de dynamiek van de groep te illustreren. De groep wordt vervolgens in kaart gebracht met de ‘roos van Leary’, een cirkelcomplex waarin interactiestijlen op de dimensies van relationele invloed en nabijheid nader worden omschreven. Meer uitgebreid komt het opzetten van een groep aan bod. De auteur beschrijft een zesstappenplan waarin afhankelijk van een doelgroep, zowel aan de ‘taakkant’ als aan de ‘proceskant’ doel, doelstelling, vormgeving en werkwijze te concretiseren zijn. De auteur maakt dit abstracte hoofdstuk begrijpelijker met korte praktijkvoorbeelden die variëren van een voorlichtingscursus in een revalidatieafdeling, een assertiviteitstraining, een ‘puinruimgroep’ in een afdeling voor verslavingszorg of een psychotherapiegroep.

De beïnvloeding van een groep komt in deel II aan de orde. De rollen van de groepsleider – hier onderverdeeld en vertaald in ‘taakleider’ en ‘zorgverlener’ – en het leiden of sturen van een groep worden beschreven aan de hand van aanwijzingen voor taalgebruik, gesprekstechnieken en daarbij passende formuleringen. De auteur gebruikt daarbij veel beeldspraak in de trant van ‘gereedschap van de groepsleider’, ‘taakstructuur als leidinggevend organisatiemiddel’, ‘relatietechniek’ en de veel herhaalde termen ‘taak en proces’, waardoor de tekst wat droog en zakelijk wordt. In wezen komt het neer op groepstherapeutische interventies en het vinden van een passende balans tussen een ongestructureerde groepsvorm en een gestructureerde variant. Dit had een smeuïger taalgebruik verdiend.

In deel III besteedt de Haas onder het motto ‘groepsprocessen sturen’ veel aandacht aan de complexe therapeutische factor ‘groepscohesie’. Hoofdstuk 8 gaat over de ontwikkeling van groepen en over de ontwikkeling binnen groepen, waarbij de auteur het in de groepstherapieliteratuur veel gebruikte model van Levine (1979) over fasen en crisismomenten bij de overgang van fasen uiteenzet. Aan de hand hiervan beschrijft de auteur een summiere handleiding voor de praktijk. Het ontstaan en de functie van groepsregels en groepsnormen komen in hoofdstuk 9 aan bod met een toelichting over hoe deze zijn te beïnvloeden of te sturen, gevolgd in hoofdstuk 10 door een bespreking van rolgedragingen en de beïnvloeding hiervan in een groep. Terecht besteedt de auteur in hoofdstuk 11 de nodige aandacht aan de belangrijke fase van beëindiging en afscheid in de groep. In hoofdstuk 12 gaat hij in op ‘diepteprocessen in de groep’. De titel roept verwachtingen op die niet bewaarheid worden als slechts fenomenen als (tegen)overdracht, groepspanning, vermijdingsvormen en regressie behandeld worden. Het boek eindigt met een praktische ‘troubleshooting’ gids voor de aanpak van enkele van de problemen die in het werken met groepen kunnen optreden, zoals bij ‘drop-out’ gedrag, moeilijke groepsleden, vermijdingen of conflicten tussen groepsleden.

Mijn conclusie: dit boek geeft een degelijke introductie tot het begeleiden van groepen en het beginnen met groepsbehandelingen. De auteur, die te spaarzaam is in de bronvermeldingen in zijn boek, beoogt de scope breed te houden. Dit blijkt uit de beknopte voorbeelden over zeer uiteenlopende groepen, zoals groepen voor ouders met kinderen met ADHD of een diëtiste/groepsleider in een groep met mensen met overgewicht. Hierdoor krijgt het boek een te globaal karakter. Desondanks snijdt de auteur wel de onderwerpen aan die niet gemist kunnen worden wanneer men wordt ingewijd in het boeiende maar niet gemakkelijke werk met groepen, wat immers naast literatuur vooral veel ervaring en opleiding vergt. Het goed werken met groepen is een vak dat pas door jaren ervaring – de auteur schreef dit boek na dertig jaar ervaring – geleerd kan worden. Dit boek kan mijns inziens als introductie aangeraden worden aan, bijvoorbeeld, HBO’ers die in opleiding zijn voor groepwerker of aan Gz-psychologen in opleiding.


Literatuur

Levine, B. (1979). Group psychotherapy, practice and development. Englewood Cliffs, N.J.: Prentice Hall
 
Yalom, I.D. & Leszcz, M. (2005). The theory and practice of group psychotherapy (5de druk). New York: Basic Books
 
Naar boven

Nieuwe locatie

Vanaf nu zijn alle artikelen via het platform van Boom op www.boomportaal.nl/tijdschrift/TVPT te raadplegen. Op de nieuwe omgeving is het tijdschrift te raadplegen via een Boom-account. Instructies hiervoor zijn begin september per e-mail verstuurd. Voor vragen kunt u contact opnemen met abonnementen@boom.nl.