Reactie op het commentaar van Casper Koene

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Bohn Stafleu van Loghum 2007
10.1007/BF03062285

Tuchtrechtelijk

Reactie op het commentaar van Casper Koene

   Contact Information

(1) 

Samenvatting  Collega Koene, die zich verheugt over onze nieuwe rubriek Tuchtrechtelijk, stoort zich aan het redactionele ‘Ten geleide’ bij de introductie van de eerste casus. In de eerste plaats wijst hij erop dat tijdschriften als het onze niet verplicht zijn uitspraken die door een (Centraal of Regionaal) Tuchtcollege ter publicatie worden aangeboden te plaatsen. Hij heeft daar gelijk in.

Collega Koene, die zich verheugt over onze nieuwe rubriek Tuchtrechtelijk, stoort zich aan het redactionele ‘Ten geleide’ bij de introductie van de eerste casus. In de eerste plaats wijst hij erop dat tijdschriften als het onze niet verplicht zijn uitspraken die door een (Centraal of Regionaal) Tuchtcollege ter publicatie worden aangeboden te plaatsen. Hij heeft daar gelijk in. Artikel 71 van de wet BIG (zie zijn voetnoot 1) stelt inderdaad die verplichting niet. Niettemin zal de redactie een toegezonden uitspraak beschouwen als een nadrukkelijk verzoek van het desbetreffende tuchtcollege om de uitspraak te publiceren, omdat men daar kennelijk grote waarde aan hecht (anders zou men daarover niets in de uitspraak opnemen). In de beroepsuitoefening kan in ethisch opzicht namelijk gemakkelijk iets fout gaan en een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Zoals eerder gesteld, is publicatie niet bedoeld om ons ‘aan de aberraties van een collega te vergapen, maar om uit diens abject geacht gedrag lering te trekken’ (Ten geleide, p. 50). Koene vindt dit wat boud gesteld en bovendien intern tegenstrijdig. Dat laatste is natuurlijk niet waar, want het desbetreffende gedrag van de collega waarop de uitspraak betrekking heeft, is niet voor niets abject geacht; anders zou de klacht tegen hem/haar wel ongegrond zijn verklaard. Maar het staat er natuurlijk wel wat fors.

We zijn het met Koene eens dat daardoor snel de misvatting zou kunnen ontstaan dat tuchtrechtzaken altijd betrekking hebben op grove overtredingen, terwijl dat nu juist niet het geval is. In het merendeel van de zaken gaat het om ‘lichtere’ incidenten, zoals het niet goed informeren van de cliënt, dingen over de cliënt aan derden melden zonder diens toestemming enzovoort. Omdat zoiets gemakkelijk gebeurt, terwijl het toch niet mag, is het goed om door middel van dit soort publicaties de beroepsbeoefenaren op hun verantwoordelijkheden te wijzen. Dat was en is onze intentie met deze nieuwe rubriek. Een begeleidend commentaar van een deskundige als Mia Leijssen1 kan daarbij helpen.

de redactie


1 Mia Leijssen heeft laten weten dat zij niet zal reageren op de opmerkingen van Koene.
Naar boven