Inleiding

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Bohn Stafleu van Loghum 2007
10.1007/BF03062281

Inleiding

Inleiding

Hans SnijdersContact Information

(1) 

Samenvatting  Het net van richtlijnen voor psychotherapeutische behandelingen voor tal van stoornissen is inmiddels over ons neergedaald. Binnenkort volgen ook richtlijnen voor de behandelingen van persoonlijkheidsstoornissen. Daarna dienen wij met zogenaamde prestatie-indicatoren verantwoording over de kwaliteit en effectiviteit van onze zorg af te leggen, indicatoren die door alle partijen in de GGZ ontwikkeld zijn. Vervolgens worden registraties in de specialistenregisters als voorlopig beschouwd.

Het net van richtlijnen voor psychotherapeutische behandelingen voor tal van stoornissen is inmiddels over ons neergedaald. Binnenkort volgen ook richtlijnen voor de behandelingen van persoonlijkheidsstoornissen. Daarna dienen wij met zogenaamde prestatie-indicatoren verantwoording over de kwaliteit en effectiviteit van onze zorg af te leggen, indicatoren die door alle partijen in de GGZ ontwikkeld zijn. Vervolgens worden registraties in de specialistenregisters als voorlopig beschouwd. Een herregistratie zal afhankelijk zijn van voldoende doorlopen, geaccrediteerde bijscholingen. De kritiek of angst voor dergelijke opgelegde keurslijven lijkt afgenomen. In plaats daarvan daagt het besef dat de psychotherapeut er goed aan doet om vertrouwd te zijn met en bedreven te zijn in de voorkeursbehandelingen. Wanneer hij bovendien aantoonbaar effectief handelt en de bejegening van zijn cliënten van goede kwaliteit is, lijkt een bij zijn opleiding en deskundigheid passende positie als professional in de GGZ gewaarborgd.

Voor de behandeling van patiënten die veel dromen in hun therapie inbrengen, bestaan er nog geen richtlijnen. In de serie ‘Een bijzondere casus’ zet Van Uitert-Levy uiteen hoe dromen belangrijke thema’s kunnen uitbeelden. Zij beschrijft hoe patiënt en therapeut gedurende een psychotherapie kunnen leren van dromen. Het bijhouden van een dromenlijst helpt om gaandeweg onbewuste processen te signaleren, aldus Van Uitert. Zij biedt handvatten voor interventies en zij laat zien hoe de in de dromen spelende conflicten in de therapie behandeld kunnen worden.

Bestaan er beargumenteerde alternatieven voor de cognitieve therapie, die als voorkeursbehandeling geldt voor de behandeling van angsstoornissen? Baljon geeft haar visie op en beschrijft haar ervaringen met de toepassing van lichaamsgerichte interventies in een experiëntiële behandeling van angststoornissen. Zij verwijst naar bevindingen in de experiëntiële psychotherapie en andere oriëntaties. Aan de hand van vignetten illustreert zij hoe een procesgerichte experiëntiële behandeling angstreducerend werkt en de tolerantie voor spanningen vergroot en hoe de therapeut een ‘rationale’ biedt voor de interpretatie van lichaamssignalen.

In de rubriek ‘Tuchtrechtelijk’ geeft Koene commentaar op uitspraken van de redactie in het januarinummer bij de eerste casus in deze rubriek.

Twee van de vier boeken die in de rubriek ‘Gelezen’ worden besproken, hebben – als we de recensenten mogen geloven – met elkaar gemeen dat de auteurs flink tegen de gevestigde orde durven in te gaan. De Rijdt bespreekt Bromfields ‘gids’ voor therapeuten die adolescenten behandelen. Wat haar aanspreekt, is dat de auteur een eigenzinnig standpunt durft in te nemen en zich kritisch opstelt tegenover gangbare werkwijzen. De Kroon bespreekt een bundel over hallucinaties onder redactie van Jenner, waarin de auteurs in hun visie sterk afwijken van de gebruikelijke opvattingen in de psychiatrie. Daansen recenseert ‘Cognitive therapy for challenging problems’ van Judith Beck (dochter van), die cognitief-gedragstherapeutische oplossingen voor specifieke problemen kritisch onder de loep neemt. Zij besteedt aandacht aan veelvoorkomende gedragsproblemen tijdens en tussen sessies. Veel cognitieve therapeuten zullen, aldus de recensent, de beschreven problemen in hun praktijk herkennen en er hun voordeel mee kunnen doen. Le Fevere, opleider oplossingsgerichte therapie, is de aangewezen persoon om het ‘Handboek oplossingsgerichte gespreksvoering’ van Fredrike Banning te bespreken. Haar conclusie luidt: ‘Een te lezen boek!’

In de rubriek ‘Gehoord’ wordt u bijgepraat over maar liefst vijf wetenschappelijke congressen. Snijders en De Vries bespreken de bijeenkomst van de Society for psychotherapy research, die werd gehouden in Edinburgh. Zij vernamen daar onder meer de eindresultaten van tien jaar onderzoek naar het effect van monitoring in therapie. Van Dijk en Blaauw verslaan de tweede gezondheidspsychologendag, waarop vanuit verschillende invalshoeken het beroep, de opleiding en de belangenbehartiging van de gezondheidspsycholoog besproken werden. Jansen doet verslag van de wereldconferentie voor therapeutische gemeenschappen die in New York werd gehouden. Zij beschrijft vooral de voordrachten over de Amerikaanse TG-programma’s voor ‘justitiabele verslaafden’ (verslaafden die gedetineerd zouden zijn als zij niet door een justitiële maatregel in een behandelsetting waren geplaatst). Oprel en Bakker verslaan de studiedag ‘Volwassen geadopteerden en wat de jeugdhulpverlening bij adoptie van hen kan leren’. Onderwerp waren de mythen en fabels over adoptie, de vragen waar volwassen geadopteerden mee zitten en onderzoeksresultaten over de gevolgen van adoptie. Daansen en Peters zijn, ten slotte, zowel verbaasd, enthousiast als kritisch over het thema van de najaarsconferentie van de VGCt: Gedragstherapie en…. het onbewuste!

Naar boven