Ron Kraus, Jason Zack & George Stricker (2003). Online counselling. A handbook for mental health professionals. Amsterdam: Elsevier. 278 pp., € 49,95

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Bohn Stafleu van Loghum 2006
10.1007/BF03062234

Gelezen

Ron Kraus, Jason Zack & George Stricker (2003). Online counselling. A handbook for mental health professionals. Amsterdam: Elsevier. 278 pp., € 49,95

Pim CuijpersContact Information

(1) 

Samenvatting  
Hoewel de eerste experimenten met therapie-op-afstand veel ouder zijn dan het internet heeft de komst van dat laatste een enorme impuls gegeven aan de zogeheten onlinetherapie. Dat is therapie waarin de therapeut en de cliënt elkaar niet face to face (f2f) zien, maar via e-mail of chatten therapeutisch contact met elkaar hebben. Inmiddels is er enkele jaren ervaring opgedaan met deze vorm van hulpverlening. Dit handboek moet hulpverleners en studenten inzicht geven in online counselling en daarin zijn de auteurs en redacteurs uitstekend geslaagd. In het boek komen alle aspecten van online counselling aan bod. Het boek bestaat uit vier delen. In het eerste deel komen de achtergronden en de meer theoretische aspecten aan bod. Vooral het tweede hoofdstuk, waarin wordt beschreven in welke opzichten text talk afwijkt van gewone taal, is interessant. Zo zullen mensen die van geschreven taal houden, eerder van online counselling gebruikmaken dan mensen die schrijven niet leuk vinden.
pim cuijpers is hoogleraar klinische psychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Hoewel de eerste experimenten met therapie-op-afstand veel ouder zijn dan het internet heeft de komst van dat laatste een enorme impuls gegeven aan de zogeheten onlinetherapie. Dat is therapie waarin de therapeut en de cliënt elkaar niet face to face (f2f) zien, maar via e-mail of chatten therapeutisch contact met elkaar hebben. Inmiddels is er enkele jaren ervaring opgedaan met deze vorm van hulpverlening. Dit handboek moet hulpverleners en studenten inzicht geven in online counselling en daarin zijn de auteurs en redacteurs uitstekend geslaagd. In het boek komen alle aspecten van online counselling aan bod. Het boek bestaat uit vier delen. In het eerste deel komen de achtergronden en de meer theoretische aspecten aan bod. Vooral het tweede hoofdstuk, waarin wordt beschreven in welke opzichten text talk afwijkt van gewone taal, is interessant. Zo zullen mensen die van geschreven taal houden, eerder van online counselling gebruikmaken dan mensen die schrijven niet leuk vinden. De asynchrone taal – e-mail wordt in het algemeen niet onmiddellijk, maar pas enige tijd later beantwoord – zorgt ervoor dat er een zone of reflection ontstaat, waarin mensen na kunnen denken over hoe ze zullen reageren. Ook wordt ingegaan op de voordelen en gevaren van het zogeheten desinhibitie-effect van internetcommunicatie, waardoor sommige mensen sneller persoonlijke zaken, zoals emoties, angsten of wensen, zullen onthullen. Maar ook heel andere aspecten van internet komen aan bod, zoals het ontbreken van non-verbale signalen en hoe dat opgelost wordt, aanhef en einde van e-mails, enzovoort. In het derde hoofdstuk wordt op boeiende wijze de geschiedenis van internethulp beschreven. Er wordt ingegaan op het computerprogramma ELIZA uit de jaren ’60, dat tijdens de pauzes in een gesprek op ‘rogeriaanse’ wijze reageert door bijvoorbeeld te hummen, zonder dat er een daadwerkelijk verband bestaat met de inhoud van het gesprek. Fascinerend is het gesprek tussen de virtuele cliënt PARRY en de virtuele DOCTOR (Eliza) uit de jaren ’70.

In het tweede deel van het boek komen de praktische aspecten van online counselling aan bod in hoofdstukken over de benodigde technologie, over ethische en juridische zaken en over de zakelijke kanten van online counselling. In het derde deel komen de klinische aspecten aan bod. Daarbij wordt ingegaan op de benodigde vaardigheden en op de lengte en structuur van het therapeutische contact, maar ook op inhoudelijke vaardigheden, zoals ondersteunende en confronterende vaardigheden en het bevorderen van een persoonlijke relatie. In een apart hoofdstuk wordt beschreven hoe counseling in groepsverband via het internet uitgevoerd kan worden. Een volgend hoofdstuk is gewijd aan psychologische testen via het internet. Het vierde en laatste deel beschouwt de toekomst van online counselling. Daarbij wordt beschreven dat internet met e-mail, chatten en video conference waarschijnlijk een regulier onderdeel gaat worden van de ‘gewone’ zorg. Voor de individuele therapeut is het relatief eenvoudig en goedkoop om onlinediensten aan te bieden, hoewel grotere organisaties op dat punt gefaald hebben (zie verder). Ook wordt ingegaan op de voordelen van internet bij anoniem zoeken van hulp.

Al met al is het een zeer informatief boek geworden, met zijn ruim 270 pagina’s niet eens zo heel dik, maar toch goed gevuld. Het is vooral bruikbaar voor de therapeut die erover denkt om onlinediensten aan te bieden. Het gaat over de achtergronden, de benodigde inhoudelijke kennis en de praktische kanten. Dit maakt het boek ook geschikt als leerboek voor studenten die dit veld willen leren kennen (op elk hoofdstuk volgt een aantal vragen om te testen of de lezer alles wel goed begrepen heeft). Een nadeel is dat het boek erg op de Amerikaanse markt is gericht. Het blijkt dat alle bedrijven die daar geprobeerd hebben om grootscheepse online counselling aan te bieden over de kop zijn gegaan, soms zelfs voordat er diensten werden aangeboden. En er wordt gesproken over succesvolle initiatieven in andere landen, zoals Japan en Engeland, maar de ervaringen daar komen niet aan bod. Ook de juridische kanten van online counselling zijn op de Amerikaanse markt gericht. Dat neemt niet weg dat het een uitstekend boek is geworden. En hoewel de situatie rond internet snel verandert, zal dit boek zeker nog een aantal jaren goed bruikbaar blijven voor de professional die online wil gaan.

Naar boven