De boeken in de reeks ‘Van A tot ggZ’ beschrijven in een cliëntvriendelijke taal de oorzaak, het beloop en de behandeling van een probleem. Eerdere boekjes beschreven al ‘Leven met een sociale fobie’, ‘Leven na een beroerte’, ‘Leven met een depressieve stoornis’ enzovoort. Het 20e boekje in de reeks gaat over leven met obesitas.
In de eerste hoofdstukken legt de auteur uit wat overgewicht is, hoe het kan worden vastgesteld en geeft hij inzicht in de wijze van ontstaan. Daarbij wordt al snel duidelijk dat overgewicht niet één oorzaak heeft, maar dat het om een combinatie gaat van erfelijkheidsfactoren en milieu-invloeden en dat zowel de energie-inname als het energieverbruik van een persoon in rekening moet worden gebracht. De bespreking van de psychologische aspecten gaat verder dan alleen de beschrijving van psychologische oorzaken en gevolgen van obesitas. De auteur beschrijft wat er fout is aan het formuleren van een ‘goed-gevoelgewicht’ en hij gaat ook in op de vraag of obesitas een vorm van een eetstoornis of een eetverslaving kan zijn. Hij beschrijft de drie meest voorkomende psychologisch bepaalde eetstijlen en wat je eraan kunt doen. Bij een emotionele eetstijl kan het best gezocht worden naar de achterliggende emotionele problemen; een externe eetstijl wordt aangepakt door versterking van de zelfcontrole over prikkels die van het voedsel uitgaan en bij een lijngerichte eetstijl wordt de lijners in overweging gegeven of een te streng dieet niet meer kwaad dan goed doet. Risicosituaties worden verhelderd en met concrete opdrachten opgespoord. Signalen van hoofdhonger en buikhonger worden van elkaar onderscheiden. Bij buikhonger leert men gevoelens van honger en verzadiging bij zichzelf waarnemen; bij hoofdhonger leert men het verband te leggen met de eerder besproken eetstijlen, zoals eten omdat men zich slecht voelt, omdat het etenstijd is of omdat men vindt dat men het verdiend heeft na een dag vasten.
Vanaf hoofdstuk 5 beschrijft de auteur een klachtgericht behandelingsmodel. De voorgestelde aanpak van obesitas is grotendeels gebaseerd op cognitief-gedragstherapeutische principes en kan eigenlijk gezien worden als een zelfcontroleprocedure, opgesplitst in verschillende stappen. Een van de uitgangspunten is dat er realistische doelen moeten worden gesteld. Bijvoorbeeld: niet meer dan een halve kilogram per week vermageren. Verder worden er bruikbare methodieken en hulpmiddelen aangereikt om de controle over het eetgedrag te verhogen, zoals een eetdagboek bijhouden en werken met een doelstellingenlijst. Pas de laatste jaren worden cognitieve technieken, zoals gedachten uitdagen en aandachtsoefeningen, toegepast bij de behandeling van obesitas. Het verbaast me dat problem-solving als methodiek niet aan bod komt. In de behandeling van obesitas is het beter om een probleemoplossende denkstrategie aan te leren dan om een oplossing aan te bieden telkens als iemand vastloopt in een probleem. In zo’n strategie wordt geleerd het probleem goed te omschrijven (stap 1), het doel goed te formuleren (stap 2), verschillende alternatieven te bedenken om dit doel te bereiken (stap 3), vervolgens minder gewenste alternatieven volgens bepaalde evaluatiecriteria te schrappen en er één uit te kiezen (stap 4). Na toepassing van deze oplossing wordt ze geëvalueerd.
Het boek wordt afgesloten met een overzicht van behandelingsmogelijkheden en interventies, zoals dieetmanagement en beweging, die gecombineerd kunnen worden met de zelfcontroleprocedure. Ook meer omstreden interventies zoals medicijnen, alternatieve diëten en chirurgische maatregelen komen aan de orde.
Het boek is geschreven met veel respect voor de obese patiënt en de schrijfstijl is deculpabiliserend. Via vragen en 29 opdrachten wordt de lezer uitgenodigd om meer zicht te krijgen op eigen eetgewoonten. Omdat getoond wordt hoe je iets aan het probleem kunt doen, is het ook een praktisch en bruikbaar zelfhulpboek. Dit boekje is helder geschreven, het formaat is handig, maar het stoort dat de auteur de lezer afwisselend als deskundige en als patiënt aanspreekt.
Verder biedt het een goed overzicht van de recentste wetenschappelijke bevindingen over de oorzaken, gevolgen en behandeling van obesitas. De auteur streeft daarbij naar volledigheid en komt daardoor soms wat ‘gewichtig’ over. Vooral waar de cognitieve theorie wordt uiteengezet en elementen uit de cognitieve therapie worden aangereikt, verliest het boek zijn klare taal. Het is niet eenvoudig om de schema’s van het zelfhulpprogramma zonder begeleiding in te vullen. Het lijkt mij daarom aan te raden dat obese mensen dit boekje samen met een deskundige doornemen, die uitleg kan geven wanneer de cliënt iets niet begrijpt, die hem aanmoedigt om elke week een stukje uit het boek te lezen of die de ingevulde opdrachten becommentarieert. Ik zou het boek daarom vooral willen aanbevelen aan artsen, psychologen, diëtisten en paramedici als ondersteuning in de begeleiding van cliënten die controle willen krijgen over hun eetgedrag en die hun overgewichtprobleem beter willen leren beheersen.