De Belgische psycholoog, psychotherapeut en seksuoloog Vansteenwegen heeft met deze derde herziene druk weer een boek toegevoegd aan zijn gestaag groeiende oeuvre over partnerrelatie- en gezinstherapie. In dit op de praktijk van de relatietherapie gerichte boek wordt in zeventien hoofdstukken een, zoals de auteur het zelf noemt, ‘pragmatische, integrale communicatietherapie voor paren’ beschreven. In een concrete, gedetailleerde en prettige schrijfstijl wordt een waaier van onderwerpen behandeld. Centraal staan de hoofdstukken over communicatie, relationele gevoelens in relatietherapie, onderhandelen in partnerrelatietherapie en veranderen van de interactie. Therapeutische technieken komen aan bod in de hoofdstukken over structureren, cognitieve herstructurering, omgaan met analoge signalen, weerstanden en ‘niets doen’ als therapeutische vaardigheid. Specifieke problemen die besproken worden, zijn de aanpak van seksuele problemen, beslissings- en scheidingsbegeleiding en interventies bij extradyadische relaties.
Ieder hoofdstuk is onderverdeeld in subparagrafen waarin kort en to the point wordt beschreven welke aandachtsgebieden onder het betreffende thema vallen. Er wordt gebruik gemaakt van vele verbatim gespreksfragmenten. De vignetten zijn herkenbaar, zeker voor therapeuten die werken met partnerrelaties, en de diverse therapeutische interventies zijn gemakkelijk toe te passen in partnerrelatietherapie. Het boek leest als een kookboek dat in ieder hoofdstuk de basisingrediënten noemt en het therapieproces beschrijft. Met het voorgaande wil ik niet de illusie wekken dat men met behulp van dit boek iedere partnerrelatie kan behandelen. Het boek biedt de lezer een structuur voor en exploratie en verdieping van problemen en emoties tijdens de gesprekken. Doordat het zeer begrijpelijk en prettig leesbaar is, lijkt het me niet alleen geschikt voor psychotherapeuten in opleiding, maar ook voor meer ervaren systeemtherapeuten. Het is een bruikbaar boek omdat veel aspecten van de onderlinge communicatie gedetailleerd aan bod komen.
Zoals in enkele van zijn eerdere boeken (Luyens & Vansteenwegen, 2003; Vansteenwegen, 1988, 2003) focust de auteur ook in dit boek op het hier en nu en de toekomst en werkt hij met gedragsmatige en oplossingsgerichte interventies. Opvallend is dat hij na het eerste gezamenlijke gesprek met iedere partner een apart gesprek voert waarin wordt gevraagd om op te schrijven wat voor hem of haar het probleem en het veranderingsdoel is. Alleen jammer dat hij deze keuze niet verder toelicht.
Het trof me opnieuw in dit boek dat de auteur op eigen wijze uitdrukkingen en frasen formuleert die ogenschijnlijk simpel zijn en tegelijkertijd waardevol en die uitnodigen om er langer bij stil te staan. Voorbeelden hiervan zijn de communicatieregel: ‘Respecteer de gordellijn van je partner.’ Als partners onder de gordel slaan, is dat destructief voor de relatie; de ander kan zodanig diep gekwetst zijn dat praten niet meer mogelijk is. Of de term ‘bevredigende intimiteit’, die een reeks aan te leren vaardigheden omvat. Ook ‘Spontaan is datgene wat ik zo goed heb geleerd dat het vanzelf gaat.’ Met deze opmerking reageert de auteur op cliënten die melden dat ze de opgedragen huiswerkoefeningen vaak als ‘gekunsteld’ ervaren, om ze ervan te overtuigen dat gedrag dat aanvankelijk niet spontaan is later vanzelfsprekender kan worden. Een laatste voorbeeld is: ‘Systemisch denken over verandering sluit aanvaarding in.’
In deze herziene druk is er aandacht voor veranderingstechnieken en is er ook ruimte voor bewuste aanvaarding. Manieren van ontspanning worden beschreven als ‘verzachtende vaardigheden’. Er is aandacht voor het positieve, voor al bestaande oplossingen en voor verworvenheden van onderzoek op het gebied van samenleefrelaties en van relatietherapie.
Met recht noemt de auteur dit boek een praktijkboek, want over de theorieën die aan de ‘pragmatische, integrale communicatietherapie’ ten grondslag liggen, wordt uitsluitend in het nawoord vermeld dat de auteur beïnvloed is door verschillende therapiestromingen, zoals diverse systeemtheoretische richtingen, directieve therapie, oplossingsgerichte therapie, cognitieve gedragstherapie en belevingsgerichte therapie. Genoemd wordt dat er zowel procesonderzoek als effectonderzoek van de in dit boek besproken methode is gedaan met positieve resultaten. Dit onderzoek blijkt door de auteur zelf gepubliceerd te zijn (Vansteenwegen, 1996a, 1996b).
Naar mijn mening is dit een helder boek over een complex onderwerp.