Dit boek is samengesteld door Julie Schwartz Gottman met bijdragen van dertien auteurs. Het is het vervolg van ‘The marriage clinic’ van haar partner en collega John Gottman. In dat boek zet hij zijn theorie uiteen en introduceert hij een behandelmodel voor paren met een uitgebreid diagnostisch traject: de Gottman method couple therapy (GMCT). Het casebook is aanmerkelijk dunner, is zo uit de partnerrelatietherapiepraktijk gegrepen en leest als een verhalenbundel. In de behandelingen wordt niet alleen uitgebreid beschreven wat het paar inbrengt, maar ook wat de therapeut overweegt en welke interventie daaruit voortkomt. Je kunt het allemaal volgen alsof je in de therapiekamer aanwezig bent.
Samen hebben zij in 1996 het Gottman-instituut opgericht; hij is onderzoeker en zij vooral clinicus. In 1998 zetten zij met zestien andere therapeuten de marriage clinic op. Dit casebook is het eerste product van deze marriage clinic, waarin een goede therapiepraktijk samengaat met hoogwaardig onderzoek. Het telt veertien hoofdstukken en wordt kort ingeleid door John Gottman. Voor alle auteurs is het behandelmodel van Gottman de wegwijzer in de therapie. Het boek kan beschouwd worden als een uitgebreid ‘kookboek voor een gezonde relatie’. Er wordt gekookt met de ingrediënten die de relatie goed doen smaken; ingrediënten die de relatie verzuren worden weggelaten of vervangen. De kunst is om het paar zelf de smaak te pakken te laten krijgen en het gerecht steeds lekkerder op te dienen, maar ook om door menige zure appel heen te bijten. De grote betrokkenheid, het geduld en de liefde die de auteurs en therapeuten in hun werk tonen, werkt inspirerend op de lezer.
In het eerste hoofdstuk geeft Schwartz een schets van de geschiedenis en een overzicht van GMCT. De therapie is gebaseerd op de sound relationship house-theorie (SRH), die het uitgangspunt vormde van het longitudinale onderzoek van Gottman. Gedurende veertien jaren zocht hij bij 700 paren naar de ingrediënten van een gezonde relatie. Het ‘gezonde huis’ van een relatie – sound betekent gezond, gaaf, solide – bestaat uit drie kernelementen, die de bestanddelen van een gezonde relatie vertegenwoordigen en tevens de doelstellingen van GMCT vormen. Het zijn vriendschap, probleemoplossend vermogen en gezamenlijke zingeving. Ze worden uitgewerkt in de metafoor van een huis met zeven verdiepingen. De eerste drie verdiepingen vormen het fundament van vriendschap: de eerste bestaat uit elkaar kennen (love map), de tweede uit dol op elkaar zijn en elkaar waarderen en de derde uit steun zoeken bij elkaar en met de neuzen dezelfde kant op staan. Als deze etages stevig staan, kunnen de volgende drie gebouwd worden. Vanuit een positieve basishouding naar elkaar (vierde etage) kunnen oplosbare problemen aangepakt worden (vijfde verdieping). Voor de onoplosbare en terugkerende problemen (zesde verdieping) zal een manier gevonden moeten worden om ermee om te gaan.
De bovenste verdieping van het huis is de gezamenlijke zingeving, zoals samen een goed nest voor de kinderen creëren of je samen inzetten voor een goed doel of een bepaalde groep. In de zesde etage schuilt de wijsheid van het model. De terugkerende conflicten, die volgens Gottman 69% van de problemen in een relatie vormen, hebben te maken met verschillen in persoonlijkheid en levensstijl. Hier gaat het om de diepste dromen en waarden van cliënten en, als ze niet worden vervuld, de diepste frustraties. Met behulp van de dream within conflict-interventie (zie verder) komt de cliënt er zelf achter ‘wat de parels in die zeurende refreinen zijn’ en ontstaat er meer begrip bij de ander. Het refrein krijgt hierdoor een nieuw geluid. De logica schuilt erin dat de eerste vijf etages goed doortimmerd moeten zijn voordat aan de zesde begonnen kan worden, wat terug te zien is in de opbouw van de therapie.
Voor Gottman symboliseren ‘vier ruiters’ de bedreiging van een gezonde relatie: verdediging, minachting, verschansingen en kritiek. Als deze ruiters in het gesprek tussen de partners opdagen, benoemt de therapeut ze meteen, opdat ze herkend en bestreden kunnen worden. Om problemen op te lossen zijn verschillende vaardigheden nodig. Bijvoorbeeld: een verwijt omzetten in een wens en die op een aardige manier verwoorden, de sfeer herstellen door een grapje te maken of iets aardigs te zeggen wat de ander accepteert. Een belangrijke vaardigheid is het vermogen zichzelf te kalmeren tijdens de opwinding van een ruzie. Cliënten leren de fysiologische verschijnselen te herkennen; ze meten bijvoorbeeld hun hartslag en leren om zichzelf in twintig minuten weer tot rust te brengen en te ontspannen. Andere vaardigheden zijn de invloed van de ander accepteren, de partner serieus nemen en compromissen sluiten. De concretisering van deze vaardigheden blijft wat summier. Voor alle ‘verdiepingen’ zijn verschillende interventies en oefeningen bedacht, zoals het liefdeskaartspel om de vriendschap te versterken. Ze zijn jammer genoeg niet in een bijlage toegevoegd.
De casuïstiek in de volgende hoofdstukken gaat over huiselijk geweld (Delmastro), een derde in de relatie (Schwartz), depressie bij een van de partners (Sterrenberg), een paar met beiden borderlinekenmerken (Johnstone), seksuele disfuncties (Saks), emotionele afstand (Feutz), samengestelde gezinnen (Sackey) en problemen samenhangend met het ouderschap of met kinderen krijgen (Wahbe). Er wordt uitgebreide diagnostiek verricht en elk van de partners vertelt zijn of haar levensverhaal in een apart gesprek. Ze vullen vragenlijsten in die de therapeut inzicht geven in ‘welke verdiepingen in het huis goed bewoond worden en welke leegstaan’. Op grond van deze bevindingen en van de wensen van het paar worden doelen voor de therapie opgesteld. De fasering van de behandeling loopt in de verschillende casussen meestal parallel: eerst het fundament van vriendschap versterken en dan aan de volgende verdiepingen werken.
Naast GMCT is veel van de behandeling dagelijkse ‘partnerrelatietherapiekost’. Er wordt stelling genomen bij buitenechtelijke relaties: de deur voor de derde moet dicht, opdat de verwoesting in huis hersteld kan worden. De dream within conflict-interventie verdient nadere toelichting: Sackey beschrijft hoe deze oefening Dave en Lisa, partners in een samengesteld gezin, voor het eerst een opening geeft in een vastzittend conflict. De partners krijgen de afgebakende rollen van verteller en van luisteraar of vragensteller. Dave krijgt een lijst met vragen die helpen om op nieuwe ideeën te komen en om te voorkomen dat hij als vanouds gaat reageren. Hierdoor kan Lisa haar gevoelens en gedachten delen over haar ideaal in de relatie, dat in het conflict besloten ligt. Lisa vertelt voor het eerst hoe slecht haar relatie met haar vorige man was voor hij overleed. Toen ze Dave leerde kennen, hoopte ze dat haar ideaal met hem zou uitkomen; hij was een toegewijde vader voor haar twee kinderen en hij was lief voor haar. Ze waren een goed gezin. Dit ideaal werd doorbroken toen de dochter van Dave opnieuw een band kreeg met haar moeder (zijn ex-vrouw). Lisa voelde zich afgedaan en boos, en dat leidde tot een terugkerend conflict met Dave. Hij verweet haar dat ze zo geïrriteerd was, waardoor Lisa zich niet begrepen voelde. De mogelijkheid dit alles, ondersteund door zijn vragen, te vertellen lucht haar op, geeft haar het inzicht dat ze eigenlijk boos is over het verlies van haar ideaal van een goed gezin en helpt Dave om haar te begrijpen. Daarna wisselen ze van rol en vertelt Dave hoe zijn ideaal verstoord raakte. Hij wilde bijdragen aan het helen van de wereld door te zorgen voor verbinding in dit samengestelde gezin. Hij voelde zich hierin door Lisa tegengewerkt, doordat zij het contact moeder-dochter afwees.
Een apart hoofdstuk van Greendorfer is gewijd aan meerdaagse partnerrelatietherapieworkshops, omdat deze een belangrijk onderdeel zijn van GMCT. Elk paar begint in principe met een tweedaagse workshop voordat de therapie start. Daarnaast is ook een vierdaagse mogelijk. Helder wordt uiteengezet welke de indicaties hiervoor zijn, wat de workshop inhoudt en hoe paren ervan kunnen profiteren. Een interessant hoofdstuk is dat van Sawyer over haar poging psychodynamische partnerrelatietherapie te combineren met de Gottman-methode. Ze raakte enthousiast over de Gottman-aanpak na een workshop. In het begin weet ze niet zeker welke benadering ze zal gebruiken; het zijn twee verschillende wegen die naar hetzelfde doel kunnen leiden. Dan ontdekt ze dat beide theorieën over verandering waar zijn en ontdekt ze overeenkomsten in hoe ze een paar kan leren om affect te reguleren en te verdragen. Ze vindt het verrijkend beide benaderingen te kunnen toepassen, maar legt niet uit hoe ze de diagnostiek doet: zoals bij Gottman of op geleidelijke wijze zoals in de dynamische partnerrelatietherapie. Het laatste hoofdstuk gaat over beëindiging en follow-up. Als de doelen van de therapie bereikt zijn, wordt afgesloten. Er is aandacht voor preventie van terugval en vier follow-upgesprekken om het halve jaar helpen om de verandering te consolideren.
Voor iedereen die zich met partnerrelatietherapie bezighoudt, is dit een lezenswaardig boek. Het biedt steun en herkenning bij de vaak ingewikkelde therapieën waarin vele ‘lagen’ een rol spelen. De metafoor van het gezonde huis van de relatie kan helpen bij de exploratie van de problemen van het paar en bij de oplossing ervan. In de therapie gaat het er uiteindelijk om elkaar liefdevol te begrijpen; het is altijd weer ontroerend om mee te maken dat cliënten hun hart openen en er meer voor elkaar kunnen zijn.