Alan S. Gurman en Stanley B. Messer (Eds.) (2003). Essential psychotherapies: Theory and practice. New York: Guilford Press. 580 pp., £57,50

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Bohn Stafleu van Loghum 2005
10.1007/BF03062166

Gelezen

Alan S. Gurman en Stanley B. Messer (Eds.) (2003). Essential psychotherapies: Theory and practice. New York: Guilford Press. 580 pp., £57,50

Gilbert LemmensContact Information

(1) 

Samenvatting  
Acht jaar na de eerste druk brengen de auteurs een herwerkte en ‘ge-update’ versie. Dit is niet alleen logisch, maar ook absolute noodzaak als dit handboek een referentiewerk van de hedendaagse psychotherapie wil blijven. Dat is wat de auteurs beogen: een complete beschrijving te geven van de praktijk, opleiding en onderzoek van alle psychotherapeutische richtingen die momenteel ‘in tel’ zijn. Twaalf psychotherapeutische richtingen mogen zich onder de uitverkorene scharen. Onder de vaste waarden of oudgedienden vallen de traditionele therapieën zoals de klassieke en de relationeel gerichte psychoanalyse, de existentiële en humanistische therapieën, de cliëntgerichte-experiëntiële therapie, de gedragstherapie en de groepstherapie.
gilbert lemmens, psychiater en gezinstherapeut, is verbonden aan het Communicatiecentrum, Dienst Psychiatrie, UZ Leuven.

Acht jaar na de eerste druk brengen de auteurs een herwerkte en ‘ge-update’ versie. Dit is niet alleen logisch, maar ook absolute noodzaak als dit handboek een referentiewerk van de hedendaagse psychotherapie wil blijven. Dat is wat de auteurs beogen: een complete beschrijving te geven van de praktijk, opleiding en onderzoek van alle psychotherapeutische richtingen die momenteel ‘in tel’ zijn. Twaalf psychotherapeutische richtingen mogen zich onder de uitverkorene scharen. Onder de vaste waarden of oudgedienden vallen de traditionele therapieën zoals de klassieke en de relationeel gerichte psychoanalyse, de existentiële en humanistische therapieën, de cliëntgerichte-experiëntiële therapie, de gedragstherapie en de groepstherapie. Ze zijn volgens de auteurs niet alleen van historisch belang, maar hebben een blijvende positie verworven binnen de psychotherapeutische wereld. De laatste 50 jaar verschenen ook andere psychotherapeutische richtingen op het toneel, die nog steeds in belang winnen en nu als gevestigde waarden worden beschouwd. De nieuwkomers zijn de cognitieve therapie, de integratieve therapieën, de korte therapie, de gezinstherapie en ten slotte de partnerrelatietherapie en de postmoderne therapieën (met het constructivisme, sociaal-constructionisme en de narratieve richting). De partnerrelatietherapie en de postmoderne therapieën zijn nieuw in deze editie. Partnerrelatietherapeuten kunnen tevreden zijn dat de auteurs van dit handboek hun therapie niet langer aanzien als een onderdeel van de gezinstherapie, maar als een afzonderlijke en onafhankelijke richting. De pechvogels in deze editie zijn de beoefenaars van de transactionele analyse en de Gestalttherapie. Het belang van deze richtingen is internationaal zodanig gedaald dat ze uit de boot vallen.

De auteurs kiezen voor dezelfde opbouw als in de vorige uitgave. Prominente vertegenwoordigers van alle psychotherapeutische stromingen zijn aangezocht. Ze beschrijven binnen een opgelegd kader van richtlijnen de theoretische concepten, praktijk en onderzoek van hun richting in aparte hoofdstukken. De auteurs mochten de gegeven richtlijnen ruim interpreteren. Ze konden voor hun richting belangrijke topics, die niet vermeld werden in de richtlijnen, toevoegen of andere weglaten. Ook waren ze vrij in het aantal pagina’s en de opbouw van hun hoofdstuk. Maar de richtlijnen omvatten zeer veel: de historische achtergrond van de richting, het gehanteerde persoonlijkheidsconcept, de conceptualisering van psychische gezondheid en psychopathologie, de methoden van taxatie of diagnostiek, de klinische praktijk, de positie van de therapeut en de therapeutische relatie, de veronderstelde curatieve factoren en veranderingsmechanismen, de toepasbaarheid van de therapie en gerelateerde ethische overwegingen, het beschikbare empirische onderzoek, de huidige trends en mogelijke toekomstige ontwikkelingen binnen de richting. Daarenboven mag de auteur het voorgaande illustreren met een casus. Kortom een hele kluif.

Persoonlijk vond ik de uitvoerige beschrijving van de richtlijnen in het eerste hoofdstuk uiterst boeiend. De vragen stimuleren de reflectie over de eigen therapeutische praktijk en gehanteerde theoretische modellen. In dit hoofdstuk kwam ook een aantal actuele tendensen aan bod: het besef van de contextuele inbedding van het menselijk gedrag, het postmoderne standpunt, dat alle kennis beschouwt als (sociaal) geconstrueerd en waarin de objectieve werkelijkheid niet langer bestaat, de invloed van managed care op de psychotherapeutische praktijk, de verschuiving in onderzoek van empirisch ondersteunde behandelingen naar empirisch ondersteunde relaties, het belang van de therapeutische relatie en het gelijktijdig optreden van een toegenomen therapeutische specialisatie en de tendens naar integratie in psychotherapie.

Dit boek bevat een schat aan informatie over de verschillende psychotherapeutische stromingen. Twaalf hoofdstukken lang (500 pagina’s met dubbele kolommen) wordt de lezer steeds opnieuw helder en systematisch ondergedompeld in een psychotherapeutisch gedachtegoed. Het helpt om de ‘niet-vertrouwde’ psychotherapeutische richtingen beter te plaatsen en te begrijpen. Zelf werd ik bij het lezen regelmatig enthousiast over deze andere richtingen. In de ‘eigen’ hoofdstukken lees ik geen nieuwe dingen, maar een degelijke en duidelijke opsomming van het gekende. De opzet van dit boek lijkt dus geslaagd.

Toch enkele punten van kritiek: hoewel het vastgelegde kader met de richtlijnen de vergelijkbaarheid van de verschillende psychotherapeutische modellen bevordert, maakt het het boek ook moeilijk verteerbaar, te voorspelbaar en soms ronduit eentonig. Er bestaat geen uniek model binnen elke psychotherapeutische stroming, maar een diversiteit van substromingen, die allemaal de nodige aandacht krijgen in het boek. De informatie wordt hierdoor vaak zo beknopt gegeven dat ik me afvraag in hoeverre een leek hier iets van kan begrijpen, laat staan tussen de regels kan lezen. Zou ik dan toch niet veel begrepen hebben van die ‘andere’ richtingen? Tegelijkertijd valt de grote subjectiviteit van de auteurs in de afzonderlijke hoofdstukken op. Of beter gezegd: sommige zaken krijgen veel aandacht en andere komen gewoonweg niet aan bod. Zo vind ik de geschiedenis van de gezinstherapie tamelijk beperkt en toegespitst op Amerika weergegeven. Er zitten veel herhalingen in de verschillende hoofdstukken: de oplossingsgerichte therapie komt aan bod in de hoofdstukken over korte therapieën, over de gezinstherapie en over de partnerrelatietherapie; hetzelfde geldt voor de narratieve therapie, die besproken wordt bij de postmoderne therapieën en bij de gezins- en de partnerrelatietherapie. Het is niet echt stimulerend om op drie verschillende plaatsen in het boek dezelfde therapeutische concepten en technieken tegen te komen. Ten slotte valt op dat de verschillende auteurs weinig aandacht besteden aan onderzoek, maar misschien is dat gewoon een weerspiegeling van de realiteit.

Kortom, dit handboek mist zijn doelstelling niet. Het verschaft psychologiestudenten, psychotherapeuten in opleiding en andere professionals een grondig, gestructureerd en volledig overzicht van de huidige psychotherapievormen. Het boek leent zich dan ook uitstekend als naslagwerk of voor een bondige en snelle opfrissing van een therapeutische stroming.

Naar boven