Een kritische houding ten opzichte van de door Snellen en Eurelings-Bontekoe (2003) beschreven NVM-profielinterpretatie is terecht, maar deze methode op bagatelliserende en beledigende wijze de prullenmand inschrijven zonder volledige naamsvermelding niet. Ook al staat het valideringsproces nog in de kinderschoenen, de resultaten van de beschreven valideringsstudie zijn veelbelovend en de klinische relevantie van de methode is naar onze mening duidelijk. Zoals Eurelings en Snellen zelf al aangeven in hun dupliek in het januarinummer van dit tijdschrift wordt de door hen beschreven methode in de praktijk op grote schaal gebruikt.
Dit is ook het geval in sommige locaties van Mentrum, een grote GGZ-instelling in Amsterdam. Daar wordt op één locatie voor algemene ambulante zorg aan volwassenen in het kader van de intakeprocedure een aantal vragenlijsten afgenomen (mits er geen sprake is van taalproblemen, zwakbegaafdheid of een overheersend toestandsbeeld), waarvan de resultaten geïnterpreteerd worden op de door Eurelings en Snellen (2003) beschreven structureel-dynamische wijze. De resultaten hebben voor de behandelaren een duidelijk hypothese genererend karakter en worden ook als zodanig weergegeven en gehanteerd. Uit een enquête die in 2004 werd verspreid onder alle medewerkers die betrokken zijn bij de intake op deze locatie blijkt dat de klinische waarde van de profielinterpretatie hoog wordt gewaardeerd. In de conclusie van deze enquête stond: ’De screening (dat wil zeggen: vragenlijsten ten behoeve van de profielinterpretatie) wordt over het algemeen als een zeer nuttig hypothese genererend instrument gezien die een belangrijke bijdrage kan leveren aan de intakeprocedure. Het geeft veel extra informatie, verbetert de diagnostiek en indicatiestelling en geeft handvatten voor de behandeling‘ (Noteboom, 2004).‘ Slechts een enkeling vond dat de profielinterpretatie geen meerwaarde heeft. Anderen gaven aan dat de wetenschappelijke onderbouwing van de methode nog te wensen overlaat.
Het gaat hier uiteraard om een weergave van klinische ervaringen, maar de enquête geeft wel duidelijk de klinische relevantie en de behoefte aan verder wetenschappelijk onderzoek weer. Daarom worden sinds 2004 alle relevante testgegevens verzameld als onderdeel van een onderzoek naar de effectiviteit en doelmatigheid van de indicatiestelling en behandelingen in de ambulante zorg van Mentrum. De resultaten hiervan zijn nog niet beschikbaar, maar zullen te zijner tijd gepresenteerd worden. Deze werkwijze sluit aan bij de door Jaspers ondersteunde conclusie van onder meer Derksen, Hummelen en Bouwens (1988) dat de structurele diagnostiek tot een eerste stap in het diagnostische proces beperkt is, de diagnostische bruikbaarheid in de praktijk uitgewerkt moet worden en dat betrouwbaarheids- en validiteitsonderzoek relevant zijn. Een constructieve kritische discussie en gedegen wetenschappelijk onderzoek zijn naar onze mening dan ook noodzakelijk, maar dan wel in een wetenschappelijk klimaat waar opbouwende en openlijke kritiek de norm en waarde is en waar voor- en tegenstanders van de diverse scholen elkaar met open vizier en op respectvolle wijze bestrijden.