Dit boek beoogt een wegwijzer te zijn in de lappendeken van de moderne psychotherapie. De auteurs vonden via de zoekmachine Google op het Nederlandstalige internet in 0,41 seconden 14.800 pagina's over psychotherapie. Meer overzicht in het woud van de psychotherapie ontstond toen de zoekopdracht werd beperkt tot de erkende psychotherapiescholen. Literatuur over psychotherapie, zo bleek vervolgens, gaat meestal over een specifieke school of methode. Op grond hiervan kwamen de auteurs tot de conclusie dat er behoefte bestaat aan een goede inleiding in de psychotherapie, die breed, diepgaand, genuanceerd, kritisch en toegankelijk is. De auteurs, een bekende Vlaamse psychiater/publicist en een Nederlandse psycholoog/publicist, schreven dit boek onder het motto dat ze ook huldigen als redacteuren van het tijdschrift Psychopraxis: zakelijke informatie hoeft niet saai, specialistische informatie hoeft niet ingewikkeld te zijn. Het resultaat is een helder geschreven boek, dat uit acht hoofdstukken bestaat.
In het eerste hoofdstuk worden onder meer de historische en sociaal-culturele achtergronden van psychotherapie beschreven. Psychotherapie is een kind van de tijd en een product van onze cultuur. De auteurs verwachten niet dat de huidige verdrukking van psychotherapie het begin van het einde van de psychotherapie zal zijn. Psychotherapie heeft immers haar plaats in het cultuurgoed van de westerse samenleving verworven. Onder het motto ‘sneller en goedkoper’ wordt de psychotherapie weliswaar herleid tot een geprotocolleerd confectiepak, maar buiten de officiële gezondheidszorg zullen psychotherapeuten actief blijven in een alternatief welzijnscircuit: ‘Zij worden de drijvende kracht achter een maatschappijkritische beweging die zich afzet tegen een gedigitaliseerde wereld waarin menselijk contact geen economische waarde heeft’ (p. 10). Vervolgens worden per behandelvorm de kenmerken van psychotherapeutische methoden beschreven, meer in het bijzonder het psychotherapeutische doel, de therapeutische werkwijze en de therapeutische context. In het boek wordt in omkaderde delen specifieke informatie over een aantal onderwerpen weergegeven. In het eerste hoofdstuk worden in kort bestek relevante vraagstukken, zoals ‘Patiënt of cliënt?’ en ‘Psychotherapeutische kritiek op de DSM IV’ behandeld.
In hoofdstuk 2 tot en met 6 worden achtereenvolgens de psychodynamische, de cliëntgerichte, de gedrags-, de cognitieve en de systeemtherapie beschreven. Elk van deze hoofdstukken is ingedeeld in de paragrafen ‘Ontstaan en ontwikkeling’, ‘Theorie’, ‘Therapie’ en ‘Beschouwing’. Deze hoofdstukken zijn van een goede kwaliteit en de verschillende stromingen komen op een evenwichtige wijze aan bod. In de kritische beschouwingen valt een onpartijdige, niet-schoolse opstelling op. In de kaders in deze hoofdstukken worden onder meer therapievarianten binnen een stroming omschreven, zoals ‘Transactionele analyse’, ‘Focusing’, ‘Blootstelling aan angst’, ‘Schemagerichte therapie’ en ‘Ruzie en geweld bij paren’. Dat het boek up to date is, blijkt bijvoorbeeld uit een passage over de mindfulness based cognitieve therapie, die als aanvulling is ontwikkeld om de terugval bij een depressie na cognitieve therapie te voorkomen.
De hoofdstukken 7 en 8 vormen samen met het eerste hoofdstuk een omvattend geheel. In hoofdstuk 7 wordt het ‘Therapie op maat’-vraagstuk aangesneden. De auteurs houden een genuanceerd betoog over de generaliseerbaarheid van de evidence based behandelvormen naar de klinische praktijk. Zij merken op dat deze ontwikkeling aangevuld moet worden met procesonderzoek, dat antwoorden oplevert op vragen als: wat speelt er zich af in het therapeutische proces en hoe kan de therapeut invloed uitoefenen op de cliënt. De ontwikkeling van psychotherapie is volgens de auteurs het meest gebaat bij gecombineerd effect- en procesonderzoek. In de kaders worden onder andere onderwerpen als ‘Combineren: verzamelen of vermengen?’ en ‘De computer als gids en therapeut’ behandeld. Valkuilen, gevaren en kwaliteitsbewaking van de psychotherapie komen in het laatste hoofdstuk naar voren, meer in het bijzonder tegenoverdracht, misbruik van therapie, burn-out en compassiemoeheid, zelfhulp en onderzoek naar de kwaliteit van de therapeutische relatie.
Op de achterflap wordt het boek als een handig overzichtswerk aanbevolen voor eenieder die zich meer dan oppervlakkig wil oriënteren op het terrein van de psychotherapie. Ik vind dat de auteurs er goed in zijn geslaagd die doelstelling te bereiken en dat ze een lacune hebben opgevuld. Dit boek verdient een plaats in opleidingen op HBO-niveau en in de bachelorfase van de universitaire opleidingen psychologie en pedagogiek.