The handbook of hypnotic phenomena in psychotherapy

Tijdschrift voor Psychotherapie
© Bohn Stafleu van Loghum 1996
10.1007/BF03079299

Gelezen

The handbook of hypnotic phenomena in psychotherapy

J. P. C. JaspersContact Information

(1) 

Samenvatting  
Beide auteurs zijn verbonden aan het Milton H. Erickson Instituut in Philadelphia. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat de opvattingen van Erickson over hypnose en de toepassing ervan in psychotherapie vertrek– en eindpunt zijn voor dit echtpaar.
J.P.C. Jaspers is klinisch psycholoog/ psychotherapeut, werkzaam bij de afdeling Medische Psychologie van het Academisch Ziekenhuis Groningen.

Beide auteurs zijn verbonden aan het Milton H. Erickson Instituut in Philadelphia. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat de opvattingen van Erickson over hypnose en de toepassing ervan in psychotherapie vertrek– en eindpunt zijn voor dit echtpaar.

Het boek bestaat uit een kort inleidend deel en een uitgebreid praktijkgericht deel, waarin de verschillende hypnotische verschijnselen de revue passeren.

Deel 1 begint met een beschrijving van de Ericksoniaanse benadering van hypnose, waarbij begrippen als directe en indirecte suggesties, permissiviteit, de actieve rol van het subject, de op de persoon toegesneden benadering, communicatie op verschillende niveaus en het volgen en inspelen op het gedrag van het subject worden toegelicht. Vervolgens worden kenmerken van hypnotische trance en hypnotische verschijnselen kort gedefinieerd. Tot slot worden enkele adviezen gegeven over de te kiezen hypnotische verschijnselen in de therapie. Dit gaat in de trant van: ‘Kies dat verschijnsel waar de persoon het best in is’ of ‘Kies dat verschijnsel dat een onderdeel vormt van het probleem’.

In deel 2 komen hoofdstuksgewijs de volgende hypnotische verschijnselen aan de orde: amnesie, hypermnesie, posthypnotische suggestie, verstoringen van de tijdsbeleving, leeftijdsregressie, toekomstprogressie, dissociatie, hypnotisch dromen en dagdromen, katalepsie, arm–levitatie, automatisch schrijven en tekenen, anesthesie en analgesie, hyperesthesie en positieve en negatieve hallucinaties. De opzet van deze hoofdstukken is ongeveer gelijk: de beschrijving van het verschijnsel wordt gevolgd door een bespreking van de literatuur erover, indicaties en contra–indicaties en ten slotte aanwijzingen voor therapeutische toepassing, veelal geïllustreerd met woordelijk weergegeven gespreksfragmenten.

De auteurs hebben voor deze opzet gekozen vanuit hun overtuiging dat psychotherapeuten de therapeutische mogelijkheden die de verschillende hypnotische verschijnselen bieden onvoldoende benutten. Dit zou te maken hebben met onzekerheid over de vraag hoe deze verschijnselen constructief toe te passen, dat wil zeggen in de richting van de therapeutische doelen, en met onzekerheid hoe de verschijnselen op te wekken. Zij beloven de lezer op beide punten stap voor stap instructies te geven om het therapeutisch arsenaal uit te breiden. De doelgroep bestaat uit psychotherapeuten die al enige ervaring hebben met hypnose en die enigszins vertrouwd zijn met de Ericksoniaanse benadering.

De hoofdstukken verschillen nogal in kwaliteit. Zo is het hoofdstuk over leeftijdsregressie evenwichtig en actueel. De auteurs gaan in op verschillende vormen van regressie, het therapeutisch belang van het aanwezig blijven van het ‘observerende ego’ (zij wijzen in dit verband op het gevaar van hertraumatisering bij ernstig getraumatiseerde patiënten) en de werking van het geheugen in trance. Over dit laatste onderwerp (in het bijzonder over ‘recovered memories’) zijn thans felle discussies gaande, waarin het draait om de betrouwbaarheid en accuraatheid van herinneringen en de gevaren van een suggestieve benadering waardoor herinneringen kunnen worden geconstrueerd. Zonder uitputtend op deze discussie in te gaan geven de auteurs de essentie hiervan goed weer en geven zij bruikbare tips voor therapeutische toepassingen van leeftijdsregressie.

Andere hoofdstukken bevatten weinig informatie: de beschrijving is oppervlakkig of de therapeutische toepassingen zijn onduidelijk. Hier wreekt zich ook de visie van de auteurs: als enthousiaste volgelingen van Erickson (in het boek worden herhaaldelijk voorbeelden gegeven van de wijze waarop de grote meester een en ander in praktijk bracht) zien zij zeer veel toepassingsmogelijkheden, ook bij personen die slechts in geringe mate hypnotiseerbaar zijn. De doelstellingen die de auteurs zichzelf aan het begin van het boek hebben voorgenomen worden niet gehaald. De ‘stap–voor–stap–instructies’ hoe een bepaald hypnotisch verschijnsel op te roepen blijken te bestaan uit een onsamenhangende beschrijving van steeds dezelfde technieken, zoals het geven van directe of juist indirecte suggesties, het spreken over bewuste versus onbewuste niveaus waarop zich veelal verschillende zaken afspelen, het hanteren van evocatief taalgebruik en het zaaien van verwarring door het geven van dubbele boodschappen. Ook de woordelijk weergegeven gespreksfragmenten die hierop volgen zijn te fragmentarisch om er veel lering uit te trekken.

De doelstelling de lezer meer inzicht te geven in de therapeutische toepassingsmogelijkheden van de verschillende hypnotische verschijnselen gaat verloren in de impliciete boodschap dat alle hypnotische verschijnselen zich lenen voor zeer uiteenlopende toepassingen. Deze dubbele boodschap zal bij de lezer wellicht eerder verwarring zaaien dan dat de beoogde uitbreiding van het therapeutisch arsenaal wordt bereikt.


 

John H. Edgette en Janet Sasson Edgette The handbook of hypnotic phenomena in psychotherapy. New York: Brunner/Mazel, 1995, 318 pp, prijs $35,95.
 
Naar boven