In dit boek geven de auteurs een praktische handleiding voor de begeleiding en behandeling van boulimiepatiënten. De grote behoefte die aan een dergelijk boek ook in het buitenland bestaat, heeft in 1992 tot een Engelse vertaling geleid.De auteurs zijn twee klinisch psychologen en een psychiater met een ruime ervaring in de klinische en ambulante hulpverlening aan eetstoornispatiënten.
Na een algemeen gedeelte over boulimie worden in het therapiegedeelte achtereenvolgens individuele therapie, groepstherapie, hypnotherapie, gezinstherapie en klinische behandeling besproken. Ten slotte worden evaluatie en follow–up beschreven en volgt een aantal nuttige bijlagen en informatiebrochures.
De eerste drie hoofdstukken geven algemene informatie over bulimia nervosa. Als eerste worden de vormen en kenmerken van boulimie beschreven. Het boek gaat niet zozeer over het symptoom boulimie (vraatzucht) maar over het syndroom bulimia nervosa volgens de DSM–III–R–criteria (herhaaldelijk terugkerende perioden van overmatige voedselinname; gedurende deze vreetbuien een gevoel van controleverlies over het eetgedrag; zelf–uitgelokt braken en/of het gebruik van laxantia teneinde gewichtstoename te voorkomen; een minimum van gemiddeld twee vreetbuiten per week gedurende ten minste drie maanden; aanhoudende preoccupatie met lichaamsvorm en gewicht).
Gebruik van verschillende diagnostische criteria vormt een van de belangrijkste verklaringen voor de inconsistente prevalentiecijfers: deze variëren tussen 3 en 20% bij jonge vrouwen.
De auteurs belichten de verschillende behandelmodellen die vanuit diverse invalshoeken zijn ontwikkeld: depressiemodel, verslavingsmodel, angstmodel, cognitief model, dissociatiemodel, gezinsmodel, feministisch model en eclectische zienswijzen. De auteurs propageren het gebruik van ingrediënten uit verschillende modellen.
Hoofdstuk 3 vormt de overgang naar het tweede deel van het boek. Dit hoofdstuk richt zich op probleemverkenning en therapie–indicatie. De auteurs zien boulimie als een signaalfunctie voor andere problemen op individueel, interactioneel en/of sociocultureel niveau. De informatieverzameling kan het beste gebeuren door middel van zowel interview, zelf–rapportage en vragenlijsten als het bijhouden van een dagboek door de patiënt.
In het tweede gedeelte van het boek komen verschillende therapievormen aan de orde. Voor alle therapieën geldt dat de motivatie voor behandeling en bereidheid tot verandering bij de patiënt vooraf getoetst dient te worden. Verder wordt benadrukt dat zolang dé therapie voor bulimia nervosa er nog niet is, een multidimensionele benaderingswijze op zijn plaats is, waarbij de keuze berust op de ‘maat’ van de individuele patiënt en de behandelfase. Tevens wordt gewezen op enkele veelvoorkomende valkuilen voor de therapeut. Gezien de complexe problematiek die vaak een langdurige aanpak vereist dienen geduld, doorzettingsvermogen, een hoge frustratietolerantiedrempel, realiteitszin en flexibiliteit tot de vaardigheden van elke therapeut te behoren.
Op basis van hun ervaringen met vijftig patiënten zien de auteurs ambulante individuele behandeling als een fase van extra informatieverzameling, waarna, afhankelijk van het verloop, groepstherapie ofwel klinische behandeling in aanmerking komt. Tevens wordt in deze fase een begin gemaakt met het realiseren van een gezond eetpatroon door middel van het bijhouden van een dagboek (confrontatie en bewustwording van het gestoorde eetgedrag), uitleg over gewichtsregulatie en honger– en verzadigingsgevoel en het leren omgaan met de lijst ‘verboden’ etenswaren.
Als tweede behandelingsmodaliteit wordt directieve groepstherapie beschreven. Kennis hierover is opgedaan in vijf jaar ervaring. Naast een kort historisch overzicht van groepstherapie bij eetstoornispatiënten wordt een overzicht gegeven van specifieke strategieën en interventies. De auteurs komen tot een onderverdeling van de behandeling in vijf fasen. De specifieke kenmerken en valkuilen van elke fase worden nauwkeurig beschreven.
Daarna gaat men in op verschillende hypnotherapeutische technieken die in een directieve en multidimensionele aanpak geïntegreerd kunnen worden. Vooral voor het exploreren van dissociatietoestanden en traumatische gebeurtenissen vormt hypnose een belangrijke methode. Hypnotherapie dient echter een onderdeel van een bestaand therapeutisch referentiekader te zijn en niet als een nieuw soort behandeling te worden gezien.
De waarde van gezinstherapie bij de behandeling van bulimia nervosa wordt vaak onderschat, in tegenstelling tot de behandeling van anorexia nervosa waarbij veel vaker gebruikt wordt gemaakt van gezinstherapie. Er wordt een directieve gezinstherapie beschreven met elementen uit de structurele, gedragsgeorïenteerde en strategische gezinstherapie, waarbij het accent ligt op de hier–en–nu–situatie.
In het laatste therapiehoofdstuk geeft men op schematische wijze het klinisch behandelprogramma weer dat gehanteerd wordt in de universiteitskliniek voor psychiatrie te Leuven.
Ten slotte komen in hoofdstuk 9 evaluatie en follow–up aan bod. Aanbevelingen voor wetenschappelijk, vergelijkend onderzoek worden gedaan en er wordt gewezen op het belang van non–specifieke factoren in de behandeling zoals ook door de patiënten wordt aangegeven.
In de bijlagen staan bruikbare informatiebrochures voor patiënten en hun familie, een evaluatieschaal en een voorbeeld van een behandelcontract.
Het is een gemakkelijk leesbaar boek dat zeer valt aan te bevelen aan iedereen die betrokken is bij de behandeling van patiënten met bulimia nervosa. De auteurs hebben gekozen voor de genoemde invalshoeken, waarbij de belangrijke rol van andere disciplines (bijvoorbeeld psychomotore therapie, creatieve – beeldend en drama – therapie, diëtetiek) bij intensieve behandelvormen niet aan bod komt.
Het boek geeft een realistische kijk op de behandeling van deze complexe stoornis en biedt een overzichtelijke wegwijzer voor hulpverleners van patiënten met bulimia nervosa. Het boek maakt daarmee waar wat het belooft: een gids voor de therapeutische praktijk.
Literatuur
J. Vanderlinden, J. Norré & W. Vandereycken De behandeling van boulimie: een gids voor de therapeutische praktijk. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 1989, ISBN 36801575, 160 pp., prijs ƒ45,–. |